D GEBRUIKSAANWIJZING Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag. Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen Zorg er voor eerst aandachtig de “Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid” te lezen voordat u de piano probeert te gebruiken.
Belangrijk! Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op alvorens dit product te gebruiken. • Voordat u de los verkrijgbare AD-A12150LW netadapter in gebruik neemt dient u eerst te controleren dat hij niet beschadigd is. Check het netsnoer zorgvuldig op breuken, barsten, ontblootte bedrading en andere ernstige beschadigingen. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken die ernstig beschadigd is. • Dit product is niet bedoeld voor kinderen onder drie jaar.
Inhoudsopgave Algemene gids ..............................D-2 Installeren van de muziekblad standaard ................... D-3 PX-3S Configuratie ..................................................... D-4 Modi ............................................................................ D-6 Het opslaan van instellingen en het gebruiken van de paneelvergrendeling ....................................... D-7 Terugzetten van de Digitale Piano naar de default instellingen die in de fabriek ingesteld waren .........
Algemene gids 8 1 2 3 4 5 6 9 7 bl bk bm bn bo bp ∗ bq do br ck bs cl cm bt cn co cp cs ct cq cr dk dn dl dm Achterkant dp dq dr Linker kant ds dt ek Onderkant en el D-2 em
Algemene gids • Deze handleiding gebruikt de hieronder gegeven nummers en namen die verwijzen naar de toetsen en bedieningsorganen.
Algemene gids PX-3S Configuratie Master Control Configuratie De PX-3S Digitale Piano is een MIDI master keyboard met vier zones (UPPER 1, UPPER 2, LOWER 1, LOWER 2) om de interne klankbron (INT) en externe MIDI apparaten (EXT) te regelen. Elke zone heeft gelijktijdige controle over een intern klankbrongedeelte en een kanaal voor een extern MIDI apparaat (wanneer zowel INT als EXT ingeschakeld (ON) zijn. Het doel (INT/EXT) van elke zoneregeling kan naar wens in- of uitgeschakeld worden d.m.v.
Algemene gids Geluidsbron configuratie De geluidsbron is geconfigureerd met 36 gedeelten in het totaal: vier gedeelten die aan elk van de zones corresponderen, 16 gedeelten voor de weergave van MIDI bestanden en 16 gedeelten die werken als geluidsbronnen met meervoudige klankkleuren tijdens de ontvangst van een MIDI ingangssignaal. Hieronder volgt de relatie tussen gedeelten, poorten en MIDI kanalen.
Algemene gids Modi Deze Digitale Piano heeft twee hoofdmodi: een MASTER CONTROL modus en een CARD PLAYER modus. Elk van deze modi heeft twee sub-modi: een TONE modus en een REGISTRATION modus. MASTER CONTROL modus CARD PLAYER modus TONE modus TONE modus REGISTRATION modus REGISTRATION modus Gebruik de MASTER CONTROL modus wanneer de Digitale Piano gebruikt worden als een zelfstandige configuratie of als een MIDI master keyboard. De basisinstelling van de MASTER CONTROL modus kan veranderd worden d.
Algemene gids Het opslaan van instellingen en het gebruiken van de paneelvergrendeling Uw Digitale Piano stelt u in staat om de huidige instellingen op te slaan en de toetsen te vergrendelen ter bescherming tegen bedieningsfouten. Zie “Backuppen” en “Paneelvergrendeling” (pagina D-40) voor details.
Stopcontact Uw Digitale Piano werkt op de spanning van het lichtnet. Vergeet niet de spanning uit te schakelen wanneer u de Digitale Piano niet gebruikt. Gebruiken van een netadapter Gebruik enkel de netadapter (JEITA standaard, met een uniforme polariteitsstekker) die gespecificeerd is voor deze Digitale Piano. Het gebruik van een ander type netadapter kan problemen bedieningsveroorzaken. Gespecificeerde netadapter: AD-A12150LW • Sluit de netadapter aan d.m.v.
Aansluitingen Aansluiten van de hoofdtelefoon OPMERKING BELANGRIJK! • Voordat u een hoofdtelefoon aansluit, dient u eerst de 1 (VOLUME) regelaar van de Digitale Piano op een laag niveau in te stellen. Stel het volume in op het gewenste niveau nadat u de aansluiting tot stand gebracht heeft. Linker kant Los verkrijgbare hoofdtelefoon Hoofdtelefoonaansluitingen (PHONES) Ministekker Sluit een los verkrijgbare hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluitingen.
