NL DATA PROJECTOR XJ-UT310WN Gebruiksaanwijzing z Lees de “Veiligheidsvoorzorgen” en “Voorzorgen in het gebruik” in het document “Instelgids” dat meegeleverd wordt met de Data Projector en zorg ervoor dat u dit product correct gebruikt. z Bewaar deze handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in op kunt zoeken. z Bezoek de website hieronder voor de nieuwste versie van deze handleiding. http://world.casio.
z DLP is een gedeponeerd handelsmerk van Texas Instruments uit de Verenigde Staten. z Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en in andere landen. z HDMI, het HDMI Logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing, LLC. z Mac OS is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Apple, Inc. in de Verenigde Staten en in andere landen.
Inhoudsopgave Kenmerken en belangrijkste functies van de projector .......................................................................... 7 Van start........................................................................... 9 Opstellen van de projector .....................................................................9 Voorzorgen bij het opstellen ........................................................................................ 9 Aansluiten van de bedrading van de projector .................
Projecteren van een PDF-bestand ......................................................................... 26 Projecteren van een beeldbestand......................................................................... 27 Projecteren van een videobestand......................................................................... 27 Handelingen op het bestandsmenu...........................................................................
Uitschakelen van de geluidsweergave (VOLUME) ................................................. 48 Het beeld tijdelijk blanco maken en uitschakelen van de geluidsweergave (BLANK) ...................................................................................... 48 Het beeld stilzetten (FREEZE)................................................................................. 48 Automatisch instellen van het beeld (AUTO) ..........................................................
Oplossen van problemen.............................................. 67 Indicators..............................................................................................67 Foutindicators en waarschuwingen......................................................68 Oplossen van problemen met de projector..........................................70 Bijlage ............................................................................ 72 Aansluiten op een component video-uitgang .............................
Kenmerken en belangrijkste functies van de projector z Kwikvrije hybride lichtbron Een door CASIO zelf ontwikkelde laser en LED hybride lichtbron met een hoge lichtopbrengst van 3100 lumen. Deze projector maakt geen gebruik van een kwikhoudende lamp, zodat het toestel milieuvriendelijker is. z Een grote verscheidenheid aan mogelijke signaalbronnen Ondersteuning voor analoog RGB, composiet video, S-video, component video (Y·Cb·Cr, Y·Pb·Pr) en HDMI signaalbronnen.
z Projectie van beelden van een computer of soortgelijke apparatuur via een draadloze LAN-verbinding* De projector is geconfigureerd als toegangspunt zodat een computer of soortgelijke apparatuur er direct verbinding mee kan maken via een draadloze LAN-verbinding. Of een computer of soortgelijke apparatuur kan verbinding maken via een draadloze LAN-verbinding door middel van een bestaand draadloos LAN-toegangspunt. Zowel beeld- als audioweergave worden ondersteund wanneer er een computer is aangesloten.
Van start Dit gedeelte geeft uitleg over hoe u een locatie voor de projector moet kiezen, hoe u de kabels moet aansluiten en hoe u de andere vereiste handelingen moet uitvoeren voor u de projector kunt gebruiken. Opstellen van de projector Plaats de projector op een bureau, tafel of ander platform dat stevig en horizontaal is. Zorg voor voldoende ruimte rond de zijkanten en de achterkant van de projector voor een goede ventilatie.
Aansluiten van de bedrading van de projector Sluit de projector aan op een stopcontact en op een signaalbron. Gebruik de RGB-kabel die met de projector wordt meegeleverd voor de verbinding met de RGB-uitgangsaansluiting van een computer of andere signaalbron. Sluit deze aan op de composiet uitgangsaansluiting of de S-video uitgangsaansluiting van de video-apparatuur. Zie voor details “Aansluiten op een composiet video-uitgang of S-Video-uitgang” (bladzijde 73).
Afstandsbediening De projector wordt bediend met de meegeleverde afstandsbediening. Richt de zender van de afstandsbediening op één van de ontvangers op de projector wanneer u de toetsen van de afstandsbediening gebruikt. Het maximum bereik van het signaal van de afstandsbediening is ongeveer 5 meter (tussen de zender en de ontvanger). 1 2 3 1 Zender afstandsbedieningssignaal 2 [P] (Aan/uit) toets Zet het toestel aan of uit. 3 [INPUT] toets Schakelt over naar een andere signaalbron.
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening Belangrijk! z Gebruik uitsluitend alkalibatterijen. *Pas op ER IS ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS EEN BATTERIJ WORDT VERVANGEN DOOR EEN INCORRECT TYPE. HOUD U BIJ HET WEGGOOIEN VAN BATTERIJEN AAN DE VOORSCHRIFTEN. 1. Maak de batterijklep aan de achterkant van de afstandsbediening open. 2. 3. Doe de batterijklep aan de achterkant van de afstandsbediening weer dicht.
Projecteren van een beeld Dit gedeelte geeft informatie over hoe u beelden kunt projecteren van verschillende signaalbronnen. Selecteren van de signaalbron De signaalbronkeuze biedt de verschillende opties in de tabel hieronder. Naam signaalbron Geprojecteerd beeld (en geluid) Computer1 Scherm van een computer die is aangesloten op de COMPUTER IN 1-aansluiting van de projector. Computer2 Scherm van een computer die is aangesloten op de COMPUTER IN 2-aansluiting van de projector.
