D XW-P1 GEBRUIKSAANWIJZING Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag. Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen Zorg er voor eerst aandachtig de “Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid” te lezen voordat u het instrument probeert te gebruiken.
Belangrijk! Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op voordat u dit product in gebruik neemt. • Controleer de netadapter altijd eerst op schade voordat u de los verkrijgbare netadapter gebruikt om het toestel van spanning te voorzien. Controleer het netsnoer zorgvuldig op breuken, blootliggende draden en ander ernstige schade. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken die ernstig beschadigd is. • Probeer de batterijen nooit op te laden. • Gebruik geen oplaadbare batterijen.
Inhoudsopgave Algemene gids ............................ D-5 Bewerkbare parameters voor drum PCM tonen ... D-34 Besturen van klanken .............................. D-35 Voorbereidingen voor het spelen .......................................... D-8 Gebruiken van een pedaal.................................... D-35 Aansluitingen............................................. D-8 Gebruiken van de toewijsbare knoppen ............... D-35 Voeding .....................................................
Inhoudsopgave Gebruiken van de stappensequencer .................... D-49 Gebruiken van de optreden modus........................D-62 Hoe de Stappensequencer georganiseerd is...................................... D-49 Overzicht ................................................. D-62 Weergeven van een stappensequens..... D-51 Registreren en oproepen van optredens ................................................ D-62 Bewerken van een Sequens Eenvoudige bewerking............................
Inhoudsopgave Gebruiken van een geheugenkaart .......................... D-73 Referentie ..................................D-81 Ondersteunde datatypes .......................................D-73 Oplossen van moeilijkheden ................... D-82 Voorzorgsmaatregelen voor kaarten en de kaartgleuf ..............................................................D-74 Insteken en verwijderen van een geheugenkaart ........................................ D-74 Formatteren van een geheugenkaart......
Algemene gids • In deze gebruiksaanwijzing wordt naar toetsen, knoppen, aansluitingen en andere onderdelen verwezen middels een combinatie van groepnummers ( , , etc.) en onderdeelnamen. 12 Achterkant Links Midden Rechts Schuifla • De schuifla is ietwat gebogen. Let erop dat items die er op staan er niet vanaf glijden. • Plaats geen glazen of bekers met vloeistof op de schuifla. Links onder Links 3 1 4 2 De groepen bent.
Algemene gids Midden 6 9 7 bk 8 LCD Geeft de naam van de functie wanneer de toets ingedrukt gehouden blijft. bm bn bo (Draairegelaar) bl 6 Schakel d.m.v. de [POWER] toets de spanning aan en uit en regel d.m.v. de [VOLUME] knop het volumeniveau. ☞ Pagina D-9 7 Selecteer d.m.v. de bovenste drie toetsen de modus van de Synthesizer. Gebruik de drie onderste toetsen om tonen en 8 9 andere data te bewerken en op te slaan en om de algehele instellingen van het algehele systeem te configureren.
Algemene gids Rechts bp bq br bp Selecteer d.m.v. deze toetsen een toonnummer, een Optreden nummer, etc. ☞ Pagina D-20 bq Verplaats d.m.v. de zes toetsen rechts de cursor op het scherm en verander d.m.v. de min (–) en plus (+) toetsen een waarde die wordt aangegeven. Druk op de [MENU] toets om een menu weer te geven met opties voor de bewerking die u op dat moment uitvoert. ☞ Pagina D-21 br Gebruik deze toetsen voor veranderen van de toonhoogte van het geluid met slechts één toets.
Voorbereidingen voor het spelen Aansluitingen • Lees telkens wanneer u een apparaat op de Synthesizer wilt aansluiten eerst de gebruiksaanwijzing door die met dat apparaat meegeleverd wordt. • Deze Synthesizer is niet voorzien van ingebouwde luidsprekers. Er wordt geen geluid geproduceerd tenzij u een toestel aansluit voor de geluidsweergave.
Voorbereidingen voor het spelen Om dit te doen: Doe dit: (1) Gebruiken van een pedaal Sluit een los verkrijgbaar aanhoudpedaal aan. Zie pagina D-65 voor informatie aangaande het type effect dat toegepast wordt wanneer het pedaal wordt ingetrapt. (2) Ingangsgeluid van een ander elektronisch muziekinstrument Sluit d.m.v. een los verkrijgbaar aansluitsnoer de uitgangsaansluiting (mono) van het andere instrument aan op de Synthesizer.
Voorbereidingen voor het spelen 4. Druk op 6 POWER om de spanning in te 6 • Als u slechts lichtjes op POWER drukt, gaat de display kortstondig branden maar de spanning wordt niet ingeschakeld. Echter dit duidt niet op een defect. Druk POWER stevig en volledig in om de spanning in te schakelen. • De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit is normaal en duidt niet op een defect. • Ter voorkoming van het breken van de bedrading dient u het netsnoer niet te belasten.
Leren spelen door te spelen (Voor Beginners op Synthesizer) Dit hoofdstuk laat u beginnen met basisbewerkingen door de Synthesizer in feite te gebruiken, waardoor vermeden wordt dat u in een moeras van theorie en technische details verdwaald raakt. Dit is een perfecte plek om te starten voor diegenen die een synthesizer voor de eerste maal gebruiken. ■ Drie synthesizermodi Optreden Modus Gebruik deze modus om te spelen en om een optreden te geven.
Leren spelen door te spelen (Voor Beginners op Synthesizer) Laten we eerst luisteren naar hoe de toon van een solo synthesizer klinkt. Druk op SOLO SYNTH zodat de toets gaat branden. bl De tonen van deze Synthesizer zijn verdeeld in groepen van 10 tonen die “banken” worden genoemd. Er zijn in het totaal 10 Solo Synthesizer toonbanken van 0 - 9, met 10 tonen in elke bank voor een totaal van 100 Solo Synthesizertonen. U kunt snel een bank selecteren met een toonnummer door de draairegelaar te draaien.