Aansluitingen OPMERKING • De pedaaleenheid SP-32 ondersteunt halve pedaalbewerkingen (gedeeltelijk intrappen van het pedaal). U kunt de hoeveelheid effect bijregelen die uitgeoefend wordt wanneer het demppedaal gedeeltelijk ingetrapt wordt. Zie “Half-pedaaleffect” (pagina D-39) voor details. • De los verkrijgbare CS-67P speciale standaard is nodig voor het gebruik van de pedaaleenheid SP-32.
Selecteren en spelen van een toon MASTER CONTROL Inschakelen van de spanning van de Digitale Piano 1. Sluit de netadapter aan op de Digitale Piano nadat u eerst heeft gecontroleerd dat de el (POWER) toets in de uit stand staat. Luisteren naar demonstratiemelodieën 1. • Hierdoor wordt weergave van demonstratiemelodieëen gestart. • De Digitale Piano heeft in het totaal vier demonstratiemelodieën. D.m.v. de bt toetsen kunt u naar het begin van de vorige (q) of volgende (w) demonstratiemelodie springen.
Selecteren en spelen van een toon 4. Als de 4 (UPPER 1) toetsndicator niet brandt, druk dan op de 4 (UPPER 1) toets zodat de betreffende indicator brandt. 5. Controleer dat de indicator boven de br (TONE) toets brandt. Brandt Lagen en splitsingen aanbrengen in tonen U kunt het toetsenbord zodanig configureren dat het twee verschillende tonen tegelijkertijd speelt (laag) of twee verschillende tonen speelt op het linker en rechter bereik (splitsing).
Selecteren en spelen van een toon z Drie tonen, een voor het ene bereik en twee voor het andere bereik van het toetsenbord (pagina D-16) Gebruik alle vier zones op hetzelfde moment maar met het geluid van een zone uitgeschakeld door een van de zones te configureren met INT OFF (int. uit) om de interne geluidsbron uit los te koppelen. Het onderstaande voorbeeld toont INT OFF (int. uit) geconfigureerd bij LOWER 2 (onderste 2). 2.
Selecteren en spelen van een toon Splitsen van het toetsenbord tussen twee tonen LOWER 1 1. 2. 7. drukken om de UPPER 1 zonetoon te veranderen of op de 2 (LOWER 1) toets om de LOWER 1 zonetoon te veranderen. UPPER 1 Zoek d.m.v. de “Toonlijst” (pagina D-57) om de groep(en) en nummers op te zoeken van de twee tonen (UPPER 1 (bovenste 1) zonetoon en LOWER 1 (onderste 1) zonetoon) die u wilt gebruiken. Controleer dat de indicators van zowel de cs (LAYER) toets als de ct (SPLIT) toets niet branden. 8.
Selecteren en spelen van een toon Gebruiken van laag en splitsing samen LOWER 1 LOWER 2 1. 2. UPPER 1 UPPER 2 Zoek d.m.v. de “Toonlijst” (pagina D-57) om de groep(en) en nummers op te zoeken van de tonen (UPPER 1 (bovenste 1), UPPER 2 (bovenste 2), LOWER 1 (onderste 1) en LOWER 2 (onderste 2) zone tonen) die u wilt gebruiken. Controleer dat de indicators van zowel de cs (LAYER) toets als de ct (SPLIT) toets niet branden.
Selecteren en spelen van een toon 13. Druk om een laag en splitsing te annuleren nogmaals op de cs (LAYER) en ct (SPLIT) toetsen zodat de bijbehorende indicators uitgaan. OPMERKING • Als Lagen en Splitsen op hetzelfde moment gebruikt worden, kunt u overschakelen naar een enkele toon in een van de toetsenbordbereiken door INT OFF te configureren voor de zone waarvan u de toon niet wilt laten klinken.
Uitoefenen van effecten op een toon MASTER CONTROL Nagalm en zweving Uw Digitale Piano heeft vier types nagalm en vier types zweving. De nagalm- en zwevingfunctie hebben hun eigen toetsen om de aan/uit bewerking te vergemakkelijken. • Telkens bij indrukken van de dk (REVERB) toets wordt heen en weer geschakeld tussen in- en uitgeschakelen van de nagalm. De indicator boven de toets gaat branden wanneer de nagalm aan is en uit wanneer de nagalm uit is.
