Inhoud Chevrolet MyLink ........................... 3 Audiosysteem ..............................
Chevrolet MyLink Inleiding ......................................... 4 Radio ........................................... 16 Externe apparaten ....................... 24 Telefoon ....................................... 45 Trefwoordenlijst ...........................
Inleiding Inleiding Algemene aanwijzingen ................. 4 Antidiefstalfunctie ........................... 4 Overzicht bedieningselementen .... 5 Bediening ....................................... 6 Personaliseren ............................. 11 Algemene aanwijzingen Het Infotainmentsysteem verzorgt de infotainment in uw auto, met gebruik van de nieuwste technologie. Raadpleeg uw dealer om het systeem of de software te updaten en bij te werken.
Inleiding Overzicht bedieningselementen Bedieningspaneel Type 1: FM/AM + USB/iPod + AUX + Bluetooth + Afbeelding + Film + Smartphonekoppe‐ ling Type 2: FM/AM + RDS+ USB/iPod + AUX + Bluetooth + Afbeel‐ ding + Film + Smartphone‐ koppeling Let op Afhankelijk van de regio wordt de functie smartphoneverbinding wel‐ licht niet ondersteund. 1. Display Display voor weergave van status en informatie over afspelen/ont‐ vangst/menu's. 2. ∧ VOL ∨-knoppen (volume) Druk op ∧ om het volume hoger te zetten.
Inleiding Als de verbonden telefoon van de klant spraakherkenning on‐ dersteunt, houd dan de knop in‐ gedrukt om de modus SR (spraakherkenning) van de te‐ lefoon te activeren. 2. xn-knop (stilschakeling/ophan‐ gen) Druk in een muziekafspeelfunctie deze knop in om de stilschakel‐ functie aan of uit te zetten. Druk op deze knop om binnenko‐ mende oproepen niet aan te ne‐ men of om uw huidige gesprek te beëindigen. 3. SRC-knop Druk op deze knop om naar een andere bron te gaan.
Inleiding Automatisch in-/uitschakelen DEMPEN Als de contactsleutel in de stand ACC of ON staat, wordt het Infotainment‐ systeem automatisch ingeschakeld. Als de contactsleutel in de stand OFF staat en de gebruiker het autoportier opent, wordt het Infotainmentsys‐ teem automatisch uitgeschakeld. Let op Bij het ingedrukt houden van m op het bedieningspaneel met de con‐ tactsleutel in de stand UIT wordt het Infotainmentsysteem ingeschakeld.
Inleiding Het hoofdmenu gebruiken 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. Functie selecteren (Alleen voor Type 1 model). (Alleen voor Type 2 model). 3. Stel Uit/Laag/Middel/Hoog in door op < of > te drukken. ◆ Druk op smartphonekoppeling voor het activeren van een ap‐ plicatie via uw verbonden smartphone. Afhankelijk van de regio wordt deze functie wellicht niet ondersteund. Afhankelijk van de regio kan de ondersteu‐ nende applicatie variëren.
Inleiding ◆ Druk op DAB voor DAB-radio (alleen voor Type 2 model). ◆ Druk op USB voor USB. ◆ Druk op iPod voor iPod/iPhone. ◆ Druk op AUX voor klankweer‐ gave via de AUX-ingang. ◆ Druk op Bluetooth voor strea‐ ming audio via Bluetooth. (Alleen voor Type 1 model). Let op Druk op q om weer naar het hoofd‐ menu te gaan. Als de afspeelbron (USB/iPod/AUX/ Bluetooth) niet met het Infotainment‐ systeem verbonden is, is deze func‐ tie niet beschikbaar. Afbeelding en film 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2.
Inleiding Let op Druk op q om weer naar het hoofd‐ menu te gaan. Als de afspeelbron (USB (afbeelding)/USB (film)/AUX (film)) niet met het Infotainmentsysteem verbonden is, is deze functie niet be‐ schikbaar. Handenvrij telefoneren met Bluetooth Sluit voor de handenvrije Bluetoothfunctie een Bluetooth-telefoon op het Infotainmentsysteem aan. 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2. Druk in het hoofdmenu op telefoon het Infotainmentsysteem via de USBpoort of draadloze Bluetooth-techno‐ logie.
