Softwareversie 3.11 Gebruiksaanwijzing

13-3
1. Gegevenscommunicatie tussen de
rekenmachine en een computer
Wanneer u een USB-verbinding tussen de rekenmachine en een computer tot stand
brengt, herkent de computer het opslaggeheugen van de rekenmachine als een station
voor massaopslag. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt de inhoud van het
hoofdgeheugen automatisch in het opslaggeheugen gelezen zodat de gegevens in het
hoofdgeheugen kunnen worden geopend vanaf de computer. Wanneer verbinding is gemaakt,
kunnen gegevens tussen de rekenmachine en computer alleen via de computer worden
overgedragen.
k Minimale systeemvereisten voor computers
Een computer moet aan de volgende minimumvereisten voldoen om gegevens te kunnen
uitwisselen met de rekenmachine.
• USB-poort
Een van de volgende besturingssystemen.
Windows 7 (32-bits, 64-bits)
Windows 8.1 (32-bits, 64-bits)
Windows 10 (32-bits, 64-bits)
OS X 10.10, OS X 10.11, macOS 10.12, macOS 10.13
k In de modus Mass Storage verbinding met een computer maken en
verbreken
Verbind de bij de rekenmachine geleverde USB-kabel met uw computer.
Belangrijk!
Raak de stekkers van de USB-kabel en het scherm nooit aan terwijl er een
gegevenscommunicatiebewerking wordt uitgevoerd. Statische elektriciteit van uw vingers kan
ertoe leiden dat de gegevenscommunicatie wordt beëindigd.
u Een verbinding tussen de rekenmachine en een computer tot stand brengen
1. Start de computer op.
2. Verbind de USB-kabel na het opstarten van de computer met de rekenmachine.
De rekenmachine wordt automatisch ingeschakeld en het scherm “Select Connection
Mode” wordt weergegeven.