Softwareversie 3.11 Gebruiksaanwijzing

3-9
u Het maken van een lijst door het aantal gegevensitems in te voeren
[OPTN] - [LIST] - [Dim]
Gebruik de volgende instructie om tijdens het opmaken van een lijst ook de dimensie vast te
leggen.
<aantal gegevens
n > aK1(LIST) 3(Dim) 1(List) <lijstnummer 1 - 26> w ( n = 1 - 999)
Voorbeeld Maak een lijst op met 5 elementen (allemaal waarde 0) en sla deze op in
List 1
AfaK1(LIST) 3(Dim)
1(List) bw
U kunt de nieuwe lijst bekijken door de modus Statistics te
kiezen.
u Alle getallen van een lijst door eenzelfde getal vervangen [OPTN] - [LIST] - [Fill(]
K1(LIST) 4(Fill) <waarde> ,1(List) <lijstnummer 1 - 26> )w
Voorbeeld Vervang alle getallen van List 1 door het getal 3
AK1(LIST) 4(Fill( )
d,1(List) b)w
Ziehier het resultaat van List 1:
u Een reeksgetallen in een lijst invoeren [OPTN] - [LIST] - [Seq]
K1(LIST) 5(Seq) <uitdrukking> , <naam van variabele> , <startwaarde> ,
<eindwaarde> , <verhoging> )w
Het resultaat van deze berekening wordt opgeslagen in het geheugen voor de laatste lijst
(ListAns).
Voorbeeld Voer de reeks getallen 1
2
, 6
2
, 11
2
in een lijst in met de functie f ( x ) = X
2
.
Gebruik beginwaarde 1, eindwaarde 11, en toename 5.
AK1(LIST) 5(Seq) vx,
v,b,bb,f)w
Neemt u 12, 13, 14, of 15 als eindwaarde, dan krijgt u hetzelfde resultaat, omdat al deze
getallen kleiner zijn dan het eerstvolgende getal dat door de toename wordt opgeroepen,
namelijk (16).