Softwareversie 3.11 Gebruiksaanwijzing

14-59
14. Voer de volgende bewerking uit: 6(Animate) – 3:Trace.
Hierdoor wordt punt D opgegeven (die u in stap 13 selecteerde) als het “volgpunt”.
15. Voer de volgende bewerking uit: 6(Animate) – 5:Go (once).
Hierdoor behoort een parabool op het scherm
te worden gevolgd. Merk op dat lijnstuk AB de
richtrechte is en punt C het brandpunt van de
parabool.
Opmerking
Alle punten die momenteel op het scherm zijn geselecteerd worden volgpunten als u
de volgende bewerking uitvoert: 6(Animate) – 3:Trace. Hierdoor wordt ook het volgen
uitgeschakeld voor elk punt dat momenteel als volgpunt is ingesteld.
De automatische stroomuitschakeling van de rekenmachine schakelt de stroom uit wanneer
een animatie wordt uitgevoerd. Als de stroom van de rekenmachine is uitgeschakeld (hetzij
automatisch dan wel handmatig) tijdens een animatie, dan wordt de animatie beëindigd.
u Een animatie bewerken
Voorbeeld: Als het animatiescherm geactiveerd is met de procedure “Een spoor
van punten volgen”, kunt u het scherm Edit Animations gebruiken om
de animatie te bewerken
1. Als het te bewerken animatiescherm wordt weergegeven voert u de volgende bewerking uit:
6(Animate) – 4:Edit Animation.
Hierdoor wordt het scherm Edit Animations weergegeven.
2. Bewerk de animatie via een van de onderstaande procedures.
Als u dit wilt doen: Voer deze procedure uit:
Stel in hoe vaak de
animatie dient te worden
uitgevoerd wanneer u
de volgende bewerking
uitvoert: 6(Animate) –
6:Go (repeat).
1. Verplaats de markering op het scherm Edit Animations met
c en f naar “Times” en druk dan op 1(Times).
2. Voer in het dialoogvenster dat verschijnt het aantal
herhalingen in dat u wilt instellen en druk dan op w.
Als u hier 0 invoert wordt de animatie herhaald totdat u op
J of o drukt om de animatie te beëindigen.