Softwareversie 3.00 Gebruiksaanwijzing

5-6
u Waarop u moet letten bij het instellen van het weergavevenster
Als u nul invoert voor T
θ
ptch, doet zich een fout voor.
Bij ongeldige invoer (waarde buiten het bereik, minteken zonder waarde, enzovoort) doet
zich een fout voor.
Als de waarde voor T
θ
max kleiner is dan de waarde voor T
θ
min, wordt T
θ
ptch negatief.
U kunt ook expressies (zoals 2 π ) invoeren als parameters voor het weergavevenster.
Als het weergavevenster zo is ingesteld dat de assen buiten het venster vallen, wordt
de schaal van de as weergegeven aan de rand van het scherm die het dichtst bij de
oorsprong ligt.
Als u de instellingen voor het weergavevenster wijzigt, wordt de weergegeven grafiek
verwijderd en alleen vervangen door de nieuwe assen.
Als u de waarde voor Xmin of Xmax verandert, wordt de waarde voor Xdot automatisch
aangepast. Als u de waarde voor Xdot verandert, wordt de waarde voor Xmax
automatisch aangepast.
Een grafiek met poolcoördinaten (
r =) of een parametrische grafiek is niet nauwkeurig
als door de instellingen in het weergavevenster de waarde voor T
θ
ptch te groot is ten
opzichte van het verschil tussen de instellingen voor T
θ
min en T
θ
max. Maar als de
waarde voor T
θ
ptch te klein is ten opzichte van het verschil tussen T
θ
min en T
θ
max, dan
zal er veel tijd nodig zijn om de grafiek te tekenen.
Hier wordt het invoerbereik voor parameters voor het weergavevenster beschreven.
–9,999999999
E
97 tot 9,999999999
E
97
k Geheugen van het weergavevenster
U kunt maximaal zes sets met instellingen voor het weergavevenster in het geheugen opslaan
om ze later opnieuw te gebruiken.
u De instellingen voor het weergavevenster opslaan
1. Kies in het hoofdmenu de modus Graph .
2. Druk op !3(V-WIN) om het scherm met instellingen voor het weergavevenster weer te
geven. Voer hier de gewenste waarden in.
3. Druk op 4(V-MEM) 1(STORE) om het pop-upvenster weer te geven.
4. Druk op een cijfertoets om op te geven in welk weergavevenstergeheugen u de instellingen
wilt opslaan. Druk daarna op w. Door op bw te drukken worden de instellingen in
geheugen 1 van het weergavevenster opgeslagen (V-Win1).