D GEBRUIKSAANWIJZING WK3200/3700-D-1
Belangrijk! Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op alvorens dit product te gebruiken. • Voordat u de los verkrijgbare AD-5 netadapter in gebruik neemt dient u eerst te controleren dat hij niet beschadigd is. Check het netsnoer zorgvuldig op breuken, barsten, ontblootte bedrading en andere ernstige beschadigingen. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken die ernstig beschadigd is. • Probeer nooit de batterijen op te laden. • Gebruik geen oplaadbare batterijen.
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid Gefeliciteerd met uw selectie van dit CASIO elektronische muziekinstrument. • Lees de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u dit instrument gebruikt. • Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag.
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid GEVAAR Alkaline batterijen Voer de volgende stappen onmiddellijk uit als vloeistof uit de alkaline batterij ooit in uw ogen mocht komen. 1. WRIJF NIET IN UW OGEN ! Spoel ze met water. 2. Neem onmiddellijk contact op met een arts. U kunt uw gezichtsvermogen verliezen mocht de vloeistof van de alkaline batterij in uw ogen blijven zitten.
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid Demonteren en knutselen Haal dit product nooit uit elkaar en knutsel er niet aan. Dit brengt het risico op elektrische schok, brandwonden en ander lichamelijk letsel met zich mee. Laat alle interne controles, bijstellingen en onderhoud over aan de oorspronkelijke winkelier of aan een erkende CASIO onderhoudsleverancier.
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid Aansluitingen Sluit enkel de gespecificeerde toestellen en apparatuur aan op de aansluitingen van dit product. Het aansluiten van een nietgespecificeerd toestel brengt het risico op brand en elektrische schok met zich mee. Plaatsing Vermijd de volgende plekken om dit product te plaatsen. Dergelijke plaatsen brengen het risico op brand en elektrische schok met zich mee.
Inleiding Gefeliciteerd met uw keuze van dit CASIO muziekinstrument. Dit keyboard geeft u de volgende kenmerken en functies. ❐ 550 tonen bevatten rijke, geavanceerde tonen Er is een totaal van 332 geadvanceerde tonen die geprogrammeerd zijn met DSP tonen om ze rijker en krachtiger te maken. Geadvanceerde tonen zoals Stereo Piano en Tremolo Electric Piano versterken de Piano en Electric Piano tonen om een totaal nieuw geluid te creëren.
Inleiding ❐ Krachtige effecten Een collectie krachtige effecten, zoals DSP, nagalm, zweving en andere effecten geven u controle over het type geluid dat u wenst. U kunt zelfs de parameters van een effect veranderen om uw eigen originele effecten te creëren. Er is tevens een 4-banden equalizer ingebouwd. ❐ Mixer U kunt toon, volume, stereo-positie en andere parameters instellen voor elk ingebouwd automatisch begeleidingsgedeelte.
Inhoudsopgave Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid .... D-1 Inleiding ................................. D-5 Algemene gids ..................... D-10 Bevestigen van de partlituurstandaard ... D-11 Spelen van een demonstratiemelodie .... D-12 Stroomvoorziening ............. D-14 Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) ................... D-22 Een trekstaaforgeltoon selecteren ......... D-24 Een trekstaaforgeltoon bewerken .......... D-24 Parameter details .....................
Inhoudsopgave Gebruik van één-toets voorkeuzes ........ D-38 Melodiegeheugenfunctie .... D-53 Gebruik van automatische harmonisatie .......................................... D-38 Sporen ................................................... D-53 Instellen van het begeleidingsvolume .... D-39 Basis melodiegeheugenbediening ......... D-53 Gebruik van real-time opname ............... D-54 Mixerfunctie ......................... D-40 Wat kunt u met de Mixer doen? .............
Inhoudsopgave MIDI ....................................... D-79 Wat is MIDI? ........................................... D-79 Onderhoud van uw instrument .......................... D-101 Algemene MIDI ...................................... D-79 MIDI instellingen .................................... D-79 Appendix ................................ A-1 Gebruiken van het Music Data Management Software (op de meegeleverde CD-ROM) ............ D-80 Toonlijst ..................................................
Algemene gids 1 2 3 4 5 6 8 9 0 A M *3 R S B 7 D E C N J I O P T G H L *2 M U Z [ \ ] W a _ D-10 WK3200_d_10-21.p65 K Q *1 V Y F X b c 738A-D-012A 10 05.4.
Algemene gids • In de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing wordt de WK-3700 gebruikt.
Algemene gids *2 a Cijfertoetsen • Voor het invoeren van nummers om aangegeven instellingen te veranderen. • Negatieve waarden kunnen enkel veranderd worden m.b.v. [+] en [–] om de aangegeven waarde te vergroten of te verkleinen.
Algemene gids Achterpaneel • WK-3700 • WK-3200 h i j k l h i OUT j k SUSTAIN/ ASSIGNABLE JACK DC 12V MIDI MIDI IN SUSTAIN/ ASSIGNABLE JACK R L/MONO LINE OUT DC 12V OUT IN h MIDI OUT aansluiting h MIDI OUT aansluiting i MIDI IN aansluiting i MIDI IN aansluiting j SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting j SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting k LINE OUT R, LINE OUT L/MONO aansluiting k DC 12V aansluiting l DC 12V aansluiting Achterpaneel m Kaartgleuf m OPMERKING • Displayvoorbeelden
Stroomvoorziening Dit keyboard kan werken op het standaard lichtnet (m.b.v. de voorgeschreven netadapter) of op batterijen. Let er altijd op het keyboard uit te schakelen wanneer u hem niet gebruikt. Werking op batterijen Let er altijd op het keyboard uit te schakelen voordat u batterijen inlegt of ze vervangt. Inleggen van de batterijen 1 2 Verwijder het deksel van het batterijenvak. Leg zes batterijen maat D in het batterijenvak.
Stroomvoorziening Gebruik van de netadapter Zorg ervoor enkel de voor dit keyboard voorgeschreven netadapter te gebruiken. Voorgeschreven netadapter: AD-12 Automatische stroomonderbreking De spanning van het keyboard wordt bij werking op batterijen automatisch na ca. 6 minuten na het indrukken van de laatste toets uitgeschakeld. Druk op de POWER toets om de spanning opnieuw in te schakelen wanneer dit gebeurt.
Stroomvoorziening Uitschakelen van het keyboard • Vergeet niet op de POWER toets om de spanning uit te schakelen en let er ook op dat de LCD verlichting uit is voordat u de verbinding met de netadapter verbreekt of iets anders doet. • Probeer de verbinding met de netadapter nooit te verbreken terwijl het keyboard nog ingeschakeld is en probeer de spanning nooit uit te schakelen door andere technieken te gebruiken dan op de POWER toets te drukken.
Aansluitingen Aansluiten op een muziekinstrumentversterker 3 • WK-3700 Hoofdtelefoon- (PHONES) en lijnuitgangsaansluitingen (LINE OUT) Vergeet niet eerst het volume van het keyboard en andere aangesloten apparatuur zacht te zetten alvorens de hoofdtelefoon of andere uitwendige apparatuur aan te sluiten. Nadat u klaar bent met het maken van de aansluitingen kunt u dan het volume op het gewenste niveau instellen.