Inleiding Instellingen 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2. Druk in het hoofdmenu op instellingen 2. Druk op instellingen. 3. Selecteer de gewenste waarde voor de instellingen. Personaliseren Algemene bediening van het instellingenmenu U kunt het Infotainmentsysteem zelf nog gebruikersvriendelijker maken. 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 11 Let op Afhankelijk van uw modelvariant kunnen instellingenmenu's en func‐ ties variëren. Tijd- en datuminstellingen 1.
Inleiding ◆ tijd en datum instellen: Stel de huidige uren, minuten en jaar/ maand/datum in met ∧ en ∨ en druk daarna op OK. ◆ automatisch klok sync: Druk op Aan voor het tonen van de klok via RDS tijd en datum en GPS tijd en datum. Druk op Uit voor het tonen van de klok via GPS tijd en datum. Let op Stel de tijd eerst in om de door de gebruiker ingestelde tijd weer te ge‐ ven. Radio-instellingen 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2. Druk op instellingen > radioinstellingen.
Inleiding - Diavoorstelling: Selecteer Aan of Uit. ◆ fabrieksinstellingen radio: Wis alle instelwaarden en herstel de standaard fabrieksinstellingen. Verbindingsinstellingen 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2. Druk op instellingen > verbindingsinstellingen. - apparaat koppelen: selecteer het gewenste apparaat en se‐ lecteer koppel/maak los of wis. - pincode wijzigen: Voor hand‐ matig wijzigen/instellen van de pincode. - ontdekbaar: selecteer Aan of Uit.
Inleiding 4. Selecteer Aan of Uit. ◆ Aan: een lange tekst op het au‐ dioscherm wordt doorgebla‐ derd. ◆ Uit: De tekst wordt één keer doorgebladerd en verschijnt in verkorte vorm. Volume aanraakpiep 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2. Druk op instellingen. 3. S indrukken. 4. Selecteer Aan of Uit. 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2. Druk op instellingen. 3. S indrukken. 4. Selecteer 9 ~ 21. ◆ Aan: bij het aanraken van het scherm klinkt er een pieptoon.
Inleiding 5. Controleer de systeemversie. DivX(R) VOD 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2. Druk op instellingen. 3. S indrukken. 4. Selecteer DivX(R) VOD. 15 naar vod.divx.com voor meer infor‐ matie over het voltooien van uw regi‐ stratie. Over DivX video: DivX® is een digi‐ taal videoformaat van DivX, LLC, een dochtermaatschappij van Rovi Cor‐ poration. Dit is een officieel DivX Cer‐ tified® apparaat dat DivX video af‐ speelt. Ga naar divx.
Radio Radio Gebruik ........................................ 16 Vaste staafantenne ...................... 23 Multibandantenne ........................ 23 Gebruik 3. Druk op het scherm op Bron S. Type 1 FM/AM + USB/iPod + AUX + Bluetooth + Afbeelding + Film + Smartphonekoppe‐ ling Type 2 FM/AM + DAB+ USB/iPod + AUX + Bluetooth + Afbeel‐ ding + Film + Smartphone‐ koppeling Let op Afhankelijk van de regio wordt de functie smartphoneverbinding wel‐ licht niet ondersteund. (Alleen voor Type 1 model).
Radio 4. Druk op het scherm op FM, AM of DAB. Het golfbereik FM, AM of DAB van de meest recent beluis‐ terde zender verschijnt. Automatisch naar actieve zenders zoeken ■ Druk op t ZOEKEN v om auto‐ matisch te zoeken naar beschik‐ bare zenders met een goede ont‐ vangst. ■ Links of rechts van de radiozender slepen om automatisch te zoeken naar een beschikbare zender met een goede ontvangst Handmatig naar actieve zenders zoeken Let op Druk op q om weer naar het hoofd‐ menu te gaan.
Radio Rechtstreeks luisteren naar voorkeuzezenders 1. Druk herhaaldelijk op < of > om de gewenste FAV (favorieten)-pa‐ gina te selecteren. 2. Druk op een voorkeuzeknop om rechtstreeks te luisteren naar de radiozender die onder die knop is opgeslagen. 2. Druk op AS. Bij de DAB-modus verschijnt alleen de geselecteerde categorie in de ca‐ tegorielijst. Zenderinformatie bekijken Druk op het FM/AM/DAB-scherm op de zender.