Selecteren van de signaalbron 1. Druk op de [INPUT] toets. Hierdoor wordt het “Ingangssignaal” dialoogvenster geopend. 2. Voer afhankelijk van de signaalbron één van de handelingen uit de tabel hieronder uit. Om deze signaalbron te selecteren: Voert u deze handeling uit: Computer1, Computer2, Video, S-Video, HDMI, Netwerk, USB-display Gebruik de [T] en [S] toetsen om de naam van de gewenste signaalbron te selecteren en druk dan op [ENTER]. Bestandszoeker (File Viewer) 1.
3D ingangsmodus Uw projector biedt ondersteuning voor het projecteren van 3D-beelden. Om 3D-beelden te kunnen projecteren, moet u eerst de 3D ingangsmodus van de projector openen en de signaalbron selecteren. Belangrijk! z Er is een los verkrijgbare 3D-bril vereist (YA-G30) vereist om 3D-beelden driedimensionaal te kunnen waarnemen.
Terugkeren naar de normale ingangsmodus vanuit de 3D ingangsmodus 1. Druk op de [INPUT] toets om het keuzescherm voor de signaalbron te openen. 2. Gebruik de [T] en [S] toetsen om “Naar normale ingangsmodus” te markeren en druk dan op [ENTER]. z Hiermee wordt de normale ingangsmodus geopend en het keuzescherm voor de signaalbron gesloten. Horizontale omslag in de 3D ingangsmodus Bij “naast elkaar 3D” bestaat een volledig beeld uit twee helften aan de linker- en de rechterkant, voor elk oog.
Projecteren met de Bestandszoeker (File Viewer) Bestandszoeker Overzicht De Bestandszoeker (File Viewer) is een applicatie voor het bekijken of weergeven van verschillende typen bestanden in het interne geheugen van de projector of op geheugenapparatuur die is aangesloten op de USB-aansluiting van de projector.
Bestanden kopiëren van een computer naar het interne geheugen van de projector Opmerking z Deze procedure wordt ondersteund op een computer met één van de onderstaande besturingssystemen. Windows: XP, Vista, 7, 8, 8.1 (aangemeld als systeembeheerder) Mac OS: 10.6, 10.7, 10.8, 10.9 (aangemeld met een root account of een gebruikersaccount) 1. Druk op de [MENU] toets om het instelmenu te openen. 2. Gebruik de [T] toets om “Multimedia-instellingen” te selecteren en druk dan op [ENTER]. 3.
10. Voer nadat u alle gewenste bestanden heeft gekopieerd één van de onderstaande handelingen uit om het “InternalMem” station weer te verwijderen. Windows: Klik op het “Hardware veilig verwijderen” pictogram in het systeemvak van de taakbalk (rechter onderhoek van het scherm). Selecteer “USB-flashgeheugen” van het menu dat zal verschijnen. Controleer of de melding “De hardware kan veilig verwijderd worden” verschijnt. Mac OS: Sleep het “InternalMem” stationspictogram naar de prullenbak.
Beginnen met het projecteren van bestanden in het interne geheugen van de projector 1. Als er een USB-flashgeheugen of een ander USB-apparaat is aangesloten op de USB-A-aansluiting van de projector, moet u dit eerst loskoppelen. 2. Druk op de [INPUT] toets. Hierdoor wordt het “Ingangssignaal” dialoogvenster geopend. 3. Gebruik de [T] en [S] toetsen om “Zoeker” te selecteren en druk dan op [ENTER]. 4.
Formatteren van het interne geheugen van de projector Belangrijk! z Door de onderstaande procedure uit te voeren zullen alle mappen en bestanden uit het interne geheugen van de projector worden verwijderd. 1. Voer de stappen 1 t/m 7 onder “Bestanden kopiëren van een computer naar het interne geheugen van de projector” (bladzijde 18) uit. 2. Voer één van de procedures hieronder uit om het “InternalMem” station op uw computer te formatteren.
Een USB-flashgeheugen aansluiten op de projector Sluit het USB-flashgeheugen aan op de USB-A-aansluiting van de Data Projector op de manier zoals u hieronder kunt zien. Een geheugenkaart aansluiten op de projector 1. Doe de geheugenkaart in de sleuf van een geschikte USB-kaartlezer. z Raadpleeg de gebruikersdocumentatie van de kaartlezer voor details omtrent het inbrengen van een geheugenkaart in de USB-kaartlezer. 2. Verbind de USB-kaartlezer met de USB-A-aansluiting van de Data Projector.
Beginnen met het projecteren van bestanden van een geheugenapparaat dat is aangesloten via USB 1. Sluit het geheugenapparaat met de bestanden die u wilt projecteren aan op de USB-A-aansluiting van de projector. z Als het hoofdscherm van de Bestandszoeker (File Viewer) automatisch verschijnt, kunt u doorgaan naar stap 5 van deze procedure. Als dit niet gebeurt, gaat u door naar stap 2.
7. Druk op de [FUNC] toets. Selecteer op het menu dat zal verschijnen “Station omschakelen” en druk dan op [ENTER]. 8. Voer één van de handelingen hieronder uit, afhankelijk van de functie die u bij stap 5 heeft geselecteerd. Als u deze functie heeft geselecteerd: Voert u deze handeling uit: Presentatie Voer de procedure van stap 2 onder “Projecteren van een presentatiebestand” (bladzijde 25) uit. PDF-zoeker Voer de procedure van stap 2 onder “Projecteren van een PDF-bestand” (bladzijde 26) uit.
Bestanden projecteren Dit gedeelte geeft uitleg over procedures waarmee u elk van deze typen bestanden kunt projecteren met de Bestandszoeker (File Viewer). Projecteren van een presentatiebestand 1. Selecteer op het hoofdscherm van de Bestandszoeker (File Viewer) “Presentatie” en druk dan op [ENTER]. z Hierdoor wordt er een menu getoond van de presentatiebestanden (ECA of PtG). 2. Gebruik de [T] en [S] toetsen om het gewenste presentatiebestand te selecteren en druk dan op [ENTER] (of op [ ]).
