Operation Manual

OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
98
Specificeren van het contrast
Gebruik de volgende procedure om het relatieve verschil
tussen de lichte delen en de donkere delen te regelen van
het beeld dat u opneemt.
1.
Zet de spannings-/functieschakelaar op .
2.
Druk op MENU.
3.
Selecteer “Contrast” en druk vervolgens de
controletoets naar rechts.
4.
Selecteer de gewenste instelling en klik op de
controletoets voor toepassing.
Om dit te verkrijgen:
Maximaal contrast
Hoog contrast
Normaal contrast
Laag contrast
Minimaal contrast
Selecteer deze
instelling:
+2
+1
0
–1
–2
5.
Druk op MENU om de instelprocedure te verla-
ten.
Specificeren van kleurverzadiging
Gebruik de volgende procedure om de gevoeligheid te rege-
len van het beeld dat u opneemt.
1.
Zet de spannings-/functieschakelaar op .
2.
Druk op MENU.
3.
Selecteer “Saturation” (verzadiging) en druk
vervolgens de controletoets naar rechts.
4.
Selecteer de gewenste instelling en klik op de
controletoets voor toepassing.
5.
Druk op MENU om de instelprocedure te verla-
ten.
Om dit te verkrijgen:
Maximale kleurenverzadiging
(intensiteit)
Hoge kleurenverzadiging (intensiteit)
Normale kleurenverzadiging
(intensiteit)
Lage kleurenverzadiging (intensiteit)
Minimale kleurenverzadiging
(intensiteit)
Selecteer deze
instelling:
+2
+1
0
–1
–2