Softwareversie 3.20 Gebruiksaanwijzing

1-24
k Geschiedenisfunctie
De geschiedenisfunctie bewaart de geschiedenis van rekenuitdrukkingen en resultaten van
de Math invoer/uitvoer-modus. Er worden maximaal 30 paar rekenuitdrukkingen en resultaten
bewaard.
b+cw
*cw
U kunt de wiskundige uitdrukkingen die bewaard worden door de geschiedenisfunctie
ook bewerken en opnieuw laten berekenen. Hierdoor worden alle uitdrukkingen opnieuw
berekend, te beginnen met de bewerkte uitdrukking.
Voorbeeld Verander “1+2” in “1+3” en voer de berekening opnieuw uit
Voer de volgende bewerking uit a.d.h.v. het bovenstaande voorbeeld.
ffffdDdw
De lengte van de schuifbalk geeft een indruk van het aantal vermeldingen (wiskundige
uitdrukkingen en resultaten) dat de geschiedenis omvat. Hoe korter de balk, hoe hoger het
aantal vermeldingen.
De waarde die opgeslagen is in het laatste resultaatgeheugen hangt altijd af van
het resultaat dat verkregen werd a.d.h.v. de laatst uitgevoerde bewerking. Als de
geschiedenisinhoud bewerkingen omvat die het laatste resultaatgeheugen gebruiken,
kan het bewerken van een berekening invloed hebben op de waarde in het laatste
resultaatgeheugen die gebruikt wordt in navolgende berekeningen.
- Als er een serie berekeningen is die het laatste resultaatgeheugen gebruiken met
inbegrip van de resultaten van de vorige berekening in de volgende berekening, dan
zal het bewerken van een berekening invloed hebben op de resultaten van alle andere
berekeningen die er op volgen.
- Als de inhoud van het laatste resultaatgeheugen deel uitmaakt van de eerste berekening
van de geschiedenis, is de inhoud van het laatste resultaatgeheugen “0” omdat er geen
berekening bestaat voor de eerste in de geschiedenis.