Softwareversie 3.00 Gebruiksaanwijzing

5-55
u Het nulpunt van een grafiek berekenen
1. Teken een grafiek.
2. Druk op !5(G-SOLVE) 1(ROOT).
3. Als er meerdere grafieken worden weergegeven in het grafiekscherm, wordt er één
knipperend weergegeven. Gebruik f en c om de grafiek te selecteren die u wilt
analyseren.
4. Druk op w om de knipperende grafiek te selecteren. Vervolgens wordt de waarde
weergegeven die is geproduceerd door de analyse.
Voorbeeld Teken de grafiek met de volgende functie en bereken vervolgens de
nulpunten.
Y1 =
x
3
− 4 x
Wanneer een analyse meerdere waarden oplevert, drukt u op e om de volgende waarde te
berekenen. Druk op d om naar de vorige waarde terug te keren.
Wanneer “On” is geselecteerd voor de instelling “Derivative” in het configuratiescherm,
wordt naast het nulpunt de afgeleide weergegeven wanneer u het nulpunt van een grafiek
berekent met de bovenstaande procedure.
u Het snijpunt van twee grafieken berekenen
1. Teken de grafieken.
2. Druk op !5(G-SOLVE) 5(INTSECT). Als er drie of meer grafieken worden
weergegeven in het grafiekscherm, wordt er één knipperend weergegeven.
3. Gebruik f en c om een van de grafieken te markeren waarvan u het snijpunt wilt
bepalen en druk vervolgens op w.
4. Gebruik f en c om een van de andere grafieken te markeren waarvan u het snijpunt
wilt bepalen en druk vervolgens op w.
5. Druk op w om het snijpunt voor de twee grafieken te bepalen.
Als een analyse meerdere waarden oplevert, drukt u op e om de volgende waarde te
berekenen.
Druk op d om naar de vorige waarde terug te keren.