Softwareversie 3.20 Gebruiksaanwijzing

5-47
1 m Recursion
2 !3(V-WIN) awgwbwc
-bfwgfwfwJ
3 3(TYPE) 2( a
n
+1
) c2( a
n
) +bw
4 5(SET) 2(
a
1
) bwgwbwJ
5 1(SEL+S) f2(
) J
6 6(TABLE)
7 5(GPH-CON)
U kunt de lijnkleur of -stijl voor de grafiek wijzigen in het scherm voor recursieformules en
het grafiekscherm. Zie “Grafiekeigenschappen wijzigen vanuit het scherm met de lijst met
grafiekrelaties” (pagina 5-15) als u deze eigenschappen wilt wijzigen vanuit het scherm voor
recursieformules. Zie “Grafiekeigenschappen wijzigen vanuit het grafiekscherm” (pagina
5-16) als u deze eigenschappen wilt wijzigen vanuit het grafiekscherm.
Na het tekenen van een grafiek kunt u de functies Trace, Zoom en Sketch gebruiken.
Druk op A om terug te keren naar het scherm met de tabel met getalwaarden. Na het
tekenen van een grafiek kunt u wisselen tussen het scherm met de tabel met getalwaarden
en het grafiekscherm door op !6(G T) te drukken.
k Een faseplot maken op basis van twee numerieke reeksen
U kunt de faseplot tekenen voor numerieke reeksen die zijn gegenereerd door twee
expressies die zijn ingevoerd in de modus Recursion met één waarde op de horizontale as
en de andere waarde op de verticale as. Voor a
n
( a
n
+1
, a
n
+2
), b
n
( b
n
+1
, b
n
+2
), c
n
( c
n
+1
, c
n
+2
) bevindt
de numerieke reeks van de alfabetisch eerste expressie zich op de horizontale as en bevindt
de volgende numerieke reeks zich op de verticale as.
1. Kies in het hoofdmenu de modus Recursion .
2. Configureer de instellingen voor het weergavevenster.
3. Voer twee recursieformules in en selecteer beide voor het genereren van een tabel.
4. Configureer de instellingen voor het genereren van een tabel.
Geef de begin- en eindwaarden voor variabele
n en de beginterm voor elke recursieformule
op.
5. Geef de tabel met getalwaarden voor de recursieformule weer.
6. Teken de faseplot.
Voorbeeld Voer de twee reeksformules in voor regressie tussen twee termen
a
n
+1
= 0,9 a
n
en b
n
+1
= b
n
+ 0,1 n
− 0,2, en geef de begintermen a
1
= 1 en b
1
=
1 voor elk op. Maak een tabel met getalwaarden wanneer de waarde
van de variabele
n van 1 in 10 wordt gewijzigd en gebruik dit om een
faseplot te tekenen.
Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster.
Xmin = 0, Xmax = 2, Xscale = 1
Ymin = 0, Ymax = 4, Yscale = 1