Operation Manual
ANDERE INSTELLINGEN
119
BELANGRIJK!
• Het snapshot beeld of het filmpje dat u als het
beginschermbeeld selecteert, wordt opgeslagen in
een speciale geheugenplaats die het
“beginschermbeeldgeheugen” heet. Er kan per keer
slechts één beeld opgeslagen zijn in het
beginschermbeeldgeheugen. Als een nieuw
beginschermbeeld wordt geselecteerd, zal dat
nieuwe beeld het eerdere beeld uit het
beginschermbeeldgeheugen verdringen. Daarom
dient u een gescheiden kopie van het beeld in het
standaard beeldopslaggeheugen van de camera te
hebben opgeslagen als u naar een eerder
beginschermbeeld wilt teruggaan. Merk op dat het
niet mogelijk is een beeld uit het
beginschermbeeldgeheugen kunt wissen. U kunt het
enkel vervangen door een ander (nieuw) beeld.
Configureren van de instellingen voor het
spanningsuitschakelbeeld
Met de spanningsuitschakelbeeldfunctie kunt u de camera
zodanig configureren dat deze een bepaald beeld in het
geheugen weergeeft telkens wanneer u de spanning van
de camera uitschakelt. U kunt een foto of een filmpje
specificeren als het spanningsuitschakelbeeld.
■ De instellingen voor het
spanningsuitschakelbeeld configureren
1.
Gebruik de USB kabel om de camera aan te
sluiten op uw computer (pagina 135).
2.
Verplaats de beelddata die u wenst te
gebruiken als spanning-uitvalbeeld tot
bovenaan het hoofddirectory van het
ingebouwde flash-geheugen van de camera.
• De bestandnaamextensie wordt niet weergegeven
als uw computer zodanig geconfigureerd is dat hij de
bestandnaamextensies verbergt.
Voorbeeld: CIMG0001
• Als het spanningsuitschakelbeeld op een
geheugenkaart opgeslagen ligt, let er dan op het
beeld te kopiëren naar het ingebouwde geheugen
voordat u de geheugenkaart uit de camera haalt.
Selecteer deze instelling:
On (aan)
Off (uit)
Om dit te doen:
Gebruik het beeld dat op het
moment wordt getoond als het
beginschermbeeld
Schakel het beginscherm uit
4.
Verander de instelling m.b.v. [] en []en
druk daarna op [SET].