Operation Manual
84
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Camera instellingen van de
opnamefunctie (REC)
Volgend zijn de instellingen die u kunt maken voordat u
een beeld opneemt m.b.v. een opnamefunctie (REC).
• ISO gevoeligheid
• Meten
• Kleurfiltratie
• Verzadiging
• Contrast
• Scherpte
• Raster aan/uit
• Beeldcontrole aan/uit
• L/R toetsinstelling
• Default instelling bij inschakelen van de spanning
• Terugstellen van de camera (reset)
OPMERKING
• U kunt ook de hieronder beschreven instellingen
configureren. Zie de referentiepagina’s voor nadere
informatie.
— Grootte en kwaliteit (pagina 63)
— Witbalans (pagina 71)
— Flitsniveau (pagina 60)
— Digitale zoom (pagina 56)
— Autofocusbereik (pagina 66)
Om dit te verkrijgen:
Automatische
gevoeligheidsselectie
Voldoet aan ISO 80
Voldoet aan ISO 160
Voldoet aan ISO 320
Selecteer deze instelling:
Auto
ISO 80
ISO 160
ISO 320
Specificeren van de ISO gevoeligheid
Gebruik de volgende procedure om de ISO
gevoeligheidsinstelling te selecteren die het beste past bij
het type beeld dat u opneemt.
1.
Druk tijdens een opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de “REC” (opname) tab, selecteer
“ISO” en druk daarna op [].
3.
Selecteer de gewenste instelling m.b.v. [] en
[] en druk vervolgens op [SET].
BELANGRIJK!
• Door de ISO gevoeligheid te verhogen kan statische
elektriciteit op een beeld verschijnen. Selecteer de
gevoeligheidsinstelling die de nodig is voor de opname.
• Het gebruik van een hoge gevoeligheid in combinatie
met de flitser kan er bij het opnemen van een
onderwerp dichtbij toe leiden dat het onderwerp
onjuist belicht wordt.