User Manual

17-6
3. Tekst en opdrachten invoeren
In de Python-modus kunt u op drie manieren tekst en opdrachten invoeren.
Met behulp van het toetsenbord alfatekens, symbolen en functies invoeren (Zie
onderstaande procedure.)
Invoer via het functiemenu
Invoer van voor alfanumeriek tekens, symbolen en operatoren (pagina -
17-7)
Invoer van voorwaardelijke vertakkingsopdrachten en lusopdrachten (pagina - 17-8)
Met behulp van de catalogus (lijst met functies of opdrachten) een item selecteren en
invoeren (pagina 17-9)
Rechtstreeks opdrachten invoeren met het toetsenbord k
Vanaf het scherm met de scripteditor screen of het SHELL-scherm kunt u het toetsenbord van
de rekenmachine gebruiken om cijfers, alfatekens en de aan elke toets toegewezen functies
(', log enz.) invoeren.
Cijfers, operatoren, haakjes en functies invoeren met toetsen u
Onderstaande tabel toont wat wordt ingevoerd (cijfer, operator, haakje of functie) wanneer u
op een toets drukt of op ! en vervolgens een toets drukt.
Deze
toetsbewerking:
Voert dit in:
Deze
toetsbewerking:
Voert dit in:
a tot j
0 tot 9
+
+
x
½½2
-
^
½½
Z
e
v
x
!x(')
sqrt()
l
log10()
!I(
e
x
)
exp()
I
log()
!s(sin
−1
)
asin()
s
sin()
!c(cos
−1
)
acos()
c
cos()
!t(tan
−1
)
atan()
t
tan()
!)(
x
−1
)
½½−1
(
(
!*( { )
{
)
)
!/( } )
}
.
.
!+( [ )
[
,
,
!-( ] )
]
*
½
!a(i)
1j
/
/
!.(=)
=
!Z(π)
pi