Aansluitingen Versterker voor muziekinstrumenten 3 Sluit het keyboard m.b.v. een los verkrijgbaar aansluitsnoer aan op de versterker voor muziekinstrumenten. OPMERKING • Gebruik een aansluitsnoer met een stereo standaardstekker aan het uiteinde dat u op het keyboard aansluit en een stekker, die voorziet in een dubbele signaalingang (links en rechts), op de versterker waarop u de aansluiting tot stand brengt.
Basisbediening POWER PIANO SETTING TONE ●WK-3700 MODULATION wheel draairegelaar PITCH BEND wheel draairegelaar ●WK-3200 toets MODULATION button BEND wheel draairegelaar PITCH BEND Cijfertoetsen Number buttons [+]/[–] MAIN VOLUME Dit hoofdstuk geeft informatie betreffende het uitvoeren van basis keyboardbediening. Spelen op het keyboard 1 Druk op de POWER toets om het keyboard in te schakelen. • Hierdoor gaat de spanningsindicator branden.
Basisbediening Instellen van een toon 1 2 3 Vind de te gebruiken toon op de toonlijst en maak een notitie van het toonnummer. Druk op de TONE toets. Voer het drie-cijferige toonnummer in van de bewuste toon m.b.v. de cijfertoetsen. Voorbeeld: Om “432 GM ACOUSTIC BASS” te selecteren, voer 4, 3 en daarna 2 in. A c o u s B sG Het veranderen van tonen en het configureren van DSP effectinstellingen Dit keyboard heeft slechts een enkele DSP klankbron.
Basisbediening OPMERKING • Door op de PIANO SETTING toets te drukken terwijl een ritme aan het spelen is, wordt het ritme gestopt waarna de instelling van het keyboard vervolgens verandert. • Door op de PIANO SETTING toets te drukken terwijl de synthesizerfunctie of een andere functie van het keyboard ingeschakeld is, wordt de huidige functie verlaten waarna de instelling van het keyboard vervolgens verandert.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) Uw keyboard heeft ingebouwde “trekstaaforgeltonen” die gewijzigd kunnen worden m.b.v. negen digitale trekstaven waarvan de bediening eender is aan die van de regelaars bij een trekstaaforgel. U kunt ook percussie selecteren of toetsklikken. Er is genoeg ruimte in het geheugen voor het opslaan van maximaal 100 door de gebruiker gecreëerde trekstaaftoon variaties.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) Kanaaltoetsen wanneer het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon getoond wordt De 18 toetsen langs de onderkant van de display functioneren als trekstaaftoetsen terwijl het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon zich in de display bevindt (nadat u op de DRAWBAR ORGAN toets gedrukt heeft). Elk paar toetsen (boven en onder) stellen een trekstaaf voor hetgeen dus betekent dat de 18 aanwezige toetsen u de functionaliteit geven van 9 trekstaven.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) DRAWBAR ORGAN Cijfertoetsen Number buttons [+]/[–] CURSOR Een trekstaaforgeltoon selecteren 1 2 Parameterinstelling Parameternaam F t 16 ’ Vind de te gebruiken trefstaaforgeltoon op de toonlijst en maak een notitie van het toonnummer. Druk op de DRAWBAR ORGAN toets. • Hierdoor verschijnt het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon. Toonnummer Toonnaam • In het totaal zijn er 13 parameters.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) Het bewerken van synthesizerfunctie parameters en DSP parameters van de trekstaaftonen Precies zoals bij standaard (niet-trekstaaf) tonen, kunt u de synthesizerfunctie parameters en DSP parameters van de trekstaaforgel tonen bewerken Zie “Trekstaaforgel bedieningsvolgorde” op pagina D-22. 1 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de “More?” (meer?) display te verkrijgen en druk vervolgens op de [왔] CURSOR toets.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) Inhoud van de display tijdens de trekstaaforgelfunctie Tijdens de trekstaaforgelfunctie worden de huidige status van de trekstaafposities, toetsklikken, en percussieparameters aangegeven op de staafaanduidingen van de display zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Er is één lijn voor elke parameter en het onderste segment van de geselecteerde parameterlijn knippert.
Toepassen van effecten op tonen DSP DSP effecten worden uitgeoefend op de aansluiting tussen de klankbron en het uitgangssignaal. U kunt vervorming en modulatie effecten selecteren. U kunt DSP effectinstellingen creëren en tevens gedownloade DSP data van uw computer oversturen. Het keyboard heeft geheugen voor het opslaan van maximaal 100 DSP effectinstellingen.
Toepassen van effecten op tonen EFFECT CURSOR Cijfertoetsen Number buttons [+]/[–] EXIT Instellen van een DSP type Naast de 100 ingebouwde effecttypes kunt u ook effecttypes bewerken om uw eigen types te creëren en ze op te slaan in het gebruikersgeheugen. U kunt maximaal 100 effecttypes tegelijkertijd in het gebruikersgeheugen hebben. U kunt ook het DSP type selecteren of de laatste toon die gebruikt is waarbij DSP mogelijk is.
Toepassen van effecten op tonen 4 OPMERKING • Of een effect al dan niet toegepast wordt op de delen die klinken hangt af van de nagalmzenden, zwevingzenden en DSP aan/uit instellingen van de mixerfunctie. Zie “Mixerfunctie” op pagina D-40 voor meer informatie. • Bij weergeven van een demonstratiemelodie (pagina D12) verandert het effect automatisch naar het effect dat toegewezen is aan die melodie. U kunt het effect van een demonstratiemelodie niet veranderen.
Toepassen van effecten op tonen 4 Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om door de nagalmtypes heen te bladeren totdat de gewenste aangegeven wordt of gebruik de cijfertoetsen om het gewenste nagalmnummer in te voeren. • Zie de lijst op pagina A-14 voor informatie over de types REVERB effecten die beschikbaar zijn. • Hier kunt u ook de parameters van het effect veranderen dat u heeft geselecteerd, indien dit gewenst is.
Toepassen van effecten op tonen Veranderen van de instellingen van de CHORUS (zweving) parameters 2 • Hierdoor wordt het equalizer bewerkingsscherm verkregen. • Het equalizertype instelscherm (stap 4) verschijnt automatisch ongeveer vijf seconden na indrukken van de toets. U kunt de relatieve sterkte van een effect regelen en hoe dit wordt uitgeoefend. Zie de volgende paragraaf getiteld “CHORUS parameters” voor nadere informatie.
Automatisch begeleiding RHYTHM ONE TOUCH PRESET MODE Cijfertoetsen Number buttons ACCOMP VOLUME INTRO/ENDING 1/2 [+]/[–] VARIATION/FILL-IN 1/2 TEMPO START/STOP SYNCHRO/FILL-IN NEXT Dit keyboard speelt automatisch de bas- en akkoordgedeelten overeenkomstig de akkoorden die u speelt. De bas- en akkoordgedeelten worden m.b.v. automatisch ingestelde klanken en tonen gespeeld voor instelling van het door u gebruikte ritme.
Automatisch begeleiding Spelen van een ritme Spelen van een ritme 1 Druk op VARIATION/FILL-IN toets 1 of 2. • Hierdoor begint weergave van het ingestelde ritme. • Druk op de START/STOP toets om het ritme te stoppen. Automatische begeleiding gebruiken De onderstaande procedure beschrijft hoe u de automatische begeleidingsfunctie van het keyboard kunt gebruiken. Voor u begint dient u eerst het ritme dat u wilt gebruiken in te stellen en het ritmetempo in te stellen op de gewenste waarde.
