Omslag PX- S7000 NL GEBRUIKSAANWIJZING Voorbereidingen Klaarmaken van de voeding In- en uitschakelen van de stroom Gebruik van pedalen Gebruik van een commercieel verkrijgbare hoofdtelefoon Splitsen van het toetsenbord tussen twee tonen (Splitsen) Gebruik van de metronoom Spelen op de Digitale Piano Noten spelen met verschillende tonen Gelijktijdig twee verschillende tonen laten klinken (Lagen) Veranderen van de nagalm en sfeer van het geluid Gebruik van de geluidsmoduseffecten (Zaalsimulator/
• Wanneer de Digitale Piano alleen op batterijspanning wordt gebruikt, kunnen de noten vervormd klinken bij het spelen of weergeven van een melodie op maximaal volume. Dit komt door het verschil in vermogen bij stroomvoorziening via de netadapter of de batterijen en wijst niet op een storing in de Digitale Piano. Als er vervorming optreedt, schakel dan over op gebruik van de netadapter of verlaag het volumeniveau. • Het gedeeltelijk of in zijn geheel kopiëren van de inhoud van deze handleiding is verboden.
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor gebruik met deze Digitale Piano. Het gebruik van niet erkende accessoires kan resulteren in brand, een elektrische schok of persoonlijk letsel. • U kunt informatie betreffende de accessoires die los verkrijgbaar zijn krijgen uit de CASIOcatalogus die beschikbaar is bij uw winkelier en van de CASIO-website. https://support.casio.
Inhoudsopgave Overzicht en instellingen NL-6 Algemene gids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-6 Uitgevoerde bediening en gebruikte notatie in deze gids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-9 Klaarmaken van de voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-10 Gebruik van een netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Noten spelen met verschillende tonen NL-41 Selecteren van één enkele toon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-41 Selecteren van een toon op nummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-41 Selecteren van een toon op categorie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-42 Selecteren van een toon met de tiptoetsen. .
Inhoudsopgave Gebruik van de toonhoogteregelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-72 Veranderen van het toonhoogtebereik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-72 In-/uitschakelen van de bediening van de toonhoogteregelaar voor elk gedeelte (Upper 1/Upper 2/Lower) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Opnemen van uitvoeringen NL-105 Kenmerken van de MIDI-recorder en audiorecorder. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-105 Gebruik van de MIDI-recorder voor het opnemen van uitvoeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-107 Opnemen met de MIDI-recorder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-107 Opnemen van een tweede spoor over het eerste spoor heen (Systeemspoor + Solospoor) . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Laden van gegevens op de USB flash-drive in het interne geheugen van de Digitale Piano . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-139 Wissen van een bestand op een USB flash-drive. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-140 Hernoemen van een bestand op de USB flash-drive . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Overzicht en instellingen Algemene gids ■ Voorpaneel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 bk bl bm bn bo bp bq br bs bt ck cl 1 P (aan/uit) toets bl Invoertoets (ENTER) 2 Volumeknop bm Afsluittoets (EXIT) 3 LED (rood, wit) bn Aanraakring 4 a toets bo Pianotoets (PIANO) 5 Opnametoets (0REC) bp Elektrische pianotoets (E.
Overzicht en instellingen Tiptoetsen en aanraakring Bij inschakelen van de Digitale Piano lichten alle tiptoetsen (4 t/m bm, bo t/m bq) en de aanraakring (bn) op. De bovenstaande afbeelding toont de situatie wanneer alle toetsen oplichten. Tijdens normaal gebruik zullen alleen de toetsen die zijn geactiveerd oplichten of knipperen. Namen van toetsenbordnoten en toonhoogten De namen van de toetsenbordnoten en de toonhoogten die in deze handleiding worden gebruikt, volgen de internationale standaard.
Overzicht en instellingen ■ Display (beginscherm) Het beginscherm is het scherm dat op het display verschijnt wanneer de Digitale Piano wordt ingeschakeld. Gedeeltenaam, Toonnummer Indicators Toonnaam Naam van F-toetsenset F-toetsenmenu Omgekeerde schermen Het display van deze Digitale Piano toont witte letters op een zwarte achtergrond; deze gids geeft de schermen echter weer als zwarte letters op een witte achtergrond.
Overzicht en instellingen Uitgevoerde bediening en gebruikte notatie in deze gids ■ Bediening van aanraakring en notatie Deze bediening wordt aangegeven als De boven-, onder-, linker- of rechterrand van de aanraakring aantikken en meteen weer loslaten Tik boven, onder, links of rechts op de aanraakring. Dit wordt ook beschreven als: • Gebruik de aanraakring om de waarde te veranderen. • Gebruik de aanraakring om “___” te selecteren.
Overzicht en instellingen Klaarmaken van de voeding De Digitale Piano kan via een netadapter of door middel van AA-batterijen (alkali of oplaadbare nikkelmetaalhydride batterijen) van stroom worden voorzien. Gebruik van een netadapter Gebruik enkel de netadapter (JEITA-standaard, met een uniforme polariteitsstekker) die bij deze Digitale Piano wordt meegeleverd. De Digitale Piano kan defect raken als een ander type netadapter gebruikt wordt.
Overzicht en instellingen ■ Veiligheidsmaatregelen bij het losmaken (1) Trek nooit met geweld aan het snoer. (2) Trek nooit herhaaldelijk aan het snoer. (3) Draai het snoer nooit rond vlakbij de stekker of de aansluiting. (4) Maak eventueel lussen in het netsnoer, maar wikkel het snoer nooit om de netadapter. (5) Vergeet nooit de netadapter uit het stopcontact te trekken voordat u de Digitale Piano verplaatst.
Overzicht en instellingen Gebruik op batterijen • Zorg ervoor de stroom uit te schakelen voordat u de batterijen inlegt. • Gebruik commercieel verkrijgbare AA-formaat alkalibatterijen of AA-formaat eneloop oplaadbare batterijen. • Wanneer de batterijen uitgeput raken, kan dit resulteren in een abnormale werking. In dit geval moeten de batterijen door nieuwe worden vervangen. Bij gebruik van oplaadbare batterijen moet u de batterijen opladen.
Overzicht en instellingen ■ Inleggen van de batterijen 1. Open het batterijdeksel aan de onderkant van de Digitale Piano. 2. Leg acht AA-formaat batterijen in het batterijvak. • Plaats de batterijen met de positieve + en negatieve - uiteinden in de juiste richting. 3. Steek de lipjes van het batterijdeksel in de gaten aan de kant van het batterijvak en sluit vervolgens het deksel. • Maak de onderstaande instelling om het type batterijen aan te geven dat u heeft geplaatst.
Overzicht en instellingen ■ Selecteren van het batterijtype Selecteer het batterijtype dat overeenkomt met de batterijen die in de batterijhouder van de Digitale Piano zijn geplaatst. 1. Tik op de FUNCTION toets. Het FUNCTION menu verschijnt. 2. Tik boven of onder op de aanraakring om “SYSTEM” te selecteren en tik dan op de ENTER toets. 3. Tik boven of onder op de aanraakring om “Battery Type” te selecteren en tik dan op de ENTER toets. Het “Battery Type” scherm verschijnt. 4.
Overzicht en instellingen ■ Aanduidingen voor lege batterijen en batterijen vervangen Er verschijnt een pictogram op het display om u erop attent te maken dat de batterijen uitgeput raken. Aanduiding voor lege batterijen Pictogram lege batterijen (knippert niet) Aanduiding voor batterijen vervangen Pictogram batterijen vervangen (knippert) • Om letsel te voorkomen moet u het deksel van het batterijvak sluiten voordat u de Digitale Piano gebruikt.
Overzicht en instellingen In- en uitschakelen van de stroom 1. Draai de volumeknop in de hieronder aangegeven stand voordat u de stroom inschakelt. 2. Druk op de P (aan/uit) toets om de Digitale Piano in te schakelen. Bij inschakelen van de stroom verschijnt “Welcome” op het display. • Wanneer het beginscherm op het display verschijnt, is de Digitale Piano klaar voor gebruik. • Afhankelijk van de gebruikstoestand van het interne geheugen kan het even duren voordat de Digitale Piano klaar is voor gebruik.
Overzicht en instellingen Stemming, LCD-contrast, koppelingsinformatie (Bluetooth-verbindingsgeschiedenis), type expressiepedaal, kalibrering van expressiepedaal, gevoeligheid van tiptoetsen, gevoeligheid van aanraakring, volume van bedieningsklikgeluid, automatische stroomonderbreker, volume van meldtoon voor draadloosfunctie, batterijtype Automatisch hervatten Bij het uitschakelen van de Digitale Piano worden diverse instellingen, zoals de toonnummers, teruggesteld.
Overzicht en instellingen Stroom-aan waarschuwing en verlichtingseffect De “Stroom-aan waarschuwing” is een functie van de Digitale Piano die wordt geactiveerd wanneer de stroom is ingeschakeld maar de Digitale Piano ongeveer zes minuten niet is gebruikt. Het “verlichtingseffect” is een effect dat geactiveerd wordt wanneer de stroom-aan waarschuwing actief is. De stroom-aan waarschuwing werkt alleen wanneer de Digitale Piano met de netadapter wordt gebruikt.
Overzicht en instellingen Paneelverlichting uit Wanneer het beginscherm (het scherm dat verschijnt meteen nadat de stroom is ingeschakeld) wordt weergegeven, kunt u de EXIT toets indrukken en vasthouden totdat de verlichting van de aanraakring eenmaal is rondgegaan en dan dooft, om bijna alle verlichting van het voorpaneel uit te schakelen, met uitzondering van de FUNCTION toets en de aanraakring (dit is de toestand met de paneelverlichting uit).
Overzicht en instellingen Gebruik van een commercieel verkrijgbare hoofdtelefoon Door een hoofdtelefoon te gebruiken wordt het geluid van de ingebouwde luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat u zelfs ’s avonds laat kunt oefenen zonder anderen te storen. • Zorg ervoor altijd het volumeniveau laag in te stellen voordat u de hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting.
Overzicht en instellingen Hoofdtelefoonmodus Wanneer “SYSTEM” > “Headphone Mode” in het FUNCTION menu (pagina NL-33) is ingesteld op “On” (de oorspronkelijke standaardinstelling) en de hoofdtelefoon wordt gebruikt, wordt de geluidskwaliteit automatisch gecorrigeerd om te reproduceren hoe een akoestische piano zou klinken wanneer deze de oren van de luisteraar op een natuurlijke manier bereikt.
Overzicht en instellingen Bedieningsvergrendeling Wanneer de bedieningsvergrendelingsfunctie is ingeschakeld (“On” of “Auto”), zijn alle bedieningstoetsen, met uitzondering van de P (aan/uit) toets en de annuleerfunctie voor de bedieningsvergrendeling, uitgeschakeld om abusievelijke bediening tijdens een optreden te voorkomen. 1. Tik op de FUNCTION toets. Het FUNCTION menu verschijnt. 2. Tik boven of onder op de aanraakring om “SYSTEM” te selecteren en tik dan op de ENTER toets. 3.
