User Manual

Table Of Contents
Toepassen van effecten
NL-53
Om snel het type DSP-effect dat op een toon wordt toegepast om te schakelen, selecteert u een van de
“Voorkeuze-DSP’s” (DSP-typenummers 001 t/m 100) via de volgende bedieningsprocedure:
1.
Voer de bediening uit beschreven inSelecteren van één enkele toon” (pagina
NL-41) om een toon te selecteren.
2.
Selecteer de “10 Effect” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de F-toetsenset
(pagina NL-32).
3.
Houd de F4 toets (DSP) ingedrukt.
Het “DSP” scherm verschijnt.
4.
Tik op de ENTER toets om het “DSP TYPE” scherm weer te geven.
5.
Gebruik de aanraakring om het gewenste type DSP te selecteren.
“000 Tone” is het standaard DSP-type voor elke toon.
“001 Mono 1BandEQ” en verder zijn “Voorkeuze-DSP’s” met hun eigen namen, zoals equalizer
of compressor. Zie “Lijst met voorkeuze-DSP’s” (pagina NL-183) voor details betreffende de
naam en configuratie van elke voorkeuze-DSP.
De DSP van deze Digitale Piano bestaat uit maximaal vier modules (M1–M4) zoals aangegeven in de
onderstaande afbeeldingen.
In geval van één module:
In geval van vier modules:
Elke module kan diverse effecten bevatten (equalizer, tremolo, compressor enz.).
Elk DSP-type heeft een specifieke module-configuratie (aantal modules en interne effecten). Zie
Lijst met voorkeuze-DSP’s” (pagina NL-183) voor verdere informatie.
Wanneer de DSP-instellingen worden veranderd, moet u de parameters van de effecten in elke module
aanpassen.
Selecteren van een DSP-type
Configureren van de DSP-instellingen
M1
UitgangsgeluidGeluidsbron
M1 M2 M3 M4
UitgangsgeluidGeluidsbron