Leren spelen door te spelen (Voor Beginners op Synthesizer) 5 Speel enkele noten op het toetsenbord en beweeg de schuifregelaars heen en weer. Hierdoor worden de volume instellingen van de tonen verandert die de zes lagen vormen. Stel de volumeniveau’s bij totdat u de gewenste balans verkrijgt. Laag 1 - 6 met afzonderlijk volume Algeheel volume bq Verplaats m.b.v. de linker (U) en rechter (I) toetsen de cursor tussen invoerposities en voer karakters in met de toonnummertoetsen.
Leren spelen door te spelen (Voor Beginners op Synthesizer) Op dit moment heeft u zich de eenvoudigste stappen meester gemaakt die nodig zijn om tonen te bewerken en op te slaan. Maar dat is niet het het eind van het liedje. Uw Synthesizer heeft namelijk een schat aan toonbewerkingsmogelijkheden, functies en andere gereedschappen. Neem er de tijd voor op ze te leren en u zult in staat zijn om geavanceerde toonbewerkingen uit te voeren. Zoek meer op onder “Selecteren en Creëren van tonen” op pagina D-18.
Leren spelen door te spelen (Voor Beginners op Synthesizer) Stappensequencer Laten we onze uitleg over de stappensequencer beginnen door naar wat vooringestelde sequensdata te luisteren. 7 STEP SEQ om de stappensequencer modus in te Druk op schakelen. De stappensequencer gebruikt negen (8 - 16) van de 16 onderdelen van de klankbron van de Synthesizer, hetgeen voldoende ondersteuning geeft voor bijzonder complexe ritmes.
Leren spelen door te spelen (Voor Beginners op Synthesizer) Gebruiken van de optreden functie Als u alle informatie in de inleiding van deze gebruiksaanwijzing gelezen heeft dan bent eindelijk u klaar om de Optreden functie te gebruiken. Tijdens de toonmodus heeft u gezien hoe u een enkele toon kunt selecteren en om deze daarna op het toetsenbord te spelen. Tijdens de Optreden modus kunt u maximaal vier tonen tegelijkertijd uitvoeren.
Leren spelen door te spelen (Voor Beginners op Synthesizer) Voorbeeld: Om het optreden op te slaan naar Gebruikersbank 2, Optreden 1 Bewerkingen opgeslagen indicator Weergeven van een ingebouwde demonstratiemelodie Geef d.m.v. de onderstaande procedure een ingebouwde demonstratiemelodie weer die de veelzijdigheid van de Synthesizer demonstreert.
Selecteren en Creëren van tonen 7 3 bm bn bo bp bq br 5 9 bl Overzicht De tonen van deze Synthesizer bestaan uit de 16 onderdelen die hieronder worden aangegeven, plus extern ingevoerde onderdelen. Dit hoofdstuk geeft ook uitleg over het selecteren, bewerken en opslaan van tonen d.m.v. Zone Onderdeel 1* in de Toonmodus (pagina D-11).
Selecteren en Creëren van tonen Ingebouwde klankbron Zone Onderdeel 1 Zone 1 instellingen Zone Onderdeel 2 Zone 2 instellingen Zone Onderdeel 3 Zone 3 instellingen Zone Onderdeel 4 Zone 4 instellingen Externe apparatuur (MIDI Kanaal 1) (MIDI Kanaal 2) (MIDI Kanaal 3) (MIDI Kanaal 4) D-19
Selecteren en Creëren van tonen Selecteren van een toon 1. Druk op 7 TONE. De toets gaat branden en Toommodus wordt ingeschakeld bij de Synthesizer. 2. Selecteer d.m.v. de bl SOLO SYNTH - VARIOUS toetsen een tooncategorie. 3. Druk op bp PRESET/USER om voorkeuzetonen of gebruikerstonen te selecteren. • Voorkeuzetonen worden geselecteerd terwijl de toets niet brandt, terwijl gebruikerstonen worden geselecteerd als de toets wel brandt. 4. Druk op de bp NUM/BANK toets zodat de toets gaat knipperen.
Selecteren en Creëren van tonen Bewerken en opslaan van een toon als een gebruikerstoon Verkrijgt toegang tot een groep. Verlaat een groep. bo 1. Selecteer de toon die u wilt bewerken. bq Selecteert een item. • U kunt een voorkeuzetoon of een bestaande gebruikerstoon voor het bewerken selecteren. 2. Druk op 7 EDIT. Hierdoor wordt het bovenste scherm getoond van de toonbewerkingslijst. Voorbeeld: Eerste pagina van de bewerkingslijst van de Solo Synthesizertoon Verandert de instelling.
Selecteren en Creëren van tonen Bewerkbare toonparameters van de Solo Synthesizer Solo Synthesizer tonen worden gesynthetiseerd door tonen van de zes blokken nummer (1) - (6) in de onderstaande afbeelding te combineren. Voordat u in feite begint met het bewerken van tonen zou u wat tijd moeten besteden om goed bekend te raken met de structuur en de details van elk blok.
Selecteren en Creëren van tonen Omschrijving (1) Synthesizer OSC1 Blok “OSC” is een afkorting van “oscillator” (oscillator), waar een geluid in feite geproduceerd wordt. Deze twee synth OSC blokken creëren een geluid d.m.v. een sinusgolf, een zaagtandgolf of een andere basis golfvorm, precies zoals bij een analoge synthesizer. • Synth OSC: Genereert het basisgeluid en bepaalt de toonhoogte. • Filter: Kapt bepaalde frequenties af om de klankkleur bij te stellen. • Amp (versterker): Stelt het volume bij.
Selecteren en Creëren van tonen ■ Bewerkbare Parameters van Blokken (1) - (6) 5 3 • De negen schuifregelaars ( ) en vier knoppen ( ) kunnen worden gebruikt voor snel en gemakkelijk bijstellen van sommige van de parameters in de onderstaande lijst (pagina D-35). Voorbereidingen Voer de volgende stappen uit van het scherm in stap 2 van de procedure onder “Bewerken en opslaan van een toon als een gebruikerstoon” op pagina D-21. 1.
