Operation Manual

182
15. WOORDENLIJST
2+2 Stimuleert met één programma op de kana-
len 1 en 2 en met een ander programma op
de kanalen 3 en 4 tegelijkertijd.
ALT Alternerende stimulatie.
AMPLITUDE De intensiteit van de stimulatie.
ACTIEVE RUST De spier wordt gestimuleerd in de rust-
periode tussen de spiersamentrekkingen.
Actieve Rust
spiersamentrekkingen
BMI Body Mass Index. Het meten van de lich-
aamsmassa in verhouding tot de lengte. Het
wordt op de volgende manier berekend:
BMI = gewicht/(lengte x lengte). Het gewicht
wordt uitgedrukt in kg en de lengte in m.
CAPILLAIR, HAARVAT Heel klein bloedvat
CONTUSIE, KNEUZING Letsel dat ontstaat wanneer een spier hard
tegen het onderliggende bot wordt gedrukt,
bijv. door een slag of een trap.
DYSMENORROE Menstruatiepijn
EMS Elektrische spierstimulatie
ENDORFINE Stof (Peptide) opgewekt door de hersenen,
die een natuurlijke pijnstiller vormt.
FREQUENTIE Impulsen per seconde.
FM Percentage Vetmassa (Fat Mass). Het percen-
tage van uw lichaamsgewicht dat vet is.
HEMATOOM Een bloedmassa onder de huid veroorzaakt
door een letsel of een operatie.
ONDERBROKEN
STIMULATIE Stimulatie/Rust/Stimulatie
MELKZUUR Melkzuur wordt aangemaakt als het lichaam
suiker verbruikt tijdens de training. Te grote
hoeveelheden melkzuur in het lichaam kunn-
nen spierkrampen veroorzaken.
LIPOCYTEN Vetcellen, bouwen vetweefsel op.
LYMFATISCH SYSTEEM Reeks van vaten die lymfevloeistof transpor-
teren. Die vloeistof voert afvalstoffen af van
de weefsels naar de aders.