Automatisch begeleiding OPMERKING • Als u op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets drukt en vervolgens op de VARIATION/FILL-IN 1/2 toetsen i.p.v. op de START/STOP toets in stap 2, dan zal de begeleiding starten met een intropatroon wanneer u de bediening uitvoert in stap 3. Zie pagina D-36 en D-37 voor nadere details betreffende deze toetsen. • Als u op de VARIATION/FILL-IN 1/2 toetsen drukt i.p.v.
Automatisch begeleiding OPMERKING FINGERED De FINGERED functie geeft u in het totaal de beschikking over 15 verschillende akkoordtypes. Hieronder volgt een beschrijving van het FINGERED “Begeleidingstoetsenbord” en “Melodietoetsenbord” en er wordt verteld hoe u de grondtoon C kunt spelen met FINGERED. FINGERED begeleidingstoetsenbord en melodietoetsenbord • Behalve bij de akkoorden aangegeven in opmerking*1 hierboven zullen omgekeerde vingerzettingen (d.w.z. EG-C of G-C-E i.p.v.
Automatisch begeleiding Akkoorden die dit keyboard kan herkennen De volgende tabel identificeert patronen die door FULL RANGE CHORD kunnen worden herkend als akkoorden. Patroontype Aantal akkoordvariaties FINGERED De 15 akkoordpatronen die worden aangegeven bij FINGERED op pagina D-35. Zie de “Fingered akkoordkaarten” op pagina A-12 voor details aangaande het spelen van akkoorden met andere grondtonen. 23 standaard vingerzettingen.
Automatisch begeleiding Tussenvoegen van een fill-in 1 2 Druk op de START/STOP toets om weergave van het ritme te starten. Gebruik van synchronische start 1 Stel de gewenste fill-in variatie in. • Druk om Fill-in 1 in te voegen drukt u op de VARIATION/FILL-IN 1 toets terwijl Variatie 1 van het ritme aan het spelen is. • Druk om Fill-in 2 in te voegen drukt u op de VARIATION/FILL-IN 2 toets terwijl Variatie 2 van het ritme aan het spelen is.
Automatisch begeleiding Gebruik van één-toets voorkeuzes Eén-toets voorkeuzes stellen automatisch de hieronder vermelde hoofdinstellingen in overeenkomstig het ritmepatroon dat u aan het gebruiken bent.
Automatisch begeleiding Automatisch harmonisatietype Bij automatische harmonisatie kunt u kiezen uit de 10 volgende automatisch harmonisatietypes. U verandert van type met het instel item d.m.v. de TRANSPOSE/FUNCTION toets. Zie “Veranderen van andere instellingen” op pagina D-70 voor nadere informatie. Instellen van het begeleidingsvolume U kunt het volume van de begeleidingsonderdelen instellen als een waarde tussen 000 (min.) en 127 (max.). 1 Druk op de ACCOMP VOLUME toets.
Mixerfunctie Wat kunt u met de Mixer doen? Met dit keyboard kunt u meerdere stukken van verschillende muziekinstrumenten op hetzelfde moment spelen tijdens weergave van de auto-begeleiding, melodiegeheugenweergave, bij ontvangst van data via de MIDI aansluiting, enz. De mixer wijst elk onderdeel toe aan een afzonderlijk kanaal (1 - 16) dat u apart kunt in-/uitschakelen en waarvan u het volume en de parameters van de stereopositie afzonderlijk kunt instellen.
Mixerfunctie MIXER CHANNEL CURSOR Cijfertoetsen Number buttons [+]/[–] Gebruik van de parameterbewerkingsfunctie 4 Verander de instelling van de parameter m.b.v. de cijfertoetsen of m.b.v. de [+] en [–] toetsen. Voorbeeld: Verander de instelling naar “060”.
Mixerfunctie Hoe parameters werken ■ Octaafverschuiving (Octave Shift) (Bereik: –2 tot en met 0 tot en met +2) Hieronder volgen de parameters waarvan de instellingen veranderd kunnen worden tijdens de parameterbewerkingsfunctie. U kunt de octaafverschuiving gebruiken om het bereik van de toon omhoog of omlaag te verschuiven. Bij gebruik van de piccolo toon kan het voorkomen dat bijzonder hoge noten die u wilt spelen niet binnen het bereik van het toetsenbord vallen.
Mixerfunctie Effectparameters De mixer laat u de effecten bedienen die uitgeoefend worden op elk apart deel waarin het verschilt van de effectfunctie waarvan de instellingen enkel toegepast worden op alle delen in het algemeen. ■ Nagalmzenden (Reverb Send) (Bereik: 000 tot en met 127) Deze parameter stuurt hoeveel nagalm op een deel wordt uitgeoefend. Een instelling van “000” schakelt de nagalm uit terwijl een instelling van 127 maximale nagalm uitoefent.
Synthesizerfunctie De synthesizerfunctie van dit keyboard voorziet in de gereedschappen voor het creëren van uw eigen originele tonen. Kies gewoonweg één van de ingebouwde tonen en verander de parameters ervan om uw eigen orginele geluid te creëren. U kunt de geluiden zelfs in het geheugen opslaan m.b.v dezelfde procedure die gebruikt wordt voor het instellen van een voorkeuzetoon.
Synthesizerfunctie ■ Resonantie De resonantie versterkt de harmonische componenten in de buurt van de afsnijfrequentie hetgeen een apart geluid teweegbrengt. Een grotere resonantiewaarde versterkt het geluid zoals aangegeven in de afbeelding. Niveau Frequentie Afsnijfrequentie Kleine waarde Grote waarde Resonantie OPMERKING • Bij bepaalde tonen kan een grote resonantiewaarde vervorming of ruis veroorzaken tijdens het aanslaggedeelte van de toon.
Synthesizerfunctie Opslaan van eigen tonen De groep toonnummers van 700 tot en met 799 (gebruikerstoonnummers 001 tot en met gebruikerstoonnummers 100) wordt het “gebruikersgebied ” genoemd omdat ze gereserveerd zijn voor het opslaan van gebruikerstonen. Nadat u een voorkeuzetoon opgeroepen heeft en de bijbehorende parameters vervangen heeft om uw eigen gebruikerstoon te creëren kunt u deze opslaan in het gebruikersgebied voor later oproepen.
Synthesizerfunctie SYNTH CURSOR ●WK-3200 MODULATION MODULATIONtoetsindicator button lamp [+]/[–] Creëren van een gebruikerstoon Gebruik de volgende procedure om een voorkeuzetoon te selecteren en de parameters te veranderen om een gebruikerstoon te creëren. 1 2 Parameters en hun instellingen Druk op de SYNTH toets. Parameterinstelwaarde Huidige ingestelde parameter A t k T i me Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt veranderen.
Synthesizerfunctie ■ Modulatietoewijzing (Molulation Assign) (bereik: *) De modulatietoewijzingsparamater specificeert welke parameters beïnvloed moeten worden wanneer u de modulatiefunctie van het keyboard gebruikt. Selecteer “oFF” (uit) voor parameters die u niet wilt laten beïnvloeden door de modulatiefunctie. Mo d u l a t .
