Softwareversie 3.11 Gebruiksaanwijzing

9-18
u Een rij of kolom met lege cellen invoegen
1. Verricht een van de volgende handelingen om aan te geven waar en hoeveel rijen of
kolommen moeten worden ingevoegd.
• Rijen invoegen
Selecteer het aantal rijen dat u wilt invoegen, te beginnen met de rij meteen onder de rij
waar u wilt invoegen.
Voorbeeld: Om drie rijen in te voegen boven rij 2, kunt u A2:A4, B2:C4, enzovoort
selecteren.
• Kolommen invoegen
Selecteer het aantal kolommen dat u wilt invoegen, te beginnen met de kolom rechts van
de kolom waar u die wilt invoegen.
Voorbeeld: Om drie kolommen links van kolom B in te voegen, kunt u B2:D4,
B10:D20, enzovoort selecteren.
2. Druk op 4(INSERT).
U kunt nu invoegen. Druk op J om de invoegbewerking nu te annuleren.
3. Druk op 1(ROW) om het desbetreffende aantal rijen of op 2(COLUMN) om kolommen in
te voegen.
Het bericht “Range ERROR” verschijnt wanneer door een invoegbewerking bestaande
cellen met gegevens buiten het bereik A1:Z999 komen te liggen.
k Celinhoud en opmaak wissen
U kunt alleen de celinhoud, alleen de opmaak of beide wissen.
Inhoud wissen: hiermee wist u waarden, formules en andere celgegevens.
Opmaak wissen: hiermee worden de kleur van de tekens en de gebieden en de instellingen
voor verfstijl van de cellen teruggezet op de standaardinstellingen. Door de bewerking wordt
ook de voorwaardelijke opmaak gewist (pagina 9-21).
u Celinhoud en opmaak wissen
1. Selecteer de cel of het celbereik dat u wilt wissen.
2. Voer de onderstaande bewerkingen uit om de cellen op te geven die u wilt wissen.
Voor het wissen van: Voert u deze toetsbewerking uit:
Alleen celinhoud
5(CLEAR)1(CONTENT)
Alleen celopmaak
5(CLEAR)2(FORMAT)
Celinhoud en opmaak
5(CLEAR)3(ALL)