Overzicht en instellingen Opties voor het aansluiten van smartapparaten, computers en externe audioapparaten De verbindingsmethode voor een extern apparaat hangt af van wat u wilt doen. Zie het gedeelte aangegeven bij “Verbindingsmethode” dat past bij “Wat u wilt doen” in de onderstaande tabel. • “Smartapparaten” in de onderstaande tabel betekent smartphones (iPhone, Android) of tablets (iPad, Android).
Overzicht en instellingen Gebruik van de bijgeleverde draadloze MIDI- en audio-adapter Om deze Digitale Piano te koppelen met een extern apparaat geschikt voor Bluetooth® draadloze technologie, moet u de draadloze MIDI- en audio-adapter in de USB type-A poort van de Digitale Piano steken. USB type-A poort Draadloze MIDI- en audio-adapter • Schakel de Digitale Piano uit voordat de draadloze MIDI- en audio-adapter wordt losgemaakt.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies • Tenzij anders aangegeven, wordt bij alle procedures in deze handleiding verondersteld dat de Digitale Piano in de begintoestand staat (d.w.z. de toestand meteen na het inschakelen van de stroom). Als u problemen ondervindt bij het uitvoeren van een procedure, schakelt u de stroom van de Digitale Piano uit en dan weer in, en daarna probeert u de procedure opnieuw uit te voeren.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies • Zie “Basisbediening voor de items op het display” (pagina NL-27) voor een voorbeeld van een specifieke bediening met gebruik van de aanraakring. • Om de waarde van het item dat momenteel op het scherm is geselecteerd op de oorspronkelijke standaardwaarde terug te zetten, houdt u de FUNCTION toets ingedrukt en tikt dan boven, onder, links of rechts op de aanraakring.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies Basisbediening voor de items op het display Selecteren van de bedieningsitems De stippen ( ) die op het display van de Digitale Piano worden getoond, geven de items aan die met de aanraakring of de ENTER toets kunnen worden ingesteld. − Wanneer de cursor op een stip staat ( ), kunt u de waarde van dat item veranderen door uw vinger over de aanraakring te bewegen.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies 2. Tik boven of onder op de aanraakring. Bij enkele malen tikken op de aanraakring beweegt de cursor ( 3. Verplaats de cursor ( Verplaats de cursor ( ) van stip naar stip. ) naar het item waarvan u de waarde wilt veranderen. ) bijvoorbeeld naar “Gedeeltenaam en toonnummer”. Gedeeltenaam en toonnummer 4. Tik links of rechts op de aanraakring of beweeg er met uw vinger overheen.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies ■ Close-up-scherm Als de instelling van “SYSTEM” > “Close-up” in het FUNCTION menu (pagina NL-33) wordt veranderd van “Off” (standaardwaarde) naar “On”, toont het display een “close-up-scherm” dat de waarde vergroot weergeeft wanneer u met uw vinger over de aanraakring beweegt om een waarde te veranderen. In bovenstaande stap 4 zal bijvoorbeeld het volgende scherm verschijnen.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies Navigeren door de hiërarchie van instelitems Gebruik het instellingenlijstscherm om uw selectie te maken uit de vele opties voor tonen, functies en specifieke instellingen. Hieronder wordt een schema weergegeven voor het navigeren door de hiërarchie van instelitems en voor de bedieningsstappen voor het selecteren van categoriën, instelwaarden enz.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies • Houd de EXIT toets ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm. • Bij de beschrijving van de bedieningsprocedures in deze handleiding wordt de stap om terug te keren naar het beginscherm met gebruik van de EXIT toets aan het einde van de procedure niet vermeld.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies ■ Veranderen van de F-toetsenset 1. Tik boven of onder op de aanraakring terwijl het beginscherm wordt weergegeven om de cursor ( ) naar de rij met de F-toetsenset te verplaatsen. 2. Tik links of rechts op de aanraakring of beweeg er met uw vinger overheen. De F-toetsenset verandert en de inhoud van het F-toetsenmenu zal eveneens veranderen.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies Gebruik van het FUNCTION menu Tik op de FUNCTION toets om het FUNCTION menu weer te geven. Dit menu geeft toegang tot de meeste functies en instellingen van de Digitale Piano. ■ Bedieningsvoorbeeld voor het FUNCTION menu Als voorbeeld wordt in deze paragraaf beschreven hoe u de “Hammer Response” instelling kunt veranderen. 1. Tik op de FUNCTION toets. Het FUNCTION menu verschijnt. 2.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies (2) Beweeg met uw vinger over de aanraakring om de cursor ( verplaatsen en tik dan op de ENTER toets. ) naar “KBD SETTING” te (3) Verplaats de cursor ( ) naar “Hammer Response” door boven of onder op de aanraakring te tikken. (Het is in dit geval niet nodig om op de ENTER toets te tikken.) 3. Verander de waarde. • Tik links of rechts op de aanraakring of beweeg er met uw vinger overheen.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies Invoeren van tekst Gebruik de onderstaande procedure wanneer u de naam wilt veranderen van een registratiebank (pagina NL-81), F-toetsenset (pagina NL-94), gegevens die op een USB flash-drive zijn opgeslagen of om andere tekst in te voeren of te bewerken (pagina NL-137). • De namen van de bestanden op de USB flash-drive (pagina NL-132) kunnen maximaal 231 tekens lang zijn. • Op het display kunnen maximaal 8 tekens tegelijk worden weergegeven.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies • De tekens in de onderstaande tabel kunnen worden gebruikt voor de namen van de bestanden op een exFAT geformatteerde USB flash-drive. A L W h s % @ 0 B M X i t & [ 1 C N Y j u ' ] 2 D O Z k v ( ^ 3 E P a l w ) _ 4 F Q b m x + ` 5 G R c n y , { 6 H S d o z } 7 8 9 I J K T U V e f g p q r ! # $ . ; = ~ (Het eerste vakje in de bovenstaande tabel is leeg.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies ■ Opslaan van bewerkte tekst 1. Tik op de ENTER toets terwijl het tekstbewerkingsscherm wordt weergegeven. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Tik links (NO) op de aanraakring om terug te keren naar het tekstbewerkingsscherm en door te gaan met bewerken. 2. Tik rechts (YES) op de aanraakring om de bewerkte tekst op te slaan. “Complete” verschijnt en het display keert terug naar het scherm voorafgaand aan het tekstbewerkingsscherm.
Akoestiekinstellingen voor de Digitale Piano en weergeven van demonstratiemelodieën Selecteren van de instelling voor de pianoplaats U kunt de akoestische instellingen selecteren die geschikt zijn voor de plaats van de Digitale Piano. 1. Selecteer de “04 Listening” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de F-toetsenset” (pagina NL-32). 2. Tik op de F3 toets (PPOSI). Het “PIANO POSITION” scherm verschijnt. 3.
Akoestiekinstellingen voor de Digitale Piano en weergeven van demonstratiemelodieën Luisteren naar demonstratiemelodieën Volg de onderstaande stappen om de ingebouwde demonstratiemelodieën achter elkaar weer te geven. 1. Selecteer de “01 Standard” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de F-toetsenset” (pagina NL-32). 2. Tik op de F1 toets (DEMO). De a toets knippert en de demonstratiemelodie kan van start gaan. 3. Beweeg met uw vinger over de aanraakring om een melodie te selecteren.
Akoestiekinstellingen voor de Digitale Piano en weergeven van demonstratiemelodieën 4. Tik op de a toets om de demonstratiemelodie te starten. • Telkens als de a toets hierna wordt aangetikt, zal de demonstratiemelodie stoppen of hervat worden. 5. Tik op de EXIT toets om terug te keren naar het beginscherm.
Noten spelen met verschillende tonen Selecteren van één enkele toon Deze Digitale Piano heeft vele tonen beschikbaar. Kies uw favoriete toon en gebruik deze om te spelen. • Zie het afzonderlijke document “Lijsten van ingebouwde muziekgegevens” voor details over de tooncategorieën en de namen van de tonen in elke categorie. Selecteren van een toon op nummer 1. Tik boven of onder op de aanraakring terwijl het beginscherm wordt weergegeven om de cursor ( verplaatsen.
Noten spelen met verschillende tonen Selecteren van een toon op categorie 1. Tik boven of onder op de aanraakring terwijl het beginscherm wordt weergegeven om de cursor ( verplaatsen. ) naar de gedeeltenaam en het toonnummer te 2. Tik op de ENTER toets. Er verschijnt een lijst met namen van tooncategorieën. 3. Gebruik de aanraakring om een tooncategorie te selecteren en tik dan op de ENTER toets. Er verschijnt een lijst met toonnamen. 4. Gebruik de aanraakring om een toon te selecteren. 5.
Noten spelen met verschillende tonen Selecteren van een toon met de F-toetsen 1. Selecteer de “07 Piano Collect” of “08 E.PianoCollect” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de F-toetsenset” (pagina NL-32). 2. Tik op een van de F1 t/m F4 toetsen om de gewenste toon te selecteren. • De tonen in de onderstaande tabel kunnen rechtstreeks worden geselecteerd. 07 Piano Collect 08 E.
Noten spelen met verschillende tonen Gelijktijdig twee verschillende tonen laten klinken (Lagen) Zoals in de onderstaande afbeelding wordt getoond, kunt u door verschillende tonen toe te wijzen aan de “Upper 1” en “Upper 2” gedeelten, twee tonen tegelijk laten klinken wanneer op het toetsenbord wordt gespeeld. Deze functie wordt “gelaagd” spelen genoemd. Wanneer de lagenfunctie is ingeschakeld, klinken de Upper 1 en Upper 2 gedeelten tegelijk.
Noten spelen met verschillende tonen 3. Tik op de F4 toets (LAYER). De lagenfunctie wordt ingeschakeld en de indicator verschijnt op het display. Gedeeltenaam: U2 (Upper 2) Wordt weergegeven wanneer de lagenfunctie is ingeschakeld 4. Voer de bediening uit beschreven in “Selecteren van één enkele toon” (pagina NL-41) om de Upper 2 toon te selecteren. Uitschakelen van de lagenfunctie 1. Selecteer de “01 Standard” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de F-toetsenset” (pagina NL-32). 2.
Noten spelen met verschillende tonen Splitsen van het toetsenbord tussen twee tonen (Splitsen) Door een “Lower” gedeelte aan het lage bereik van het toetsenbord toe te wijzen (zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding), kunt u het lage bereik en het hoge bereik van het toetsenbord verschillende tonen laten spelen. Deze functie wordt “splitsen” genoemd. Wanneer de splitsfunctie is ingeschakeld, kunt u het volgende doen.
Noten spelen met verschillende tonen 4. Voer de bediening uit beschreven in “Selecteren van één enkele toon” (pagina NL-41) om de toon van het lage bereik (Lower toon) te selecteren. • Om SPLIT en LAYER tegelijk te gebruiken, voert u de stappen 3 en 4 van de bovenstaande procedure uit na de bediening beschreven in “Twee tonen gelaagd laten klinken” (pagina NL-44).
Noten spelen met verschillende tonen Veranderen van gedeelte-instellingen (volumeniveau, octaafverschuiving, stemming enz.) U kunt het volume, de octaafverschuiving, de stemming en andere instellingen veranderen voor de Upper 1 en Upper 2 gedeelten bij gebruik van de lagenfunctie (pagina NL-44) en voor het Lower gedeelte bij gebruik van de splitsfunctie (pagina NL-46), en dit afzonderlijk voor elk gedeelte. Zie de verwijzigingspagina’s in de onderstaande tabel voor verdere informatie.