Synthesizerfunctie ■ Vibrato golfvorm (Vibrato Waveform) (Bereik: Zie hieronder.) ■ Toetsgevoeligheid (Touch Sensitivity) (Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63) Specificeert de vibrato golfvorm. Deze parameter regelt het volume van de toonin overeenkomst met de druk die wordt uitgeoefend op de klaviertoetsen. Een grotere positieve waarde verhoogt het volume van het afgegeven signaal als de druk verhoogd wordt terwijl een negatieve waarde het volume verlaagd bij meer druk op de klaviertoetsen.
Synthesizerfunctie DSP instellingen Gebruik het DSP bewerkingsscherm om het DSP type te selecteren en parameters te bewerken. 1 2 Selecteer een toon, druk op de SYNTH toets en configureer vervolgens de parameterinstellingen. Druk nadat u alles naar wens heeft eenmaal op de [왔] CURSOR toets. In het geheugen opslaan van een gebruikerstoon De volgende procedure toont hoe een gebruikerstoon opgeslagen wordt in het geheugen.
Registratiegeheugen Karakteristieken van het registratiegeheugen Het registratiegeheugen laat u maximaal 32 keyboard instellingen opslaan (4 instellingen x 8 banken) voor onmiddellijk oproepen wanneer u ze nodig heeft. Hierdoor volgt een lijst van instellingen die in het registratiegeheugen worden opgeslagen. Namen voor opstellingen U kunt instellingen toewijzen aan één van 32 gebieden, die u kunt selecteren m.b.v. de BANK toetsen 1 tot en met 4 en de vier REGISTRATION toetsen.
Registratiegeheugen Number buttons Cijfertoetsen BANK REGISTRATION STORE Vastleggen van een opstelling in het registratiegeheugen Oproepen van een opstelling van het registratiegeheugen 1 1 Stel een toon en ritme in en maak de opstelling van het keyboard precies zoals u dat wilt. • Zie “Instellingen van het registratiegeheugen” op pagina D-51 voor details over welke data in het registratiegeheugen wordt opgeslagen. 2 Gebruik de BANK toets of de cijfertoetsen om de bank te selecteren.
Melodiegeheugenfunctie Dit keyboard staat u toe om vijf verschillende melodieën op te nemen in het melodiegeheugen voor latere weergave. Er zijn twee methoden die u kunt gebruiken voor het opnemen van een melodie: real-time opnemen waarbij u de noten opneemt zoals u ze op het toetsenbord aanslaat en stapopname waarbij u akkoorden en noten stuk voor stuk invoert. Instellen van een spoor Gebruik de SONG MEMORY TRACK toetsen die gemarkeerd zijn als CHORD/TR1 tot en met TR6 om het gewenste spoor in te stellen.
Melodiegeheugenfunctie CURSOR SONG MEMORY Number buttons Cijfertoetsen [+]/[–] YES/NO SONG MEMORY TRACK START/STOP INTRO/ENDING 1/2 VARIATION/FILL-IN 1/2 SYNCHRO/FILL-IN NEXT Gebruik van real-time opname 4 Bij real-time opname worden de noten opgenomen zoals en op het moment dat u ze speelt op het toetsenbord. • Bj het aanvangen van de opname gaat de REC indicator knipperen in de display. Na enkele ogenblikken stopt de indicator met knipperen en blijft dan non-stop branden in de display.
Melodiegeheugenfunctie Spoor 1 inhoud na real-time opname Naast keyboardnoten en begeleidingsakkoorden worden tevens de volgende data opgenomen op Spoor 1 tijdens realtime opname. Deze data worden toegepast wanneer Spoor 1 weergegeven wordt.
Melodiegeheugenfunctie Weergeven van het melodiegeheugen Nadat u sporen opgenomen heeft bij het geheugen kunt u ze weergegeven om te horen hoe ze klinken. Van het melodiegeheugen weergeven 1 Gebruik de SONG MEMORY toets om de weergavestandbyfunctie in te schakelen en gebruik dan de cijfertoetsen om een melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren. Melodienummer Met stapopname kunt u automatische begeleidings akkoorden en -noten opnemen en zelfs noten stuk voor stuk instellen.
Melodiegeheugenfunctie 7 Opnemen van akkoorden met stapopname 1 Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de opnamestandbyfunctie in te schakelen, en gebruik dan de cijfertoetsen om het melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren. Knippert S t e p Re c 2 Voer de volgende instellingen uit. • Ritmenummer • MODE toets 3 Om spoor 1 in te stellen, druk op de CHORD/TR1 toets die één van de SONG MEMORY TRACK toetsen is. • Bij het aanvangen van de opname gaat de REC indicator knipperen in de display.
Melodiegeheugenfunctie Instellen van akkoorden tijdens de normale functie Wanneer de MODE toets ingesteld staat op normaal (Normal) tijdens stapopname kunt u akkoorden specificeren m.b.v. een methode die verschilt van CASIO CHORD en Fingered vingerzettingen.
Melodiegeheugenfunctie 4 BELANGRIJK! • De lengte van het slotpatroon hangt af van het ritme dat u gebruikt. Controleer de lengte van het slotpatroon dat u gebruikt en stem de lengte van het akkoord daarop af in stap 6. Als het akkoord te kort is in stap 6 kan het slotpatroon afgekapt worden. Om stapopname van akkoorden uit te voeren zonder ritme Sla stap 4 over. Het ingestelde akkoord met de lengte gespecificeerd met de cijfertoetsen wordt opgenomen.
Melodiegeheugenfunctie 2 Kies het spoor (2 – 6) waarop moet worden opgenomen met de SONG MEMORY TRACK toetsen. Voorbeeld: Selecteer Spoor 2. Knippert • Bij het weergeven van een spoor dat opgenomen was met een geselecteerde geavanceerde toon, kan er een lichte vertraging plaatsvinden voordat de eerste noot van het spoor te horen is. Mocht dit het geval zijn, probeer dan om een korte pauze aan het begin van het spoor toe te voegen. Spoorinhoud na stapopname 3 Stel een toonnummer in.
Melodiegeheugenfunctie 4 Corrigeren van fouten tijdens stapopname 1 Druk op de YES toets. • Dit wist alle data van de plaats die u specificeerde waarna de opnamestandbyfunctie wordt ingeschakeld. • Door op de [왖] CURSOR toets of de NO toets te drukken wordt het wissen van de data geannuleerd. Gebruik zonder de stapopname te verlaten de [왗] CURSOR toets om de invoeraanwijzer naar links te verplaatsen. Maat 120/maatslag 1/klok 0 (Stapopname begint vanaf hier.
Melodiegeheugenfunctie Bewerken van de geheugeninhoud 4 Na opnemen naar het keyboardgeheugen kunt u nog steeds afzonderlijke noten en parameterinstellingen (zoals bijvoorbeeld toonnummer) oproepen en naar wens veranderingen aanbrengen. Dit betekent dat u verkeerd gespeelde noten kunt corrigeren, tooninstellingen kunt veranderen, enz. De volgende types data kunnen worden bewerkt.
Melodiegeheugenfunctie Bewerkingstechnieken en display-inhoud Hieronder worden bewerkingstechnieken beschreven die u kunt gebruiken om de verschillende in het geheugen opgeslagen parameters te veranderen. Veranderen van de toetsdruk (aanslagsnelheid) van een noot Verander de cijfertoetsen of de [+] en [–] toetsen. No t e G4 Veranderen van de toonhoogte van een noot Voer een nieuwe noot in via het toetsenbord of gebruik de [+] en [–] toetsen om de toonhoogte van een noot te veranderen.
