User manual - GRAPH95-75-85SD-85-35PLUS-Soft
v
Eerste kennismaking — Lees dit eerst! 
I Over deze gebruiksaanwijzing
S Verschillen in functies en scherm
Deze gebruiksaanwijzing omvat meerdere rekenmachines. Niet alle functies hierboven 
beschreven zijn beschikbaar bij alle modellen uit deze handleiding. Alle schermen uit deze 
gebruiksaanwijzing tonen het scherm van de GRAPH 95 en de schermen van andere 
modellen kunnen enigszins verschillen.
S Math invoer/uitvoer modus en weergave
De oorspronkelijke standaardinstellinge van de GRAPH 95/GRAPH 75/GRAPH 35+ is 
de “Math invoer/uitvoer modus”, die natuurlijke schrijfwijze toelaat en de weergave van 
rekenkundige expressies. Dit betekent dat u breuken, wortels, differentialen en andere 
expressies kan invoeren zoals ze worden geschreven. In de Math invoer/uitvoer modus 
worden de meeste resultaten ook weergegeven in natuurlijke schrijfwijze.
U kunt ook de “Lineaire invoer/uitvoer modus” selecteren, voor invoer en weergave van 
berekeningen op één enkele rij. De oorspronkelijke standaardinstelling voor de GRAPH 
95/GRAPH 75/GRAPH 35+ is de Math invoer/uitvoer modus.
De voorbeelden uit deze gebruiksaanwijzing komen meestal uit de Lineaire invoer/uitvoer 
modus. Let op de volgende punten als u een GRAPH 95/GRAPH 75/GRAPH 35+ gebruikt.
• Voor meer details over schakelen tussen de Math invoer/uitvoer modus en Lineaire 
invoer/uitvoer modus, zie “Input/Output” modusinstelling onder “Werken met het 
configuratiescherm” (pagina 1-26).
• Meer informatie over de invoer en weergave in de Math invoer/uitvoer modus vindt u onder 
“De Math invoer/uitvoer modus gebruiken” (pagina 1-10).
S V()
Dit betekent dat u moet drukken op  en daarna op V, om een symbool  in te voeren. 
Toetsencombinaties worden als volgt aangegeven: Eerst wordt de toetsmarkering aangeduid, 
gevolgd door het in te voeren karakter of commando tussen haakjes.
S K EQUA
Dit betekent dat u eerst moet drukken op K en de cursortoetsen (D, A, B, C) moet 
gebruiken om de modus EQUA te selecteren. Vervolgens moet u drukken op U. Voer de 
volgende bewerkingen uit om vanuit het hoofdmenu een modus op te roepen.
S Functietoetsen en menu’s
• U kunt diverse bewerkingen op deze rekenmachine uitvoeren door te drukken op de 
functietoetsen  tot . De aan elke functietoets toegewezen bewerking varieert 
afhankelijk van de actieve modus van de rekenmachine. De bewerking die aan de actieve 
modus is toegewezen, wordt aangeduid door functiemenu’s onder op het scherm.
• In deze gebruiksaanwijzing wordt de aan een functietoets toegewezen bewerking tussen 
haakjes aangeduid, gevolgd door de bijbehorende toetsmarkering. (Comp) bijvoorbeeld 
betekent dat u door te drukken op {Comp} selecteert, wat ook in het functiemenu wordt 
weergegeven.
• Als ( E) in het functiemenu is aangeduid voor toets , betekent dit dat u door te drukken 
op  de volgende of vorige pagina met menuopties weergeeft.
0










