Softwareversie 3.11 Gebruiksaanwijzing

14-62
k Een Animatietabel maken
In de standaardinstellingen wordt met een animatie een bepaald punt langs een opgegeven
lijnstuk, cirkel of boog in 20 stappen in beweging gebracht. U kunt de rekenmachine een
zogenaamde “animatietabel” laten maken, waarin de coördinaten van elke stap worden
vastgelegd, de lengte van het lijnstuk, de ruimte van het object, enz.
De volgende gegevens kunnen aan de animatietabel worden toegevoegd: coördinaten (
x, y),
afstand/lengte, hellingsgraad, straal, omtrek, perimeter, gebied, hoek, supplementaire hoek,
vectorstukken (
x, y), en uitdrukking.
u Kolommen toevoegen aan de animatietabel
Voorbeeld: Teken de driehoek CDE met een basisparallel naar en een hoekpunt
(punt D) op de horizontale lijn AB. Maak vervolgens een animatietabel
met daarin de lengte van lijnstuk CD en het gebied van de driehoek
terwijl punt D langs lijnstuk AB beweegt.
1. Teken lijnstuk AB en driehoek CDE.
2. Selecteer lijnstuk AB en punt D, en voer de volgende bewerking uit:
6(Animate) – 1:Add Animation.
Hierdoor wordt een animatie-effect toegevoegd waardoor punt D langs lijnstuk AB
beweegt.
3. Hier maken we een animatietabel voor de lengte van lijnstuk CD, dus selecteer eerst lijnstuk
CD.
4. Druk op J om het afmetingenvenster weer te geven.
Als het pictogram
niet aan de linkerrand van het scherm verschijnt, markeer dan de
opwaartse pijl links van het afmetingenvenster en druk dan op w. Selecteer op het
pictogrampalet dat verschijnt het pictogram
.
5. Druk op e om de knop met de opwaartse pijl aan de rechterkant van het
afmetingenvenster te markeren en druk dan op w.
Hierdoor wordt een menu weergegeven.