Melodiegeheugenfunctie Bewerken van een melodie 4 U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren tijdens de melodiebewerkingsfunctie. Gebruik de SONG MEMORY TRACK toetsen om het opgenomen spoor of sporen in te stellen waarvan u de data wilt uitwissen. Spoorwissen standby • Wis een melodie • Wis een spoor • Melodiekopregeldata herschrijven (paneelopname) Opgenomen spoor Wissen van een melodie 1 2 3 Spoor dat wordt gewist (meerdere sporen kunnen worden gespecificeerd.
Instellingen van het keyboard TONE TRANSPOSE/FUNCTION EXIT CURSOR Number buttons Cijfertoetsen [+]/[–] YES/NO SPLIT 2 Onderdelen 3 Stel de gelaagde toon in. Voorbeeld: Gebruik om “460 GM FRENCH HORN” als de gelaagdetoon te selecteren de cijfertoetsen om 4, 6 en daarna 0 in te voeren. Met de lagenfunctie kunt u twee verschillende tonen (een hoofdtoon en een gelaagde toon) toewijzen aan het toetsenbord die beide weergegeven worden telkens wanneer u een klaviertoets aanslaat.
Instellingen van het keyboard 4 Gebruik van splitsen Met splitsing wijst u twee verschillende tonen (een hoofdtoon en een splitstoon) toe aan het linker en het rechter gedeelte van het toetsenbord, zodat u dus één toon met de linkerhand en één toon met de rechterhand kunt spelen. U kunt bijvoorbeeld GM STRINGS 1 als de hoofdtoon (hoog bereik) selecteren en GM PIZZICATO als de splittoon (laag bereik) zodat u op die manier de beschikking over een heel strijkensemble in uw vingers heeft.
Instellingen van het keyboard 4 Gebruik van lagen en splitsen tegelijkertijd Lagen en splitsen kunnen tegelijkertijd gebruikt worden om een gelaagd splitstoetsenbord te verkrijgen. Er is geen verschil tussen eerst gelaagde tonen creëren en vervolgens het toetsenbord splitsen en deze handelingen in omgekeerde volgorde doen.
Instellingen van het keyboard Transpositie van het keyboard Gebruik van aanslagvolume Transpositie laat u de sleutel van het gehele toetsenbord verhogen en verlagen in semitoon (halve toon) eenheden. Als u een begeleiding wilt spelen voor een zanger die in een andere sleutel zingt dan het keyboard bijvoorbeeld, kunt u eenvoudigweg de sleutel van het keyboard veranderen met de transponeerfunctie.
Instellingen van het keyboard Stemmen van het keyboard Met deze functie kunt u het keyboard fijnstemmen zodat hij overeenkomt met hoe andere muziekinstrumenten gestemd zijn. Stemmen van het keyboard 1 2 Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het stemscherm te verkrijgen. Tune 3 Verander de steminstelling van het keyboard m.b.v. de [+] en [–] toetsen. Voorbeeld: Om de steminstelling met 20 te verlagen.
Instellingen van het keyboard Veranderen van andere instellingen Insteltypes De tabel hieronder toont de parameters waarvan u de instellingen kunt veranderen. Omschrijving Pagina Transponeren (Trans.) Instelmenu Bijregelen van de algehele toonschaal van het keyboard in stappen van een halve toon. D-68 Automatisch harmonisatie (AutoHarm) Selecteert het automatisch harmonisatietype. D-72 Aanslagvolume (Touch) Specificatie hoe geluid moet veranderen met de aanslagdruk op de klaviertoetsen.
Instellingen van het keyboard Gebruiken van het toetsenbordinstelmenu 1 Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets. • Hierdoor verschijnt een aanwijzer in de display naast TRANSPOSE/FUNCTION. 2 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen en de [왖] en [왔] CURSOR toetsen om de items op te roepen waarvan u de instellingen wilt veranderen.
Instellingen van het keyboard 3 Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om de waarden te veranderen. • Instellingen die u maakt worden uitgeoefend zelfs als u niet op de EXIT toets drukt. • Zie het volgende hoofdstuk met als titel “Instelmenu items” voor details aangaande elke instelling. • Druk na het maken van de gewenste instellingen op de TRANSPOSE/FUNCTION toets of op de EXIT toets om terug te keren naar het toon- of het ritmekeuzescherm.
Instellingen van het keyboard 쏋 Andere instellingen Instelmenu Bereik Default 00 a 15 07 SUS SUS Wijst het aanhoudpedaaleffect toe aan een pedaal. SoS — Wijst het sostenutopedaaleffect toe aan een pedaal. SFt — Wijst het zachte pedaaleffect toe aan een pedaal. rhy — Wijst de START/STOP toetsfunctie toe aan een pedaal.
Gebruik van de SMF speler De letters “SMF” vormen de afkorting van Standard MIDI File (standaard MIDI bestand), hetgeen een bestandformaat is dat het delen van MIDI data tussen de verschillende software en sequencers mogelijk maakt. Er zijn in feite drie SMF formaten, genaamd SMF 0, SMF 1, en SMF 2. Dit keyboard ondersteunt het SMF 0 formaat, welk op het moment het meest gebruikte formaat is en dus verwijzen alle uitspraken over “SMF data” in deze gebruiksaanwijzing naar SMF 0 formaat data. U kunt m.b.v.
Gebruik van de SMF speler SMF spelerfunctie bedieningsstroomdiagram Displayscherm Toon/ritme selectiescherm Nummergedeelte SMF PLAYER toets SMF PLAYER toets Tekstgedeelte Selecteer het medium. SMF spelerindicator gaat branden. EXIT toets [왖] [왔]* Selecteer de bestand. Bestandnummer 000 Bestandnaam ABC1 [왘]*, [+] 001 [왗]*, [–] ABC2 [왘], [+] [왗], [–] [왘], [+] ABC3 [왗], [–] 008 START/STOP toets Directe invoer d.m.v. cijfertoetsen is ook mogelijk. [ 왔] [왖] Selecteer het meespeeldeel.
Gebruik van de SMF speler SMF PLAYER CHANNEL CURSOR Number buttons Cijfertoetsen [+]/[–] ACCOMP VOLUME START/STOP EXIT Weergave van een SMF Flash-geheugen Merk op dat de eerste stap die u moet uitvoeren in de onderstaande procedure afhangt van of u weergeeft van het flash-geheugen, vanaf een SmartMedia kaart of vanaf een floppy diskette (alleen bij model WK-3700). 2-1 • Hierdoor verschijnt de “SMF PLAYER” indicator in de display.
Gebruik van de SMF speler 3 Druk op de [왔] CURSOR toets om het bestandselectiescherm te verkrijgen. • SMF bestanden zijn die bestanden die eindigen met de extensie “MID”. Er verschijnt een foutmelding wanneer er zich op dat moment geen SMF bestanden in het flash-geheugen bevinden. 4 Voer d.m.v. de cijfertoetsen het drie-cijferige bestandnummer in van het bestand dat u wilt spelen. • De naam van het op dat moment geselecteerd bestand verschijnt in het tekstgedeelte van het display.
