Operation Manual
92
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Specificeren van de default instellingen
bij inschakelen van de spanning
Met het “functiegeheugen” van deze camera kunt u de
default instellingen bij inschakelen van de spanning
afzonderlijk instellen voor de opnamefunctie (REC), de
flitserfunctie, de scherpstelfunctie, de witbalansfunctie, de
ISO gevoeligheid, autofocusbereik, meetfunctie,
flitsintensiteit de digitale zoomfunctie en de handmatige
scherpstelstand en de zoompositie. Het inschakelen van
het functiegeheugen voor een bepaalde functie is een
boodschap aan de camera om de status te onthouden van
die functie wanneer u de camera uitschakelt om dezelfde
status opnieuw te verkrijgen wanneer de camera weer
ingeschakeld wordt. Wanneer het functiegeheugen
uitgeschakeld is, stelt de camera automatisch de
oorspronkelijke defaultinstellingen voor de betreffende
functie in die ingesteld waren in de fabriek.
De volgende tabel toont wat er gebeurt als u het
functiegeheugen voor elke functie in- of uitschakelt.
Functie
REC Mode
(opnamefunctie)
Flash (Flitser)
Focus (Scherpstellen)
White Balance
(Witbalans)
ISO
AF Area
(autofocusbereik)
Metering (meten)
Flash Intensity
(flitsintensiteit)
Digital Zoom
(Digitale zoom)
MF Position (MF stand)
Zoom Position
(Zoompositie)*
Aan
Instelling
wanneer de
camera
uitgeschakeld
is
Uit
Snapshot
Auto (Automatisch)
Auto (Automatisch)
Auto (Automatisch)
Auto (Automatisch)
Spot (puntmeten)
Multi (multipatroon meting)
Normal (normaal)
On (Aan)
Laatste autofocus stand
die van kracht was
voordat u
overschakelde op
handmatig scherpstellen
Wide Angel
(Breedhoek)
* Alleen de stand van de optische zoom wordt onthouden.