Operation Manual

76
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Wissen van een Best Shot functie
gebruikersinstelling
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de REC (opname) tab, selecteer
REC Mode (opnamefunctie) en druk
vervolgens op [].
3.
Gebruik [] en [] om (Best Shot) te
selecteren en druk vervolgens op [SET].
Hierdoor wordt de Best Shot functie ingeschakeld en
een voorbeeld achtergrond getoond.
4.
Gebruik [] en [] om de gebruikersinstelling
te tonen die u wilt uitwissen.
5.
Druk op [] ( ) om de gebruikersinstelling
te wissen.
U kunt een gebruikersinstelling ook wissen m.b.v. uw
computer door het betreffende bestand in de
SCENE (décor) map in het camerageheugen te
wissen (pagina 146).
BELANGRIJK!
Instellingen die u registreerde als Best Shot
voorbeeld achtergronden bevinden zich na de
ingebouwde voorbeeld achtergronden.
Het beeldscherm in stap 4 van de procedure op
pagina 74 geeft de tekst Recall User Scene
(gebruikersdécor oproepen) aan wanneer een Best
Shot functie gebruikersinstelling wordtopgeroepen.
Merk op dat het formatteren van het ingebouwde
geheugen (pagina 128) alle Best Shot
gebruikersinstellingen uitwist.
OPMERKINGEN
Hieronder volgen de instellingen die zich bevinden
onder de Best Shot gebruikersinstellingen.
Focusfunctie, EV verschuivingswaarde, filterfunctie,
meetfunctie witbalansfunctie, flitsintensiteit, scherpte,
verzadiging, contrast, flitsfunctie en ISO
gevoeligheid.
Merk op dat enkel beelden die opgenomen worden
met deze camera kunnen worden gebruikt om een
Best Shot gebruikersinstelling te creëren.
U kunt op hetzelfde moment maximaal 999 Best
Shot gebruikersinstellingen hebben in het
ingebouwde geheugen van de camera.
U kunt de huidige instelling van een achtergrond
controleren door verschillende instelmenus te tonen.
Gebruikersinstellingen worden bestandnamen
toegewezen die het formaat UQR40nnn.jpe (waar n
= 0 9) of hebben.