Toepassen van effecten Gebruik van de geluidsmoduseffecten (Zaalsimulator/ Nagalm en Surround) De “Sound Mode” van deze Digitale Piano bevat de volgende effecten. • Zaalsimulator/Nagalm Zaalsimulator en nagalm zijn beide effecten die de nagalmklank van het geluid veranderen. Zaalsimulator Met het zaalsimulatoreffect worden de ragfijne zuiverheid, optimale helderheid en andere onderscheidende akoestische eigenschappen van wereldberoemde concertzalen en andere bouwwerken nagebootst.
Toepassen van effecten Selecteren van het zaalsimulator/nagalmtype Alvorens het zaalsimulator/nagalmtype te selecteren, moet u ervoor zorgen dat Zaalsimulator/Nagalm is ingeschakeld. Zie “In- en uitschakelen van de zaalsimulator/nagalm- en surroundeffecten” (pagina NL-49) voor details. • Het “SOUND MODE” scherm dat in stap 2 wordt getoond, kan ook worden weergegeven door de F-toets waaraan “SMODE“ is toegewezen in te drukken en vast te houden. 1.
Toepassen van effecten Instellen van de diepte van het zaalsimulator/nagalmeffect De mixer kan worden gebruikt om afzonderlijk de zaalsimulator/nagalm voor elk gedeelte (Upper 1/ Upper 2/Lower), de geluidsinvoer van de MIC IN aansluiting, enz. in te stellen. Zie “Gebruik van de mixer” (pagina NL-60) voor verdere informatie. Selecteren van het surroundtype Alvorens het surroundtype te selecteren, moet u ervoor zorgen dat Surround is ingeschakeld.
Toepassen van effecten Gebruik van zweving (Zweving, Flanger, Korte vertraging) Een zwevingseffect maakt het geluid voller. Veranderen van het zwevingstype Deze Digitale Piano heeft een vooraf ingesteld zwevingseffect dat aan elke toon is toegewezen, maar u kunt een ander type selecteren aan de hand van de onderstaande bedieningsprocedure. 1. Selecteer de “09 Favorite Piano” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de Ftoetsenset” (pagina NL-32). 2. Tik op de F2 toets (EFECT). Het “EFFECT” scherm verschijnt.
Toepassen van effecten Instellen van de helderheid Gebruik de onderstaande procedure om de helderheid van het geluid in te stellen. • Het helderheidseffect wordt op het totale geluid van de Digitale Piano toegepast. 1. Selecteer de “09 Favorite Piano” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de Ftoetsenset” (pagina NL-32). 2. Tik op de F2 toets (EFECT). Het “EFFECT” scherm verschijnt. 3. Tik boven of onder op de aanraakring om “Brilliance” te selecteren. 4. Verander de “Brilliance” instelling.
Toepassen van effecten Instellen van de geluidskarakteristieken van de akoestische piano (Akoestieksimulator) De pianotonen van deze Digitale Piano bevatten elementen die kenmerkend zijn voor het geluid van een akoestische piano. Volg de onderstaande procedure om deze elementen in te stellen. 1. Selecteer de “09 Favorite Piano” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de Ftoetsenset” (pagina NL-32). 2. Tik op de F1 toets (ACSIM). Het “ACOUSTIC SIM.” scherm verschijnt. 3.
Toepassen van effecten Lijst van instelitems voor het geluid van de akoestische piano Instelitems Beschrijving String Reso. Snaarresonantie. Bij het spelen op een akoestische piano zullen de snaren die harmonischen zijn van de gespeelde snaren resoneren. U kunt met dit instelitem het resonantieniveau instellen. Damper Reso. Dempresonantie.
Toepassen van effecten Gebruik van de microfooneffecten Er kunnen diverse effecten worden toegepast op het geluid van een microfoon die op de MIC IN aansluiting is aangesloten. In aanvulling op het gebruik van de 25 voorkeuzetypen kunt u de effectinstellingen naar wens veranderen. • U kunt ook de instellingen wijzigen voor het volume, de stereo-pan en de zaalsimulator/nagalm die op het geluid van de MIC IN aansluiting worden toegepast. Zie “Gebruik van de mixer” (pagina NL-60) voor verdere informatie.
Toepassen van effecten Selecteren van het type microfooneffect 1. Selecteer de “05 Song Play” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de F-toetsenset” (pagina NL-32). 2. Houd de F4 toets (MICFX) ingedrukt. Het “MIC FX” scherm verschijnt. 3. Tik op de ENTER toets om het “MIC FX TYPE” scherm weer te geven. 4. Gebruik de aanraakring om het type microfooneffect te selecteren. • Er kan uit 25 effecttypen worden gekozen. Zie “Lijst met typen microfooneffecten” (pagina NL-178) voor verdere informatie.
Toepassen van effecten Veranderen van de instellingen voor het microfooneffect Het microfooneffect bestaat uit drie modules (M1 t/m M3) zoals in de onderstaande afbeelding wordt aangegeven. Geluidsbron M1 M2 M3 Uitgangsgeluid • Elke module bevat andere effecten (equalizer, vertraging, begrenzer enz.). • Elk type microfooneffect heeft een specifieke set effecten in elke module. Zie “Lijst met typen microfooneffecten” (pagina NL-178) voor verdere informatie.
Toepassen van effecten 6. Gebruik de aanraakring om de module te selecteren (uit “M1” t/m “M3”) waarvan u de instellingen wilt veranderen en tik dan op de ENTER toets. Er wordt een lijst met parameters weergegeven voor het effect in de geselecteerde module. • “Bypass” is gemeenschappelijk voor alle modules. Zet op “On” als u het effect in de nu weergegeven module niet wilt gebruiken. 7. Verander de parameterinstellingen.
Gebruik van de mixer Met de mixer kunt u het volume, de stereo-pan, de effecten voor elk gedeelte (Upper 1/Upper 2/Lower) en de geluidsinvoer van de MIC IN aansluiting afzonderlijk instellen. Instellen van het volumeniveau, de stereo-pan en de effecten voor elk gedeelte 1. Selecteer de “04 Listening” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de F-toetsenset” (pagina NL-32). 2. Tik op de F4 toets (MIXER). Het “MIXER” scherm verschijnt. Dit scherm bevat vier parametercategorieën. VOLUME: PAN: HALL/REV.
Gebruik van de mixer Lijst van mixer-instelitems Parametercategorie VOLUME PAN Instelitems Beschrijving KB Group Stelt het totale volume van de Upper 1, Upper 2 en Lower gedeelten in terwijl de relatieve volumes gehandhaafd blijven. U1 Part U2 Part L Part Stelt het afzonderlijke volume van de Upper 1, Upper 2 en Lower gedeelten in. Audio Song Stelt het volume in van de geluidsgegevens die in de SONG-modus (pagina NL-100) worden gespeeld.
Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering Gebruik van pedalen Deze Digitale Piano is uitgerust met twee aansluitingen voor het gebruik van pedalen. Pedalen kunnen op beide aansluitingen worden aangesloten en tegelijkertijd worden gebruikt.
Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering EXPRESSION/ASSIGNABLE aansluiting Gebruik de EXPRESSION/ASSIGNABLE aansluiting om een commercieel verkrijgbaar expressiepedaal of een apart verkrijgbaar aanhoudpedaal aan te sluiten. ■ Geschikte expressiepedalen • Maximale weerstandswaarde: 10 kΩ ± 20% t/m 50 kΩ ± 20% • Gebruik bij voorkeur een pedaal dat is gecontroleerd op correcte werking (zie hieronder).
Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering ■ Selecteren van de pedaalfunctie Laat het “EXP/ASGN. PEDAL” scherm verschijnen door de procedure onder “Selecteren van het pedaaltype” (pagina NL-63) uit te voeren en verander dan de “Pedal Target” instelling. De volgende instellingen gelden alleen voor het expressiepedaal: “Expression”, “Master Vol”, “Tempo” en “LY Balance”. • Het “EXP/ASGN.
Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering ■ Kalibreren van het expressiepedaal Voer de volgende kalibratieprocedure (afstelling) uit wanneer een expressiepedaal voor de eerste maal op de EXPRESSION/ASSIGNABLE aansluiting wordt aangesloten. 1. Sluit het expressiepedaal op de EXPRESSION/ASSIGNABLE aansluiting aan. 2. Selecteer de “13 KB Setting” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de F-toetsenset” (pagina NL-32). 3. Tik op de F3 toets (PEDAL). Het “EXP/ASGN. PEDAL” scherm verschijnt. 4.
Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering In-/uitschakelen van de pedaalbediening voor elk gedeelte (Upper 1/Upper 2/ Lower) 1. Tik op de FUNCTION toets om het FUNCTION menu weer te geven. 2. Gebruik de aanraakring om “PEDAL/WHEEL” te selecteren en tik dan op de ENTER toets. 3. Selecteer in het menu de aansluiting waarop het pedaal is aangesloten waarvan u de instellingen wilt veranderen.
Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering Gebruik van de EX-toetsen Aan elk van de twee EX toetsen kan een gewenste functie worden toegewezen. Dit biedt u de mogelijkheid om op elk gewenst moment een bepaalde actie tijdens een uitvoering te verrichten. Bij meermalen indrukken van de EX1 toets wordt de arpeggiator (pagina NL-77) beurtelings in- en uitgeschakeld. Druk op de EX2 toets om de functies van de “CASIO MUSIC SPACE” (pagina NL-149) applicatie voor smartapparaten op te roepen.
Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering 4. Gebruik de aanraakring om de ingestelde waarde te veranderen. Ingestelde waarde Beschrijving Arpeg On/Off Schakelt de arpeggiator (pagina NL-77) in/uit. APP Roept de functies op van de app voor smartapparaten “CASIO MUSIC SPACE” (pagina NL-149). Zie de handleiding van de app voor meer informatie over welke functies aan de EX-toetsen kunnen worden toegewezen. Layer Schakelt de lagenfunctie (pagina NL-44) in/uit.
Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering Gebruik van de CONTROL-toets Deze toets wordt gebruikt om het geluid tijdens het spelen te regelen. Bij de oorspronkelijke standaardinstellingen wordt er modulatie toegepast wanneer de CONTROL toets ingedrukt wordt gehouden. Door de instelling te veranderen kunnen er andere functies worden toegewezen, zoals in- en uitschakelen van portamento (een effect om zonder klankonderbreking van de ene naar de andere noot te glijden).
Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering 4. Als “Control Assign” op “Modulation” staat, kunt u de modulatie-instellingen naar wens veranderen. • Tik boven of onder op de aanraakring om elk item, zoals “Mod Value”, in te stellen. Zie “Veranderen van de modulatie-instellingen” (pagina NL-71) voor verdere informatie. • In plaats van de bovenstaande stappen 1 en 2 kan het “CONTROL” scherm ook worden weergegeven door op de CONTROL toets te drukken terwijl de FUNCTION toets ingedrukt wordt gehouden.
Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering ■ Veranderen van de modulatie-instellingen De instellingen die in de onderstaande tabel worden getoond en die in het “CONTROL” scherm van “Selecteren van de functie toegewezen aan de CONTROL-toets” (pagina NL-69) worden weergegeven, kunnen worden gebruikt om de instellingen te veranderen wanneer modulatie aan de CONTROL toets is toegewezen. Instelitem Waarden Beschrijving Mod Value 000 t/m 127 Stelt de intensiteit in waarmee modulatie wordt toegepast.
Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering Gebruik van de toonhoogteregelaar Door de toonhoogteregelaar omhoog en omlaag te bewegen kan de toonhoogte van de noten die klinken soepel worden verhoogd of verlaagd, waardoor een effect wordt geproduceerd dat lijkt op de technieken voor verbuiging van de toonhoogte bij een saxofoon of elektrische gitaar. • De toonhoogte van het geluid verandert overeenkomstig hoever de regelaar wordt bewogen.
Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering In-/uitschakelen van de bediening van de toonhoogteregelaar voor elk gedeelte (Upper 1/Upper 2/Lower) Laat het “WHEEL” scherm verschijnen door de bediening onder “Veranderen van het toonhoogtebereik” (pagina NL-72) uit te voeren en maak vervolgens de onderstaande instellingen.
Gebruik van de metronoom De metronoom van de Digitale Piano kan meerdere drumpatronen spelen in aanvulling op het standaard metronoomgeluid. Starten en stoppen van de metronoom 1. Houd de FUNCTION toets ingedrukt en tik dan op de a toets. De metronoom begint. • De rode en witte LED’s links van de a toets knipperen op de maatslag van de metronoom (eerste maatslag: rood, resterende maatslagen: wit). 2. Houd de FUNCTION ingedrukt en tik dan op de a toets om de metronoom te stoppen.
Gebruik van de metronoom Instelitem Instelwaarde en beschrijving Als “Guide Type” is ingesteld op “Metronome”: Stelt de maatslag van de metronoom in. Pattern Bell Off Speelt een klikgeluid bij elke maatslag. 1 Beat Speelt een belgeluid bij elke maatslag. 2 Beat t/m 9 Beat Stelt het aantal maatslagen in tussen 2 en 9. Speelt een belgeluid bij de eerste maatslag en een klikgeluid bij de resterende maatslagen.
Gebruik van de metronoom ■ Drumpatronenlijst Naam van drumpatroon Maatslag Beschrijving 8 Beat 1 4 Eenvoudig 8-beat ritme 8 Beat 2 4 Eenvoudig 8-beat ritme 8 Beat Shuffle 4 8-beat shuffle-ritme Triplet8Beat 1 4 Triool 8-beat ritme Triplet8Beat 2 4 Triool 8-beat ritme 6/8 Pop 6 6-beat ritme voor slow-tempo 16 Beat 4 Eenvoudig 16-beat ritme 16 Beat Shuffle 4 16-beat shuffle-ritme Ballad 8 Beat 4 8-beat ritme voor slow-tempo Ballad 16 Beat 4 16-beat ritme voor slow-tempo Dance
Gebruik van de arpeggiator De arpeggiator speelt automatisch arpeggio’s (gebroken akkoorden) en diverse andere patronen door middel van een enkele druk op de klaviertoetsen. U kunt kiezen uit vele typen, waaronder patronen die arpeggio’s spelen uit akkoorden die worden gespeeld, en nog veel meer. In- en uitschakelen van de arpeggiator 1. Selecteer de “12 Control” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de F-toetsenset” (pagina NL-32). 2. Tik op de F1 toets (ARPEG).
Gebruik van de arpeggiator 3. Tik boven of onder op de aanraakring om de instelling te selecteren die u wilt veranderen. • De onderstaande tabel toont de instelitems, waarden en beschrijvingen. Instelitem Waarden *1 Pattern Recommended Setup Beschrijving Selecteert het patroon dat de arpeggiator gaat spelen.
Opslaan en oproepen van basisinstellingen (Registratie) De status van diverse instellingen zoals de toonselectie, lagenfunctie en splitsfunctie, en de status van effecten kan als een basisinstelling voor uitvoeringen worden geregistreerd. Geregistreerde instellingen kunnen samen worden opgeroepen*. Dit wordt de “registratiefunctie” genoemd.
Opslaan en oproepen van basisinstellingen (Registratie) Opslaan van een basisinstelling in het registratiegeheugen 1. Stel zo veel mogelijk tonen, effecten en andere registreerbare items (pagina NL-86) in als u nodig heeft. 2. Selecteer de “02 Regist Setting” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de Ftoetsenset” (pagina NL-32). 3. Tik op de F1 toets (BANK). Het “REGIST BANK” scherm verschijnt. 4. Beweeg met uw vinger over de aanraakring om de bestemmingsbank te selecteren en tik dan op de EXIT toets. 5.
Opslaan en oproepen van basisinstellingen (Registratie) 6. Tik op een van de F-toetsen (F1 t/m F4) om de bestemming te selecteren (REG 1 t/m REG 4). Er verschijnt een bevestigingsscherm. Tik links (NO) op de aanraakring om de procedure te verlaten zonder iets op te slaan. 7. Tik rechts (YES) op de aanraakring om de basisinstelling op te slaan. “Complete” verschijnt en het display keert terug naar het scherm getoond in stap 5. 8. Tik op de EXIT toets om terug te keren naar het beginscherm.
Opslaan en oproepen van basisinstellingen (Registratie) Oproepen van een basisinstelling uit het registratiegeheugen 1. Selecteer de bank van de basisinstelling die u wilt oproepen door de stappen 2 t/m 4 van “Opslaan van een basisinstelling in het registratiegeheugen” (pagina NL-80) uit te voeren. • Deze bediening is niet nodig als u een basisinstelling uit de momenteel geselecteerde bank wilt oproepen. 2. Schakel de blokkeerfunctie naar wens in of uit.
Opslaan en oproepen van basisinstellingen (Registratie) Blokkeerfunctie Door de blokkeerfunctie in te schakelen kunt u voorkomen dat bepaalde instelitems worden veranderd wanneer de basisinstelling wordt opgeroepen. Gebruik de volgende procedure om de instelitems te selecteren die geblokkeerd moeten worden. ■ Selecteren van de items voor blokkeren 1. Selecteer de “02 Regist Setting” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de Ftoetsenset” (pagina NL-32). 2. Houd de F3 toets (FREEZ) ingedrukt.
Opslaan en oproepen van basisinstellingen (Registratie) Gebruik van een pedaal of EX-toets om meerdere basisinstellingen achter elkaar te doorlopen (Opeenvolgende oproepfunctie) De basisinstellingen kunnen achter elkaar worden opgeroepen met behulp van een pedaal aangesloten op de EXPRESSION/ASSIGNABLE aansluiting of een van de EX toetsen. ■ Gebruik van een pedaal om meerdere basisinstellingen te doorlopen 1. Sluit het pedaal aan op de EXPRESSION/ASSIGNABLE aansluiting.
Opslaan en oproepen van basisinstellingen (Registratie) ■ Gebruik van een EX-toets om meerdere basisinstellingen te doorlopen 1. Zie “Selecteren van de items voor blokkeren” (pagina NL-83) om de “EX/CTRL” instelling op “On” te zetten. 2. Zie “In- of uitschakelen van de blokkeerfunctie” (pagina NL-83) om de blokkeerfunctie in te schakelen. 3.
Opslaan en oproepen van basisinstellingen (Registratie) Gegevens in het registratiegeheugen Blokkeren* Instelitems • Gedeelte aan/uit-instellingen voor pedaaleenheid, EXPRESSION/ ASSIGNABLE pedaal, en toonhoogteregelaar • Functies van EXPRESSION/ASSIGNABLE pedaal • Toonhoogtebereik • • • • Instellingen van EX toetsen Instelling van aanhoudfunctie bij bediening van EX toetsen Instellingen van CONTROL toets Portamento aan/uit, rotatie snel/langzaam en modulatie (waarde, gedeelte aan/uit) instellingen bij b
Opslaan en oproepen van basisinstellingen (Registratie) Opslaan op externe apparatuur De gegevens in het registratiegeheugen kunnen op een USB flash-drive of een computer worden opgeslagen. Zie “Opslaan van gegevens van de Digitale Piano op een USB flash-drive” (pagina NL-137) voor verdere informatie.
Gebruik van de F-toetsensets Een set van vier F-toetsen, waaraan elk een functie is toegewezen, wordt een F-toetsenset genoemd. Er zijn 14 voorkeuze-F-toetsensets die vooraf ingestelde namen en functies hebben en 16 gebruiker-Ftoetsensets waaraan de gebruiker zelf namen en functies kan toewijzen. Voorkeuze-F-toetsensets (01–14) Gebruiker-F-toetsensets (15–30) U kunt vaak gebruikte tonen, functies enz. aan een F-toetsenset toewijzen overeenkomstig de melodie die u speelt.
Gebruik van de F-toetsensets Bewerken van een F-toetsenset Toewijzen van een functie aan een F-toets (Maken van een gebruiker-Ftoetsenset) Er zijn twee manieren om de gewenste functies aan de F-toetsen toe te wijzen en zo een F-toetsenset te maken: • Bewerk een voorkeuze-F-toetsenset (of een gebruiker-F-toetsenset waaraan reeds functies zijn toegewezen) en sla deze op als een gebruiker-F-toetsenset (zie [Voorbeeld 1]).
Gebruik van de F-toetsensets 3. Beweeg met uw vinger over de aanraakring om de instelling voor de F1 toets te veranderen. • Zie “Functielijst van de F-toetsen” (pagina NL-97) voor details over de weergegeven instellingen en de bijbehorende functies. • Om een toon aan een F-toets toe te wijzen, moet u de instelling veranderen naar “Tone Category” en op de ENTER toets tikken om een toon te selecteren. Zie “Toewijzen van een toon aan een F-toets” (pagina NL-93) voor verdere informatie.
Gebruik van de F-toetsensets 6. Beweeg met uw vinger over de aanraakring om een gebruiker-F-toetsenset als de opslagbestemming te selecteren en tik dan op de ENTER toets. Nadat “Complete” is verschenen, keert het display terug naar het beginscherm. [Voorbeeld 2]: Toewijzen van nieuwe functies aan een lege gebruiker-F-toetsenset en deze opslaan 1. Selecteer een lege gebruiker-F-toetsenset. Zie “Veranderen van de F-toetsenset” (pagina NL-32). 2.
Gebruik van de F-toetsensets 5. Beweeg met uw vinger over aanraakring om de instelling te veranderen. • Zie “Functielijst van de F-toetsen” (pagina NL-97) voor verdere informatie over de weergegeven instellingen en de toewijsbare F-toetsenfuncties die met deze instellingen overeenkomen. • Om een toon aan een F-toets toe te wijzen, moet u de instelling veranderen naar “Tone Category” en op de ENTER toets tikken om een toon te selecteren.
Gebruik van de F-toetsensets 8. Tik rechts (YES) op de aanraakring om de veranderingen op te slaan. Er verschijnt een scherm waarin u moet selecteren welke gebruiker-F-toetsenset wordt gebruikt als de opslagbestemming. • Gebruiker-F-toetsensets waaraan reeds functies zijn toegewezen en die zijn opgeslagen, zijn gemarkeerd met een “ ” rechts naast de nummers. Wanneer een set gemarkeerd met “ ” wordt geselecteerd, worden de gegevens overschreven. 9.
