Operation Manual

99
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Specificeren van de default instellingen
bij inschakelen van de spanning
Met het functiegeheugen van deze camera kunt u de
default instellingen bij inschakelen van de spanning
afzonderlijk instellen voor de opnamefunctie (REC),
flitserfunctie, scherpstelfunctie, witbalansfunctie, ISO
gevoeligheid, autofocusbereik, meetfunctie, flitsintensiteit,
digitale zoomfunctie, handmatige scherpstelstand en
zoompositie. Het inschakelen van het functiegeheugen
voor een bepaalde functie is een boodschap aan de
camera om de status te onthouden van die functie wanneer
u de camera uitschakelt om dezelfde status opnieuw te
verkrijgen wanneer de camera weer ingeschakeld wordt.
Wanneer het functiegeheugen uitgeschakeld is, stelt de
camera automatisch de oorspronkelijke defaultinstellingen
voor de betreffende functie in die ingesteld waren in de
fabriek.
De volgende tabel toont wat er gebeurt als u het
functiegeheugen voor elke functie in- of uitschakelt.
Wanneer u deze functie wilt toewijzen
aan de [] en [] toetsen.
Opnamefunctie
[] en [] gaan door de
opnamefunctie cyclus: Snapshot,
BESTSHOT (beste shot), Movie (film)
(pagina 50).
Belichtingscompensatie
[] verlaagt de compensatie, []
verhoogt de compensatie (pagina 75).
Witbalansinstelling
[] en [] gaan door de
witbalansinstellingen (pagina 77).
ISO gevoeligheid
[] en [] gaan door de ISO
gevoeligheidsinstellingen (pagina 93).
Zelfontspannerfunctie
[] en [] gaan door de
zelfontspannerinstellingen (pagina 64).
Geen functie toegewezen
Selecteer deze
instelling
REC Mode
(opnamefunctie)
EV Shift
(EV verschuiving)
White Balance
(witbalans)
ISO
(ISO gevoeligheid)
Self-timer
(zelfontspanner)
Off (uit)