Projecteren van een PDF-bestand 1. Selecteer op het hoofdscherm van de Bestandszoeker (File Viewer) “PDF-zoeker” en druk dan op [ENTER]. z Hierdoor zal er een lijst met PDF-bestanden verschijnen. 2. Gebruik de [T] en [S] toetsen om het gewenste PDF-bestand te selecteren en druk dan op [ENTER] (of op [ ]). z Hierdoor zal het geselecteerde PDF-bestand geopend worden. 3. Voer de gewenste handelingen zoals naar andere pagina’s bladeren, zoomen enz. uit.
Projecteren van een beeldbestand 1. Selecteer op het hoofdscherm van de Bestandszoeker (File Viewer) “Dia” en druk dan op [ENTER]. z Hierdoor zal er een lijst met beeldbestanden verschijnen. 2. Gebruik de [T] en [S] toetsen om het gewenste beeldbestand te selecteren en druk dan op [ENTER]. z Hierdoor zal het geselecteerde beeldbestand geprojecteerd worden. z Door op de [ ] toets te drukken in plaats van op [ENTER] zal er een diavoorstelling beginnen vanaf het geselecteerde beeldbestand. 3.
3. Voer indien gewenst versnelde weergave vooruit of terug uit, pauzeer de weergave en voer andere handelingen uit. z De hieronder beschreven handelingen worden ondersteund bij weergave van videobestanden. Om dit te doen: Voert u deze handeling uit: Pauzeren en hervatten van videoweergave Druk op de [ENTER] of [ ] toets. z Er zal een pauzepictogram ( ) in de linker bovenhoek van het geprojecteerde beeld verschijnen wanneer de projectie van een videobestand is gepauzeerd.
Handelingen op het bestandsmenu Er zijn twee verschillende manieren om het bestandsmenu van de Bestandszoeker (File Viewer) weer te laten geven: een lijstweergave en een pictogrammenweergave. List View (Lijstweergave) Deze weergave toont een lijst met de namen van mappen en bestanden in het interne geheugen van de projector of op geheugenapparatuur die is aangesloten op de USB-aansluiting van de projector.
Configureren van Bestandszoeker (File Viewer) instellingen Dit gedeelte geeft uitleg over hoe u instellingen voor de Bestandszoeker (File Viewer) kunt configureren, inclusief de instellingen die bepalen wat er verschijnt op het bestandsmenu van de Bestandszoeker. Configureren van Bestandszoeker (File Viewer) instellingen 1. Selecteer op het hoofdscherm van de Bestandszoeker (File Viewer) “Zoekerinstellingen” en druk dan op [ENTER]. z Hierdoor wordt het “Instelling zoeker” scherm geopend. 2.
Instellingen Bestandszoeker (File Viewer) De fabrieksinstelling voor elk item wordt aangegeven met een asterisk (*). Naam instelling Beschrijving Instelling weergavevolgorde Bepaalt de volgorde van de beeldbestanden in het bestandsmenu. Bestandsnamen (oplopend)*: Toont de bestanden in oplopende volgorde op basis van de bestandsnamen. Bestandsnamen (aflopend): Toont de bestanden in aflopende volgorde op basis van de bestandsnamen.
Autorun (Automatisch opstarten) Hiermee kunt u de projector automatisch beeldbestanden of een videobestand laten projecteren wanneer deze zich bevinden in de speciale AUTORUNC map. Wanneer de automatische projectie plaatsvindt hangt af van waar de AUTORUNC map zich bevindt. Wanneer AUTORUNC zich hier bevindt: wordt de automatische projectie uitgevoerd op dit moment: Intern geheugen Wanneer de projector aan wordt gezet.
Automatisch projecteren van beeldbestanden of een videobestand uit het interne geheugen van de projector 1. Voer de stappen 1 t/m 8 onder “Bestanden kopiëren van een computer naar het interne geheugen van de projector” (bladzijde 18) uit. 2. Maak een map aan met de naam “AUTORUNC” (allemaal hoofdletters) in de root directory (hoofdmap) van het “InternalMem” station (interne geheugen van de projector). 3.
Oplossen van problemen met de Bestandszoeker (File Viewer) Probleem Oorzaak en vereiste handeling De Bestandszoeker (File Viewer) verschijnt niet wanneer ik een USB-flashgeheugen verbind met de USB-A-aansluiting van de Data Projector. z Het USB-flashgeheugen dat u probeert aan te sluiten is mogelijk geformatteerd op een manier die niet correct door de Data Projector herkend kan worden. Sluit het USB-flashgeheugen op uw computer aan om te controleren of het bestandssysteem FAT of FAT32 is.
Foutmeldingen van de Bestandszoeker (File Viewer) Probleem Oorzaak en vereiste handeling Map bevat geen beeldbestanden. Er is geen map die of bestand dat kan worden weergegeven in de map die u probeert te openen met de Bestandszoeker (File Viewer). Gebruik uw computer om de inhoud van de map te controleren. Zie “Ondersteunde bestanden voor weergave” (bladzijde 17) voor details over de beeldbestandsindelingen (formaten) die ondersteund worden door de Data Projector.
Gebruiken van EZ-Converter FA om PowerPoint-bestanden om te zetten naar ECA of PtG-bestanden EZ Converter FA is computersoftware voor het omzetten van PowerPoint-bestanden naar ECA of PtG-bestanden die kunnen worden weergegeven met de Bestandszoeker (File Viewer) van de projector. EZ-Converter FA ondersteunt het omzetten van bestanden die zijn gemaakt met Microsoft Office PowerPoint 2003, 2007 en 2010. Belangrijk! z Ga voor u EZ-Converter FA probeert te gebruiken naar de CASIO website (http://www.
