User Manual

Table Of Contents
Toepassen van effecten
NL-51
De mixer kan worden gebruikt om afzonderlijk de zaalsimulator/nagalm voor elk gedeelte (Upper 1/
Upper 2/Lower), de geluidsinvoer van de MIC IN aansluiting, enz. in te stellen. Zie “Gebruik van de
mixer” (pagina NL-60) voor verdere informatie.
Alvorens het surroundtype te selecteren, moet u ervoor zorgen dat Surround is ingeschakeld. Zie “In-
en uitschakelen van de zaalsimulator/nagalm- en surroundeffecten” (pagina NL-49) voor details.
Het “SOUND MODE” scherm dat in stap 2 wordt getoond, kan ook worden weergegeven door de F-
toets waaraan “SMODE” is toegewezen in te drukken en vast te houden.
1.
Tik op de FUNCTION toets om het FUNCTION menu weer te geven.
2.
Gebruik de aanraakring om “SOUND” > “SOUND MODE” > “Surund Type” te
selecteren.
3.
Beweeg met uw vinger over de aanraakring om het ingestelde type te veranderen.
U kunt kiezen uit type 1 (klein effect), type 2 (middelgroot effect) en type 3 (groot effect).
*
* Afhankelijk van de geselecteerde toon en de eigenschappen van het geluid dat wordt
weergegeven, is het mogelijk dat het effect niet goed hoorbaar is.
Instellen van de diepte van het zaalsimulator/nagalmeffect
Selecteren van het surroundtype