Gebruik van de F-toetsensets 5. Tik driemaal op de EXIT toets om terug te keren naar het “F BUTTON EDIT” scherm. • Ongeacht de toon die in bovenstaande stap 4 is geselecteerd, wordt op het “F BUTTON EDIT” scherm “Tone Category” als het instelitem weergegeven. Wanneer u naar het beginscherm terugkeert nadat de F-toetsenset is opgeslagen, zullen het toonnummer en de eerste twee letters van de toonnaam in het F-toetsenmenu verschijnen, zoals hieronder is aangegeven.
Gebruik van de F-toetsensets 4. Tik op de ENTER toets. Het bewerkingsscherm voor de naam van de F-toetsenset verschijnt. 5. Verander de naam van de F-toetsenset in de gewenste naam. • Zie “Een teken veranderen” (pagina NL-35), “Een teken invoegen” (pagina NL-36) en “Een teken wissen” (pagina NL-36) voor meer informatie over de bedieningsprocedure. 6. Tik op de ENTER toets wanneer u klaar bent met het maken van de gewenste veranderingen.
Gebruik van de F-toetsensets Wissen van een F-toetsenset 1. Tik op de FUNCTION toets om het FUNCTION menu weer te geven. 2. Gebruik de aanraakring om “F BUTTON SETTING” > “FB SET CLEAR” te selecteren. 3. Tik op de ENTER toets. Er verschijnt een scherm waarin u de F-toetsenset moet selecteren die u wilt wissen. 4. Tik boven of onder op de aanraakring om de F-toetsenset te selecteren die gewist moet worden en tik dan op de ENTER toets.
Gebruik van de F-toetsensets Functielijst van de F-toetsen • De “Functienaam” kolom geeft de tekst aan die op het “F BUTTON EDIT” scherm wordt getoond. • De “F-toets aanduiding” kolom geeft de tekst aan die in het F-toetsenmenu verschijnt. • De “Function” kolom geeft de functie aan die wordt uitgevoerd wanneer op de F-toets wordt getikt. geeft de functie aan die wordt uitgevoerd wanneer de F-toets wordt ingedrukt en vastgehouden.
Gebruik van de F-toetsensets Functienaam F-toets aanduiding Sound Mode SMODE Toont het selectiescherm voor de geluidsmodus. Toont het instelscherm voor de geluidsmodus. “In- en uitschakelen van de zaalsimulator/nagalm- en surroundeffecten” (pagina NL-49) Piano Position PPOSI Toont het instelscherm voor de pianoplaats. “Selecteren van de instelling voor de pianoplaats” (pagina NL-38) Effect EFECT Toont het “EFFECT” scherm waar u het zwevingstype kunt selecteren en de helderheid kunt instellen.
Gebruik van de F-toetsensets Functienaam F-toets aanduiding Wheel WHEEL Toont het instelscherm voor de toonhoogteregelaar. “Gebruik van de toonhoogteregelaar” (pagina NL-72) s Gaat een stukje terug in de melodie. Spoelt de melodie helemaal terug. “Weergeven van MIDIgegevens of audiogegevens” (pagina NL-101) d Gaat een stukje vooruit in de melodie. Spoelt de melodie helemaal vooruit. “Weergeven van MIDIgegevens of audiogegevens” (pagina NL-101) k Pauzeert de melodie die nu wordt weergegeven.
Luisteren naar melodieën (SONG-modus) MIDI- en audiogegevens kunnen via het SONG-modusscherm, dat verschijnt wanneer u op de a toets tikt, worden weergegeven. Gegevenstypen van melodieën die kunnen worden weergegeven • Zie “Opslaan van MIDI-bestanden of audiobestanden op een USB flash-drive voor weergave op de Digitale Piano” (pagina NL-137) voor details over het opslaan op een USB flash-drive van MIDI- en audiogegevens die op deze Digitale Piano kunnen worden weergegeven.
Luisteren naar melodieën (SONG-modus) *2 De extensie wordt getoond wanneer het bestand op een computer of ander apparaat wordt bekeken. De extensie verschijnt niet in het SONG-modusscherm.
Luisteren naar melodieën (SONG-modus) 2. Selecteer “Song Type” overeenkomstig de melodie die u wilt weergeven. (1) Tik op de F4 toets (STYPE).
Luisteren naar melodieën (SONG-modus) Bedieningsfuncties tijdens weergeven van MIDI-gegevens Gebruik van de metronoom tijdens weergeven van MIDI-gegevens Zet in het “METRONOME” scherm het item “While Playing” op “On” om de metronoom te laten klinken tijdens weergeven van MIDI-gegevens. Zie “Veranderen van de metronoominstellingen (tempo, maatslag, patroon enz.)” (pagina NL-74) voor verdere informatie.
Luisteren naar melodieën (SONG-modus) Bedieningsfuncties tijdens weergeven van audiogegevens Middenbereik van het geluid annuleren (Vocaal verwijderen) Met de functie Middenbereik annuleren (volledig verwijderen of verminderen) wordt de zang in het weergavegeluid geannuleerd. Aangezien deze functie het centraal-geplaatste geluid annuleert, is het mogelijk dat ook andere geluiden dan de zang worden geannuleerd. De sterkte van het effect hangt af van de audiogegevens die worden weergegeven.
Opnemen van uitvoeringen Uw Digitale Piano kan opnemen wat u op het toetsenbord speelt en dit naderhand weergeven. De Digitale Piano heeft twee opnamefunties: een MIDI-recorder en een audiorecorder. Selecteer de functie die geschikt is voor het type opname dat u wilt maken. • CASIO COMPUTER CO., LTD.
Opnemen van uitvoeringen ■ Weergavekenmerken MIDI-recorder Audiorecorder Weergeven van systeemspoor en solospoor (gelijktijdig of afzonderlijk). • Bij de MIDI-recorder voert de Digitale Piano automatisch de weergave uit met gebruik van de interne geluidsbron overeenkomstig de uitvoeringsinformatie opgenomen als MIDIgegevens. U kunt audiogegevens uit het interne flashgeheugen of op een USB flash-drive weergeven. • De audiorecorder geeft de golfvorm weer van het geluid opgenomen als audiogegevens.
Opnemen van uitvoeringen Gebruik van de MIDI-recorder voor het opnemen van uitvoeringen De MIDI-recorder neemt de toetsenborduitvoeringen en pedaalbediening op als MIDI-gegevens. Opnemen met de MIDI-recorder 1. Zet de Digitale Piano in de MIDI-modus. • Bij gebruik van de oorspronkelijke standaardinstellingen staat de Digitale Piano reeds in de MIDI-modus. U kunt in dit geval doorgaan naar stap 2. (1) Tik op de FUNCTION toets om het FUNCTION menu weer te geven.
Opnemen van uitvoeringen (2) Beweeg met uw vinger over de aanraakring om een van de melodienummers 011 t/m 015 te selecteren. • Zie “OPMERKING” op pagina NL-109 voor het melodienummer van de MIDI-recordermelodie. 4. Tik op de 0REC toets. De 0REC toets gaat rood knipperen en de Digitale Piano komt in de paraatstand voor opnemen te staan. • Bij nogmaals aantikken van de 0REC toets komt de paraatstand voor opnemen te vervallen.
Opnemen van uitvoeringen 6. Tik op de 0REC toets om te stoppen met opnemen. De 0REC toets zal weer wit oplichten en het SONG-modusscherm verschijnt. • Tik op de a toets als u de opgenomen MIDI-recordermelodie meteen wilt weergeven. • Zie “Weergeven van MIDI-recordermelodieën” (pagina NL-112) voor meer informatie over de bediening voor weergeven. • MIDI-recordermelodieën worden opgeslagen in de melodienummers 011 t/m 015, “011 Rec Song 1” t/m “015 Rec Song 5”, van het interne geheugen.
Opnemen van uitvoeringen ■ Opname-instellingen voor de MIDI-recorder Een MIDI-recordermelodie heeft twee opnamesporen (een systeemspoor en een solospoor) en u kunt kiezen op welk spoor moet worden opgenomen. Er kan ook een telling vooraf worden ingesteld om aan te geven wanneer de opname begint. 1. Voer de bediening uit beschreven in de stappen 1 t/m 4 van “Opnemen met de MIDI-recorder” (pagina NL-107). De 0REC toets gaat rood knipperen en de Digitale Piano komt in de paraatstand voor opnemen te staan.
Opnemen van uitvoeringen Opnemen van een tweede spoor over het eerste spoor heen (Systeemspoor + Solospoor) U kunt een spoor opnemen terwijl u een reeds opgenomen spoor van een MIDI-recordermelodie weergeeft. • Als u een fout maakt tijdens een overdubbing, kunt u het overgedubde spoor wissen en opnieuw opnemen. Zie “Wissen van een MIDI-recordermelodie (Volledige melodie/Afzonderlijke sporen)” (pagina NL-113) voor verdere informatie. 1.
Opnemen van uitvoeringen Weergeven van MIDI-recordermelodieën 1. Tik op de a toets. Het SONG-modusscherm verschijnt. • Als er melodieën zijn opgenomen (of weergegeven) sinds de Digitale Piano is ingeschakeld, zal de laatst opgenomen (of weergegeven) melodie worden weergegeven. Tik op de a toets om de weergave te stoppen. • Vanaf het SONG-modusscherm kunt u MIDI-recordermelodieën weergeven en ook MIDI- en audiogegevens in diverse formaten.
Opnemen van uitvoeringen Wissen van een MIDI-recordermelodie (Volledige melodie/Afzonderlijke sporen) 1. Volg de bedieningsstappen in “Weergeven van MIDI-recordermelodieën” (pagina NL-112) om de MIDI-recordermelodie te selecteren die u wilt wissen. 2. Houd de 0REC toets ingedrukt. Het “CLEAR” scherm verschijnt. 3. Tik boven of onder op de aanraakring om het doel (de volledige melodie of een spoor) te selecteren dat u wilt wissen.
Opnemen van uitvoeringen Items die bij het opnemen van een MIDI-recordermelodie op de sporen worden opgenomen De onderstaande symbolen worden in de “Systeem” kolom gebruikt om items aan te geven die op het systeemspoor worden opgenomen en in de “Solo” kolom om items aan te geven die wel of niet op het solospoor worden opgenomen.
Opnemen van uitvoeringen Bediening of instelling Systeem Solo Gedeelte fijnstemmen ✓ ✓ *4 Toonschaalinstellingen ✓ — Duet-instellingen ✓ — Tempo ✓ — Maatslag ✓ — Metronoom *1 Bediening van de pedalen die op deze Digitale Piano zijn aangesloten. *2 Niet opgenomen afhankelijk van de functie toegewezen aan het pedaal dat op de EXPRESSION/ ASSIGNABLE aansluiting is aangesloten. *3 Niet opgenomen afhankelijk van de functie toegewezen aan de EX toets.
Opnemen van uitvoeringen Opnemen van een uitvoering met de audiorecorder De audiorecorder neemt het onderstaande geluid van de Digitale Piano op als audiogegevens. • Toetsenbordspel • Geluid dat binnenkomt van een smartapparaat aangesloten via Bluetooth-audio (alleen bij opnemen in het interne geheugen) • Geluid van een microfoon enz. Opnemen met de audiorecorder 1. Zet de Digitale Piano in de audiomodus. (1) Tik op de FUNCTION toets om het FUNCTION menu weer te geven.
