Softwareversie 3.00 Gebruiksaanwijzing

8-2
1 m Program
2 3(NEW) j(O) I(C) /(T) v(A) w
3 !J(PRGM) 4(?) aav(A) 6( g) 5(:)
c*!x( ') d*av(A) x6( g) 6( g) 5( ^)
!x( ') c/d*av(A) Md
JJ
4 1(EXE) of w
xw(waarde van A)
S wanneer A = 7
w
V wanneer A = 7
ww
baw
S wanneer A = 10
w
V wanneer A = 10
ww
bfw
S wanneer A = 15
w*
1
V wanneer A = 15
*
1
Door op w te drukken als het laatste resultaat op het scherm staat, wordt het
programma verlaten.
U kunt ook een programma starten als u in de Run-Matrix -modus bent, door het volgende in
te voeren: Prog "<bestandsnaam>" w.
Als u drukt op w terwijl het eindresultaat van een op die manier uitgevoerd programma op
het scherm staat, wordt het programma opnieuw uitgevoerd.
Als het programma met de opgegeven Prog "<bestandsnaam>" niet gevonden wordt, krijgt u
een foutmelding.
2. Functietoetsen in de modus Program
u Functies in het menu Bestandslijst
Alleen de {NEW}- en {LOAD}-functiemenu’s worden weergegeven als er geen
programmabestanden in het geheugen zijn.
• { EXE } / { EDIT } ... programma {uitvoeren}/{wijzigen}
• { NEW } ... {nieuw programma}
• { DELETE } / { DEL-ALL } ... {specifiek programma}/{alle programma’s} wissen
• { SEARCH } / { RENAME } ... bestandsnaam {zoeken}/{wijzigen}
• { SAVE
AS } ... slaat programma als tekstbestand op
• { LOAD } ... converteert een tekstbestand naar een programma en slaat het op
• {
} ... beveiligt een programma met een wachtwoord of verwijdert de
wachtwoordbeveiliging