Om een PowerPoint-bestand naar een ECA of PtG-bestand te converteren Belangrijk! z Voor u de hier beschreven handelingen gaat uitvoeren, moet u een bestand hebben dat is gemaakt met Microsoft Office PowerPoint 2003, 2007 of 2010 en met dat programma gereed. z Om een PowerPoint-bestand te kunnen omzetten naar een ECA of PtG-bestand, moet het oorspronkelijke bestand van begin tot eind kunnen worden afgespeeld.
7. Configureer de vereiste instellingen in het dialoogvenster. z Hieronder worden de betekenissen en de instellingen van alle items in het dialoogvenster beschreven. Item in het dialoogvenster 8. Beschrijving Input File Toont de naam van het PowerPoint-bestand dat u bij stap 6 heeft geselecteerd. Deze instelling kan niet worden gewijzigd. Output Drive Toont de stationsnaam van het verwijderbare station (USB-flashgeheugen of geheugenkaart) die bij stap 2 werd aangesloten op de computer.
De beeldschermresolutie voor het ECA of PtG-bestand opgeven 1. Klik met de rechter muisknop op de linkerkant van het EZ-Converter FA venster. 2. Klik op “Output Resolution” (uitvoerresolutie) in het menu dat nu verschijnt. 3. Selecteer de gewenste resolutie van het submenu dat zal verschijnen. z Selecteer 1280 × 800 of 1280 × 768. Als u de resolutie 1280 × 800 of 1280 × 768 niet kunt selecteren, moet u 1024 × 768 selecteren. z Selecteer 1024 × 768 of 800 × 600 voor een PtG-bestand.
4. Selecteer het ECA of PtG-bestand dat u wilt afspelen en klik dan op de [Open] knop. z Hierdoor zal er een bedieningspaneel verschijnen aan de bovenkant van het scherm. Bedieningspaneel z Terwijl het bestand wordt afgespeeld, kunt u met de knoppen op het bedieningspaneel de hieronder beschreven handelingen uitvoeren. Om dit te doen: Voert u deze handeling uit: Naar de vorige pagina Klik op de -knop. Naar de volgende pagina Klik op de -knop. Spring naar een bepaalde pagina 1.
Projecteren met de USB-displayfunctie Overzicht USB-displayfunctie Door de projector aan te sluiten op een computer met een USB-kabel*, kan de inhoud van het scherm van de computer geprojecteerd worden. Dit ondersteunt de projectie van de scherminhoud van ook kleine computers die alleen een USB-aansluiting hebben, maar geen RGB, HDMI of andere video-uitgangsaansluiting. * Om gebruik te kunnen maken van de USB-displayfunctie moet u de computer verbinden met de USB-B-aansluiting van de projector.
Voor het eerst de inhoud van het scherm van een Windows computer projecteren via een USB-verbinding 1. Druk op de [INPUT] toets. Hierdoor wordt het “Ingangssignaal” dialoogvenster geopend. 2. Gebruik de [T] en [S] toetsen om “USB-display” te selecteren en druk dan op [ENTER]. z Hierdoor zal het USB-display standby-scherm worden geprojecteerd. 3.
Voor het eerst de inhoud van het scherm van een Mac OS-computer projecteren via een USB-verbinding 1. Druk op de [INPUT] toets. Hierdoor wordt het “Ingangssignaal” dialoogvenster geopend. 2. Gebruik de [T] en [S] toetsen om “USB-display” te selecteren en druk dan op [ENTER]. z Hierdoor zal het USB-display standby-scherm worden geprojecteerd. 3.
Ondersteunde handelingen bij projectie via een USB-verbinding De handelingen in de tabel hieronder worden ondersteund in het CASIO USB Display venster tijdens projectie. Om dit te doen: Voert u deze handeling uit: Starten (hervatten) van het projecteren van het computerscherm Klik op . Stilzetten van het projecteren van het computerscherm Klik op . Stop het projecteren van het computerscherm en projecteer het USB-display standby-scherm Klik op . Begin audioweergave van een computer*1*3 Klik op .
De inhoud van het scherm van een computer projecteren via een USB-verbinding na de eerste keer 1. Zet de projector en de computer aan en laat ze opstarten. 2. Druk op de [INPUT] toets. Hierdoor wordt het “Ingangssignaal” dialoogvenster geopend. 3. Gebruik de [T] en [S] toetsen om “USB-display” te selecteren en druk dan op [ENTER]. z Hierdoor zal het USB-display standby-scherm worden geprojecteerd. 4.
Projecteren van het scherm van een grafische calculator U kunt een CASIO grafische calculator verbinden via een USB-kabel en beelden van het scherm van de rekenmachine projecteren met de Data Projector. De volgende CASIO grafische calculators kunnen via een USB-aansluiting worden gebruikt. z ClassPad II (fx-CP400) z ClassPad 330 PLUS z fx-CG serie z fx-9860G serie z fx-9860GII serie z fx-9750GII z GRAPH 95/85/85 SD/75/75+/35+ Projecteren van het scherm van een grafische calculator 1.
Bedienen van de projector Dit gedeelte geeft uitleg over hoe u de afstandsbediening kunt gebruiken om handelingen met de projector uit te voeren. Handelingen met weergegeven beeld en geluid Gebruiken van de handmatige perspectivische correctie (KEYSTONE) Deze projector heeft een correctiefunctie voor perspectivische vertekening die voorkomt dat het geprojecteerde beeld vervormd wordt wanneer er onder een hoek geprojecteerd wordt.
