User Manual

Table Of Contents
Toepassen van effecten
NL-58
Het microfooneffect bestaat uit drie modules (M1 t/m M3) zoals in de onderstaande afbeelding wordt
aangegeven.
Elke module bevat andere effecten (equalizer, vertraging, begrenzer enz.).
Elk type microfooneffect heeft een specifieke set effecten in elke module. Zie “Lijst met typen
microfooneffecten” (pagina NL-177) voor verdere informatie.
Om de instellingen voor het microfooneffect te veranderen, wijzigt u de parameters van het effect
binnen elke module.
De instellingen die door de volgende bedieningsprocedure worden gemaakt, zullen worden
gewist wanneer de Digitale Piano wordt uitgeschakeld. Wilt u de gewijzigde instellingen
opslaan, gebruik dan de registratiefunctie (pagina NL-79) om dit te doen.
1.
Selecteer de “05 Song Play” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de F-toetsenset
(pagina NL-32).
2.
Houd de F4 toets (MICFX) ingedrukt.
Het “MIC FX” scherm verschijnt.
3.
Tik op de ENTER toets om het “MIC FX TYPE” scherm weer te geven.
4.
Gebruik de aanraakring om het type microfooneffect te selecteren waarvan u de
instellingen wilt veranderen.
Nadat u uw keuze heeft gemaakt, tikt u op de EXIT toets om terug te keren naar het “MIC FX”
scherm.
5.
Als “FX ON/OFF:OFF” wordt weergegeven, schakelt u dit als volgt om naar ON.
(1) Gebruik de aanraakring om “FX ON/OFF:OFF” te selecteren en tik dan op de ENTER toets.
(2) Gebruik de aanraakring om de waarde op “On” te zetten.
(3) Tik op de EXIT toets om terug te keren naar het “MIC FX” scherm.
Veranderen van de instellingen voor het microfooneffect
M1 M2 M3
Uitgangsgeluid Geluidsbron