Opnemen van uitvoeringen 3. Tik op de 0REC toets. De 0REC toets gaat rood knipperen en de Digitale Piano komt in de paraatstand voor opnemen te staan. • Bij nogmaals aantikken van de 0REC toets komt de paraatstand voor opnemen te vervallen. • Bij het opnemen in het interne geheugen wordt de resterende capaciteit van het interne geheugen aangegeven. • Bij het opnemen in het interne geheugen is het mogelijk dat “Wait...” even wordt aangegeven, afhankelijk van de status van de Digitale Piano.
Opnemen van uitvoeringen • Audiorecordermelodieën worden opgeslagen met de bestandsnaam “TAKE**.wav” (** is 01 t/m 99). Maximaal kunnen er 99 melodieën in het interne geheugen en op de USB flash-drive worden opgenomen. Telkens wanneer een opname wordt gemaakt, wordt er automatisch een bestand met het volgende hogere bestandsnummer in het bestemmingsgeheugen (intern of USB) aangemaakt.
Opnemen van uitvoeringen Audiogegevens in MP3-formaat Bestandsnaamextensie .MP3 Formaat MPEG-1 Audio Layer 3 Samplingfrequentie 44,1 kHz/48 kHz Bitrate 32 tot 320 kbps variabele bitrate (VBR) Kanaal Mono/stereo Weergeven van een melodie van de audiorecorder 1. Tik op de a toets. Het SONG-modusscherm verschijnt. • Als er melodieën zijn opgenomen (of weergegeven) sinds de Digitale Piano is ingeschakeld, zal de laatst opgenomen (of weergegeven) melodie worden weergegeven.
Opnemen van uitvoeringen Wissen van een melodie van de audiorecorder 1. Zie “Weergeven van een melodie van de audiorecorder” (pagina NL-119) om de audiorecordermelodie te selecteren die u wilt wissen. 2. Houd de 0REC toets ingedrukt. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Tik links (NO) op de aanraakring om de procedure te annuleren. 3. Tik rechts (YES) op de aanraakring om te wissen. “Wait...” wordt weergegeven tijdens het wisproces.
Instellen van de gevoeligheid van het toetsenbord Veranderen van de toetsenbordrespons op de aanslagsnelheid (Aanslagvolume) Het aanslagvolume verandert het toonvolume overeenkomstig de aanslagsnelheid van de klaviertoetsen. Dit geeft u hetzelfde uitdrukkingsvermogen als bij een akoestische piano. Sneller aanslaan geeft luidere noten. Langzamer aanslaan geeft zachtere noten. Probeer niet al te veel druk uit te oefenen. Veranderen van de aanslagvolumegevoeligheid 1.
Instellen van de gevoeligheid van het toetsenbord 3. Verander de waarde van de “Touch Response” instelling. Ingestelde waarde Beschrijving Off Aanslagvolume is uitgeschakeld. Het geluidsvolume ligt vast ongeacht de snelheid van het aanslaan van de klaviertoetsen. Light 2 Light 1 Het is gemakkelijker om een luider geluid te produceren, dus de aanslag voelt lichter dan bij “Normal”. Bij “Light 2” is de aanslag lichter dan bij “Light 1”. Normal De gevoeligheid is normaal.
Instellen van de gevoeligheid van het toetsenbord Afstellen van de timing vanaf het loslaten van een klaviertoets totdat het geluid wordt gedempt (Toets-uit respons) Wanneer op een vleugel een klaviertoets wordt losgelaten, komt de demper omlaag op de snaren en wordt de noot gedempt. De toets-uit responsfunctie van de Digitale Piano bootst digitaal de timing van het dempen van de noot na op basis van hoe de klaviertoets wordt losgelaten.
Veranderen van de toonhoogte Veranderen van de toonhoogte in stappen van een halve toon (Transponeren) Met de transponeerfunctie kunt u de toonhoogte van alle noten verhogen of verlagen in stappen van een halve toon. Hierdoor is het mogelijk om de toonhoogte van uw spel te transponeren naar een andere toonhoogte. Veranderen van de transponeerinstelling 1. Selecteer de “12 Control” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de F-toetsenset” (pagina NL-32). 2. Tik op de F2 toets (TRANS).
Veranderen van de toonhoogte Afstellen van de stemming voor elk gedeelte (Upper 1/Upper 2/Lower) afzonderlijk (Fijnstemmen van gedeelte) Elk gedeelte kan afzonderlijk worden fijngestemd tussen –99 en +99 hondersten (100 honderdsten = 1 halve toon) relatief ten opzichte van de stemming van het volledige instrument. Door de stemming van elk gedeelte een weinig te verschuiven kunt u een gevoel van een volledig ensemble creëren.
Veranderen van de toonhoogte Veranderen van de toonhoogte in eenheden van een octaaf (Octaafverschuiving) Met de octaafverschuivingsfunctie kunt u de toonhoogte van alle noten in eenheden van een octaaf verhogen of verlagen. Bij gebruik van de lagen- of splitsfunctie kan elk gedeelte (Upper 1, Upper 2, Lower) afzonderlijk worden ingesteld.
Veranderen van de toonhoogte Veranderen van de toonschaalstemming (Temperament) van het toetsenbord U kunt de toonschaal van het toetsenbord veranderen van het standaard gelijkzwevende temperament naar een andere toonschaal die meer geschikt is voor het spelen van bijvoorbeeld Indiase muziek, Arabische muziek, klassieke muziek enz. U kunt kiezen uit de hieronder beschreven 17 voorkeuzetoonschalen. Veranderen van de toonschaal 1. Tik op de FUNCTION toets om het FUNCTION menu weer te geven. 2.
Veranderen van de toonhoogte 4. Verander indien nodig de basisnoot van de toonschaal. (1) Tik bij het “SCALE TUNING” scherm boven of onder op de aanraakring om “Scale Base Note” te selecteren. (2) Beweeg met uw vinger over de aanraakring om de gewenste basisnoot te selecteren. In- of uitschakelen van uitgerekte pianostemming Over het algemeen wordt een piano zo gestemd dat de hoge noten relatief hoger zijn en de lage noten relatief lager. Dit type stemming wordt “uitgerekte stemming” genoemd.
Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel U kunt het toetsenbord in het midden splitsen voor duet-spel zodat de linker- en de rechterkant hetzelfde bereik hebben. De duetfunctie is de perfecte manier om les te geven waarbij de leraar aan de linkerkant zit en de leerling dezelfde melodie speelt op het rechter toetsenbord. U kunt de bereiken van het linker en het rechter toetsenbord ook veranderen vanaf hun oorspronkelijke standaardinstellingen in eenheden van een octaaf.
Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel 4. Speel een duet op de linker- en rechterkant van het toetsenbord. • Wanneer de duetfunctie actief is, functioneren het linker en rechter pedaal als demppedalen voor respectievelijk de linker- en rechterkant van het toetsenbord en werkt het middelste pedaal als een demppedaal voor zowel de linker- als de rechterkant. De sterkte van het pedaaleffect varieert continu overeenkomstig tot hoever u het pedaal intrapt (bij gebruik van de bijgeleverde pedaaleenheid).
Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel Maken van duet-instellingen 1. Selecteer de “14 Duet” F-toetsenset. Zie “Veranderen van de F-toetsenset” (pagina NL-32). 2. Houd de F1 toets (DUET) ingedrukt. Het “DUET” scherm verschijnt. 3. Tik boven of onder op de aanraakring om het item te selecteren dat u wilt instellen. • De onderstaande tabel toont de instelitems en de details voor elk intelitem.
USB flash-drive Uw Digitale Piano ondersteunt de volgende bewerkingen van de USB flash-drive.
USB flash-drive Gegevenstypen die ondersteund worden door de Digitale Piano De gegevens van een USB flash-drive die door de Digitale Piano kunnen worden gelezen, zijn de melodiegegevens (MIDI- en audiogegevens), de registratiegegevens en alle andere gebruikersgegevens die zijn opgeslagen in de Digitale Piano. ■ Melodiegegevens Audiogegevens • WAV-formaat: Dit is het standaard audiobestandsformaat dat voornamelijk door Windows wordt gebruikt.
USB flash-drive *2 Kan worden omgezet naar een standaard MIDI-bestand (SMF-formaat 0, bestandsnaamextensie: .MID) om dit op te slaan. – Opslaan als een MRF-formaat bestand In aanvulling op de uitvoeringsinformatie worden ook model-specifieke instellingen (zoals de akoestieksimulator) met het bestand opgeslagen, dus u kunt de originele uitvoering in zijn geheel reproduceren nadat de gegevens opnieuw zijn geladen.
USB flash-drive Aansluiten van een USB flash-drive op de Digitale Piano en loskoppelen ervan • Zorg dat u de voorzorgsmaatregelen in acht neemt die zijn beschreven in de documentatie die met de USB flash-drive wordt meegeleverd. • Vermijd het gebruik van een USB flash-drive onder de volgende omstandigheden. Dergelijke omstandigheden kunnen de gegevens beschadigen die opgeslagen zijn op de USB flash-drive.
USB flash-drive 2. Trek de USB flash-drive recht naar buiten. • Een USB flash-drive kan na lange tijd warm worden. Dit is normaal en duidt niet op een defect. Formatteren van een USB flash-drive Bij het formatteren van een USB flash-drive op de Digitale Piano wordt er een map genaamd MUSICDAT aangemaakt in de hoofddirectory van de flash-drive als er nog geen MUSICDAT-map in die directory bestaat. Gebruik deze map voor het uitwisselen van gegevens tussen de Digitale Piano en de USB flash-drive.
USB flash-drive Opslaan van MIDI-bestanden of audiobestanden op een USB flash-drive voor weergave op de Digitale Piano De onderstaande procedure kan worden gebruikt om MIDI-bestanden (SMF of CMF) en audiobestanden (WAV of MP3) op een USB flash-drive op te slaan en ze weer te geven op de Digitale Piano. 1. Sluit de USB flash-drive op uw computer aan. 2. Maak in de hoofddirectory van de USB flash-drive een map aan met de naam MUSICDAT.
USB flash-drive 3. Tik boven of onder op de aanraakring om het type gegevens te selecteren dat moet worden opgeslagen en tik dan op de ENTER toets. • Als u “ALL” kiest, zal na het aantikken van de ENTER toets het bewerkingsscherm voor de bestandsnaam verschijnen, dus moet u doorgaan naar stap 5. Anders zal het scherm voor het selecteren van het type gegevens dat moet worden opgeslagen verschijnen en gaat u door naar stap 4. 4.
USB flash-drive Laden van gegevens op de USB flash-drive in het interne geheugen van de Digitale Piano 1. Tik op de FUNCTION toets om het FUNCTION menu weer te geven. 2. Gebruik de aanraakring om “MEDIA” > “LOAD” te selecteren en tik dan op de ENTER toets. Het “MEDIA LOAD” scherm toont een menu voor het selecteren van het type gegevens dat u wilt laden.
USB flash-drive Wissen van een bestand op een USB flash-drive 1. Tik op de FUNCTION toets om het FUNCTION menu weer te geven. 2. Gebruik de aanraakring om “MEDIA” > “DELETE” te selecteren en tik dan op de ENTER toets. Het “MEDIA DELETE” scherm toont een menu voor het selecteren van het type bestanden dat kan worden gewist.