Gebruik van de SMF speler SMF speler foutlezingen Het volgende beschrijft wat u moet doen wanneer een foutlezing verschijnt tijdens de SMF spelerfunctie. Foutlezing Oorzaak Err Not SMF0 U probeert SMF data te spelen die niet volgens Format 0 zijn. Err WrongDat Er is een probleem met de SMF data die u probeert af te spelen of de data is beschadigd. Maatregel Gebruik uitsluitend Format 0 SMF data. Gebruik andere data. D-78 WK3200_d_65-78.p65 738A-D-080A 78 05.4.
MIDI Wat is MIDI? MIDI instellingen U kunt de instellingen van een aantal parameters veranderen die regelen hoe MIDI boodschappen worden verzonden en ontvangen. Wat is MIDI? MIDI is een standaard voor digitale signalen en aansluitingen die het mogelijk maakt om muziekinstrumenten, computers en andere toestellen uit te laten wisselen ongeacht het merk of de makelij.
MIDI Gebruiken van het Music Data Management Software (op de meegeleverde CD-ROM) 1. Navigeer om het Music Data Management Software te installeren naar de CD-ROM op uw computer en dubbelklik op “wk3-30.exe”. Volg daarna de aanwijzingen die verschijnen op uw computerscherm. De Music Data Management Software applicatie op de CDROM die meegeleverd wordt met het keyboard laat u data die u met uw computer gedownload heeft van de CASIO MUSIC SITE oversturen naar het geheugen van het keyboard.
MIDI ■ Terugstellen (resetten) van het keyboard naar de oorspronkelijke default instellingen De “Data” map op de CD-ROM die gebundeld is met het keyboard bevat een bestand dat “alldata”.ckf” heet en wat alle in de fabriek vooraf ingestelde default insteldata bevat. Door de “alldata.ckf” data naar het flash-geheugen van het keyboard over te sturen worden alle instellingen teruggesteld naar de oorspronkelijke default instellingen.
Opslaan van Data U kunt data opslaan die u gecreëerd heeft en data die u naar het keyboard heeft gestuurd vanaf een computer. De data wordt opgeslagen in het ingebouwde flash-geheugen, op een SmartMedia kaartTM of op een floppy-diskette (WK-3700). In deze gebruiksaanwijzing worden deze SmartMedia kaarten en floppy-diskettes aangeduid als “externe opslagmedia”. De types bestanden die opgeslagen kunnen worden op externe opslagmedia worden inde onderstaande tabel gegeven.
Opslaan van Data Gebruik van de SmartMedia kaart Uw keyboard is uitgerust met een kaartgleuf die het gebruik van SmartMediaTM kaarten ondersteunt die u kunt gebruiken voor het opslaan van melodieën die u van uw computer overgestuurd heeft, of voor melodieën die opgeslagen zijn in het flashgeheugen van het keyboard en andere data. Dit voorziet u in toegang tot vrijwel onbeperkte hoeveelheden data die u onmiddellijk kunt laden op elke moment dat u de data nodig heeft.
Opslaan van Data Insteken en verwijderen van een SmartMedia kaart Het gebruik van de floppy disk-drive (alleen bij model WK-3700) Hieronder wordt beschreven hoe een SmartMedia kaart in de kaartgleuf wordt gestoken en hoe u deze kunt verwijderen. Kenmerken van de floppy diskette Insteken van een SmartMedia kaart in de kaartgleuf Steek de SmartMedia kaart met de zijde met de contactpunten naar beneden in de kaartgleuf. Druk de kaart zover mogelijk in de gleuf.
Opslaan van Data • De disk-drive maakt gebruik van een manetische kop. Een vuile kop kan data van de diskette niet nauwkeurig lezen en de bestaande data op de diskette mogelijk beschadigen. Om dit te vermijden kunt u het beste een in de handel verkrijgbare koppenreinigingsdiskette gebruiken om de kop geregeld schoon te maken. • Gebruik geen computer, een ander elektronisch instrument of een ander apparaat om een bestandnaam of de inhoud van een bestand te wijzigen die met dit keyboard gecreëerd was.
Opslaan van Data Uitwerptoets Eject button CURSOR ●WK-3700 DISK/CARD ●WK-3200 [+]/[–] YES/NO Een diskette insteken en uitwerpen In het volgende gedeelte wordt beschreven hoe de diskette in de disk-drive wordt gestoken en hoe hij er weer wordt uitgehaald. Om een diskette in de floppy disk-drive te steken 1 Steek de diskette met de sticker naar boven en de sluiter naar voren in de disk-drive zoals aangegeven in de afbeelding.
Opslaan van Data 4 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het scherm te tonen voor het type bewerking die u wilt uitvoeren. Load [왘] [왗] Sa v e [왘] [왗] R e n ame [왘] [왗] De l e t e [왗] [왘] F o r ma t • Zie de pagina’s hieronder om aan te refereren voor details aangaande het gebruik van elk van de bovenstaande menubewerkingen.
Opslaan van Data 2 3 4 5 6 7 Druk op de [왔] CURSOR toets om de kaartfunctie (of diskfunctie) te verkrijgen. 9 • Als u de melodiedata opslaat dan verschijnt het bestandtype selectiescherm als volgende. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om “SMF” of “SONG” te selecteren. Druk op de [왔] CURSOR toets na het bestandtype te hebben geselecteerd. • Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap om u te vragen of u de data inderdaad wilt opslaan.
Opslaan van Data 6 VOORBEREIDINGEN • SmartMedia kaart • Steek de SmartMedia kaart die de data bevat die u wilt laden in de kaartgleuf van het keyboard. • Floppy Diskette (alleen bij model WK-3700) • Steek de floppy diskette die de data bevat die u wilt laden in de floppy disk-drive van het keyboard. 7 8 9 BELANGRIJK! • Probeer nooit een andere bedieningshandeling uit te voeren terwijl “Pls Wait” wordt aangegeven.
Opslaan van Data Hernoemen van een Bestand 7 Gebruik de procedures in dit hoofdstuk wanneer u de naam van een bestand wilt veranderen dat u eerder opgeslagen had naar een extern opslagmedium. • U kunt de cijfertoetsen ook gebruiken om een bestandnummer van drie cijfers in te voeren. Het bestandnummer wordt getoond in het cijfergedeelte van het display.
Opslaan van Data 8 VOORBEREIDINGEN • SmartMedia kaart • Steek de SmartMedia kaart die het bestand bevat dat u wilt wissen in de kaartgleuf van het keyboard. Let er op dat de sticker verwijderd is van het schrijfgebied van de kaart, waardoor schrijven mogelijk wordt. • Floppy Diskette (alleen bij model WK-3700) • Steek de floppy diskette die het bestand bevat dat u wilt wissen in de floppy disk-drive van het keyboard.
Opslaan van Data Formatteren van uitwendige opslagmedia 1 Wat u eerst dient te doen hangt af van het type externe opslagmedium dat u gebruikt. • SmartMedia kaart: Druk bij model WK-3700 tweemaal op de DISK/ CARD toets. Druk bij model WK-3200 één maal op de CARD toets. • Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/ CARD of CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding “Card” (kaart) als tekst aangegeven in de display. • Floppy Diskette (alleen bij model WK-3700) : Druk op de DISK/CARD toets.