Radio Het radiomenu gebruiken Algemene bediening van het radiomenu 1. Selecteer het gewenste golfbereik (FM, AM of DAB). 2. Druk op het FM/AM/DAB-scherm op MENU. 3. Druk op het gewenste menu om de betreffende optie te selecteren of om het detailmenu van de optie weer te geven. 4. Druk op q om terug naar het vo‐ rige menu te gaan. Favorietenlijst (FM/AM/DAB-menu) 1. Druk in het FM-menu/AM-menu/ DAB-menu op Favorietenlijst om de favorietenlijst weer te geven Er verschijnt informatie over de favorietenlijst.
Radio (Alleen voor Type 2 model). 2. Blader met R of S door de lijst. Stem op de gewenste zender af door deze te selecteren. (Alleen voor Type 1 model). Let op De FM-categorielijst is alleen be‐ schikbaar voor RDS (Radio Data System). Bij de DAB-modus verschijnt alleen de geselecteerde categorie in de ca‐ tegorielijst. FM/AM/DAB-zenderlijst (FM/AM/ DAB-menu) bijwerken 1. Druk in het FM-menu/AM-menu/ DAB-menu op FM-zenderlijst bijwerken/AM-zenderlijst bijwerken/DAB-zenderlijst bijwerken.
Radio om naar de klankinstelmodus te gaan. Nu verschijnt het menu geluidsinstellingen. ◆ Mid (middenbereik) stel het middenbereikniveau in tussen -12 tot +12. ◆ Treble: stel het hoge tonen-ni‐ veau in tussen -12 tot +12. ◆ Fader: stel de balans tussen de luidsprekers voor/achter in. ◆ Balans: stel de balans tussen de luidsprekers links/rechts in. ◆ Terugzetten: zet alle begininstel waarden terug op de stan‐ daardinstellingen. 2. Druk op OK.
Radio intellitext (DAB-menu) (Alleen voor Type 2 model). 1. Druk in het DAB-menu op intellitext om de intellitext-lijst weer te geven. 2. Druk op OK. Zenderlijst EPG (DAB-menu) (Alleen voor Type 2 model). 1. Druk in het DAB-menu op Zenderlijst EPG om de zenderlijst EPG weer te geven. Er verschijnt informatie over de lijst. 2. Druk op Info voor nadere informa‐ tie.
Radio 2. Druk op de gewenste optie. 23 Als u een automatische wasstraat in rijdt met een uitgetrokken an‐ tenne, kan de antenne of het dak‐ paneel beschadigd raken. Verwij‐ der de antenne alvorens een au‐ tomatische wasstraat in te rijden. Draai de antenne volledig vast en stel deze rechtop in voor een goede ont‐ vangst. 3. Druk op één van de opties voor nadere informatie. info (DAB-menu) (Alleen voor Type 2 model). Druk in het DAB-menu op info om in‐ formatie over de huidige DAB-service weer te geven.
Externe apparaten Externe apparaten Algemene informatie Audiosysteem Algemene informatie .................... 24 Audio afspelen ............................. 33 Afbeeldingen weergeven ............. 39 Films afspelen .............................. 40 Het Infotainmentsysteem kan de mu‐ ziekbestanden vanaf het USB-op‐ slagapparaat of iPod-/iPhone-pro‐ ducten afspelen. Aanwijzing bij het gebruik van mp3/ wma/ogg/wav-bestanden ■ Dit product kan muziekbestanden met de bestandsnaamexten‐ sies .mp3, .wma, .
Externe apparaten ■ Pas op en voorkom ontlading van statische elektriciteit bij het aanslui‐ ten of losmaken met USB. Wan‐ neer aansluiten en losmaken in korte tijd vaak worden herhaald, kan er een probleem ontstaan bij het gebruik van het apparaat. ■ De correcte werking is niet gega‐ randeerd als het USB-apparaat geen metalen aansluitelement heeft.