USB flash-drive Hernoemen van een bestand op de USB flash-drive 1. Tik op de FUNCTION toets om het FUNCTION menu weer te geven. 2. Gebruik de aanraakring om “MEDIA” > “RENAME” te selecteren en tik dan op de ENTER toets. Het “MEDIA RENAME” scherm verschijnt met een menu voor het selecteren van het type bestanden dat hernoemd kan worden.
MIDI-instellingen maken Om de MIDI-instellingen van de Digitale Piano te veranderen, kunt u de instelitems van het FUNCTION menu (pagina NL-33) gebruiken die in de onderstaande tabel worden vermeld. Instelitem Instelwaarden en beschrijving “MIDI” > “Keyboard Ch” Het toetsenbordkanaal is het MIDI-kanaal dat wordt gebruikt om uitvoeringsgegevens van de Digitale Piano over te brengen naar externe apparaten. De waarde kan worden ingesteld tussen 01 (standaardinstelling) en 16.
Draadloze verbindingen De bijgeleverde draadloze MIDI- en audio-adapter kan worden gebruikt om de Digitale Piano draadloos met externe apparaten te verbinden. Deze verbindingsmethode maakt gebruik van Bluetooth® draadloze technologie en de volgende twee typen verbindingen zijn mogelijk: • Bluetooth Low Energy MIDI-verbinding … Brengt MIDI-gegevens over tussen de Digitale Piano en een smartapparaat.
Draadloze verbindingen 2. Tik op de F1 toets (ADPTR). De draadloosfunctie wordt uitgeschakeld. • Bij aantikken van de F1 toets (ADPTR) wordt de draadloosfunctie beurtelings in- en uitgeschakeld. Meldtonen Bij een verandering in de Bluetooth-verbinding zal er een meldtoon klinken.
Draadloze verbindingen Verbinden van de Digitale Piano met een Bluetooth Low Energy MIDI-apparaat Door de Digitale Piano te verbinden met een Bluetooth Low Energy MIDI-smartapparaat heeft u de beschikking over diverse mogelijkheden bij gebruik van de speciale app. Zie “Over de app voor smartapparaten (CASIO MUSIC SPACE)” (pagina NL-149) voor details over de speciale app. 1. Als de draadloosfunctie van de Digitale Piano uitgeschakeld is, moet u deze inschakelen.
Draadloze verbindingen Verbinden van de Digitale Piano met een Bluetoothaudioapparaat Door de Digitale Piano en een extern apparaat* via Bluetooth-audio met elkaar te verbinden, kunt u het geluid van het externe apparaat via de luidsprekers van de Digitale Piano weergeven. Om een Bluetooth-audioverbinding te kunnen maken, dient u eerst een procedure die “audiokoppeling” wordt genoemd, uit te voeren tussen de Digitale Piano en het externe apparaat.
Draadloze verbindingen 6. Selecteer “WU-BT10 AUDIO” in het Bluetooth-instellingenscherm van het externe apparaat. • Wanneer de koppeling is voltooid, verschijnt de indicator in de rechter bovenhoek van het beginscherm van de Digitale Piano en klinkt er een meldtoon. • Informatie over het externe apparaat dat via Bluetooth-audio is verbonden, wordt in de draadloze MIDI- en audio-adapter geregistreerd.
Draadloze verbindingen 4. Gebruik de aanraakring om “Pairing Clear” te selecteren en tik dan op de ENTER toets. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Tik links (NO) op de aanraakring om de procedure te annuleren. 5. Tik rechts (YES) op de aanraakring om de informatie van de koppelingsregistratie te wissen. Nadat “Complete” is verschenen, keert het display terug naar het “WIRELESS” scherm.
Gebruik van de speciale app Dit hoofdstuk beschrijft de speciale “CASIO MUSIC SPACE” app die extra gebruiksmogelijkheden voor uw Digitale Piano verschaft. Over de app voor smartapparaten (CASIO MUSIC SPACE) U kunt de volgende functies op de Digitale Piano gebruiken wanneer de piano aan de speciale “CASIO MUSIC SPACE” app is gekoppeld.
Gebruik van de speciale app 2. Verbind de Digitale Piano met uw smartapparaat. De beschikbare functies hangen af van de verbindingsmethode. Verbind de Digitale Piano nooit gelijktijdig met een Bluetooth Low Energy MIDI-apparaat en een USB MIDI-apparaat.
Aansluiten van externe apparaten In dit hoofdstuk worden de verbindingsmethoden beschreven die kunnen worden gebruikt zonder dat hiervoor de speciale app (pagina NL-149) nodig is: • Weergeven van het geluid van een smartapparaat (Bluetooth-audioverbinding) Het geluid van een smartapparaat of ander apparaat geschikt voor Bluetooth-audio wordt weergegeven via de luidsprekers van de Digitale Piano.
Aansluiten van externe apparaten Middenbereik annuleren in Bluetooth-audio (Vocaal verwijderen) Met de functie Middenbereik annuleren (volledig verwijderen of verminderen) kan de zang in het weergavegeluid worden geannuleerd. Aangezien deze functie het geluid in het middenbereik annuleert, is het mogelijk dat ook andere geluiden dan de zang verdwijnen. De effectiviteit van de functie is afhankelijk van het ingangsgeluid.
Aansluiten van externe apparaten Gebruik van MIDI met een aangesloten computer of smartapparaat U kunt uitvoeringsinformatie (MIDI-gegevens) verzenden en ontvangen door de Digitale Piano met een computer of smartapparaat te verbinden. U kunt de muzieksoftware op uw computer of smartapparaatapp gebruiken om uw uitvoering op te nemen of om MIDI-gegevens vanaf uw computer of smartapparaat naar de Digitale Piano te verzenden en noten te spelen op de Digitale Piano.
Aansluiten van externe apparaten ■ Aansluiten van de Digitale Piano op uw computer • Zorg ervoor dat de stappen van de onderstaande procedure precies worden opgevolgd. Een foute aansluiting kan het zenden en ontvangen van gegevens onmogelijk maken. • Zorg ervoor eerst de Digitale Piano in te schakelen voordat u de muzieksoftware van uw computer start. • Het zenden en ontvangen via USB is uitgeschakeld tijdens het weergeven van een melodie. 1. Schakel de Digitale Piano uit en start de computer.
Aansluiten van externe apparaten Aansluiten van de Digitale Piano op een smartapparaat via USB MIDI ■ Besturingsomgeving van het smartapparaat U kunt MIDI-standaard apps gebruiken wanneer de Digitale Piano met een smartapparaat is verbonden. Zie de sectie “Compatibiliteit met besturingssysteem (iOS/Android)” op de onderstaande CASIOwebsite voor een lijst met apparaten die kunnen worden gebruikt. https://support.casio.
Aansluiten van externe apparaten iPhone/iPad-gebruikers Poort op apparaat Aansluitkabel Poort op Digitale Piano Lightning Apple Lightning USB-camera-adapter USB-kabel (A-B type) Apple USB type C USB-adapter USB-kabel (A-B type) USB type B USB type C Android-gebruikers Poort op apparaat USB type C Aansluitkabel Poort op Digitale Piano USB-kabel (C-B type) of USB type B USB type C USB-adapter USB-kabel (A-B type) USB OTG-kabel (micro B-A type) USB-kabel (A-B type) USB micro-B 3.
Aansluiten van externe apparaten Weergeven van de noten van de Digitale Piano via een versterker of audioapparatuur (LINE OUT aansluitingen) U kunt audioapparatuur of een versterker aansluiten op de Digitale Piano en het geluid dan via externe luidsprekers weergeven om een krachtiger geluid van een betere kwaliteit te verkrijgen. Gebruik een commercieel verkrijgbare kabel voor de verbinding. • Schakel de externe apparatuur uit bij het tot stand brengen van de aansluitingen.
Aansluiten van externe apparaten Aansluiten op een muziekinstrumentenversterker Door aan te sluiten op de LINE OUT L/MONO aansluiting worden beide kanalen als een gemengd signaal weergegeven. Gebruik een commercieel verkrijgbare kabel om de versterker aan te sluiten op de LINE OUT L/MONO aansluiting van de Digitale Piano zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding. LINE OUT L/MONO aansluitingen (standaard-klinkaansuiting (TS-klink)) Gitaarversterker, toetsenbordversterker enz.
Wissen van alle gegevens in het interne geheugen van de Digitale Piano De systeeminhoud, waaronder alle gegevens en instellingen, kan worden teruggezet op de oorspronkelijke standaard-fabrieksinstellingen.
Oplossen van moeilijkheden ● De tiptoetsen reageren niet. Reden: a. U tikt met een vingernagel of een pen op de toetsen. De toetsen worden bediend door een gebruiker die een handschoen draagt die niet geschikt is voor bediening van de tiptoetsen. b. De gevoeligheid van de tiptoetsen is te laag ingesteld. Oplossing: a. Tik stevig met blote vingers op de toetsen. b. Verander de instelling voor de gevoeligheid van de tiptoetsen.
Oplossen van moeilijkheden ● Bediening van het pedaal heeft geen effect. Reden: a. De pedaalkabel is niet goed aangesloten op de PEDAL UNIT of EXPRESSION/ ASSIGNABLE aansluiting. Of de stekker is niet volledig naar binnen geduwd. b. De toewijzing van het pedaaltype of de functietoewijzing aan de aansluiting waarop het pedaal is aangesloten is niet juist. Oplossing: a. Controleer of de pedaalkabel juist is aangesloten en de stekker stevig in de aansluitbus zit. b. Maak de correcte instellingen.
Oplossen van moeilijkheden Foutmeldingen Display Oorzaak Maatregel Er is geprobeerd om een opname van 1.000 maten of meer met de MIDIrecorder te maken. Gebruik de MIDI-recorder om maximaal 999 maten op te nemen. Limit De limiet voor de opnametijd van de audiorecorder is bereikt. Gebruik de audiorecorder om maximaal ongeveer 18 minuten op te nemen*1 (bij gebruik van het interne geheugen) of 25 minuten (bij gebruik van een USB flashdrive).
Oplossen van moeilijkheden Display Oorzaak Maatregel Bij opnemen met de audiorecorder is geprobeerd om te beginnen met opnemen terwijl het maximale aantal melodieën (99) was bereikt, of de onderstaande condities waren aanwezig. • Bij opnemen op een USB flash-drive: In de “MUSICDAT” map van de USB flash-drive is een bestand met de naam TAKE99.WAV. • Bij opnemen in het interne geheugen: “TAKE99” is gemarkeerd met een sterretje ( ) en er zijn reeds opgenomen gegevens in TAKE99.
