Operation Manual
58
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Gebruiken van de flitser
Voer de volgende stappen uit om de flitserfunctie te
selecteren die u wilt gebruiken.
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Druk op [] ( ) om de
flitserfunctie te selecteren.
• Telkens bij indrukken van []
( ) wordt naar de
volgende instelling van de
flitserfunctie doorgegaan in
een oneindige lus, zoals
aangegeven in het
beeldscherm hieronder.
Flitserfunctie indicator
[
] ( )
3.
Neem het beeld op.
BELANGRIJK!
• De flitsereenheid van deze camera flists een aantal
malen bij het opnemen van een beeld. De
aanvankelijke flitsen zijn voorflitsen waarbij de camera
informatie inwint die nodig is voor de
belichtingsinstellingen. De laatste flits is voor het
opnemen. Zorg ervoor dat u de camera stil houdt
totdat de camera de sluiter ontspant.
• Het beeld kan mogelijk niet worden opgenomen als u
op de sluiterontspanningstoets drukt terwijl de rode
bedrijfsindicator knippert.
Om dit te doen:
Laat de flitser automatisch flitsen
wanneer dit nodig is (Auto Flash -
automatisch flitsen).
Schakel de flitser uit (Flash Off - Flitser
uit).
Altijd flitsen (Flash On - flitser aan).
Voer een voorflits uit gevolgd door
beeldopname met flits, hetgeen het gevaar
op rode ogen in het beeld reduceert (rode
ogen-effect vermindering).
In dit geval flitst de flitser automatisch
wanneer dat nodig is.
Selecteer deze
instelling:
None (geen)