Externe apparaten normaal afspelen wanneer een toe‐ passing wordt geladen door binnen het USB-apparaat een afzonderlijk volume te partitioneren. ■ Muziekbestanden waarop DRM (Digital Right Management) van toepassing is, kunnen niet worden afgespeeld. ■ Dit product ondersteunt USB-op‐ slagapparaten met een capaciteits‐ limiet van 2500 muziekbestanden, 2500 fotobestanden, 250 filmbe‐ standen, 2500 mappen en 10 map‐ structuurniveaus.
Externe apparaten ■ Bestandsextensies: .jpg, .bmp, .png, .gif (niet onder‐ steund animated GIF) ■ Sommige bestanden werken door een andere opneemindeling of de staat van het bestand wellicht niet. Filmsysteem Het Infotainmentsysteem kan filmbe‐ standen op het USB-opslagapparaat afspelen. Afbeeldingensysteem Het Infotainmentsysteem kan afbeel‐ dingenbestanden op het USB-op‐ slagapparaat bekijken.
Externe apparaten Randapparatuur Het Infotainmentsysteem kan muziek of films vanaf aangesloten randappa‐ ratuur afspelen. ■ Als de randapparatuur al aangeslo‐ ten is, druk dan op ; > audio > Bron S > AUX om de muziekbron van de randapparatuur af te spelen. ■ Het type AUX-kabel - 3-polige kabel : AUX-kabel voor audio De 4-polige kabel wordt onder‐ steund bij het afspelen van het film‐ bestand.
Externe apparaten muziek. Wanneer er geen muziek‐ bestanden op de mobiele telefoon staan, is afspelen van muziek via de auto niet mogelijk. ■ Voor streaming audio via Bluetooth moet de muziek minstens eenmaal zijn afgespeeld vanaf de muziek‐ speelfunctie van de mobiele tele‐ foon of vanaf het Bluetooth-appa‐ raat, nadat dit als stereo-headset is gekoppeld.
Externe apparaten Armenië / Russisch: www.ru.chevrolet-am.com/MyLink Azerbeidzjan / Azerbeidzjaans: www.az.chevrolet.az/MyLink Azerbeidzjan / Russisch: www.ru.chevrolet.az/MyLink Wit-Rusland / Russisch: www.chevrolet.by/MyLink België / Nederlands: www.nl.chevrolet.be/MyLink België / Frans: www.fr.chevrolet.be/MyLink Bosnië en Herzegovina / Kroatisch: www.chevrolet.ba/MyLink Bulgarije / Bulgaars: www.chevrolet.bg/MyLink Kroatië / Kroatisch: www.chevrolet-hr.com/MyLink Cyprus / Grieks/Engels: www.
Externe apparaten www.chevrolet.pl/MyLink Portugal / Portugees: www.chevrolet.pt/MyLink Roemenië / Roemeens: www.chevrolet.ro/MyLink Rusland / Russisch: www.chevrolet.ru/MyLink Servië / Servisch: www.gm-chevrolet.rs/MyLink Slowakije / Slowaaks: www.chevrolet.sk/MyLink Slovenië / Servisch: www.chevrolet.si/MyLink Spanje / Spaans: www.chevrolet.es/MyLink Zweden / Zweeds: www.chevrolet.se/MyLink Zwitserland / Duits: www.de.chevrolet.ch/MyLink Zwitserland / Frans: www.fr.chevrolet.
Externe apparaten Als het Infotainmentsysteem de ap‐ plicatie op uw smartphone via draad‐ loze Bluetooth-technologie niet kan activeren, verschijnt de foutmelding als volgt. ■ Zet alle instellingen voor de tele‐ foon terug en druk daarna op het Infotainmentsysteem op het menu van de gewenste applicatie. ■ Sluit uw smartphone en het Info‐ tainmentsysteem weer via draad‐ loze Bluetooth-technologie aan en druk daarna op het Infotainment‐ systeem op het menu van de ge‐ wenste applicatie.
Externe apparaten 2. Druk op instellingen. Nu verschijnt het menu App-instellingen. 3. Druk op het gewenste applicatie‐ pictogram om een applicatiepicto‐ gram op het menu Smartphone‐ koppeling te verbergen. Druk op het gewenste applicatiepictogram om een verborgen applicatiepic‐ togram op het menu Smartphone‐ koppeling weer te geven. 4. Druk op OK. Als de geactiveerde applicatie op het menu Smartphonekoppeling staat, is het tekentje g bovenaan het hoofd‐ menu of het afspeelscherm geacti‐ veerd.