Bevestigen van gemeenschappelijke parameterinstellingen MASTER CONTROL Gemeenschappelijke parameters omvatten transponeren, toonhoogtebereik, equalizer en andere globale parameters. Gemeenschapelijke parameters omvatten tevens de instellingen van de functie die toegewezen is aan de ASSIGNABLE toetsen. Gemeenschappelijke parametersbewerkingen De gemeenschappelijke parameterinstellingen verschijnen op het gemeenschappelijke menu dat eerst verschijnt als u de Digitale Piano inschakelt.
Bevestigen van gemeenschappelijke parameterinstellingen Veranderen van de gemeenschappelijke parameterinstellingen 1. 5. • Door tegelijkertijd op w en q te drukken keert de instelling terug naar de oorspronkelijke defaultwaarde. • Door w of q ingedrukt te houden wordt versneld door de instellingen gescrold. • Zie “Gemeenschappelijke parameterinstellingen” (pagina D-20) voor details aangaande de betekenis en het bereik van elke parametersinstelling.
Bevestigen van gemeenschappelijke parameterinstellingen Gemeenschappelijke parameterinstellingen Dit hoofdstuk geeft uitleg over de betekenis van elke gemeenschappelijke parameter en voorziet in informatie aangaande de instelbereiken en oorspronkelijke defaultwaarden. • In dit hoofdstuk wordt elke parameter voorafgegaan door een nummer en een letter, zoals “1-A”. Dit geeft het gemeenschappelijke menu paginanummer (1) een en de PARAMETER SELECTOR toets die u in moet drukken om deze te selecteren (A).
Bevestigen van gemeenschappelijke parameterinstellingen ■ 2-A tot 3-D bandversterking en frequentie instellingen Parameternaam Plaats Omschrijving Instellingen (* geeft default aan) Low Gain (Lage Versterking) (LoG) 2-A Stelt de versterking van het lage bereik bij. –12 tot 0* tot 12 Low Freq. (Lage Frequentie) (LoF) 2-B Specificeert de frequentie van het lage bereik dat wordt geregeld door de Lage Versterking.
Bevestigen van gemeenschappelijke parameterinstellingen ■ 4-A Toewijsbare Toets 1 Type (Asgn1) Specifeert de functie die toegewezen wordt aan de 8 (ASSIGNABLE 1) toets. Hieronder worden de functies beschreven die toegewezen kunnen worden door elke instelling. Instelling Toegewezen functies Modulatie (Mod) Deze instelling wijst modulatie toe aan de toets.*1 De diepte van de modulatie wordt gespecificeerd d.m.v. de bn (B) en bo (C) toetsen gespecificeerd.
Bevestigen van gemeenschappelijke parameterinstellingen ■ 4-B, 4-C, 4-D, 5-B, 5-C, 5-D Instellingen bij Asgn1/Asgn2 = Controleverandernummer 0 - 127 Parameternaam Plaats Omschrijving Instellingen (* geeft default aan) Kanaal (Ch) 4-B, 5-B Specifeert het MIDI kanaal*1 voor het zenden van controlerveranderingen. 1* tot 16 Waarde (toets uit (OFF)) (OfVal) 4-C, 5-C Specificeert de Waarde Zenden wanneer de toets losgelaten is (uitgeschakeld is).
Gebruiken van de toewijsbare toetsen MASTER CONTROL Er zijn twee toewijsbare toetsen die 8 (ASSIGNABLE 1) en 9 (ASSIGNABLE 2) heten. De 8 (ASSIGNABLE 1) toets is zodanig ontworpen dat deze ingeschakeld (aan) staat wanneer hij ingedrukt is en uitgeschakeld (uit) is wanneer hij losgelaten (niet ingedrukt is) wordt. De 9 (ASSIGNABLE 2) toets schakelt heen en weer tussen aan (indicator brandt) en uit (indicator is uit) telkens bij indrukken.
Gebruiken van de toewijsbare toetsen Doorlaten bij DSP (ASSIGNABLE 2) Terwijl de 9 (ASSIGNABLE 2) toets ingeschakeld is, wordt alleen het geluid van een gespecificeerde zone weergegeven zonder doorlating via de DSP. Gemeenschappelijke parameter informatie: 5-A Toewijsbare Toets 2 Type (Asgn2) (pagina D-22) 5-B Instellingen bij Asgn2 = DSP Doorlaten (Bypass) (Dbp) (pagina D-23) OPMERKING • Zie de flowchart onder “Master Control Configuratie” (pagina D-4) voor meer informatie aangaande DSP doorlaten.
