User Manual
Table Of Contents
- Omslag
- Inhoudsopgave
- Overzicht en instellingen
- Gemeenschappelijke bediening voor alle functies
- Gebruik van de Digitale Piano
- Luisteren naar demonstratieweergave
- Selecteren van een toon
- Veranderen van het aanslagvolume naar de aanslagdruk (Aanslagvolume)
- Veranderen van de toonhoogte in stappen van een halve toon (Transponeren)
- Fijnstemmen van een toonhoogte (Stemming)
- Veranderen van de toonhoogte in eenheden van een octaaf (Octaafverschuiving)
- Gebruik van de geluidsmoduseffecten (Zaalsimulator en Surround)
- Gebruik van zweving
- Gebruik van helderheid
- Aanpassen van de geluidskarakteristieken van de akoestische piano (Akoestieksimulator)
- Gebruik van de metronoom
- Specificeren van het tempo
- Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel
- Veranderen van de toonschaalstemming (Temperament) van het toetsenbord
- Luisteren naar melodieën (Muziekbibliotheek)
- Opnemen en weergeven van uitvoeringen (MIDI-recorder)
- Instellingen maken
- Instellen van het volume van het Upper1 gedeelte
- Maken van de instellingen voor het Upper2 gedeelte en het Lower gedeelte
- Instellen van de volumebalans van het toetsenbord
- Middenbereik annuleren van audio-ingangssignaal
- Maken van de MIDI-instellingen
- Veranderen van de pedaalfuncties
- Overige instellingen
- Fabrieksreset (Initialisatie)
- Koppelen aan een smartapparaat (APP-functie)
- Oplossen van moeilijkheden
- Referentie
- MIDI Implementation Chart
NL-30
Instellingen maken
U kunt afzonderlijke instellingen voor het Upper2 gedeelte en het Lower (bas) gedeelte maken voor de volgende items: volume,
toonhoogte, demppedaaleffect in-/uitschakelen. Om deze instellingen te maken, houdt u 9 ELEC. PIANO ingedrukt terwijl u de
onderstaande klaviertoetsen indrukt.
*1 U kunt het volume instellen binnen het bereik van 0 t/m 42.
*2 De referentietoon (pagina NL-9) klinkt telkens wanneer de waarde een veelvoud van 10 bereikt (10, 20 enz.).
Maken van de instellingen voor het Upper2 gedeelte en het Lower
gedeelte
Instelling
Indrukken
van deze
toets:
Doet dit:
Upper2 volume
Regelt het volume van het Upper2 gedeelte.
C{7 Verlaagt het volume van het Upper2 gedeelte met 1.
*1*2
D7 Verhoogt het volume van het Upper2 gedeelte met 1.
*1*2
C{7 + D7 Zet het volume van het Upper2 gedeelte terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
Upper2 ontstemmen
Verhoogt of verlaagt de toonhoogte van het Upper2
gedeelte, ten opzichte van het Upper1 gedeelte,
binnen het bereik van ±99 honderdsten.
F7 Verlaagt de toonhoogte van het Upper2 gedeelte met één
honderdste.
*2
F{7 Verhoogt de toonhoogte van het Upper2 gedeelte met één
honderdste.
*2
F7 + F{7 Maakt de toonhoogte van het Upper2 gedeelte gelijk aan de
toonhoogte van het Upper1 gedeelte (standaardinstelling).
Upper2 demppedaal
Schakelt de toepassing van het demppedaaleffect op
het Upper2 gedeelte in en uit.
G7 Wisselen tussen ingeschakeld en uitgeschakeld.
Lower volume
Regelt het volume van het Lower gedeelte.
A}7 Verlaagt het volume van het Lower gedeelte met 1.
*1*2
A7 Verhoogt het volume van het Lower gedeelte met 1.
*1*2
A}7 + A7 Zet het volume van het Lower gedeelte terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
Lower ontstemmen
Verhoogt of verlaagt de toonhoogte van het Lower
gedeelte, ten opzichte van het Upper1 gedeelte,
binnen het bereik van ±99 honderdsten.
B}7 Verlaagt de toonhoogte van het Lower gedeelte met één
honderdste.
*2
B7 Verhoogt de toonhoogte van het Lower gedeelte met één
honderdste.
*2
B}7 + B7 Maakt de toonhoogte van het Lower gedeelte gelijk aan de
toonhoogte van het Upper1 gedeelte (standaardinstelling).
Lower demppedaal
Schakelt de toepassing van het demppedaaleffect op
het Lower gedeelte in en uit.
C8 Wisselen tussen ingeschakeld en uitgeschakeld.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
C{7: Upper2 volume (–)
D7: Upper2 volume (+)
F7: Upper2 ontstemmen (–)
G7: Upper2 demppedaal
C8: Lower demppedaal
B7: Lower ontstemmen (+)
B}7: Lower ontstemmen (–)
A7: Lower volume (+)
A}7: Lower volume (–)
F{7: Upper2 ontstemmen (+)