Externe apparaten Afspelen van USB-muziekbestanden beëindigen 1. Druk op Bron S. 2. Selecteer een andere functie via AM, FM, AUX of Bluetooth. Vooruit of achteruit snelzoeken Houd tijdens het afspelen t of v ingedrukt om snel achter- of vooruit te spoelen. Laat de knop los om weer op gewone snelheid af te spelen. Let op Als de gebruiker het USB-opslagap‐ paraat wil verwijderen, selecteer dan een andere functie en verwijder het USB-opslagapparaat.
Externe apparaten Het USB-muziekmenu gebruiken 1. Druk tijdens het afspelen op MENU. Het aantal relevante songs wordt weergegeven door alle songs/mappen/artiesten/ albums/genres. 35 ■ Als er een niet-leesbaar iPod/iP‐ hone-apparaat wordt aangesloten, verschijnt de betreffende foutmel‐ ding en gaat het Infotainmentsys‐ teem automatisch terug naar de vo‐ rige audiofunctie. 3. Zie "Geluidsinstellingen (FM/AM/ DAB-menu)" voor nadere details 3 16. iPod/iPhone-speler 2. Druk op de gewenste afspeelmo‐ dus.
Externe apparaten Let op Als de gebruiker de iPod/iPhone wil verwijderen, selecteer dan een an‐ dere functie en verwijder de iPod/iP‐ hone. Pauze Druk tijdens het afspelen op =. l opnieuw indrukken om het afspe‐ len te hervatten. De volgende song afspelen Druk op v om de volgende song af te spelen. De vorige song afspelen Druk binnen 2 seconden na het af‐ spelen op t om de vorige song af te spelen. Teruggaan naar het begin van de huidige song Druk binnen 2 seconden na het af‐ spelen op t.
Externe apparaten 37 afspeellijsten/artiesten/albums/ songs/genres/componist/ audiobooks. 3. Zie "Geluidsinstellingen (FM/AM/ DAB-menu)" voor nadere details 3 16. 2. Druk op de gewenste afspeelmo‐ dus. Geluidsinstellingen 1. Druk tijdens het afspelen op MENU. 2. Blader met R en S door de lijst. Druk op geluidsinstellingen. Randapparaat Muziekbron van een randapparaat afspelen Sluit het randapparaat met de mu‐ ziekbron aan op de AUX-ingang.
Externe apparaten De vorige song afspelen Druk binnen 2 seconden na het af‐ spelen op t om de vorige muziek af te spelen. Teruggaan naar het begin van de huidige song Druk binnen 2 seconden na het af‐ spelen op t. 2. Zie "Geluidsinstellingen (FM/AM/ DAB-menu)" voor nadere details 3 16. Bluetooth Streaming audio via Bluetooth afspelen 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2. Druk in het hoofdmenu op audio 3. Druk op het scherm op Bron S. 4.
Externe apparaten Muziek in willekeurige volgorde afspelen Druk tijdens het afspelen op s. ■ AAN: speelt alle muziek in willekeu‐ rige volgorde af. ■ UIt: terug naar normaal afspelen. Let op Afhankelijk van de mobiele telefoon wordt de functie wellicht niet onder‐ steund. Afbeeldingen weergeven Een afbeelding bekijken 1. Sluit het USB-opslagapparaat met de afbeeldingenbestanden op de USB-poort aan. De afbeelding verschijnt.
Externe apparaten ■ De diavoorstelling wordt afge‐ speeld. ■ Druk op het scherm om de diavoor‐ stelling tijdens het afspelen ervan te annuleren. ◆ klok/temp weergeven: Selec‐ teer Aan of Uit om de tijd en de temperatuur op het volledige scherm weer te geven. ◆ displayinstelling: Helderheid en contrast instellen. 3. Druk na het instellen op q. Een vorige of volgende afbeelding bekijken Druk in het afbeeldingenscherm op d of c om de vorige of volgende af‐ beelding te bekijken.