Selecteren en Creëren van tonen Displaytekst Omschrijving Instellingen Krommediepte (envelope depth). Specificeert hoe de kromme hieronder toegepast wordt. Env.Depth (V) –64 tot 0 tot +63 Toonhoogtekromme (envelope). Groep van bewerkbare krommeparameters (Krommegenerator) die worden toegepast op de synth OSC, PCM OSC, en toonhoogteverschuiving. • De onderstaande afbeelding is van toepassing op filter, amp (versterker) en andere krommen.
Selecteren en Creëren van tonen Displaytekst Omschrijving Instellingen PWM LFO2 Depth (Blokken (1) en (2) alleen) (V) PWM LFO2 diepte (PWM LFO2 depth). Stelt de diepte van de pulsbreedtemodulatie door LFO2 bij. –64 tot 0 tot +63 Sync OSC (Blok (2) alleen) Oscillatorsynchronisering (Sync OSC). Door dit in te schakelen wordt de Blok (2) geluidsgolf teruggesteld overeenkomstig de periode van de Blok (1) geluidsgolf waardoor ze worden gesynchroniseerd.
Selecteren en Creëren van tonen Displaytekst Omschrijving Instellingen Volume (V) Volume (volume). Specificeert het volume van de versterker. 0 - 127 TouchSense (V) Aanslaggevoeligheid (touch sense). Specificeert de mate van verandering in het volume overeenkomstig de verandering in de speelgevoeligheid van het toetsenbord. –64 tot 0 tot +63 KeyFollow (V) Toetsopeenvolging (key follow). Stelt de hoeveelheid volumeverandering tussen aangrenzende klaviertoetsen bij.
Selecteren en Creëren van tonen Displaytekst Omschrijving Instellingen Envelope >Ent Totale filterkromme (envelope). Groep van bewerkbare krommeparameters (krommegenerator) die toegepast worden op Totale Blok filters. • Zie “Toonhoogtekromme” voor details aangaande groepitems. Bij deze groep correspondeert de verticale (Niveau) as in de toonhoogtekrommediagram aan hoe het filter wordt toegepast.
Selecteren en Creëren van tonen ■ Blok (10): Door bedieningsorganen bewerkbare virtuele controleparameters Deze controleregelaars zijn virtuele controleregelaars voor het bijstellen van bewerkbare parameters (bestemmingen) bij elke invoermethode (bron). Voorbereidingen Voer de volgende stappen uit van het scherm in stap 2 van de procedure onder “Bewerken en opslaan van een toon als een gebruikerstoon” op pagina D-21. 1.
Selecteren en Creëren van tonen Bewerkbare Hex Laag toonparameters Hex laagtonen hebben drie types bewerkbare parameters: parameters voor elk van de afzonderlijke lagen (Laag 1 - Laag 6), parameters die all zes lagen beïnvloeden en dezelfde parameters die van toepassing zijn op de andere tooncategorieën. 5 • De negen schuifregelaars ( ) en vier knoppen ( parameters in de onderstaande lijst (pagina D-35).
Selecteren en Creëren van tonen Displaytekst Omschrijving Instellingen VelRangeHi Hoog gevoeligheidsbereik (velocity range high). Specificeert de maximumwaarde van de effectieve gevoeligheid. Er wordt niets weergegeven wanneer met een gevoeligheid wordt gespeeld die meer is dan deze instelling. 0 - 127 Pitch Lock (Alleen lagen 2, 4 en 6) Toonhoogtevergrendeling (pitch lock).
Selecteren en Creëren van tonen Bewerkbare trekorgeltoon parameters Er zijn twee types parameters: bewerkbare parameters die specifiek zijn voor trekorgeltonen en dezelfde parameters die uitgeoefend worden op andere tooncategorieën. • De negen schuifregelaars ( ), drie toetsen ( ) en vier knoppen ( ) kunnen worden gebruikt voor snel en gemakkelijk bijstellen van sommige van de parameters in de onderstaande lijst (pagina D-35).
Selecteren en Creëren van tonen Bewerkbare PCM melodietoon (Niet-drum PCM Tonen) parameters Er zijn twee types parameters: Bewerkbare parameters die specifiek zijn voor PCM melodietonen en dezelfde parameters die uitgeoefend worden op andere tooncategorieën. De drumstellen in de Variance categorie van de PCM tonen hebben verschillende bewerkbare parameters. Zie “Bewerkbare parameters voor drum PCM tonen” voor meer informatie.
Selecteren en Creëren van tonen Bewerkbare parameters voor drum PCM tonen De bewerkbare parameters die hier beschreven worden, zijn voor de drumsteltonen in de Variance (Variantie) tooncategorie. Er zijn twee types parameters: Bewerkbare parameters die specifiek zijn voor PCM drumtonen en dezelfde parameters die uitgeoefend worden op andere tooncategorieën.
Selecteren en Creëren van tonen Besturen van klanken U kunt d.m.v. een pedaal of andere toestellen de toonhoogte of noten, de kromme en andere parameters onmiddellijk veranderen terwijl u aan het spelen bent. Gebruiken van een pedaal Een pedaalbewerking kan gebruikt worden om notes, arpeggio’s (pagina D-40) of frases (pagina D-44) aan te houden of om een zacht effect uit te oefenen. • Zie pagina D-8 voor informatie aangaande het aansluiten van een pedaal.
Selecteren en Creëren van tonen Gebruiken van schuifregelaars 5 U kunt d.m.v. de negen schuifregelaars ( ) de balans in de volumes bijstellen van meerdere geluiden (zie hieronder) die een toon vormen en meerdere bijstellingen maken bij bepaalde DSP parameters.
Selecteren en Creëren van tonen 2. Gebruik om de toonhoogte in stappen van een octaaf te veranderen de plus (+) toetsen (zonder ingedrukt te houden). br OCTAVE min (–) en br TRANSPOSE • Het instelbereik voor deze bewerking is drie octaven omhoog en omlaag (–3 octaven tot +3 octaven). br (1) Nagalm Voegt nagalm toe om het te laten klinken alsof u in een kamer speelt of in een zaal. (2) Zweving Combineert meerdere lagen van dezelfde noot om een geluid te creëren met meer diepte.