Gebruiken van de Digitale Piano als een MIDI Master Keyboard MASTER CONTROL Er kan een uniek MIDI kanaal worden toegewezen aan elk van de vier zones (UPPER 1, UPPER 2, LOWER 1, LOWER 2) van de Digitale Piano om te voorzien in gelijktijdige controle over maximaal vier externe MIDI toestellen. BELANGRIJK! • Dit hoofdstuk bevat enkel basisinformatie aangaande het gebruik van de Digitale Piano als een MIDI master keyboard.
Gebruiken van de Digitale Piano als een MIDI Master Keyboard Specificeren wat elke zone controleert Na het selecteren van een zone configuratie d.m.v. de cs (LAYER) en ct (SPLIT) toetsen, kunt u interne geluidsbron controle (INT) en externe MIDI toestelcontrole (EXT) in- en uitschakelen zoals vereist voor elke zone. Sepecificeer d.m.v. de 6 (INT/EXT) toets wat een zone controleert. Specificeren wat een zone controleert 1.
Bewerken van zone parameters MASTER CONTROL Uw Digitale Piano is een MIDI master keyboard met vier zones (“Master Control Configuratie”, pagina D-4). Een zone is een eenheid die de interne geluidsbron en/of externe MIDI apparatuur controleert.
Bewerken van zone parameters Veranderen van de zoneparameter instellingen 1. 5. Controleer dat de indicator boven de bl (MASTER CONTROL) toets brandt. • Mocht deze niet branden, druk dan op de bl • De indicator van de toets die u indrukt gaat branden hetgeen aangeeft dat de bijbehorende zone geselecteerd is. (MASTER CONTROL) toets om deze te laten branden. Brandt 2. 3. 6. Toon d.m.v. 7 (ZONE EDIT) toets de zonemenu pagina die de parameter bevat waarvan u de instelling wilt veranderen.
Bewerken van zone parameters Zoneparameter instellingen Dit hoofdstuk geeft uitleg over de betekenis van elke zoneparameter en voorziet in informatie aangaande de instelbereiken en oorspronkelijke defaultwaarden. • In dit hoofdstuk wordt elke parameter voorafgegaan door een nummer en een letter, zoals “1-A”. Dit geeft het gemeenschappelijke menu paginanummer (1) een en de PARAMETER SELECTOR toets die u in moet drukken om deze te selecteren (A).
Bewerken van zone parameters ■ 3-C Parameterwaarde (Value) ■ 5-B Loslaattijd (Relas) Dit item wordt gebruikt om de instelling te veranderen van de parameter getoond is 3-B. De loslaattijd is de tijd die nodig is voor INT / EXT het geluid om weg te sterven wanneer een noot eindigt. De bijstelling is relatief t.o.v. de oorspronkelijke default instelling (0) van elke toon. Een grotere negatieve absolute waarde verkort de loslaattijd, terwijl een grotere positieve waarde de loslaattijd verlengt.
Bewerken van zone parameters ■ 6-B Vibratodiepte (VbDpt) Dit item is voor het bijstellen van de INT / EXT diepte (sterkte) van de vibrato die uitgeoefend wordt op noten. Een hogere negatieve absolute waarde maakt de vibrato ondiep terwijl een hogere positieve waarde deze dieper maakt. –64 tot 0* tot +63 ■ 6-C Vibratovertraging (VbDly) Dit item is voor het bijstellen van de tijd INT / EXT totdat de vibrato uitgeoefend gaat worden op een noot.
Bewerken van zone parameters Controle instellingen Als u meerdere zones gebruikt voor het toetsenbordspel en u wilt pedaal- en andere controlebewerkingen voor een bepaalde zone deactiveren, schakel dan de instellingen uit die in dit hoofdstuk worden beschreven voor die zone. ■ 8-A Pedaal Activeert en deactiveert pedaalbewerkingen. OFF (Uit), ON (Aan)* INT / EXT ■ 8-B Toonhoogteregeling (Bend) Activeert en deactiveert bediening van de do (PITCH BEND) regelaarbewerking.
Gebruiken van het registratiegeheugen MASTER CONTROL Voordat u iets gaat spelen, dient u gewoonlijk eerst de Digitale Piano in te stellen door een aantal verschillende instellingen te configureren, inclusief lagen en splitsinn aan/uit, een toonselectie voor elke zone, equalizerinstellingen en DSP instellingen. U kunt maximaal 64 Digitale Piano basisinstellingen (inclusief controlepaneel en interne instellingen) opslaan naar het registratiegeheugen om ze op te roepen wanneer u ze nodig heeft.
