User Manual
NL-26
Configureren van de instellingen voor een bepaalde
muziek en uitvoeringslokatie (Scène)
Uw Digitale Piano heeft 15 verschillende
basisinstellingen die “Preset Scene” (voorkeuzescène)
worden genoemd en die elk geschikt zijn voor een
bepaalde melodie en/of locatie. U kunt de
basisinstelling van de Digitale Piano onmiddellijk
veranderen door een andere scène te selecteren.
• U kunt in totaal 10 van uw eigen basisinstellingen
als “User Scene” (gebruikersscène) opslaan.
• Zie de “Scènelijst” (pagina A-4) voor informatie over
voorkeuzescènes.
1.
Druk op de ENTER toets terwijl het
homescherm (pagina NL-8) wordt getoond.
• De scènemodus wordt geactiveerd.
• Als de scènemodus van de Digitale Piano wordt
geactiveerd nadat u deze heeft ingeschakeld,
verschijnt het scènelijstscherm.
• Als u de scènemodus activeert nadat u de Digitale
Piano heeft ingeschakeld, zal eerst de scène worden
getoond die was geselecteerd toen u de laatste keer
de scènemodus verliet.
2.
Gebruik de q en w pijltoetsen om een
scènenaam te selecteren.
• Wanneer de q (+) of w (–) pijltoets ingedrukt
wordt gehouden, worden de scènenamen snel
doorlopen.
• Om terug te keren naar de standaardscène (nummer
15), drukt u de q en w pijltoetsen tegelijk in.
3.
Druk op de ENTER toets om de scène toe te
passen die nu is geselecteerd.
• Als u terug wilt gaan naar het vorige scherm zonder
de scène toe te passen, drukt u op de EXIT toets.
• Wanneer het scherm wordt getoond dat verschijnt
nadat u een scène heeft toegepast, kunt u naar de
standaardscène (nummer 15) springen door de
ENTER toets ingedrukt te houden totdat de
scènenaam verandert.
U kunt de onderstaande stappen volgen om een paar
maten af te spelen van de nu geselecteerde scène om te
horen of dat is wat u wilt.
1.
Selecteer een scène en druk dan op de /k
toets.
2.
Druk nog een keer op de /k toets om de
weergave van de huidige scène te stoppen.
• Druk op de u toets om de weergave vanaf het begin
van de melodie te starten.
• Bij het verlaten van de scènemodus wordt de
weergave van de scènemelodie gestopt.
Oproepen van een scène
EXIT
u, q, w, i
ENTER
SETTING
/k
Scènenaam
Controleren van het geluid van
een scène (Scènemelodie)
Scènenummer
Naam van scènemelodie
Scènenaam