Uitschakelen van de geluidsweergave (VOLUME) 1. Druk op [VOLUME +] of [VOLUME –] om het “Volume” scherm te openen. 2. Druk op [ENTER]. z Hierdoor wordt de geluidsweergave via de luidspreker uitgeschakeld. 3. Druk op [VOLUME +] of [VOLUME –] om de geluidsweergave te hervatten. Het beeld tijdelijk blanco maken en uitschakelen van de geluidsweergave (BLANK) 1. Druk op de [BLANK] toets.
Veranderen van de beeldverhouding van het geprojecteerde beeld (ASPECT) Druk op de [ASPECT] toets om de mogelijke instellingen voor de beeldverhouding van het beeld te doorlopen. Door op [ASPECT] te drukken bladert u door alle beschikbare instellingen voor de huidige signaalbron, zoals hieronder vermeld staat.
Aanpassen van de helderheid van het beeld (FUNC) 1. Druk op de [FUNC] toets. Selecteer op het menu dat zal verschijnen “Helderheid” en druk dan op [ENTER]. 2. Gebruik op het instelscherm voor de helderheid dat zal verschijnen de [W] en [X] toetsen om de helderheid van het beeld in te stellen. 3. Druk op [ESC] om het venster weer te sluiten. Veranderen van de kleurenmodus (FUNC) 1. Druk op de [FUNC] toets. Selecteer op het menu dat zal verschijnen “Kleurenmodus” en druk dan op [ENTER].
Eco modus (ECO) In de Eco modus zijn de volgende drie instellingen beschikbaar, voor een laag stroomverbruik, voor minder geruis in bedrijf of voor een aangepaste helderheid. Aan (Automatisch) : Op de projector zit een lichtsensor die het omgevingslicht meet en aan de hand daarvan automatisch de helderheid en kleurweergave van de projectie aanpast. In een donkere omgeving wordt de helderheid verminderd, wat stroom bespaart en geruis en bijgeluiden vermindert.
Gebruiken van de Presentatietimer (TIMER) De presentatietimer telt af vanaf een vooraf ingestelde tijd. U kunt hier gebruik van maken om bij te houden hoeveel tijd er verstreken is tijdens uw presentatie en om uw presentatie binnen de van tevoren gestelde tijd af te ronden. U kunt de presentatietimer zo configureren dat deze wordt aangegeven op het geprojecteerde beeld. Weergeven van de timer Druk één keer op [TIMER] wanneer de timer niet wordt weergegeven op het geprojecteerde beeld.
Configureren van timerinstellingen 1. Gebruik de [TIMER] toets om het timerfunctiemenu te openen. 2. Gebruik de [T] en [S] toetsen om de “Positie”, “Doorlopende weergave” of “Starttijd” instelling te selecteren en verander de instelling aan de hand van de tabel hieronder. 3.
Pauzeren van de timer 1. Gebruik de [TIMER] toets om het timerfunctiemenu te openen. 2. Selecteer “Timer pauzeren” en druk dan op [ENTER]. Hervatten van een gepauzeerde timer 1. Gebruik de [TIMER] toets om het timerfunctiemenu te openen. 2. Selecteer “Timer opnieuw starten” en druk dan op [ENTER]. De timer terugzetten op de starttijd 1. Gebruik de [TIMER] toets om het timerfunctiemenu te openen. 2. Selecteer “Timer resetten” en druk dan op [ENTER].
Gebruiken van het instelmenu (MENU) Als u op de [MENU] toets drukt, wordt het hieronder getoonde instelmenu weergegeven op het geprojecteerde beeld. U kunt dit menu gebruiken om de helderheid, het contrast en andere instellingen voor het geprojecteerde beeld in te stellen en projectorinstellingen te veranderen. Menu-item (Submenu) Menu-items (Hoofdmenu) Markeren Uitleg De uitleg geeft aan welke handelingen er met de toetsen kunnen worden uitgevoerd voor het geselecteerde (gemarkeerde) menu-item.
Instellingen op het instelmenu z Eén of meer letters achter de naam van een item in het menu (zoals RCV), geeft aan dat dit item alleen beschikbaar is wanneer een bepaalde signaalbron is geselecteerd. De letters geven de signaalbron(nen) aan waarvoor het menu-item beschikbaar is.
U moet dit menu-item gebruiken: Om dit te doen: Beeldinstelling 2 3 Overscan (CVD) Stel de hoeveelheid overscan in voor een video-ingangssignaal binnen een bereik van 0% t/m 5%*. De breedte van de rand rond het geprojecteerde beeld hangt af van deze instelling. Een kleinere waarde resulteert in een bredere rand, zoals u hieronder kunt zien.
U moet dit menu-item gebruiken: Om dit te doen: Ingangsinstellingen 3 COMPUTER1 aansluiting/ COMPUTER2 aansluiting (RC) Bepaal hoe ingangssignalen die binnenkomen via de COMPUTER IN 1/COMPUTER IN 2-aansluiting geïdentificeerd zullen worden. Automatisch*: De projector identificeert het via de COMPUTER IN 1/COMPUTER IN 2-aansluiting ontvangen ingangssignaal automatisch.
U moet dit menu-item gebruiken: Om dit te doen: Optie instellingen 2 3 Plug-and-Play Bepaal of de signaalbron van de projector automatisch omgeschakeld moet worden (Plug-and-Play: Aan*) wanneer er een ondersteund extern USB-apparaat is verbonden met de USB-A-aansluiting van de projector. Opmerking z Ongeacht de instelling van dit item wordt plug-and-play uitgeschakeld terwijl de projector in de 3D ingangsmodus staat. Zie “3D ingangsmodus” op bladzijde 15 voor meer informatie.