Gebruiken van het registratiegeheugen 4. ck Houd de dm (STORE) toets ingedrukt en druk tegelijkertijd op de nummertoetsen (ck (1) tot en met cr (8)) om het nummer van het gebied (1 tot en met 8) te specificeren waar u de registratiedata wilt opslaan. cl cm cn co cp cq cr dm • Door de nummertoets onmiddellijk in te drukken wordt de opslagbewerking voor registratiedata uitgevoerd. • Hieronder wordt getoond doe de display er uitziet als u Bank 1, Gebied 3 selecteert.
Gebruiken van het registratiegeheugen Opslaan van data van een registratiegeheugenbank naar een bestand 3. Opslaan van de data in een enkele bank Registratiedata kan opgeslagen worden naar een bestand in het interne geheugengebied van de Digitale Piano of op een SD kaart. U kunt de registratiedata opslaan in een enkele registratiegeheugenbank (acht gebieden) of de data in alle registratiegeheugenbanken (64 gebieden) naar een bestand.
Gebruiken van het registratiegeheugen Oproepen van data van een registratiegeheugenbank vanaf een bestand 1. Voer deze bewerking uit: Intern gebied Verwijder de SD kaart uit de kaartgleuf van de Digitale Piano. SD kaart Steek de SD kaart in de kaartgleuf van de Digitale Piano. 3. Druk op de br (REGISTRATION) toets zodat de corresponderende onderste indicator gaat branden. Dit is de REGISTRATION modus. Toon d.m.v.
Gebruiken van het functiemenu MASTER CONTROL De functiemenu bevat globale instellingen (algehele stemming en toetsbijstelling, lokale controle aan/uit (ON/OFF) die relatief weinig hoeven te worden verandered. Dit omvat ook bepaalde SD kaartbewerkingen (formatteren, enz.) 2. CARD PLAYER U kunt een nummertoets (ck (1) tot en met cr (8)) gebruiken om een ander item te selecteren om de instelling te veranderen.
Gebruiken van het functiemenu Instellingen van het functiemenu Dit hoofdstuk geeft uitleg over de betekenis van elke functiemenuparameter en voorziet in informatie aangaande de instelbereiken en oorspronkelijke defaultwaarden. • De oorspronkelijke defaultinstelling voor elk item wordt aangegeven door een asterisk (*). 1 Stemmen (Tune) Stel d.m.v. dit item de toonhoogte bij in stappen van een cent (1 cent = 1/100 halve toon).
Gebruiken van het functiemenu 7 Weergave/Kaart (Play/CARD) Melodie MIDI uitgangssignaal 8 Overige (MIDI Out) Selecteer ON* voor dit item om MIDI data naar een externe bestemming te zenden wanneer een Format0 of Format1 SMF bestand weergegeven wordt op de Digitale Piano. Selecteer OFF om zenden te deactiveren. MIDI data wordt nooit verzonden tijdens de weergave van een CM2 formaatbestand, ongeacht wat er geselecteerd is voor deze instelling. Volume van de melodie (SongVol.) Stel d.m.v.
Weergeven van een MIDI bestand CARD PLAYER U kunt de Digitale Piano gebruiken om een MIDI bestand opgeslagen op een SD kaart direct weer te geven. U kunt MIDI bestanden ook kopiëren naar het interne geheugen (intern geheugengebied) van de Digitale Piano en ze van daaruit weergeven. 5. • A: MUSICDAT, B: MUSIC__B, C: MUSIC__C, D: MUSIC__D. 6. Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen het gewenste MIDI bestand. 7. Druk op de 6 (PLAY/STOP) toets om de weergave te starten.
Weergeven van een MIDI bestand 3. Druk op de bl (CARD PLAYER) toets zodat de corresponderende onderste indicator gaat branden. Dit is de CARD PLAYER modus. • Hierdoor wordt de naam van het eerste MIDI bestand getoond in het interne geheugengebied. • De resterende stappen van deze procedure zijn hetzelfde als die beginnen bij stap 6 onder “Weergave van een MIDI bestand van een SD kaart” (pagina D-41).
Weergeven van een MIDI bestand Oefenen met een van beide handen (Part Off) (=gedeelte uit) 3. OPMERKING hetgeen aangeeft dat herhaalde weergave uitgevoerd wordt. Na een rustpauze van een maat (vier maatslagen bij een melodie met een 4/4 maat) begint de Digitale Piano te spelen met het gedeelte dat u selecteerde. De weergave van het geselecteerde gedeelte gaat voort met een rustpauze van een maat voor elke maal weergeven. • U kunt d.m.v.