Opslaan van Data Foutlezingen bij SmartMedia kaarten Displaymelding Oorzaak Te ondernemen stappen Err Card R/W Er is iets fout met de kaart. Gebruik een andere kaart. Err CardFull De kaart is vol. 1. Gebruik een andere kaart. 2. Wis bestanden die u niet langer nodig heeft van de kaart (pagina D-90). Err No Card 1. De kaart is niet juist in de kaartgleuf geplaatst. 2. Er bevindt zich geen kaart in de kaartgleuf of de kaart was halverwege een kaartbewerking verwijderd. 1.
Opslaan van Data Foutlezingen bij de disk-drive (alleen bij model WK-3700) Displaymelding Oorzaak Te ondernemen stappen Err ReadOnly Poging om een bestand te creëren met dezelfde naam als een bestaand bestand dat alleen gelezen kan worden (Read Only). Sla het nieuwe bestand op een andere diskette op of gebruik een andere naam. Err Format 1. Het formaat van de diskette is niet compatibel met dit keyboard. 2. De diskette is niet geformatteerd. 3. De diskette is beschadigd. 1.
Oplossen van moeilijkheden Probleem Mogelijke oorzaak Geen geluid van het keyboard 1. Probleem met stroomvoorziening. Handeling de 2. De stroom is niet ingeschakeld. 3. Het volume is te laag ingesteld. 4. Spelen in het begeleidingstoetsenbord gebied terwijl de instelling van de MODE toets op CASIO CHORD of FINGERED staat. 5. De functie voor lokale bediening is uitgeschakeld. 6. Mixerkanaal 1 is uitgeschakeld. 7. De instelling van het volume van mixerkanaal 1 is te laag. 8.
Oplossen van moeilijkheden Probleem Mogelijke oorzaak Handeling De sleutel of de stemming komt niet overeen bij spelen met een ander MIDI toestel. 1. De stem- of transponeerparameter staat ingesteld op een andere waarde dan 00. 2. Instellingen voor ruwweg en fijnstemmen van de mixer en/of octaafverschuiving zijn waarden anders dan 00. 1. Verander de waarde van de stemof transponeerparameter naar 00. D-68, 69 2. Zet de instellingen voor ruwweg en fijnstemmen en/of octaafverschuiving in op 00.
Oplossen van moeilijkheden Probleem Mogelijke oorzaak Handeling Een gedownloade toon met golfvorm bevat ruis of de bediening het toetsenbord vindt niet goed plaats. Iemand kan het keyboard uitgeschakeld hebben terwijl data op dat moment juist opgeslagen werd in het flash-geheugen of iemand was er de oorzaak van dat de inhoud van het flash-geheugen om de één of andere reden beschadigd is geraakt. Gebruik de TRANSPOSE/FUNCTION toets om het systeem terug te stellen.
Technische gegevens Model: WK-3700/WK-3200 Toetsenbord: 76 toetsen van standaard formaat, 6 1/4 octaven met aanslagvolume (Uit / 1 / 2 / 3) (OFF/1/2/3) Tonen: 332 geavanceerde tonen + 200 voorkeuzetonen + 18 drumsets + 100 standaard gebruikerstonen + 20 gebruikerstonen met golven * + 4 gebruikersdrumsetten golven* + 50 trekstaaforgel tonen + 100 gebruikers trekstaaforgel tonen (824 tonen in het totaal); lagen/splitsen Polyfonie: 32 noten maximaal (10 voor bepaalde tonen) Trekstaaforgelfunctie Trekst
Technische gegevens Registratiegeheugen Aantal instellingen: 32 (4 instellingen x 8 banken) Geheugeninhoud: Toon, ritme, tempo, lagen aan/uit, splitsen aan/uit, splitspunt, harmoniseren aan/ uit, mixerinstellingen (kanalen 1 tot en met 10), effectinstellingen, aanslagsnelheidinstellingen, toewijsbare aansluitinginstelling, transponeren, stemmen, begeleidingsvolume instelling, toonhoogtebuigbereik, automatisch harmonisatietype, MODE toets instelling, synchronische standby toestand, mixer aanhouden, DSP a
Technische gegevens Aansluitingen MIDI aansluitingen: Ingang (IN), uitgang (OUT) Aanhoudpedaal/ toewijsbare aansluiting: Standaardaansluiting (aanhouden, sostenuto, zacht, ritme start/stop) •WK-3700 Headphones: Standaard stereo-aansluiting Uitgangsimpedantie : 200 Ω Uitgangsspanning : 250 mV (RMS) MAX Line Out (R, L/MONO): Standaard stereo-aansluiting x 2 Uitgangsimpedantie : 3 kΩ Uitgangsspanning : 1,5 V (RMS) MAX •WK-3200 Hoofdtelefoon/uitgangsaansluiting: Standaard stereo-aansluiting Uitgangsim
Onderhoud van uw instrument Vermijd hitte, vocht en direct zonlicht. Stel dit instrument niet bloot aan direct zonlicht, zet het niet op een plaats dichtbij een airconditioning of op een bijzonder warme plaats. Gebruik het toestel niet in de buurt van een TV of radio. Dit instrument kan storing veroorzaken bij TV en radio. Mocht dit gebeuren, zet het instrument dan verder weg van de TV of de radio. Gebruik voor het reinigen van het toestel nooit lak, verdunner of dergelijke chemicaliën.
738A-D-104A WK3200_d_95-101.p65 102 05.4.
WK3200_d_A-01-13.p65 2 PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO CHROM.PERC CHROM.PERC CHROM.
1 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 2 GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS ORCHESTRA ORCHESTRA ORCHESTRA ORC
1 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231 232 233 234 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254 255 256 257 258 259 260 261 262 263 264 265 266 267 268 269 270 271 272 2 BRASS BRASS REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH
400 401 402 403 404 405 406 407 408 409 410 411 412 413 414 415 416 417 418 419 420 421 422 423 424 425 426 427 428 429 430 431 432 433 434 435 436 437 438 439 440 441 442 443 444 445 446 447 448 449 450 451 452 453 454 455 456 1 GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM 2 3 GM PIANO 1 GM PIANO 2 GM PIANO 3 GM HONKY-TONK GM E.PIANO 1 GM E.
2 GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS 1 517 518 519 520 521 522 523 524 525 526 527 528 529 530 531 532 533 534 535 536 537 538
700 701 702 703 704 705 706 707 708 709 710 711 712 713 714 715 716 717 718 719 720 721 722 723 724 725 726 727 728 729 730 731 732 733 734 738 736 737 738 739 740 741 742 743 744 745 746 747 748 749 750 751 752 753 754 755 756 1 USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE USER TONE
WK3200_d_A-01-13.p65 7 3 PIANO EX.
WK3200_d_A-01-13.p65 8 A-8 05.4.14, 4:41 PM 3 Betekenis Normal 1 octaaf lager 1 octaaf hoger DRAWBAR ORGAN 1 JAZZ ORGAN 1 FULL DRAWBAR PERC. ORGAN 1 16'+1' ORGAN SOUL ORGAN 1 OVERDRIVE ORGAN 1 DRAWBAR ORGAN 2 BLOCK ORGAN 1 THEATER ORGAN 1 JAZZ ORGAN 2 SOUL ORGAN 2 GOSPEL ORGAN 1 CHORUS ORGAN 1 OVERDRIVE ORGAN 2 BLOCK ORGAN 2 DRAWBAR ORGAN 3 PERC. ORGAN 2 THEATER ORGAN 2 GOSPEL ORGAN 2 EVEN ORGAN FLUTE ORGAN 1 CHORUS ORGAN 2 OVERDRIVE ORGAN 3 16' ORGAN SOUL ORGAN 3 PERC. ORGAN 3 DRAWBAR ORGAN 4 PERC.