U moet dit menu-item gebruiken: Om dit te doen: Optie instellingen 2 3 Ondertiteling (V) Gebruik dit submenu om te bepalen of er ingesloten ondertiteling moet worden weergegeven wanneer er een videosignaal wordt geprojecteerd dat dergelijke gegevens bevat. Uit*: De ingesloten ondertiteling wordt niet weergegeven. CC1, CC2, CC3, CC4: Geeft de huidige instelling voor de ingesloten ondertiteling aan (CC1, CC2, CC3 en CC4).
Digitale schermverschuiving U kunt de procedures in dit gedeelte gebruiken om het geprojecteerde beeld te verkleinen met behoud van de beeldverhouding en om het geprojecteerde beeld verticaal of horizontaal te verschuiven zonder dat de projector daarvoor verplaatst hoeft te worden. De grootte en de positie van het geprojecteerde beeld regelen met de Digitale schermverschuiving 1. Druk op de [MENU] toets om het instelmenu te openen. 2.
Wachtwoordbeveiliging De hieronder beschreven handelingen op de projector kunnen met een wachtwoord beveiligd worden. U kunt slechts één wachtwoord instellen voor de projector en dit wachtwoord wordt gebruikt voor al deze handelingen. z Projector opstartbeveiliging De projector kan zo worden ingesteld dat er een wachtwoordvenster verschijnt wanneer de projector aan wordt gezet. De projector kan in dat geval niet gebruikt worden als niet eerst het juiste wachtwoord wordt ingevoerd.
Wijzigen van het wachtwoord 1. Druk op de [MENU] toets om het instelmenu te openen. 2. Gebruik de [T] toets om “Optie instellingen 1” te selecteren en druk dan op [ENTER]. 3. Gebruik de [T] toets om “Wachtwoord” te selecteren en druk dan op [ENTER]. z Er zal nu een dialoogvenster verschijnen waarin u het huidige wachtwoord kunt invoeren. 4. Voer het huidige wachtwoord in.
Veranderen van de instelling voor het Spanning aan Wachtwoord 1. Voer de stappen 1 t/m 5 onder “Wijzigen van het wachtwoord” (bladzijde 63) uit en open het wachtwoordscherm. 2. Controleer of “Spanning aan Wachtwoord” is geselecteerd en gebruik de [W] en [X] toetsen om “Aan” of “Uit” in te stellen. z Als u de instelling verandert van “Uit” naar “Aan”, zal er een bevestiging “Prompt voor wachtwoord bij inschakelen van spanning?” verschijnen.
Vergrendeling bedieningspaneel De toetsvergrendeling schakelt alle toetsen op de projector uit (vergrendelt ze), behalve [P] (Aan/uit). Op deze manier kan de projector alleen nog met de afstandsbediening worden bediend en kan onbedoelde en ongewenste bediening van het toestel worden voorkomen. Vergrendelen van de toetsen op het bedieningspaneel 1. Druk op de [MENU] toets om het instelmenu te openen. 2. Gebruik de [T] toets om “Optie instellingen 2” te selecteren en druk dan op [ENTER]. 3.
Schoonmaken van de projector Maak er een goede gewoonte van om de projector regelmatig schoon te maken zoals beschreven staat in dit gedeelte. Voor u de projector schoon gaat maken, moet u de stekker uit het stopcontact halen en controleren of de projector helemaal afgekoeld is. Schoonmaken van de buitenkant van de projector Veeg de buitenkant van de projector af met een zachte doek die bevochtigd is met een zwakke oplossing van water en een mild, neutraal schoonmaakmiddel.
Oplossen van problemen Indicators De indicators geven u informatie over de huidige bedieningsstatus van de projector. Hier volgt een uitleg van hoe de indicators er uitzien wanneer het toestel normaal werkt. Wanneer de indicators er als volgt uit zien: POWER/ STANDBY LIGHT TEMP Dan betekent dit: U heeft zojuist de stekker in het stopcontact gedaan. Wacht tot de projector in standby (zie hieronder) gaat voor u probeert hem aan te zetten.
Foutindicators en waarschuwingen Wanneer er iets fout gaat met de projector, laten waarschuwingen en de indicators u weten wat het probleem is. z Wacht wanneer er een fout optreedt tot de ventilator gestopt is voor u de stekker uit het stopcontact haalt. Als u de stekker uit het stopcontact haalt terwijl de ventilator nog werkt, kan er een fout optreden wanneer u de stekker vervolgens weer in het stopcontact doet. z Druk op [ESC] om de waarschuwing te sluiten.
Indicator/foutmelding POWER : Doorlopend groen LIGHT : – TEMP : – Melding : Er is een probleem met het systeem. De audiofunctie kan mogelijk niet correct werken. POWER : Doorlopend groen LIGHT : – TEMP : – Melding : Eris een probleem is opgetreden met de USB poort of de LAN aansluiting.
Oplossen van problemen met de projector Controleer de volgende punten wanneer u een probleem ondervindt met de projector. Probleem Oorzaak en aanbevolen remedie Het toestel kan niet worden ingeschakeld. z Als de POWER/STANDBY indicator niet brandt, is het netsnoer niet goed aangesloten. Sluit het netsnoer correct aan. z Als de TEMP of LIGHT indicator blijft knipperen of branden, betekent dit dat er een fout is opgetreden. Zie “Foutindicators en waarschuwingen” (bladzijde 68).
