Operation Manual

BEHEER VAN BESTANDEN
125
Beveiligen van beelden tegen uitwissen
Beeldbeveiliging beschermt tegen het onverhoeds uitwissen
van beelden die opgeslagen op de geheugenkaart van de
camera. Een beveiligd beeld kan niet worden uitgewist tenzij
het onbeveiligd wordt gemaakt (pagina 119). U kunt een en-
kel beeld, alle beelden in een bepaalde map of alle beelden
op de geheugenkaart beveiligd maken.
Beveiligd maken van geselecteerde beel-
den
1.
Zet de spannings-/functieschakelaar op .
2.
Druk op MENU.
3.
Selecteer “Protect” (beveiligd maken) “Se-
lect” (selecteren) en druk de controletoets
naar rechts.
4.
Druk de controletoets naar links of naar rechts
of draai de keuzedraairegelaar om het beeld te
tonen dat u wilt beveiligen.
5.
Druk de controletoets naar boven of naar be-
neden om het icoon van het afgebeelde
beeld aan en uit te doen.
Elk beeld dat gemarkeerd is met het icoon is ge-
merkt voor beveiliging. Het beeld wordt beveiligd ge-
maakt wanneer u de volgende stap van deze proce-
dure uitvoert. Elk beeld zonder het icoon is
onbeveiligd.
U kunt de stappen 4 en 5 herhalen om het icoon
voor meerdere beelden aan te doen.
6.
Druk op de controletoets om alle beelden te
beschermen die gemarkeerd zijn voor beveili-
ging en de niet-gemarkeerde beelden
onbeveiligd te maken.