User manual - GRAPH95-75-85SD-85-35PLUS-Soft
9-1717
Indien u dit aantal 
kolommen selecteert:
Deze informatie wordt automatisch ingevoerd:
1 XCellRange
2 XCellRange, YCellRange
3 XCellRange, YCellRange, Frequency
• Hieronder staan alle instelitems op dit scherm beschreven. 
Item Beschrijving
StatGraph1 Selecteer de naam van de gewenste instelling. U kunt tot drie 
verschillende instellingen registreren: StatGraph 1, 2 of 3.
Graph Type Selecteer het grafiektype. De standaardinstelling is Scat 
(spreidingsdiagram). 
XCellRange
Bepaalt het celbereik dat is toegekend aan 
x-as van de grafiek 
(XCellRange). Voor sommige grafiektypes verschijnt alleen XCellRange. 
YCellRange
Bepaalt het celbereik dat is toegekend aan 
y-as van de grafiek 
(YCellRange). Voor sommige grafiektypes verschijnt YCellRange niet. 
Frequency Bepaalt welke cellen waarden bevatten die de frequentie van elk 
grafiekitem aangeven. Selecteer (1) als u geen frequentiewaarden 
wilt gebruiken. 
Mark Type
Bepaalt welk merkteken (U, s of •) wordt gebruikt op het 
spreidingsdiagram.
3. Gebruik D en A om het instelitem dat u wilt wijzigen te laten oplichten. Kies de gewenste 
instelling in het functiemenu dat verschijnt.
• Zie “Het scherm met de karakteristieken van de grafiek oproepen” (pagina 6-2) voor meer 
details over de instelling van StatGraph1, Graph Type en Mark Type.
• Om de instelling van XCellRange, YCellRange of Frequency te wijzigen, laat u het 
betreffende item oplichten om vervolgens het celbereik rechtstreeks in te voeren, of 
selecteert u (CELL) ((CELL) voor Frequency) en wijzigt u het huidige invoerbereik. 
Bij handmatige invoer van een celbereik, gebruikt u (:) om een dubbele punt (:) tussen 
de twee cellen te plaatsen die het bereik bepalen.
4. Druk na het configureren van de nodige instellingen op ) of U.
I Voorbeeld van statistische berekening (CALC Menu)
Dit voorbeeld is gebaseerd op de gegevens van “Een spreidingsdiagram en xy-lijngrafiek 
tekenen” (pagina 6-9) voor statistische berekeningen met twee variabelen.
       0,5, 1,2, 2,4, 4,0, 5,2 (
x-gegevens)
      –2,1, 0,3, 1,5, 2,0, 2,4 (
y-gegevens)
S Statistische berekeningen en regressieberekeningen met twee variabelen
1. Voer de bovengenoemde x-gegevens in in de cellen 
A1:A5 van de spreadsheet en de 
y-gegevens in de 
cellen B2:B5, en selecteer vervolgens het celbereik om 
de gegevens in te voeren (A1:B5).