Probleem Oorzaak en aanbevolen remedie Tekst is wollig. z Het beeld is misschien niet goed scherp gesteld. Stel het beeld goed scherp. z De instelling voor de frequentie en/of fase komt niet overeen met het ingangssignaal. (Alleen van toepassing bij een RGB-ingangssignaal.) Druk op [AUTO] om de automatische instelling uit te laten voeren. z Voer via het instelmenu de “Beeldinstelling 2 J Frequentie” en “Beeldinstelling 2 J Fase” instellingen uit. (Alleen van toepassing bij een RGB-ingangssignaal.
Bijlage Aansluiten op een component video-uitgang Dit gedeelte geeft uitleg over hoe u een component videoverbinding tot stand kunt brengen tussen de projector en een video-apparaat. z Component video-uitgangsaansluitingen bestaan uit 3 verschillende aansluitingen: Y·Cb·Cr of Y·Pb·Pr. Sluit de stekkers van dezelfde kleur aan op de corresponderende aansluitingen (groen: Y; blauw: Cb/Pb; rood: Cr/Pr). z Let op, want alleen aansluiting op een analoge component video-uitgangsaansluiting wordt ondersteund.
Aansluiten op een composiet video-uitgang of S-Video-uitgang S-videokabel (in de handel verkrijgbaar) Projector Naar S-VIDEO-aansluiting Naar S-videouitgangsaansluiting Videotoestel Naar video/ audio-uitgangsaansluiting Geel: Naar VIDEO-aansluiting Rood: Naar AUDIO IN R-aansluiting Wit: Naar AUDIO IN Laansluiting Video/audiokabel met penstekkers (in de handel verkrijgbaar) Opmerking z Let op, want ongeacht of het geprojecteerde beeld binnenkomt via de S-VIDEO-aansluiting of via de VIDEO-aansluiting v
Gebruiken van de MONITOR OUT-aansluiting De MONITOR OUT-aansluiting van de projector produceert het videosignaal dat binnenkomt via de COMPUTER IN 1-aansluiting of de COMPUTER IN 2-aansluiting onveranderd. Op deze manier kan het geprojecteerde beeld tegelijkertijd op een ander display worden weergegeven.
Bijwerken van de firmware en overbrengen van een gebruikerslogo De firmware van de projector (software in de flash-ROM van de projector) kan worden bijgewerkt en beeldbestanden met door de gebruiker aangepaste logo’s kunnen van een computer worden overgebracht naar de projector via de LOGO-aansluiting (USB-aansluiting voor het bijwerken van de ROM) via een USB-kabel.
Projectie-afstand en schermgrootte De waarden voor de projectie-afstand hieronder zijn bedoeld als richtlijn bij het opstellen van de projector.
Beeldverhouding en geprojecteerd beeld Hieronder kunt u zien hoe beelden van een bepaald type ingangssignaal zullen worden geprojecteerd bij een bepaalde instelling voor de beeldverhouding op de projector (“Hor.-Ver. verhouding”).
Ondersteunde signalen Belangrijk! z Ook al wordt een signaal vermeld in de tabel hieronder, dan nog geeft dat geen garantie dat u de beelden correct zult kunnen projecteren.
Componentsignaal HDTV SDTV Signaalnaam Horizontale frequentie (kHz) Verticale frequentie (Hz) 1080p/50 56,3 50 1080p/60 67,5 60 720p/50 37,5 50 720p/60 45,0 60 1080i/50 28,1 50 1080i/60 33,7 60 576p/50 31,3 50 576i/50 16,6 50 480p/60 31,5 60 480i/60 15,7 60 Videosignaal Signaalnaam Horizontale frequentie (kHz) NTSC 15,7 Verticale frequentie (Hz) 60 NTSC4.
3D-signalen (3D ingangsmodus) RGB-signaal Videosignaal, S-videosignaal Signaalnaam Horizontale frequentie (kHz) Verticale frequentie (Hz) 640 × 480/60 31,5 60 640 × 480/120 61,7 120 800 × 600/60 37,9 60 800 × 600/120 77,2 120 1024 × 768/60 48,4 60 1024 × 768/120 98,8 120 1280 × 768/60 47,8 60 1280 × 768/120 97,4 120 1280 × 800/60 49,7 60 1280 × 800/120 101,6 120 NTSC 15,7 60 80
RS-232C bediening van de projector Wanneer er een seriële verbinding is tussen de projector en een computer, kunt u de projector bedienen via RS-232C commando’s die verstuurd worden vanaf de computer. Tot stand brengen van een seriële verbinding tussen de projector en een computer Verbind de projector en de computer zoals u kunt zien op de afbeelding hieronder.
Gebruiken van bedieningsopdrachten Dit gedeelte geeft uitleg over de opdrachten die worden gebruikt om de projector aan te sturen vanaf een computer. Zendformaat opdracht Configureer de seriële aansluiting van uw computer met de volgende instellingen. Datasnelheid 19200 bps Databits 8 bit Pariteit Geen Communicatieprotocol Stopbit 1 bit Flow control Geen Stuur deze opdracht wanneer u informatie wilt hebben over de huidige instellingen van de projector.
Lijst met opdrachten z Alleen de volgende functies worden ondersteund wanneer de projector uit staat. Probeer geen andere opdrachten naar de projector te sturen. z Aan/uit: Lezen z Aan: Schrijven z Lichttijd ophalen: Lezen z Er moet een geldig signaal worden ontvangen om een opdracht te kunnen gebruiken om het scherm blanco te maken of de beeldverhouding te veranderen.