Weergeven van een MIDI bestand Selecteren van een toon voor elke zone tijdens de CARD PLAYER modus 1. Druk op de cs (LAYER) en ct (SPLIT) toetsen zodat hun indicators gaan branden in een van de combinaties die hieronder worden getoond en selecteer de gewenste tonen.
Weergeven van een MIDI bestand 6. Voer een naam in voor de map die u wilt creëren. • Verplaats d.m.v. de ct (u) en dk (i) toetsen de cursor naar links en rechts en de bt (w, q) toetsen om door de karakters te scrollen bij de huidige cursorpositie. Hieronder worden de karakters getoond die gebruikt kunnen worden in een naam.
Gebruiken van een geheugenkaart MASTER CONTROL U kunt de registratiedata van de Digitale Piano opslaan naar een los verkrijgbare SD geheugenkaart, als u dat wilt. z Gebruik een geheugenkaart met een capaciteit van 2 GB of minder. Het gebruik van een kaart met een capaciteit van meer dan 2 GB of andere types geheugenkaarten wordt niet ondersteund. z In deze handleiding verwijst de term “geheugenkaart” naar een SD geheugenkaart.
Gebruiken van een geheugenkaart 2. 3. 4. Druk op de bs (FUNCTION) toets. Druk op de cq (7) toets. Toon d.m.v. de ct (u) en dk (i) toetsen “CardFORMAT” (formatteren kaart) en druk dan op de dl (ENTER) toets. Hierdoor wordt een bevestigingsboodschap (SURE? (Zeker Weten?)) getoond. • Druk op de bt (NO) of cs (EXIT) toets als u de formaatbewerking wilt annuleren. 5. Druk op de bt (YES) toets. • De boodschap “Please Wait” (wachten a.u.b.) blijft op de display terwijl de formaatbewerking wordt uitgevoerd.
Gebruiken van een geheugenkaart Foutmeldingen Eén van de foutlezingen hieronder verschijnt in de display wanneer een probleem optreedt. • Alle verwijzingen naar “geheugenkaart” in de volgende tabel verwijzen naar een SD geheugenkaart. Displaymelding Format Oorzaak 1. Het huidige geheugenkaartformaat is niet geschikt (niet compatibel) voor deze Digitale Piano. Vereiste maatregel 1. Formatteer de geheugenkaart op de Digitale Piano (pagina D-46). 2. De capaciteit van de geheugenkaart is groter dan 2 GB. 2.
Aansluiting op een computer MASTER CONTROL U kunt de Digitale Piano aansluiten op een computer en MIDI data verzenden tussen deze apparaten. U kunt data van de Digitale Piano zenden naar de muziek software die op uw computer draait of u kunt MIDI data vanaf uw computer zenden naar de Digitale Piano voor weergave. 2. CARD PLAYER Nadat uw computer gestart is, sluit hem dan m.b.v. een los verkrijgbare USB kabel aan op de Digitale Piano.
Aansluiting op een computer Uitwisselen van data tussen de Digitale Piano en een computer 3. Houd de bs (FUNCTION) toets ingedrukt en druk op de dm (USB DEVICE MODE) toets. Hierdoor wordt de opslagmodus ingeschakeld waardoor data wordt overgestuurd met de aangesloten computer. De bs (FUNCTION) toetsindicator gaat knipperen en de display verschijnt zoals hieronder getoond. U kunt d.m.v. de onderstaande procedure registratiedata oversturen van de Digitale Piano naar een computer voor opslag.
Aansluiting op een computer 6. Bestandsnaamextensies (.MID, .CM2, enz.) worden niet weergegeven onder default Windows instellingen. Voer de onderstaande procedure uit om de bestandsnaamextensies te tonen. (1) Voer één van de volgende bewerkingen uit om de mapinformatie te tonen. • Windows XP: Op het [Extra] menu aan de bovenkant van het mapvenster, selecteer [Mapopties]. • Windows Vista, Windows 7: Aan de linker kant van het mapvenster, klik op [Indeling] en selecteer dan [Map- en zoekopties].
Referentie Oplossen van moeilijkheden Probleem Oorzaak Te nemen maatregel Draai de 1 (VOLUME) regelaar meer in de richting van “MAX”. Verander de UPPER 1 zone instelling naar INT ON. Als u Lagen en/of Splitsen gebruikt, verander dan de instelling van de zone die u gebruikt naar INT ON. De toonhoogte van de Digitale De instelling van de sleutel van de Verander de instelling van de sleutel naar Piano is uitgeschakeld. Digitale Piano is anders dan 0.
