User Manual

27
Eén of meer letters achter de naam van een item in het menu (zoals RCV), geeft aan dat dit item
alleen beschikbaar is wanneer een bepaalde signaalbron is geselecteerd. De letters geven de
signaalbron(nen) aan waarvoor het menu-item beschikbaar is.
R: RGB-ingangsaansluiting, C: Component ingangsaansluiting,
V: S-Video ingangsaansluiting*
1
of Video ingangsaansluiting*
1
, H: HDMI (PC) ingangsaansluiting,
D: HDMI (DTV) ingangsaansluiting, F: Bestandszoeker*
2
, T: CASIO USB-tool*
2
, N: Netwerk*
2
,
U: USB-display*
2
Een menu-item zonder letter ernaast wordt toegepast ongeacht de signaalbron.
achter een menu-item geeft aan dat dit item alleen beschikbaar is op XJ-F serie projectoren.
achter een menu-item geeft aan dat dit item alleen beschikbaar is op netwerkmodel projectoren.
De fabrieksinstelling wordt aangegeven met een asterisk (*).
Instellingen op het instelmenu
*1 Alleen XJ-F serie projectoren *2 Alleen netwerkmodel projectoren
U moet dit menu-item
gebruiken:
Om dit te doen:
Beeldinstelling 1 3
Helderheid
Stel de helderheid van het geprojecteerde beeld in.
Beeldinstelling 1 3
Contrast
Stel het contrast van het geprojecteerde beeld in.
Beeldinstelling 1 3
Scherpte (V)
Gebruik dit submenu om de scherpte van het geprojecteerde beeld te regelen. Een
grotere waarde maakt het beeld scherper, een kleinere waarde maakt het beeld
zachter.
Beeldinstelling 1 3
Verzadiging (V)
Gebruik dit submenu om de kleurverzadiging van het geprojecteerde beeld te
regelen. Een grotere waarde verhoogt de kleurverzadiging.
Beeldinstelling 1 3
Kleurtoon (V)
Gebruik dit submenu om de kleurtoon (tint) van het geprojecteerde beeld te regelen.
Een grotere waarde geeft het beeld een meer blauwe tint, terwijl een kleinere
waarde het beeld roder maakt. Deze instelling wordt alleen ondersteund bij een
NTSC of NTSC4.43 ingangssignaal.
Beeldinstelling 1 3
Kleurmodus
Selecteer één van de volgende kleurinstellingen voor het geprojecteerde beeld:
“Standaard*”, “Grafieken”, “Theater*”, “Schoolbord”, “Natuurlijk”.
O
p
merkin
g
Fabrieksinstelling: “Theater” wanneer de signaalbron S-Video, Video, of
HDMI (DTV) is. “Standaard” in andere gevallen.
Beeldinstelling 1 3
kleurbalans
Selecteer één van de volgende voorgeprogrammeerde instellingen voor de
kleurbalans: “Warm”, “Normaal*”, “Koud”.
Kan ook worden gebruikt om apart rood, groen en blauw in te stellen.
Beeldinstelling 1 3
Lichtsterkteregeling uit
modus
Wanneer “Uit” is geselecteerd voor de “Optie instellingen 1 3 Lichtsterkteregeling
3 Lichtsterkteregeling” instelling, kunt u kiezen uit “Helder” (de helderheid heeft
voorrang) of “Normaal*” (kleurweergave heeft voorrang) als instellingen voor de
beeldweergavevoorkeur.
Beeldinstelling 1 3
Menu terugstellen
Hiermee zet u alle items op het “Beeldinstelling 1” hoofdmenu terug op hun
fabrieksinstellingen voor de op dit moment gebruikte signaalbron.
Beeldinstelling 2 3
Verticale Positie (RCV)
Pas de verticale en horizontale posities van het van de signaalbron ontvangen beeld
aan in relatie tot het projectiescherm.
Beeldinstelling 2 3
Horizontale Positie (RCV)