Selecteren en Creëren van tonen Configureren van effectinstellingen 1. Houd bm EFFECT ingedrukt totdat het bovenste scherm van de effectlijst hieronder verschijnt. bm 2. Verwijs vervolgens naar de onderstaande lijst terwijl u bewerkingen uitvoert met de bq bedieningsorganen om items te selecteren en instellingen te veranderen. ■ Effect instellingen Display Omschrijving Instellingen Rev Type Nagalmtype (reverb type). Nagalmeffecttype. Type1, Type2 Rev Level Nagalmniveau (reverb level).
Selecteren en Creëren van tonen Opslaan van een bewerkte DSP DSPs zijn verdeeld over 53 DSP types overeenkomstig de effecten. Voorkeuze normaal DSPs 0-0 en 0-1 zijn compressortype DSP’s. Er zijn twee DSP types: a Normaal DSP specifiek type en een Solo Synthesizer DSP specifiek type. Bij het bewerken en opslaan van een DSP dient u eerst het type te specificeren en deze daarna te bewerken overeenkomstig het type. • Zie de “DSP typelijst” op pagina D-87 voor een lijst van DSP types.
Automatisch weergeven van Arpeggio frasen bm 7 bo bq 4 2 5 bk Met de Arpeggio functie kunt u automatisch verschillende arpeggio’s en andere frasen spelen door gewoonweg klaviertoetsen aan te slaan op het toetsenbord. U kunt uit een aantal verschillende arpeggio opties kiezen, inclusief het spelen van arpeggio’s van een akkoord, het automatisch spelen van verschillende frasen en andere keuzes. • De Arpeggio functie heeft 100 arpeggio type voorkeuzes.
Automatisch weergeven van Arpeggio frasen 2. Houd 7 EDIT ingedrukt totdat bm ARPEGGIO 4. Beweeg d.m.v. de bq omhoog (q) en omlaag begint te knipperen en daarna stopt met knipperen om te blijven branden. (w) toetsen de itemselectiecursor (0) naar “Step Edit” en druk dan op ENTER. • In het geval van een gebruikers arpeggio is de toon die geselecteerd werd als de Zone Onderdeel 1 toon bij het opslaan van gebruikersdata, de aanbevolen toon.
Automatisch weergeven van Arpeggio frasen Menulaag Omschrijving 1 Instellingen 2 Step Edit >Ent Specificeert de relatieve positie in het arpeggio patroon waar de toetsenbordnoten gaan spelen vanaf de laagste noot die wordt gespeeld (welke L1 is). • Als het aantal ingedrukte toetsen minder is dan het aantal geconfigureerde instellingen van type (L) (d.w.z.
Automatisch weergeven van Arpeggio frasen Wissen van arpeggiodata Wis d.m.v. de onderstaande procedure voorkeuzestappendata of stappendata die bewerkt was d.m.v. Step Edit (pagina D-42) en creëer nieuwe stappendata van niets. • Merk op dat data van het variatietype niet kunnen worden gewist. 1. Houd bm ARPEGGIO ingedrukt tot het hieronder getoonde type selectiescherm in de display verschijnt. 2. Selecteer van de voorkeuze of gebruikers arpeggio types het arpeggio type dat u wilt wissen.
Opnemen en weergeven van frasen 7 bn bp bq bk De frasesequencer is een goede methode om muziekfrasen op te nemen die plotseling in u opkomen zodat u ze later kunt weergeven. • De Sequencer heeft 100 voorkeuzefrasen. • U kunt een nieuwe frase opnemen of een bestaande frase dubben om een gebruikersfrase te creëren. Er is geheugen voor opslag van maximaal 100 gebruikersfrasen voor later oproepen wanneer u ze nodig heeft.
Opnemen en weergeven van frasen Veranderen van de tempo instelling Er zijn twee verschillende methoden die u kunt aanwenden om de instelling van het tempo te veranderen: gebruiken van de TEMPO toetsen of lichtjes een maatslag op een toets trommelen. • U kunt m.b.v. deze procedure het tempo niet alleen voor frasen instellen maar ook voor andere functies. ■ Veranderen van het tempo d.m.v. de TEMPO toetsen 1. Druk op de 8 TEMPO – (langzamer) of 8 TEMPO + (sneller) toets.
Opnemen en weergeven van frasen Opnemen van een nieuwe frase Naast wat u op het toetsenbord speelt, worden de pedaal-, draairegelaar- en knopbewerkingen ook opgenomen in frasen. • U kunt maximaal 1600 noten opnemen voor een enkele frase. De opgenomen draairegelaar- en knopbewerkingen verminderen het resterende aantal noten dat beschikbaar is voor het opnemen ook aanzienlijk. bq • Door op MENU te drukken wordt een menu weergegeven van de gedetailleerde instellingen die hieronder worden getoond.
Opnemen en weergeven van frasen Frasedata instellingen Menu Wanneer u op het toetsenbord speelt om fraseweergave te starten (pagina D-45), wordt de frasedata weergegeven in de sleutel waarin deze oorspronkelijk werd opgenomen (Original Key = Originele Sleutel) als u de klaviertoets indrukt voor de eerste noot die opgenomen was bij de frase. Frase data instellingen kunnen worden gebruikt om te specificeren dat de weergave uitgevoerd dient te worden d.m.v.
Opnemen en weergeven van frasen 3. Druk op bn REC of begin het spelen met een pedaal-, knop- of draairegelaarbewerking of door iets op het toetsenbord te spelen. Een van deze bewerkingen laat kopieeropname beginnen. bn bn Hierdoor gaan REC en PLAY/STOP branden (zonder knipperen). • De oorspronkelijke frase begint de lusweergave. Alles wat u op het toetsenbord speelt en bewerkingen die u uitvoert tijdens lusweergave worden gekopieerd naar de oorspronkelijke frase. 4.
Gebruiken van de stappensequencer 7 1 2 bm bo bp bq 4 5 9 bk bl De stappensequencer heeft maximaal 16 stappen. De schuifregelaars van de Synthesizer kunnen worden gebruikt om stappennoten en gevoeligheid te regelen in real-time. De Stappensequencer is niet alleen maar een ritmemachine - de sequencer maakt het mogelijk om muziek te componeren terwijl u op het toetsenbord speelt.
