Operation Manual
CID088/03012013
11 / 52
3.2.1 Het invoeren van letters en leestekens
Op de toetsen van uw betaalautomaat ziet u alleen cijfers staan. Onder de cijfertoetsen zijn echter letters
en leestekens geprogrammeerd. Afhankelijk van de letter of het leesteken dat u wilt invoeren, drukt u
eenmaal of meerdere malen op een cijfertoets.
In te
drukken
toets
Aantal keer dat u de toets indrukt
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
1
1 Q Z . q z 1
2
2 A B C a b c 2
3
3 D E F d e f 3
4
4 G H I g h i 4
5
5 J K L j k l 5
6
6 M N O m n o 6
7
7 P R S p r s 7
8
8 T U V t u v 8
9
9 W X Y w x y 9
0
0 - spatie + 0
*
* , ‘ “ ( ) < > [ ] _ { } ~ *
#
# ! ? : ; @ = & / \ % $ | ^ #
Wilt u bijvoorbeeld het woord Pin invoeren, dan doet u dat als volgt:
P Druk 2 keer op 7
i Druk 7 keer op 4
n Druk 6 keer op 6
3.3 Gebruikersinterface van de betaalautomaat
3.3.1 Beginscherm
Als de betaalautomaat inactief is dan ziet u onderstaand scherm.
Statusbalk
In de statusbalk worden de
tijd en de statusindicatoren
van de batterij,
netwerkverbinding en
externe voeding
weergegeven. Raadpleeg
paragraaf 3.4 voor meer
informatie over de
statusindicatoren.
Navigatiebalk
Onderin het scherm worden
functiesymbolen
weergegeven. Druk op het
gewenste symbool om de
functie uit te voeren.
Raadpleeg paragraaf 3.4
voor meer informatie over de
beschikbare functies.
Menulijst
Druk op BETALING om
een transactie te starten
of op ANDERE TRX als u
eerst een transactietype
wilt selecteren.
Raadpleeg paragraaf 4.1
voor meer informatie
over de verschillende
transactietypen.