Referentie Probleem Oorzaak Te nemen maatregel Zie pagina Stop met het het weergeven van ) D-49 melodieën, verbreek de aansluiting van de USB kabel met de Digitale Piano en breng de aansluiting daarna weer tot stand. Probeer de melodie opnieuw weer te geven. Mocht dit het probleem niet oplossen, sluit dan de MIDI software die u gebruikt af, verbreek de aansluiting van de USB kabel met de Digitale Piano en breng de aansluiting daarna weer tot stand.
Referentie Technische gegevens Model PX-3SBK Toetsenbord Piano toetsenbord met 88 toetsen en met aanslagvolume (3-types) Maximale polyfonie 128 noten Tonen 250 (met laag en splitsing) Effecten DSP, Nagalm (4 types), Zweving (4 types), Helderheid (–3 tot 0 tot 3), Akoestische resonantie Mixer UPPER 1, UPPER 2, LOWER 1, LOWER 2; het volumeniveau van elke zone kan afzonderlijk ingesteld worden.
Referentie Bedieningsvoorzorgsmaatregelen Zorg ervoor de volgende voorzorgsmaatregelen te lezen en in acht te nemen. ■ Plaats Vermijd de volgende plaatsen voor dit product.
Referentie Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van de netadapter Model: AD-A12150LW 1. Lees deze aanwijzingen. 2. Houd deze aanwijzingen bij de hand. 3. Neem alle waarschuwingen in acht. 4. Volg alle aanwijzingen. 5. Gebruik dit product niet in de buurt van water. 6. Reinig alleen met een droge doek. 7. Niet installeren in de buurt van radiatoren, uitblaasroosters van kachels, kachels of andere warmtebronnen (inclusief versterkers). 8.
Appendix Toonlijst Achtereenvolgend nummer Groepsnaam Groepnummer 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 16 PIANO 016 17 18 19 20 21 22 ELEC PIANO 1 ELEC PIANO 1 ELEC PIANO 1 ELEC PIANO 1 ELEC PIANO 1 ELEC PIANO 1 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66
Appendix Achtereenvolgend nummer Groepsnaam Groepnummer 129 130 131 132 133 134 135 136 OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM 037 038 039 040 041 042 043 044 137 OTHERS/GM 045 138 OTHERS/GM 046 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM OTHERS/GM 047 048 0
29 F1 41 F2 53 F3 65 F4 77 F5 89 F6 30 42 39 54 51 66 63 78 75 Eb6 87 C # 6 85 B b 5 82 A b 5 80 F#5 Eb5 C # 5 73 B b 4 70 A b 4 68 F#4 Eb4 C # 4 61 B b 3 58 A b 3 56 F#3 Eb3 C # 3 49 B b 2 46 A b 2 44 F#2 Eb2 C # 2 37 B b 1 34 A b 1 32 F#1 27 High Q Slap Scratch Push Scratch Pull Sticks Square Click Metronome Click Metronome Bell Standard1 Kick 2 Standard1 Kick 1 Side Stick Standard1 Snare 1 Hand Clap Standard1 Snare 2 Low Tom 2 Closed Hi-Hat Low Tom 1 Pedal
Appendix DSP Effectenlijst De onderstaande tabel toont de DSP types die geconfigureerd kunnen worden voor elke zone d.m.v. zoneparameters (pagina D-28). • De “DSP Nr.” kolom toont de DSP typenummers die verschijnen op pagina 3 van het zonemenu en de “Schermnaam” toont de naam (afgekort) die op het scherm verschijnt. “DSP Naam” toont de volledige versie van de schermnaam. • Voor informatie aangaande de parameters van een DSP type, merk de waarde op die ervoor getoond wordt in de “Algoritme Nr.
Appendix DSP algoritmelijst Algoritmes met een enkel effect 01: Equalizer Er is een equalizer met drie frequentiebanden. Parameterwaarde bereiken: 0 : Equalizer 1 Frequentie (1,0, 1,3, 1,6, 2,0, 2,5, 3,2, 4,0, 5,0 [KHz]) Regelt de middenfrequentie van Equalizer 1. 1 : Equalizer 1 Versterking (–12 tot 0 tot +12) Regelt de versterking van Equalizer 1. 2 : Equalizer 2 Frequentie (1,0, 1,3, 1,6, 2,0, 2,5, 3,2, 4,0, 5,0 [KHz]) Regelt de middenfrequentie van Equalizer 2.
