User manual - GRAPH95-75-85SD-85-35PLUS-Soft
1-1717
• Het vermenigvuldigingsteken mag niet worden weggelaten direct vóór een onechte breuk of 
een gemengde breuk. Voer in dit geval altijd het vermenigvuldigingsteken in. 
 Voorbeeld:  
2 s
2
5
  AAD
• A ,, V, of (
x
–1
) intoetsen kan niet onmiddellijk gevolgd worden door opnieuw 
intoetsen van ,, V, of (
x
–1
). Gebruik in dit geval haakjes om de toetscombinaties 
gescheiden te houden. 
 Voorbeeld: (3 (3(3
2
)
–1
  BV(x
–1
)
I Geschiedenisfunctie
De geschiedenisfunctie bewaart de geschiedenis van rekenuitdrukkingen en resultaten van 
de Math invoer/uitvoer modus. Er worden maximaal 30 paar rekenuitdrukkingen en resultaten 
bewaard.
    @AU
    AU
U kunt de rekenuitdrukkingen die bewaard worden door de geschiedenisfunctie ook bewerken 
en opnieuw laten berekenen. Hierdoor worden alle uitdrukkingen opnieuw berekend, te 
beginnen met de bewerkte uitdrukking.
Voorbeeld  Om “1+2” naar “1+3” te veranderen en de berekening opnieuw uit te 
voeren
Voer de volgende bewerking uit a.h.v. het bovenstaande voorbeeld.
  DDDDB#BU
• De waarde die opgeslagen is in het laatste resultaatgeheugen hangt altijd af van 
het resultaat dat verkregen werd a.h.v. de laatst uitgevoerde bewerking. Als de 
geschiedenisinhoud bewerkingen omvat die het laatste resultaatgeheugen gebruiken, 
kan het bewerken van een berekening invloed hebben op de waarde in het laatste 
resultaatgeheugen die gebruikt wordt in navolgende berekeningen. 
- Als er een serie berekeningen is die het laatste resultaatgeheugen gebruiken met 
inbegrip van de resultaten van de vorige berekening in de volgende berekening, dan 
zal het bewerken van een berekening invloed hebben op de resultaten van all andere 
berekeningen die er op volgen. 
- Als de inhoud van het laatste resultaatgeheugen deel uitmaakt van de eerste berekening 
van de geschiedenis, is de inhoud van het laatste resultaatgeheugen “0” omdat er geen 
berekening bestaat voor de eerste in de geschiedenis. 