Externe apparaten 41 Teruggaan naar het begin van de huidige film Druk binnen 5 seconden na het af‐ spelen op d. Vooruit of achteruit snelzoeken Houd tijdens het afspelen d of c in‐ gedrukt om snel achter- of vooruit te spoelen. Laat de knop los om weer op gewone snelheid af te spelen. 2. Druk op het scherm om de bedie‐ ningsbalk te verbergen/weer te geven. Druk opnieuw op het scherm om terug naar het vorige scherm te gaan.
Externe apparaten Taal voor ondertitels 2. Druk op < of >. Als het filmbestand een taal voor on‐ dertitels heeft, kan de gebruiker deze zien. 1. Druk in het filmscherm op k. 2. Druk op het gewenste menu. ◆ filmbestandenlijst: Toont alle filmbestandenlijsten. ◆ klok/temp weergeven: Selec‐ teer Aan of Uit om de tijd en de temperatuur op het volledige scherm weer te geven. ◆ displayinstelling: Helderheid en contrast instellen. ◆ geluidsinstellingen: Geluidsin‐ stellingen aanpassen.
Externe apparaten Audiotaal 2. Druk op < of >. Als het filmbestand een audiotaal heeft, kan de gebruiker deze selecte‐ ren. 1. Druk in het filmscherm op k. 43 tie op de randapparatuur heeft gele‐ zen, wordt deze automatisch afge‐ speeld. 3. l indrukken. Let op De gebruiker kan één van de door het DivX filmbestand ondersteunde ondertiteltalen instellen. Als er een ondertiteltaal is, kan de gebruiker de ondertiteltaal instellen of aan of uit zetten.
Externe apparaten Onderweg werkt de filmfunctie niet. (Conform de verkeerswetgeving werkt deze alleen wanneer de auto stilstaat.) Het AUX-filmmenu gebruiken 1. Druk vanuit het AUX-filmscherm op MENU. Het AUX-menu ver‐ schijnt. 2. Druk op het gewenste menu. ◆ geluidsinstellingen: Geluidsin‐ stellingen aanpassen. Zie "Ge‐ luidsinstellingen (FM/AM/DABmenu)" voor nadere details 3 16. ◆ klok/temp weergeven: Selec‐ teer Aan of Uit om de tijd en de temperatuur op het volledige scherm weer te geven.
Telefoon Telefoon Bluetooth® ................................... 45 Telefoon met handsfreefunctie .... 50 Bluetooth® Draadloze Bluetoothtechnologie begrijpen Met draadloze Bluetooth-technologie maakt u een draadloze verbinding tussen twee voor Bluetooth geschikte apparaten. Na de eerste koppeling maken de twee apparaten elke keer bij het inschakelen ervan automatisch verbinding.
Telefoon 4. Druk op het zoeklijstscherm op het gewenste apparaat om het te koppelen. ◆ Als SSP (Secure Simple Pai‐ ring) wordt ondersteund, druk dan op Ja op het pop-upscherm van uw Bluetooth-apparaat en Infotainmentsysteem. 3. Druk op Zoek Bluetoothapparaat om naar Bluetooth-tele‐ foons te zoeken. 5. Wanneer uw Bluetooth-apparaat en het Infotainmentsysteem ge‐ koppeld zijn, verschijnt het tele‐ foonscherm op het Infotainment‐ systeem.
Telefoon 47 Let op Als er een Bluetooth-apparaat is dat eerder met het Infotainmentsysteem verbonden was, verbindt het Info‐ tainmentsysteem dit apparaat auto‐ matisch. Maar als de Bluetooth-in‐ stelling op uw Bluetooth-apparaat uitgeschakeld is, verschijnt er een storingsmelding op het Infotain‐ mentsysteem. Bij het niet tot stand komen van de verbinding verschijnt er een sto‐ ringsmelding op het Infotainment‐ systeem.
Telefoon ◆ Als SSP (Secure Simple Pai‐ ring) niet wordt ondersteund, voer dan zoals aangegeven op het scherm Info de pincode op uw Bluetooth-apparaat in. 6. Wanneer uw Bluetooth-apparaat en het Infotainmentsysteem ge‐ koppeld zijn, verschijnt nh op het scherm apparaat koppelen. ◆ De verbonden telefoon wordt gemarkeerd door het tekentje y. ◆ Het tekentje nh geeft aan dat de functie handenvrij en strea‐ ming audio via telefoon geacti‐ veerd zijn.