Referentie Technische gegevens Model PX-S7000BK/PX-S7000WE/PX-S7000HM Toetsenbord Pianotoetsenbord met 88 toetsen Instellingen Hamerrespons, toets-uit respons Duet Instelbaar toonbereik (–2 t/m +2 octaven) Transponeren –12 tot 0 tot +12 halve tonen Octaafverschuiving –2 tot 0 tot +2 octaven Geluidsbron Aantal tonen 400, lagen, splitsen Maximale polyfonie 256 noten Aanslagvolume 5 gevoeligheidsniveaus, Uit Stemming 415,5 Hz tot 440,0 Hz tot 465,9 Hz (eenheden van 0,1 Hz) Temperament Geli
Referentie Audiorecorder Realtime opname en weergave van audiogegevens Aantal melodieën 99 (bestanden) Bestandsformaat WAV*5 Maximale opnametijd Bij opnemen op een USB flash-drive: Ongeveer 25 minuten per bestand Bij opnemen in het interne geheugen: Ongeveer 18 minuten (totaal van alle melodieën) Opnamemedium Arpeggiator Intern geheugen (ingebouwd flash-geheugen) of USB flash-drive 50 typen Metronoom Maatslagbel Uit, 1 t/m 9 (maatslagen) Drumpatronen 20 typen Tempobereik 20 t/m 255 Tempomar
Referentie Akoestiek Versterkervermogen Luidsprekers Stroomvoorziening 8 W × 2 + 8 W × 2 (3 W × 2 + 3 W × 2 bij gebruik op batterijen) 16 cm × 8 cm (ovaal) × 2 + 16 cm × 8 cm (ovaal) × 2 2-weg stroomvoorziening Batterijen 8 AA-formaat alkalibatterijen of AA-formaat oplaadbare nikkelmetaalhydride batterijen Continue werking bij gebruik op batterijen Ongeveer 4 uur (alkalibatterijen), ongeveer 4 uur (oplaadbare nikkel-metaalhydride batterijen)*7 De feitelijke continue gebruiksduur kan korter zijn als ge
Referentie Algemene voorzorgsmaatregelen ■ Omgeving • Zet de Digitale Piano op een stabiele en vlakke ondergrond. Als u de Digitale Piano op een tafel of andere ondergrond zet in plaats van op de bijgeleverde standaard, moet u er goed op letten dat de Digitale Piano op een stabiele en vlakke ondergrond staat waarbij de volledige onderkant op die ondergrond rust.
Referentie ■ Gebruik op batterijen • Sluit het deksel van de batterijhouder voordat u de Digitale Piano gebruikt. Indien dit niet wordt gedaan, bestaat er kans op letsel. • Houd er rekening mee dat de achterkant van de Digitale Piano rondom het batterijvak tijdens gebruik warm kan worden. ■ Oplaadbare batterijen Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht bij gebruik van oplaadbare batterijen.
Referentie ■ Verplaatsen of installeren van het product Wanneer u het product installeert of verplaatst, moet u het van onder met beide handen oppakken. Vooral bij modellen met een standaard is het nodig dat het product altijd door twee volwassenen wordt verplaatst die beiden het product aan een uiteinde horizontaal vasthouden, nadat eerst alle kabels zijn losgemaakt.
Referentie FUNCTION menu-items Hieronder staan de namen van alle items in het FUNCTION menu, de bijbehorende instellingen en op welke pagina’s in deze handleiding uw verdere informatie vindt. Sommige menu-items kunnen rechtstreeks door aantikken van een toets worden opgeroepen. De volgende informatie wordt gegeven in de “Referentie” kolom van de onderstaande tabel en wel op de volgende manier. • De items die beginnen met “◆” geven een toetsbediening aan.
Referentie Menu-item Instellingen Referentie PIANO POSITION Piano Position (◆[PPOSI]) Standard, Wall, Center, Table MIC FX “Selecteren van de instelling voor de pianoplaats” (pagina NL-38) (◆[MICFX] indrukken en vasthouden) Mic Fx Type Opties*2 Fx On/Off On, Off M1 – M3 Opties*3 “Selecteren van het type microfooneffect” (pagina NL-57) “Veranderen van de instellingen voor het microfooneffect” (pagina NL-58) PORTAMENTO Portamento Time — 0- 127*4 “Instellen van de portamentotijd” (pagina NL-7
Referentie Menu-item Instellingen Referentie “Instellen van het volumeniveau, de stereo-pan en de effecten voor elk gedeelte” (pagina NL-60) CHORUS U1 Part Send U2 Part Send 0 - 127 “Lijst van mixer-instelitems” (pagina NL-61) L Part Send KEYBOARD (◆[KEYBD]) TRANSPOSE — Transpose “Veranderen van de toonhoogte in stappen van een halve toon (Transponeren)” (pagina NL-124) (◆[TRANS]) –12 - 0 - +12 KBD SETTING — Touch Response Off, Light 2, Light 1, Normal, Heavy 1, Heavy 2 “Veranderen van de
Referentie Menu-item Instellingen Referentie “Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering” (pagina NL-62) PEDAL/WHEEL “EXPRESSION/ASSIGNABLE aansluiting” (pagina NL-63) (◆[PEDAL]) EXP/ASGN. PEDAL Pedal Type SW, Exp.Type1, Exp.
Referentie Menu-item Instellingen CONTROL Control Assign Opties*1 Mod Value 0 - 127 Mod Upper1 Part Mod Upper2 Part Referentie “Selecteren van de functie toegewezen aan de CONTROL-toets” (pagina NL-69) (◆[CTRL]) Off, On “Selecteren van de functie toegewezen aan de CONTROL-toets” (pagina NL-69) (◆FUNCTION + CONTROL) “Veranderen van de modulatie-instellingen” (pagina NL-71) Mod Lower Part “Bewerken van een F-toetsenset” (pagina NL-89) F BUTTON SETTING “Veranderen van de naam van een F-toetsense
Referentie Menu-item Instellingen Referentie “Opslaan en oproepen van basisinstellingen (Registratie)” (pagina NL-79) REGISTRATION “Blokkeerfunctie” (pagina NL-83) (◆[FREEZ] indrukken en vasthouden) FREEZE Pedal/Wheel EX/CTRL Scale Tuning Touch Response Sound Mode Effect Transpose “Gegevens in het registratiegeheugen” (pagina NL-86) Off, On Split Point Arpeggiator Tempo Tone Mixer “Veranderen van de naam van een registratiebank” (pagina NL-81) BANK NAME EDIT “Luisteren naar melodieën (SONG-modus)
Referentie Menu-item Instellingen Referentie MEDIA “USB flash-drive” (pagina NL-132) WIRELESS (◆[ADPTR] indrukken en vasthouden) Notification Vol 0 - 127 “Meldtonen” (pagina NL-144) Audio Pairing — “Koppelen van de Digitale Piano met een Bluetooth-audioapparaat” (pagina NL-146) Pairing Clear — “Wissen van de koppelingsregistratie van een Bluetooth-audioapparaat” (pagina NL-147) Audio C Cancel Off, On “Middenbereik annuleren in Bluetooth-audio (Vocaal verwijderen)” (pagina NL-152) MIDI —
Referentie Menu-item Touch Btn Sense *1 *2 *3 *4 Instellingen Referentie “Instellen van de gevoeligheid van de tiptoetsen en de aanraakring” (pagina NL-26) –1, 0, +1 Touch Ring Sense –3 - 0 - +3 “Instellen van de gevoeligheid van de tiptoetsen en de aanraakring” (pagina NL-26) Setting Reset — “Alle instellingen van de Digitale Piano terugzetten op de oorspronkelijke standaardfabrieksinstellingen (Instellingenreset)” (pagina NL-159) Factory Reset — “Alle instellingen en gegevens van de Digitale
Referentie Lijst met microfooneffecten Lijst met typen microfooneffecten Hieronder ziet u de typen microfooneffecten en de effecten die in de M1 t/m M3 modules van elk type zitten. Zie “Lijst van effecten in de module met microfooneffecten” (pagina NL-179) voor verdere informatie over de effecten in de kolommen M1 t/m M3. Nr.
Referentie Lijst van effecten in de module met microfooneffecten Hieronder ziet u de effecten die in de module met microfooneffecten zijn opgenomen. Zie “Parameterlijst van module-effecten” (pagina NL-180) voor details over de parameters en de instelbereiken die voor elk effect beschikbaar zijn. Nr. Display Naam Beschrijving Mono 3BandEQ Mono 3-Band EQ Dit is een mono-equalizer met drie frequentiebanden. Tremolo Tremolo Verschuift het volume van het ingangssignaal met behulp van een LFO.
Referentie Parameterlijst van module-effecten Effect Display Parameternaam Beschrijving Instellingen Mono 3-Band EQ Dit is een mono-equalizer met drie frequentiebanden. EQ1 Freq EQ1 Frequency Regelt de middenfrequentie van equalizer 1. *1 EQ1 Gain EQ1 Gain Regelt de versterking van equalizer 1. –12 - 00 - 12 EQ2 Freq EQ2 Frequency Regelt de middenfrequentie van equalizer 2. *1 EQ2 Gain EQ2 Gain Regelt de versterking van equalizer 2.
Referentie Effect Display Parameternaam Limiter Beschrijving Instellingen Beperkt het ingangssignaalniveau zodat het niet boven een vooringesteld niveau uitkomt. Limit Limit Regelt het volumeniveau voor de limiet waarbij de beperking uitgeoefend dient te worden. 000 - 127 Attack Attack Regelt de tijd totdat het compressie-effect begint. Bij een lagere waarde wordt de werking van de begrenzer meteen geactiveerd, wat de aanzet van het ingangssignaal onderdrukt.
Referentie Effect Display Parameternaam Phaser Beschrijving Instellingen Produceert een karakteristiek pulserend, breed geluid door een LFO te gebruiken om de fase te veranderen van het ingangssignaal en dat dan met het oorspronkelijke ingangssignaal te mengen. Resonance Resonance Stelt de sterkte van feedback in. 000 - 127 Manual Manual Regelt de hoeveelheid verschuiving van de referentie-phaser. –64 - 00 - 63 Rate LFO Rate Regelt de LFO-snelheid.
Referentie Effect Display Parameternaam PitchShifter Beschrijving Instellingen Dit effect transformeert de toonhoogte van het ingangssignaal. PitchQuarter PitchQuarter Regelt de hoeveelheid toonhoogteverschuiving in stappen van een kwarttoon. –24 - 00 - 24 High Damp High Damp Regelt de demping van het hoge bereik. Een kleinere waarde levert een grotere demping. 000 - 127 Feedback Feedback Regelt de hoeveelheid feedback. 000 - 127 Input Level Input Level Regelt het ingangsniveau.
Referentie Effect Display Beschrijving Parameternaam Instellingen Tmpo Sync Delay Tempo Sync Specificeert hoe de feitelijke totale vertragingstijd wordt gesynchroniseerd met het tempo. Off: Gebruikt de waarde van de vertragingstijd. 1/4 t/m 1: Gebruikt de waarde die overeenkomt met het aantal maatslagen. Input Level Input Level Regelt het ingangsniveau. 000 - 127 Dry Level Dry Level Regelt het niveau van het directe geluid.
Referentie Arpeggiatorlijst Hieronder ziet u de arpeggiatorpatronen. Als het item “Recommended Setup” op “On” staat, als de arpeggiator van uit op aan wordt gezet of als “Pattern” wordt omgeschakeld terwijl de arpeggiator is ingeschakeld, worden de vermelde “Aanbevolen instellingen” automatisch toegepast. Aanbevolen instellingen (Recommended Setup) Nr.
Referentie Aanbevolen instellingen (Recommended Setup) Patroonnaam (Pattern) Nr.
Model: PX-S7000 Version : 1.
PXS7000-D-2B MA2311-B