Appendix 08: Rotatie Dit is een simulator van een roterende luidspreker. Parameterwaarde bereiken: 0 : Snelheid (Langzaam, Snel) Schakelt de snelheidmodus in tussen snel en langzaam. 1 : Rem (Roteren, Stoppen) Stopt het roteren van de luidspreker. 2 : Valversnelling (0 tot 127) Stelt de versnelling bij wanneer de snelheidsmodus overgeschakeld wordt van snel naar langzaam. 3 : Toenameversnelling (0 tot 127) Stelt de versnelling bij wanneer de snelheidsmodus overgeschakeld wordt van langzaam naar snel.
Appendix 15: Dit is een “wah” effect dat de frequentie automatisch kan verschuiven in overeenstemming met het niveau van het ingangssignaal. Parameterwaarde bereiken: 0 : Ingangsniveau (0 tot 127) Stelt het ingangsniveau bij. Het ingangssignaal kan vervormd raken wanneer het niveau van het ingangssignaal, het aantal akkoorden of de resonantiewaarde groot is. Stelt deze parameter bij om dergelijke vervorming te elimineren. 1 : Resonantie (0 tot 127) Stelt de sterkte van resonantie in.
Appendix M03: Multi03 (Compressor - Verbetering) M08: Multi08 (Automatische Wah - Phaser) 0 1 2 3 4 5 6 7 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 : Compressor Diepte : Compressor Aanslag : Compressor Loslaten : Compressor Niveau : Verbetering Lage Frequentie : Verbetering Lage Versterking : Verbetering Hoge Frequentie : Verbetering Hoge Versterking M04: Multi04 (Compressor - Zweving) 0 1 2 3 4 5 6 7 8 : Compressor Diepte : Compressor Aanslag : Compressor Loslaten : Compressor Niveau : Zweving Snelheid : Zwevingdiepte :
Appendix M13: Multi13 (Vervorming - Automatische Pan) M19: Multi19 (Phaser - Zweving - Automatische Pan) 0 1 2 3 4 5 6 7 0 : Phaser Resonantie 1 : Phaser Handmatig 2 : Phaser Snelheid 3 : Phaser Diepte 4 : Phaser Natniveau 5 : Zweving Snelheid 6 : Zwevingdiepte 7 : Zweving Feedback 8 : Zweving Natniveau 9 : Automatische Pan Snelheid 10 : Automatische Pan Diepte : Vervorming Versterking : Vervorming Laag : Vervorming Hoog : Vervormingsniveau : Automatische Pan Snelheid : Automatische Pan Diepte : Vervor
Appendix M23: Multi23 (LFO Wah - Vervorming - Zweving) 0 : Wah Ingangsniveau 1 : Wah Resonantie 2 : Wah Handmatig 3 : Wah LFO Snelheid 4 : Wah LFO Diepte 5 : Vervorming Versterking 6 : Vervorming Laag 7 : Vervorming Hoog 8 : Vervormingsniveau 9 : Zweving Snelheid 10 : Zwevingdiepte 11 : Zweving Feedback 12 : Zweving Natniveau 13 : Zweving Polariteit 14 : Vervorming Springen M24: Multi24 (Automatische Wah - Vervorming Zweving) 0 : Wah Ingangsniveau 1 : Wah Resonantie 2 : Wah Handmatig 3 : Wah Diepte 4 : Ve
MIDI Implementation Chart Model PX-3S Function Recognized Basic Channel Default Changed 1 - 16 1 - 16 1 - 16 1 - 16 Mode Default Messages Altered Mode 3 X Mode 3 X 0 - 127 0 - 127 0 - 127*1 O 9nH v = 1 - 127 X 8nH v = 64 O 9nH v = 1 - 127 X 9nH v = 0, 8nH v =** X X X O O O Note Number True voice Velocity Note ON Note OFF After Touch Key’s Ch’s Pitch Bender ° ± µ ¶¬ ³¸ · ±° ±± ±¶ ±· ±¸ ±¹ ¶´ ¶µ ¶¶ ¶· ·± ·² ·³ ·´ ·¶ ·· ·¸ ¸° ¸± ¸² ¸³ ¸´ ¹± ¹³ ±°°¬ ±°± ±²° ±²± °±²· Control Change P
Dit kringloopteken geeft aan dat de verpakking voldoet aan de wetgeving betreffende milieubescherming in Duitsland.