Operation Manual

688210 nl ma 2014
7
INSTALLATIE OP EEN AANRECHT.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal en de accessoires. Onderzoek de oven op schade zoals deuken of
kapotte deur. Instaleer de oven niet indien die is beschadigd.
Behuizing: Verwijder alle beschermende folie die op het oppervlak van de magnetronbehuizing zit.
Verwijder niet de lichtbruine Mica bescherming die op de ovenruimte is bevestigt om de magnetron te
beschermen.
INSTALLATIE
1. Kies een vlak oppervlak dat voldoende ruimte biedt voor de inlaat en/of uitlaat openingen.
3.0 inch(7.5cm)
3.0 inch(7.5cm)
OPEN
12 inch(30cm)
De achterzijde van het apparaat moet tegen een muur worden geplaatst. Een minimale afstand van 7,5 cm
is vereist tussen de oven en de eventuele aangrenzende muren. Eén zijde moet open zijn.
1. Laat minimaal een ruimte van 30 cm vrij boven de oven.
2. Verwijder niet de poten aan de onderzijde van de oven.
3. Het blokkeren van de inlaat en/of uitlaat openingen kan de oven beschadigen.
4. Plaats de oven zo ver mogelijk weg van radio en TV. Een werkende magnetron kan storingen
veroorzaken op uw radio- of tv-ontvangst.
2. Steek de stekker in een standaard stopcontact. Zorg ervoor dat de spanning en de frequentie gelijk is
aan de spanning en de frequentie op het typeplaatje.
WAARSCHUWING: Instaleer de oven boven kookplaat of andere warmteproducerend apparaat.
Indien geïnstalleerd in de buurt van of boven een warmtebron, kan de oven worden beschadigen en de
garantie vervalt.
REINIGINGSINSTRUCTIES
Houd de oven altijd schoon
1. Het reinigen van het kijkvenster, binnenzijde van de deur en voorkant van de oven.
Voor de beste prestaties en een hoge veiligheidsstatus te handhaven, dient de binnenzijde van de deur
en voorzijde van de oven vrij te zijn van opgebouwd voedsel of vettigheid. Veeg deze onderdelen
schoon met een mild reinigingsmiddel, spoel af en droog af.
Gebruik nooit schuurmiddel of schuursponsjes.
2. Schoonmaken van het bedieningspaneel en de kunststof onderdelen.
Gebruik geen schoonmaakmiddel of een vloeibare spray met een hoge pH-waarde op het bedie-
ningspaneel en de kunststof onderdelen, maar gebruik een droge doek (geen natte doek) om deze
onderdelen schoon te maken.
3. Het reinigen van de ovenruimte
Na gebruik moet u zo snel mogelijk gemorste vloeistoffen, vet- en voedselresten verwijderen. Als de
oven vuil wordt gebruikt, de effi ciëntie daalt en het vuil gaat vast zitten op het oppervlak van de oven en
kan nare luchtjes veroorzaken. Reinig het interieur met een doek gedrenkt in lauw water waarin een mild
schoonmaakmiddel is opgelost, spoel dan de zeep af met een vochtige doek
LET OP: Veeg plastic en gelakte delen van de oven niet af met bleekwater, verdunners of andere
schoonmaakmiddelen, hierdoor kunnen deze onderdelen oplossen of sterk vervormen.