Operation Manual

OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
60
Voorzorgsmaatregelen voor de flitser
• Let erop dat uw vingers de flitser of de belichtingssensor
niet aanraken of blokkeren terwijl u de camera vasthoudt.
Aanraken kan deze componenten kan deze bevuilen waar-
door de flitser minder effectief kan werken.
De flitser kan het best gebruikt worden bij afstanden die
vallen binnen het bereik tussen 0,5 en 3 meter (met een
volledig openstaande lensopening). Buiten dit bereik kan
de flitser onderwerpen niet voldoende belichten.
Afhankelijk van de bedieningsomstandigheden (type ge-
bruikte batterijen, temperatuur, enz.) kan het tot 40 secon-
den duren voordat de flitsereenheid geheel opgeladen is.
De flitser is gedeactiveerd (flitst niet) tijdens de doorlo-
pende functie (Continuous), de AEB functie en de film-
functie (Movie). Dit wordt aangegeven door (Flash Off -
flitser uit) in het beeldscherm (pagina 88, 89 en 93).
De flitsereenheid kan zich niet opladen als de accu-
spanning te laag is. De (Flash Off - flitser uit) indicator
verschijnt in het beedscherm om u te waarschuwen dat de
flitser niet goed flitst hetgeen een slechte belichting van het
beeld tot gevolg zal hebben. Mochten dergelijk symptomen
te bespeuren zijn, vervang dan de batterijen zo snel moge-
lijk.
De rode ogen-effect verminderingsfunctie ( ) kan moge-
lijk niet goed werken wanneer de camera niet recht op het
onderwerp gericht is of wanneer het onderwerp zich ver
van de camera bevindt.
De witbalans wordt vergrendeld tijdens het gebruik van de
flitser zodat zonlicht, TL-verlichting of andere lichtbronnen
in de onmiddelijke omgeving de kleuren van het opgeno-
men beeld (negatief) kunnen beïnvloeden.
Belichtingssensor
Flitser