User Manual

Gebruik van de Digitale Piano
NL-44
Opgenomen gegevens voor elk spoor
De onderstaande symbolen worden in de “Systeem” kolom gebruikt om items aan te geven die op het systeemspoor kunnen
worden opgenomen en in de “Solo” kolom om items aan te geven die op de solosporen 1 en 2 kunnen worden opgenomen.
*1 Dempen, zacht, sostenuto, expressie
*2 Alleen Upper1 gedeelte
Opslaan op externe apparatuur
Nadat u een opname op de Digitale Piano heeft gemaakt, kunt u de betreffende gegevens op een USB flash-drive opslaan. Zie
Gebruik van de USB flash-drive” (pagina NL-62).
: Opgenomen
× : Niet opgenomen
Bediening of instelling Systeem Solo
Tempo ×
Maatslag ×
Ritmenummer ×
Bediening van ritmeregelaar ×
Volume van begeleiding ×
Bediening van
begeleidingstoetsenbord
×
Toonschaalinstellingen ×
Toonschaal van begeleiding aan/uit ×
Duet-instellingen ×
Volume van toetsenbord ×
Zaalsimulator/nagalm
Aan/Uit ×
Type ×
Diepte ×
Surroundinstellingen ×
Zwevingstype ×
Helderheid ×
Instellingen van akoestieksimulator ×
Bediening van toetsenbord
Upper1
Upper2 ×
Lower ×
Automatisch harmoniseren ×
Arpeggiator
Toonnummer
Upper1
Upper2 ×
Lower ×
DSP 
Bediening van pedalen*
1
Octaafverschuiving *
2
Volume van gedeelte *
2
Fijnstemming *
2
Bediening van toonhoogteregelaar
Toonhoogtebereik 
Bediening van knoppen
Afkapfrequentie 
Resonantie
Helderheid ×
Nagalm zenden
Zweving zenden 
Aanslagtijd
Loslaattijd 
Vibratosnelheid
Vibratodiepte 
Vibratovertragingstijd
Portamentotijd 
Modulatiediepte
Volumebalans van lagen *
2
Upper2 Fijnstemmen ×
Upper1 Pan 
Upper2 Pan ×
Lower Volume ×
Lower Pan ×
Toetsenbordzweving zenden *
2
Toetsenbordnagalm zenden *
2
Volume van toetsenbord ×
Volume van begeleiding ×
Volume van melodie × ×
DSP-parameter 1
DSP-parameter 2 
Bediening of instelling Systeem Solo