Telefoon Let op Als de verbinding niet tof stand komt, verschijnt er een storingsmelding op het Infotainmentsysteem. Het verbonden Bluetoothapparaat controleren 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2. Druk in het hoofdmenu op instellingen 3. Druk op verbindingsinstellingen > bluetooth-instellingen > apparaat koppelen. 4. Indien gekoppeld, verschijnt het gekoppelde apparaat via h. Het Bluetooth-apparaat ontkoppelen 49 Het Bluetooth-apparaat verbinden 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2.
Telefoon Het Bluetooth-apparaat wissen Als u het Bluetooth-apparaat niet meer hoeft te gebruiken, kunt u het wissen. 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2. Druk in het hoofdmenu op instellingen 3. Druk op verbindingsinstellingen > bluetooth-instellingen > apparaat koppelen. 4. Druk op Wis. Telefoon met handsfreefunctie Bellen door invoeren van een telefoonnummer 1. Voer het telefoonnummer met het toetsenblok op het telefoon‐ scherm in. 2.
Telefoon Let op Zonder oproephistorie is terugbellen niet mogelijk. Een oproep beantwoorden 1. Wanneer u een telefonische op‐ roep ontvangt via de mobiele te‐ lefoon met Bluetooth-aansluiting, wordt de afgespeelde song on‐ derbroken. De telefoon geeft een geluidssignaal en toont de rele‐ vante informatie. 51 door op het scherm op Aannemen te drukken. Neem het gesprek niet aan door op de afstandsbediening op het stuurwiel op @n te drukken of door op het scherm op Afwijzen te drukken. 2.
Telefoon 2. Gebruik R en S om door de lijst te bladeren. 3. Selecteer de contactenlijstver‐ melding die u wilt bellen. 4. Toets het te kiezen nummer in Naar contactenlijstvermeldin‐ gen zoeken 1. Druk op het telefoonscherm op contactenlijst. 2. Druk op o op het scherm contactenlijst.
Telefoon 3. Voer de naam die u zoekt met het toetsenblok in. Zie "Naar naam zoeken" voor nadere details 3 50. 4. Selecteer de contactenlijstver‐ melding die u wilt bellen. 5. Toets het te kiezen nummer in Let op Wanneer uw Bluetooth-apparaat en het Infotainmentsysteem gekoppeld zijn, wordt de contactenlijst automa‐ tisch gedownload. Maar afhankelijk van het type telefoon wordt de con‐ tactenlijst wellicht niet automatisch gedownload. Download in dat geval de contactenlijst zelf op uw telefoon.
Telefoon Bellen met snelkiesnummers (Gemiste oproepen) (Ontvangen oproepen) 3. Selecteer de contactenlijstver‐ melding die u wilt bellen. Houd het snelkiesnummer op het toetsenblok op het telefoonscherm in‐ gedrukt. Voor snelkiezen kunt u alleen snel‐ kiesnummers die al op de mobiele te‐ lefoon zijn opgeslagen gebruiken. Er worden snelkiesnummers tot maxi‐ maal 2 cijfers ondersteund. Houd het bellen van een snelkies‐ nummer bij een snelkiesnummer van 2 cijfers het 2e cijfer ingedrukt.
Telefoon 55
Trefwoordenlijst A Afbeeldingen weergeven.............. 39 Algemene aanwijzingen................. 4 Algemene informatie..................... 24 Antidiefstalfunctie .......................... 4 Audio afspelen.............................. 33 B Bediening ....................................... 6 Bluetooth® ................................... 45 F Films afspelen.............................. 40 G Gebruik......................................... 16 M Multibandantenne.........................
Audiosysteem Inleiding ....................................... 58 Radio ........................................... 75 Audiospelers ................................ 87 Telefoon ..................................... 105 Trefwoordenlijst .........................
Inleiding Inleiding Algemene aanwijzingen ............... 58 Antidiefstalfunctie ......................... 59 Overzicht bedieningselementen . . 60 Bediening ..................................... 66 Personaliseren ............................. 70 Algemene aanwijzingen Het Infotainmentsysteem verzorgt de infotainment in uw auto, met gebruik van de nieuwste technologie.
