User manual - GRAPH95-75-85SD-85-35PLUS-Soft
1-33
3. Druk op U om het beginscherm te openen van de 
modus waarvan het pictogram werd geselecteerd. Hier 
wordt de modus STAT geopend.
• U kunt ook in een bepaalde modus komen zonder het bijbehorende pictogram in het 
hoofdmenu aan te klikken. Daarvoor voert u het nummer of de letter in welke rechts 
onderaan in het pictogram staat. 
• Gebruik enkel de hierboven beschreven procedures om een modus te openen. Als u een 
andere procedure gebruikt, kunt u een modus openen die u niet wenste te openen. 
Hieronder wordt de betekenis van elk pictogram uitgelegd.
Pictogram
Naam van de 
modus
Beschrijving
RUN • MAT 
(Run • Matrix)
Kies deze modus om rekenkundige bewerkingen en 
bewerkingen met wetenschappelijke functies te maken. Dit kan  
twee-, acht-, tien-, zestientallig en als matrices genoteerd 
worden. 
STAT 
(Statistieken)
Kies deze modus om statistische berekeningen met één 
variabele (standaardafwijking) of met twee variabelen 
(regressie) te maken, tests uit te voeren, gegevens te 
analyseren en om statistische grafieken te tekenen.
e • ACT* 
(eActivity)
In de modus eActivity kunt u tekst, wiskundige uitdrukkingen 
en andere gegevens invoeren in een soort notitieblok. 
Kies deze modus om tekst of formules of ingebouwde 
toepassingsgegevens in een bestand op te slaan.
S • SHT* 
(Spreadsheet)
Kies deze modus om spreadsheet-berekeningen uit te 
voeren. Elk bestand bevat een spreadsheet met 26 kolommen 
× 999 rijen. Naast de ingebouwde commando’s van de 
rekenmachine en de commando’s van de modus S • SHT kunt 
u ook statistische berekeningen uitvoeren en grafieken van 
statistische gegevens opmaken. Hiervoor gaat u op dezelfde 
manier te werk als in de modus STAT. 
GRAPH Kies deze modus om grafiekvoorschriften op te slaan en om de 
grafiek van deze voorschriften te tekenen.
DYNA 
(Dynamische 
grafieken)
Kies deze modus om grafiekvoorschriften op te slaan en 
om de grafiek van deze voorschriften te tekenen voor de 
verschillende waarden van die parameter.
TABLE Kies deze modus om de grafiekvoorschriften op te slaan, om 
er een numerieke tabel van te berekenen met verschillende 
oplossingen gezien de toegewezen waarden aan de variabelen 
wijzigen, en om de grafiek ervan te tekenen.
RECUR 
(Rijen en reeksen)
Kies deze modus om rijen en reeksen op te slaan, om van 
een aantal termen de tabel te berekenen en om grafische 
voorstellingen van rijen en reeksen te tekenen.
CONICS Kies deze modus om grafieken van kegelsneden te tekenen.
EQUA 
(Vergelijking)
Kies deze modus om stelsels vergelijkingen van de eerste 
graad (2 tot 6 onbekenden) op te lossen en om vergelijkingen 
van een hogere graad, van de tweede tot de zesde graad op 
te lossen. 