Opdracht naam RW Lichttijd verkrijgen: Verkrijgt gegevens over de brandtijd van de lamp van de projector. LMP R Eco modus: Eco modus inschakelen. PMD RW 0: Uit (Helder), 1: Uit (Normaal), 2: Aan (Automatisch), 3: Aan (Handmatig 1), 4: Aan (Handmatig 2), 5: Aan (Handmatig 3), 6: Aan (Handmatig 4), 7: Aan (Handmatig 5) Beeld stilzetten: Schakelt het stilzetten van het beeld in of uit.
Opdracht naam RW Instelbereik APO: Gebruikt om de instelling Automatische stroomonderbreking te wijzigen (instelling tijd tot in werking treden of uitschakelen van de Automatische stroomonderbreking). APO RW 0: Uit, 1: 5 minuten, 2: 10 minuten, 3: 15 minuten, 4: 20 minuten, 5: 30 minuten Fout: Leest de foutstatus van de projector af. STS R 0: Normaal, 1: Ventilatorfout, 2: Temperatuurfout, 7: Lichtfout, 16: Andere fout Volume +/–: Verhoogt of verlaagt de huidige volume-instelling met 1.
GPL en LGPL (1) Dit product maakt gebruik van software (deze Software) die verstrekt wordt onder de GNU General Public License (GPL) en de GNU Lesser General Public License (LGPL) licenties. In overeenstemming met de bepalingen van de GPL en LGPL, is de broncode van deze Software zogenaamde open broncode. Iedereen die de open broncode in wenst te zien kan dit doen door deze te downloaden van de CASIO Projector downloadsite.
GNU GENERAL PUBLIC LICENSE Version 2, June 1991 Copyright (C) 1989, 1991 Free Software Foundation, Inc. 51 Franklin Street, Fifth Floor, Boston, MA 02110-1301, USA Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this license document, but changing it is not allowed. Preamble The licenses for most software are designed to take away your freedom to share and change it.
TERMS AND CONDITIONS FOR COPYING, DISTRIBUTION AND MODIFICATION 0. This License applies to any program or other work which contains a notice placed by the copyright holder saying it may be distributed under the terms of this General Public License.
These requirements apply to the modified work as a whole. If identifiable sections of that work are not derived from the Program, and can be reasonably considered independent and separate works in themselves, then this License, and its terms, do not apply to those sections when you distribute them as separate works.
5. You are not required to accept this License, since you have not signed it. However, nothing else grants you permission to modify or distribute the Program or its derivative works. These actions are prohibited by law if you do not accept this License. Therefore, by modifying or distributing the Program (or any work based on the Program), you indicate your acceptance of this License to do so, and all its terms and conditions for copying, distributing or modifying the Program or works based on it. 6.
10.If you wish to incorporate parts of the Program into other free programs whose distribution conditions are different, write to the author to ask for permission. For software which is copyrighted by the Free Software Foundation, write to the Free Software Foundation; we sometimes make exceptions for this. Our decision will be guided by the two goals of preserving the free status of all derivatives of our free software and of promoting the sharing and reuse of software generally. NO WARRANTY 11.
END OF TERMS AND CONDITIONS How to Apply These Terms to Your New Programs If you develop a new program, and you want it to be of the greatest possible use to the public, the best way to achieve this is to make it free software which everyone can redistribute and change under these terms. To do so, attach the following notices to the program.
GNU LESSER GENERAL PUBLIC LICENSE Version 2.1, February 1999 Copyright (C) 1991, 1999 Free Software Foundation, Inc. 51 Franklin Street, Fifth Floor, Boston, MA 02110-1301 USA Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this license document, but changing it is not allowed. [This is the first released version of the Lesser GPL. It also counts as the successor of the GNU Library Public License, version 2, hence the version number 2.1.
Most GNU software, including some libraries, is covered by the ordinary GNU General Public License. This license, the GNU Lesser General Public License, applies to certain designated libraries, and is quite different from the ordinary General Public License. We use this license for certain libraries in order to permit linking those libraries into non-free programs.
TERMS AND CONDITIONS FOR COPYING, DISTRIBUTION AND MODIFICATION 0. This License Agreement applies to any software library or other program which contains a notice placed by the copyright holder or other authorized party saying it may be distributed under the terms of this Lesser General Public License (also called “this License”). Each licensee is addressed as “you”.
d) If a facility in the modified Library refers to a function or a table of data to be supplied by an application program that uses the facility, other than as an argument passed when the facility is invoked, then you must make a good faith effort to ensure that, in the event an application does not supply such function or table, the facility still operates, and performs whatever part of its purpose remains meaningful.
However, linking a “work that uses the Library” with the Library creates an executable that is a derivative of the Library (because it contains portions of the Library), rather than a “work that uses the library”. The executable is therefore covered by this License. Section 6 states terms for distribution of such executables.
For an executable, the required form of the “work that uses the Library” must include any data and utility programs needed for reproducing the executable from it. However, as a special exception, the materials to be distributed need not include anything that is normally distributed (in either source or binary form) with the major components (compiler, kernel, and so on) of the operating system on which the executable runs, unless that component itself accompanies the executable.
It is not the purpose of this section to induce you to infringe any patents or other property right claims or to contest validity of any such claims; this section has the sole purpose of protecting the integrity of the free software distribution system which is implemented by public license practices.
END OF TERMS AND CONDITIONS How to Apply These Terms to Your New Libraries If you develop a new library, and you want it to be of the greatest possible use to the public, we recommend making it free software that everyone can redistribute and change. You can do so by permitting redistribution under these terms (or, alternatively, under the terms of the ordinary General Public License). To apply these terms, attach the following notices to the library.
MA1405-A