Appendix Drumklankenlijst ➝ “ ” geeft hetzelfde geluid aan als STANDARD SET 1.
Appendix Klaviertoets/ Nootnummer C-1 0 D-1 2 E-1 4 F-1 5 G-1 7 A-1 9 B-1 11 C0 12 D0 14 E0 16 F0 17 C#-1 1 E -1 3 F#-1 6 A -1 8 B -1 10 C#0 13 E 0 15 F#0 18 G0 19 A 0 20 A0 21 B 0 22 B0 23 C1 24 D1 26 E1 28 F1 29 G1 31 A1 33 B1 35 C2 36 D2 38 E2 40 F2 41 G2 43 A2 45 B2 47 C3 48 D3 50 E3 52 F3 53 C#1 25 E 1 27 F#1 30 A 1 32 B 1 34 C#2 37 E 2 39 F#2 42 A 2 44 B 2 46 C#3 49 E 3 51 F#3 54 G3 55 A 3 56 A3 57 B 3 58 B3 59 C4 60 D4 62 E4 64 F4 65 C#4 61 E 4 63 F#4 66 G4 67 A 4 68
738A-D-115A WK3200_d_A-01-13.p65 11 05.4.
Appendix Fingered akkoordkaarten Akkoordtype Grondtoon M m 7 m7 dim7 M7 dim m7-5 C C /(D ) D (D )/E E F F /(G ) G (G )/A A (A )/B B * U kunt de bovenstaande vingerzettingen gebruiken om akkoorden weer te geven met vingerzettingen die passen binnen het bereik van het toetsenbord. A-12 WK3200_d_A-01-13.p65 738A-D-116A 12 05.4.
Appendix Akkoordtype Grondtoon aug sus4 7sus4 m add9 mM7 7-5 add9 C C /(D ) D (D )/E E F F /(G ) G (G )/A A (A )/B B A-13 738A-D-117A WK3200_d_A-01-13.p65 13 05.4.
WK3200_d_A-14-15.p65 14 Displaynaam Standard Bass + Treble + Loundness Mellow Bright Rock Dance Jazz Classic Nr.
Displaynaam WK3200_d_A-14-15.
WK3200_d_A-16-25.p65 16 ■ Parameters 0 : Lage frequentie (Bereik: 0 (200Hz), 1 (400Hz), 2 (800Hz)) Regelt de afsnijfrequentie van de laagband equalizer. 1 : Lage versterking (Bereik: –12, –11, –10 tot 0 tot +10, +11, +12) Regelt de versterking van de laagband equalizer. 2 : Hoge frequentie (Bereik: 0 (6.0KHz), 1 (8.0KHz), 2 (10KHz)) Regelt de afsnijfrequentie van de hoogband equalizer. ■ Functie Dit is een tweebanden equalizer.
WK3200_d_A-16-25.p65 17 ■ Parameters 0 : Diepte (Bereik: 0 – 127) Regelt de compressie van het geluidssignaal. 1 : Aanslag (Bereik: 0 – 127) Regelt de mate van aanslag van het ingangssignaal. Een kleinere waarde veroorzaakt een onmiddellijk werking van de compressor die de aanslag van het ingangssignaal onderdrukt. Een grotere waarde vertraagt de werking van de compressor waardoor de aanslag afgegeven wordt zoals hij is.
WK3200_d_A-16-25.p65 18 ■ Parameters 0 : Overdrive versterking (Bereik: 0 – 127) Regelt de overdrive versterking. 1 : Overdrive niveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het uitgangsniveau van de overdrive. 2 : Snelheid (Bereik: langzaam, snel) Schakelt de snelheidsfunctie over tussen snel en langzaam. 3 : Pauze (Bereik: Roteren, Stop) Stopt het draaien van de luidspreker. ■ Functie Dit is een simulator in overdrive die een draaiende luidspreker nabootst.
WK3200_d_A-16-25.p65 19 ■ Parameters 0 : Snelheid1 (hoge LFO snelheid = Fast LFO Rate) (Bereik: 0 – 127) Stelt de snelheid van LFO1 in. 1 : Diepte1 (snelle LFO diepte = Fast LFO Depth) (Bereik: 0 – 127) Stelt de diepte van LFO1 in. 2 : Snelheid2 (langzame LFO snelheid = Fast LFO Rate) (Bereik: 0 – 127) Stelt de snelheid van LFO2 in. 3 : Diepte2 (lage LFO diepte = Fast LFO Depth) (Bereik: 0 – 127) Stelt de diepte van LFO2 in. 4 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
WK3200_d_A-16-25.p65 20 ■ Parameters 0 : LPF (Bereik: 0 – 127) Regelt de afsnijfrequentie van het laagfilter. Een kleinere waarde elimineert het hoge bereik. 1 : HPF (Bereik: 0 – 127) Regelt de afsnijfrequentie van het hoogfilter. Een kleinere waarde elimineert het lage bereik. 2 : Terugkoppeling (Feedback) (Bereik: 0 – 127) Regelt de herhaling van de vertraging. 3 : Hoogdemping (High Damp) (Bereik: 0 – 127) Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
WK3200_d_A-16-25.p65 21 738A-D-125A 05.4.
WK3200_d_A-16-25.
WK3200_d_A-16-25.p65 23 738A-D-127A 05.4.14, 4:41 PM ■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Vervorming-Lo-Fi ( Distortion-Lo-Fi).
WK3200_d_A-16-25.p65 24 A-24 05.4.14, 4:41 PM ■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan LFO Wah – Tri 2-fasezweving-2-tap vertraging (LFO Wah-Tri 2-Phase Chorus-2Tap Delay).
WK3200_d_A-16-25.p65 25 ■ Parameters 0 : Vervormingsversterking (Distortion Gain) 1 : Vervorming laagband (Distortion Low) 2 : Vervorming hoogband (Distortion High) 3 : Vervormingsniveau (Distortion Level) 4 : Vertragingstijd (Delay Time) 5 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level) 6 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback) 7 : Vertraging hoge demping (Delay High Damp) ■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Vervorming - 3-tap vertraging (Distortion-3-Tap Delay).
738A-D-130A O 9nH V = 1-127 X X O O O O O O O O O O O O O O O O O O O 9nH V = 1-127 X 9nH V = 0 X X O O O O O O X*2 O O O O O*3 O*3 O*3 O O O 0,32 1 6.
738A-D-131A O X X X X X X O O X O X X X O O X X X X System Exclusive : Song Pos : Song Sel : Tune : Clock : Commands : Local ON/OFF : All notes OFF : Active Sense : Reset System Common System Real Time Aux Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 3 : OMNI OFF, POLY Remarks Messages Brightness Vibrato rate Vibrato depth Vibrato delay DSP Parameter4 DSP Parameter5 DSP Parameter6 DSP Parameter7 Reverb send Chorus send NRPN LSB, MSB RPN LSB, MSB All sound off Reset all controller Mode 2 : OMNI ON, MONO Mode 4
Dit kringloopteken geeft aan dat de verpakking voldoet aan de wetgeving betreffende milieubescherming in Duitsland. CASIO COMPUTER CO.,LTD.