Gebruiken van de stappensequencer Sequensonderdelen Patronen 1 - 8 (pagina D-49) Part (pagina D-49) Nootonderdeel Controle onderdeel Schuifregelaars (pagina D-52) Maatslag Drum 1 Spoor Drum 2 Spoor Drum 3 Spoor Drum 4 Spoor Drum 5 Spoor Bas Spoor Solo 1 Spoor Solo 2 Spoor Akkoorden Spoor Controle 1 Spoor Controle 2 Spoor Controle 3 Spoor Controle 4 Spoor A A A A A A A A A Hoofdschuifregelaar (pagina D-53) B B B B B B B B B Mixer (pagina D-67) 8ch 9ch 10ch 11ch 12ch 13ch 1
Gebruiken van de stappensequencer Weergeven van een stappensequens Een stappensequens kan weergegeven worden van de optreden-, toon- of stappensequencermodus. De stappensequens kan worden veranderd door naar een ander patroon over te schakelen, een andere sequensbank en -nummer te selecteren en door de toets te verschuiven (Toetsverschuiving). 3. Als u naar een andere sequens wilt veranderen, schakel dan de stappensequencermodus in en verander de sequensbank en/of het -nummer.
Gebruiken van de stappensequencer 4 In- en uitschakelen van een stap ■ Aan (Geluidsweergave) 4 Druk op de 1 - 16 toetsen van het nummer van de stap die u wilt inschakelen. Wanneer een stap ingeschakeld is, zullen de betreffende 1 - 16 toetsen branden en wordt NOTE getoond naast het stapnummer. 4 • De 1 - 16 toetsen die corresponderen aan de stapnummers die onderdeel uitmaken van de groep die verbonden is met boogjes zullen alle gaan knipperen. Laat STEP SEQUENCER los en de toetsindicators gaan uit.
Gebruiken van de stappensequencer ■ Selecteren van een schuifregelaarfunctie 2 Door op FUNC A/B te drukken wordt heen en weer geschakeld tussen twee functies van de schuifregelaars. Voorbeeld: Voorkeuzesequens FUNC A/B brandt niet: L (NOTE) FUNC A/B brandt: M (VELOCITY) 2. Houd 2 FUNC A/B ingedrukt tot het SLIDER onderstaande scherm verschijnt. 2 2 3. Selecteer d.m.v. de 9 PART min (–) en plus (+) Geeft de geselecteerde functie aan als L of M.
Gebruiken van de stappensequencer 3. Druk op bq MENU en daarna op de bq rechts (I) toets om de itemselectiecursor te verplaatsen (0) naar “M.Slider”. 4. Druk op bq ENTER. Hierdoor wordt het hoofdschuifregelaarscherm getoond. Invoeren van stapdata door spelen op het keyboard, enz. U kunt noten, gevoeligheud en andere stapdata invoeren door toetsenbord-, toonhoogtebuigregel- en knopbewerkingen uit te voeren terwijl u aan het spelen bent.
Gebruiken van de stappensequencer Veranderen van de timing van patroonverwisseling 1. Zie stappen 1 en 3 van de procedure op pagina “Veranderen van het Solo1 kanaal” op pagina D-54. 2. Verplaats d.m.v. de bq omhoog (q) en omlaag (w) toetsen de itemselectiecursor (0) naar “Pattern Change Timing”. Weergeven van een enkel onderdeel (solomodus) 1. Druk op 1 STEP SEQUENCER en druk daarna op 7 EDIT. 7 • Deze stap is niet nodig als u reeds op EDIT drukte en reeds een stappensequens aan het bewerken bent.
Gebruiken van de stappensequencer ■ Stappensequencerparameters Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Trk On/Off >Ent Omschrijving Instelbereik en scherminhoud Spoorbewerking (track on/off) EDIT tijdens de stappensequencermodus • Drukken op toont hetzelfde scherm als Trk On/Off >Ent. 7 Pattern Patroonnummer 1-8 Part Onderdeelnaam Drm1 - 5, Bass, Sol1 - 2, Chrd, Ctl1 - 4 Track 1 - 16 tussen aan en uit. Spoor aan/uit. Kies d.m.v. 1 - 4 corresponderen respectievelijk aan de • besturingsonderdelen 1 - 4.
Gebruiken van de stappensequencer Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Track Param >Ent Max Step Beat Info Omschrijving Instelbereik en scherminhoud Spoorparameters Maximale stap. Specificeert het aantal stappen dat door een onderdeel wordt weergegeven. Als het gespecificeerde maximum aantal stappen overschreven wordt tijdens de weergave, keert de weergave terug naar de eerste stap. 1 - 16 Step Size Stapgrootte. Specificeert de nootlengte tussen stappen. 2, 6, NoteLngth Nootlengte.
Gebruiken van de stappensequencer Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Copy >Ent Omschrijving Instelbereik en scherminhoud Kopiëren van data Track Kopieert data van een ander spoor. kopieert stapdata en onderdeelparameterdata. • Data die kunnen worden bewerkt (TMP) kunnen ook worden gekopieerd. • De volgende onderdelen kunnen worden gekopieerd.
Gebruiken van de stappensequencer 4. Verplaats d.m.v. de bq cursor (U, q, w, I) 3. Druk op bq MENU. toetsen de haakjes % of de cursor naar het item waarvan u de isntelling wilt veranderen en verander daarna d.m.v. de min (–) en plus (+) toetsen de geselecteerde instelling. bq bl 9 • Verander d.m.v. PATTERN het patroonnummer. • Verander d.m.v. de PART min (–) en plus (+) toetsen de onderdeelnaam. • Verander d.m.v. de STEP min (–) en plus (+) toetsen het stapnummer.
Gebruiken van de stappensequencer • Hieronder worden de schuifregelaarvoorkeuzenummers en hun corresponderende schuifregelaarvoorkeuzenamen getoond. 1 Major, 2 Minor, 3 Dorian, 4 Lydian, 5 Mixolydn (Mixolydian), 6 Phrygian, 7 Locrian, 8 M.Minor (Melodische Mineur), 9 H.Minor (Harmonische Mineur), 10 H.M. 5th (Harmonische Mineur Kwint), 11 Altered (Veranderd), 12 WholeTon (Gehele Toon), 13 Diminish (Verminderd), 14 Pentaton (Pentatoniek), 15 M.
