User Manual

Table Of Contents
Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering
NL-75
*1 Deze kolom toont de namen van de parameters die in het “FREEZE” scherm van de
registratiefunctie (pagina NL-90) zijn opgenomen.
*2 De parameters die beïnvloed worden door DSP Parameter 1 en DSP Parameter 2 zijn de twee
parameters die automatisch worden geselecteerd als de meest geschikte voor de momenteel
geselecteerde DSP. DSP Parameter 1 en DSP Parameter 2 liggen vast overeenkomstig de
geselecteerde DSP. Bijvoorbeeld, wanneer DSP “15. Auto Pan” is geselecteerd, is DSP Parameter
1 ingesteld op Rate en DSP Parameter 2 is ingesteld op Manual.
Layer Balance Mixer Stelt de volumeniveaubalans van het Upper 1 gedeelte en
Upper 2 gedeelte in.
Upper1 Pan Mixer Stelt de stereo-pan van het Upper 1 gedeelte in.
Upper2 Fine Tune Tone Stelt de fijnstemming van het Upper 2 gedeelte in.
Upper2 Pan Mixer Stelt de stereo-pan van het Upper 2 gedeelte in.
Lower Volume Mixer Stelt het volume van het Lower gedeelte in.
Lower Pan Mixer Stelt de stereo-pan van het Lower gedeelte in.
KB Hall/Rev. Send Mixer Stelt de zendwaarde naar de zaalsimulator/nagalm in voor
alle toetsenbordgedeelten (Upper 1, Upper 2 en Lower).
KB Chorus Send Mixer Stelt de zendwaarde naar de zweving in voor alle
toetsenbordgedeelten (Upper 1, Upper 2 en Lower).
KB Group Volume Mixer Stelt het groepsvolumeniveau in van de
toetsenbordgedeelten (Upper 1, Upper 2 en Lower).
MIDISongVolume Mixer Stelt het weergavevolume van de MIDI-melodiegegevens in.
DSP Parameter 1 Tone
Stelt de DSP-parameters in. De doelparameters voor de
instelling veranderen overeenkomstig het DSP-type dat is
geselecteerd.
*2
DSP Parameter 2 Tone
WirelesAudioVol Mixer Stelt het volume in van het geluid dat via draadloos
verbonden externe apparaten wordt ontvangen.
Audio Song Vol. Mixer Stelt het weergavevolume van de audiomelodiegegevens in.
Arpeg Note Len Arpeggiator Stelt de nootlengten van de arpeggiator in.
Upper Pan Bal. Mixer Stelt de balans van de stereo-pan van het Upper 1 gedeelte
en Upper 2 gedeelte in.
Off Schakelt de knopfuncties uit.
Functie Categorie
*1
Beschrijving