Gebruiken van de stappensequencer Een voorkeuze keten weergeven 1. Houd bk CHAIN ingedrukt totdat het CHAIN scherm verschijnt. 2. Toon d.m.v. de bo draairegelaar, bp toetsen, of bq de min (–) en plus (+) toetsen de keten die u wilt spelen. Opslaan van een keten in SMF formaat naar een geheugenkaart • Steek een geheugenkaart in de synthesizer voordat u de volgende procedure uitvoert. 1. Houd bk CHAIN ingedrukt totdat het CHAIN scherm verschijnt. 2. Toon d.m.v.
Gebruiken van de optreden modus 7 8 3 bq 2 9 2. Selecteer een optredenbank en -nummer d.m.v. Overzicht U kunt d.m.v. de optreden modus een uitvoering maken met maximaal vier tonen die toegewezen zijn aan het toetsenbord. Naast toontoewijzingen kunt u ook instellingen voor o.a. effecten, stappensequencer opslaan als een basisinstelling (aangeduid als een “optreden”) die op elk gewenst moment kan worden opgeroepen, zelfs als u aan het spelen bent om de instelling van de sequencer te veranderen.
Gebruiken van de optreden modus Oproepen van een optreden 1. Druk op 7 PERFORM. De toets gaat branden en Optreden modus wordt ingeschakeld bij de Synthesizer. 2. Selecteer een optredenbank en -nummer d.m.v. dezelfde procedures als voor het selecteren van een toon. Hierdoor wordt de inhoud van het geselecteerde optreden opgeroepen. • De inhoud van opgeroepen optredens is hetzelfde als beschreven in “Bewerkbare Optreden Parameterlijst” in het volgende hoofdstuk van deze gebruiksaanwijzing.
Gebruiken van de optreden modus Bewerkbare Optreden Parameterlijst Bewerkbare Parameterlijst Display Zone Parame >Ent Omschrijving Instellingen Zoneparameters. Deze groep omvat parameters voor elk van de zones (Zone 1 - 4). • Selecteer d.m.v. de PART min (–), plus (+) toetsen de zone die u wilt bewerken. • U kunt toegang verkrijgen tot de groep d.m.v. de volgende snelmethode: Voer stap 2 uit onder “Registreren van een optreden” (pagina D-62) en houd dan EDIT ingedrukt.
Gebruiken van de optreden modus Display Knob4Enable Bend Enable Wheel Enable Omschrijving Instellingen 3 K4 bewerking voor elke zone. bs BENDER bewerking voor elke zone. Modulatiedraaregelaar aan/uit. Activeert/deactiveert bs MODULATION bewerking voor elke Knop 4 aan/uit. Activeert/deactiveert Off, On Buigregelaar aan/uit. Activeert/deactiveert Off, On zone. ck Off, On Pedal Enable Pedaal aan/uit.
Gebruiken van de optreden modus Display Omschrijving Change Stappensequencer kanstiming. Specificeert de overschakeltiming wanneer een patroon veranderd wordt door de stappensequencer (pagina D-55). Key Shift De stappensequencertoetsverschuiving schakelt de stappensequencer toetsverschuivingsfunctie Off, On tussen in en uit (pagina D-51). Pattern Stappensequencerpatroonnummer. Selecteert het patroon van de stappensequencer (pagina D-49). Arp On/Off Arpeggio aan/uit.
Overige handige functies bm 7 bo bq 4 2 5 9 bk Gebruiken van de mixer Met de mixer kunt u instellingen maken bij de toon, het volumeniveau en andere instellingen * van de klanbrononderdelen (Onderdelen 01 - 16, externale ingangsonderdelen, pagina D-18) van de Synthesizer, terwijl u de balans van de onderdelen kunt bekijken op de display.
Overige handige functies 3. Verplaats een schuifregelaar om de instelling bij te stellen van het onderdeel dat er aan toegewezen is. • Selecteer d.m.v. de bq cursor (U, q, w, I) toetsen een instelitem. 4. Schakel d.m.v. de 4 1 - 16 toetsen de onderdelen 01 - 16 in en uit. • Telkens bij indrukken van de toets wordt tussen de oplichtende (aan) en niet oplichtende (uit) toestanden heen en weer geschakeld.
Overige handige functies Globale synthesizerinstellingen Hieronder volgen synthesizerinstellingen die globaal kunnen worden geconfigureerd. • Stemmen (fijnstemmen van de toonhoogte van noten) • Lokale besturing • Hoofd ruwweg stemmen (stemmen van de toonhoogte van noten in stappen van een halve toon) • Oorspronkelijke spanning aan modus • Displaycontrast • Automatische spanning aan/uit (pagina D-10) 1. Druk op 7 SETTING. Hierdoor wordt het instelscherm getoond als “General >Ent” geselecteerd is.
Overige handige functies MIDI instellingen Display Perform NRPN Optreden NRPN verandering (performance NRPN change). Wanneer deze instelling ingeschakeld wordt, kan een Synthesizer Optreden (pagina D-63) worden geselecteerd door een MIDI NRPN boodschap van externe apparatuur. Off, On S.Seq NRPN Stappensequencer NRPN verandering (step Sequencer NRPN Change).
Overige handige functies Wissen van data die op de Synthesizer opgeslagen is Wis d.m.v. de onderstaande procedure gebruikerstonen, gebruikerssequenses en andere data die u creëerde en laat het geheugen terugkeren naar de oorspronkelijke default status. 1. Refereer naar de table in stap 2 van de procedure onder “Opslaan van Synthesizerdata naar een geheugenkaart” (pagina D-75), en voer de procedure uit die nodig is voor het type data dat u wilt wissen. 2. Verplaats d.m.v.
Overige handige functies Weergeven van een demonstratiemelodie of bestand van een geheugenkaart U kunt d.m.v. de onderstaande procedure de ingebouwde demonstratiemelodieën van de Synthesizer weergeven en daarna de SMF (Engelse afkorting van Standaard MIDI Bestand) muziekbestanden of audiobestanden weergeven die op een geheugenkaart zijn opgeslagen. 1. Druk tegelijkertijd op 7 SETTING en 7 WRITE. Hierdoor wordt de weergavemodus ingeschakeld. 3. Druk op bq ENTER. Hierdoor wordt het weergavescherm getoond.
Gebruiken van een geheugenkaart bm 7 3 bo bq bk U kunt Synthesizer gebruikersgebieddata opslaan naar een geheugenkaart en data laden van een geheugenkaart naar het geheugen van de Synthesizer. U kunt ook muziekbestanden (MIDI bestanden) die op een geheugenkaart staan weergeven via de Synthesizer. • Gebruik een geheugenkaart die voldoet aan de volgende voorwaarden. Formaat: SDHC of SD Capaciteit: 32 GB of minder Het gebruik van andere geheugenkaarten anders de hierboven genoemde wordt niet ondersteund.
Gebruiken van een geheugenkaart Voorzorgsmaatregelen voor kaarten en de kaartgleuf • Zorg ervoor de voorzorgsmaatregelen na te volgen die worden gegeven in de documentatie die met de geheugenkaart wordt meegeleverd. • Geheugenkaarten hebben een schrijfbeveiligingsschakelaar. Gebruik deze schakelaar wanneer u de data wilt beschermen tegen onverhoeds wissen. • Vermijd het gebruik van een geheugenkaart onder de volgende omstandigheden.
Gebruiken van een geheugenkaart Formatteren van een geheugenkaart Opslaan van data van de Synthesizer naar een geheugenkaart • Formatteer een geheugenkaart voordat u hem voor de eerste maal gebruikt. • Voordat u een geheugenkaart formatteert, zorg er eerst voor dat er geen waardevolle data op opgeslagen is. • De formatteerbewerking van een geheugenkaart zoals uitgevoerd door de Synthesizer is zog. “versneld formatteren”.
Gebruiken van een geheugenkaart 5. Selecteer het bank- en geheugenlocatienummer Opslaan van dit type data: Alle data Voer deze stappen uit: 7 1. Druk op SETTING. 2. Verplaats d.m.v. de omhoog (q) en omlaag (w) toetsen de itemselectiecursor (0) naar “CardUtility” en druk dan op ENTER. 3. Verplaats d.m.v. de omhoog (q) en omlaag (w) toetsen de itemselectiecursor (0) naar “All data” en druk dan op ENTER. bq bq bq bq Insteldata 7 SETTING. 1. Druk op 2. Beweeg d.m.v.
Gebruiken van een geheugenkaart 4. Beweeg d.m.v. de bq omhoog (q) en omlaag 3. Beweeg d.m.v. de bq omhoog (q) en omlaag (w) toetsen de itemselectiecursor (0) naar “Save”. (w) toetsen de itemselectiecursor (0) naar “Card Load” (of “Load” als u alle data wilt laden) en druk dan op ENTER. bq • Hierdoor verschijnt een menuscherm als het onderstaande in de display. Het onderstaande voorbeeldscherm toont het scherm dat verschijnt wanneer u deze procedure uitvoert van de stappensequencermodus.
Gebruiken van een geheugenkaart Wissen van een bestand van een geheugenkaart Hernoemen van een bestand op een geheugenkaart 1. Insteken van de geheugenkaart in de kaartgleuf. 1. Insteken van de geheugenkaart in de kaartgleuf. 2. Druk op 7 SETTING. 2. Druk op 7 SETTING. 3. Beweeg d.m.v. de bq omhoog (q) en omlaag 3. Beweeg d.m.v. de bq omhoog (q) en omlaag (w) toetsen de itemselectiecursor (0) naar “CardUtility” en druk dan op ENTER.
Aansluiting op een computer U kunt de Synthesizer aansluiten op een computer en MIDI data verzenden tussen deze apparaten. U kunt data van de Synthesizer zenden naar de muziek software die op uw computer draait of u kunt MIDI data vanaf uw computer zenden naar de Synthesizer voor weergave. Minimale computersysteemvereisten 2. Nadat uw computer gestart is, sluit hem dan m.b.v. een los verkrijgbare USB kabel aan op de Synthesizer.
Aansluiting op een computer Opslaan en laden van data van de Synthesizer naar een computer en bewerken van Synthesizerdata op een computer U kunt gebruikerstonen, -frasen en andere data die u met de Synthesizer opsloeg oversturen naar een computer voor opslag. Later kunt u de data terugsturen naar de Synthesizer wanneer u ze nodig heeft. U kunt ook toon-, optredendata en andere Synthesizer data op een computer bewerken waar het gemakkelijker te bewerken is.
Referentie Foutmeldingen Displaymelding Format Oorzaak Vereiste maatregel 1. Het huidige geheugenkaartformaat is niet geschikt (niet compatibel) voor deze Synthesizer. 1. Formatteer de geheugenkaart op de Synthesizer (pagina D-75). 2. De capaciteit van de geheugenkaart is groter dan 32 GB. 2. Gebruik een geheugenkaart met een capaciteit van 32 GB of minder. 3. U probeert een SDXC kaart te gebruiken. 3. SDXC kaarten worden niet ondersteund. Gebruik een SD of SDHC geheugenkaart. 4.
Referentie Displaymelding Oorzaak Vereiste maatregel Memory Full Er is niet genoeg geheugencapaciteit die nodig is voor frasesequencerbewerkingen. Maak de frase korter zodat deze minder geheugen in beslag neemt. File Name Bij het hernoemen van een bestand op een SD kaart Gebruik een andere naam. wordt gepoogd om een bestandsnaam te specificeren die reeds in gebruik is. Invalid Tone U selecteerde een Synthesizertoon, hex laag of trekorgeltoon voor een onderdeel anders dan PART1 (onderdeel1) (ZONE1).
Referentie Symptoom Te nemen maatregel Een geconfigureerde instelling voor het volume of voor de toon is veranderd. • Stel de instelling van het hoofdvolume bij (pagina D-12). • Vervang de batterijen door nieuwe of schakel over op spanning van het lichtnet via de netadapter (pagina D-9). Het uitgangsvolume verandert niet zelfs wanneer de druk op de klaviertoetsen verandert. Verander de instelling van het gevoeligheidsvolume (pagina D-65).
Referentie Technische gegevens Model XW-P1 Toetsenbord 61 klaviertoetsen van standaard grootte Aanslagvolume 2 types, uit Maximale polyfonie 64 noten (1 - 32 bij bepaalde tonen) Tonen 620 voorkeuzetonen, 310 gebruikerstonen Solo Synthesizer tonen 100 voorkeuzetonen, 100 gebruikerstonen Hex laag tonen 50 voorkeuzetonen, 50 gebruikerstonen Trekorgeltonen 50 voorkeuzetonen, 50 gebruikerstonen PCM melodietonen 400 voorkeuzetonen, 100 gebruikerstonen PCM drumtonen 20 voorkeuzetonen, 10 gebrui
Referentie Ingangaansluitingen/ uitgangsaansluitingen USB poort TYPE B Midi ingangs-/ uitgangsaansluitingen (MIDI OUT/IN) Ingang (IN), uitgangs (OUT) Aanhoud/Toewijsbare aansluiting Standaardaansluiting (aanhouden, sostenuto, zacht, start/stop) Hoofdtelefoonaansluiting Stereo standaardaansluiting Lijnuitgang R, L/Mono aansluitingen (R, L/MONO) Standaardaansluiting x 2 Uitgangsimpedantie: 2,3 kΩ, uitgangsspanning: 1,7 V (RMS) MAX Audio ingangsaansluiting Stereo ministekker Ingangsimpedantie: 9 kΩ,
Referentie Bedieningsvoorzorgsmaatregelen Zorg ervoor de volgende voorzorgsmaatregelen te lezen en in acht te nemen. ■ Plaats Vermijd de volgende plaatsen voor dit product.
Referentie DSP Effectenlijst DSP typelijst ■ Normale DSP types • Typenummers 01 - 14 zijn enkelvoudige types DSP, terwijl de nummers 15 - 46 tweevoudige types DSP zijn. Een enkelvoudige type DSP is er een met een enkelvoudige structuur terwijl een tweevoudig type er een is met een combinatie van twee enkelvoudige types DSP. • De naam van een tweevoudige DSP wordt gevormd door de twee enkelvoudige DSP namen in kwestie, in de volgorde waarin ze worden toegepast.
Referentie DSP Parameterlijst ■ Normale DSP Enkelvoudig type DSP parameters • (Param A) en (Param B) zijn parameters die toegewezen zijn aan de 8/16 en MASTER schuifregelaars wanneer Hex laagtonen worden geselecteerd. 5 01: Wah Dit is een “wah” effect dat de frequentie automatisch kan beïnvloeden d.m.v. een LFO. Parameters en waardebereiken: 1 :Resonance (Resonantie) (0 - 127) (Param B) Stelt de sterkte van resonantie in.
Referentie 08: Flanger Oefent een wild pulserend en metaal-achtige nagalm uit op klanken. LFO golfvorm is kiesbaar. Parameters en waardebereiken: 1 :LFO Rate (LFO Snelheid) (0 - 127) (Param A) Stelt de LFO snelheid bij. 2 :LFO Depth (LFO Diepte) (0 - 127) (Param B) Stelt de LFO diepte bij. 3 :LFO Waveform (LFO Golfvorm) (sin, tri, random) Selecteert de LFO golfvorm. 4 :Feedback (Feedback) (0 - 127) Stelt de sterkte van feedback in. 09: Chorus Geeft diepte en breedte aan het geluid.
Referentie 13: Ring Modulator ■ Normale DSP tweevoudig type DSP parameters Vermenigvuldigt het ingangssignaal met een intern oscillatorsignaal om een metalen geluid aan te maken. Parameters en waardebereiken: 1 :OSC Frequency (OSC Frequentie) (0 - 127) (Param A) Stelt de referentiefrequentie in van de interne oscillator. 2 :LFO Rate (LFO Snelheid) (0 - 127) Stelt de LFO snelheid bij. 3 :LFO Depth (LFO Diepte) (0 - 127) (Param B) Stelt de LFO diepte bij.
Referentie 4. Herhaal daarna stappen 2 en 3 hierboven voor het rechterkant deel van de tweevoudige type DSP parameternaam. • De parameternummers die verschijnen op het parameterinstelscherm beginnen vanaf 1 en het nummer wordt met 1 verhoogd voor elke volgende parameter. De parameternummers van ons “Distortion-Wah” voorbeeld zouden zijn zoals hieronder getoond.
Control Change 0 1 5 6, 38 7 10 11 16 - 19 64 65 Key’s Ch’s After Touch Pitch Bender Note ON Note OFF Velocity True voice O O O *2 O *2 O O X O *2 O *3 O *2 O X X O 9nH v = 1 - 127 X 9nH v = 0 0 - 127 Mode 3 X Default Messages Altered Mode Note Number 1 - 16 1 - 16 Default Changed Transmitted O O O *2 O *2 O O O O *2 O O *2 O X O O 9nH v = 1 - 127 X 9nH v = 0, 8nH v =** 0 - 127 0 - 127 *1 Mode 3 X 1 - 16 1 - 16 Recognized MIDI Implementation Chart Basic Channel Function Model:
:True # Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 3 : OMNI OFF, POLY Remarks Messages O O O O O X X X X X X O *2 O 0 - 127 O O O *2 O O O *2 O *2 Reverb send Chorus send NRPN LSB, MSB RPN LSB, MSB Sostenuto Soft pedal Mode 2 : OMNI ON, MONO Mode 4 : OMNI OFF, MONO *1: Hangt af van de toon. *2: Voor details aangaande NRPN, RPN en systeem-exclusieve boodschappen, zie MIDI Implementatie op http://world.casio.com/. *3: In overeenkomst met de pedaaleffect instelling.
Dit kringloopteken geeft aan dat de verpakking voldoet aan de wetgeving betreffende milieubescherming in Duitsland.