Inleiding Schermweergave De schermweergave kan afwijken van de weergave in de handleiding, omdat de meeste weergaven kunnen afwijken naargelang de instelling van het apparaat en de voertuigspecifica‐ tie. Antidiefstalfunctie In het infotainmentsysteem is een elektronische beveiliging geïnte‐ greerd die diefstal voorkomt. Het Infotainmentsysteem functio‐ neert alleen in de auto waarin dit het eerst is geïnstalleerd en kan niet wor‐ den gebruikt door mensen die het hebben gestolen.
Inleiding Overzicht bedieningselementen Type 1
Inleiding Type 1-A: Radio/DAB + CD/MP3 + AUX + USB/iPod + Bluetooth Type 1-B: Radio + CD/MP3 + AUX 1. Display Display voor weergave van status en informatie over afspelen/ont‐ vangst/menu's. 2. Druk-draaiknop AAN/UIT/ VOLUME ◆ Zet het apparaat aan of uit door deze knop in te drukken. ◆ Draai de knop om het algehele volume in te stellen. 3. Knoppen PRESET [1 ~ 6 ] ◆ Houd een van deze knoppen in‐ gedrukt om de huidige radio‐ zender toe te voegen aan de huidige favorieten-pagina.
Inleiding 13. Knop TONE Druk deze knop in om de klankin‐ stelmodus aan te passen/te se‐ lecteren. 14. MENU-TUNE met draaiknop ◆ Druk deze knop in om de hui‐ dige functiemenu weer te ge‐ ven, instelbare functies en in‐ stelwaarden te selecteren of wijzigingen te bevestigen. ◆ Draai de draaiknop om de in‐ stelbare functies of instelwaar‐ den te doorlopen of te wijzigen. 15. Ingang AUX Sluit een externe audiospeler aan op deze ingang. 16.
Inleiding Type 2 63
Inleiding Type 2-A: Radio + CD/MP3 + AUX + USB/iPod + Bluetooth Type 2-B: Radio + CD/MP3 + AUX 1. Meter Display voor weergave van status en informatie over afspelen/ont‐ vangst/menu's. 2. Druk-draaiknop AAN/UIT/ VOLUME ◆ Zet het apparaat aan of uit door deze knop in te drukken. ◆ Draai de knop om het algehele volume in te stellen. 3. Knoppen PRESET [1 ~ 6 ] ◆ Houd een van deze knoppen in‐ gedrukt om de huidige radio‐ zender toe te voegen aan de huidige favorieten-pagina.
Inleiding 14. MENU-TUNE met draaiknop ◆ Druk deze knop in om de hui‐ dige functiemenu weer te ge‐ ven, instelbare functies en in‐ stelwaarden te selecteren of wijzigingen te bevestigen. ◆ Draai de draaiknop om de in‐ stelbare functies of instelwaar‐ den te doorlopen of te wijzigen. 15. Ingang AUX Sluit een externe audiospeler aan op deze ingang. 16. Knop P BACK ◆ Annuleer de ingevoerde inhoud of ga terug naar het vorige menu. 17.
Inleiding ◆ Druk de knop in om een af‐ speelfunctie voor geluid te kie‐ zen. ◆ Draai de knop om opgeslagen radiozenders te wijzigen of om andere muziek te kiezen om af te spelen. 4. Knoppen Volume[+ -] ◆ Druk op de knop + om het vo‐ lume te verhogen. ◆ Druk op de knop - om het vo‐ lume te verlagen. Type 2-audiobediening aan stuurwiel: optie 1. Knop Stilschakelen/Ophangen Druk de knop in om de stilscha‐ kelfunctie aan of uit te zetten. 2. Niet beschikbaar 3.
Inleiding Bij aanzetten van het systeem wordt de laatst geselecteerde zender of song afgespeeld. (Dit is anders voor Bluetooth-audio, afhankelijk van het apparaat.) Druk op de AAN/UIT/VOLUME knop om het systeem uit te zetten.
Inleiding Druk TONE om de betreffende func‐ tiemodus te gebruiken. Draai MENU-TUNE om de gewenste klankinstelfunctie te selecteren en druk vervolgens op MENU-TUNE. Draai MENU-TUNE om de gewenste klankinstelwaarde te selecteren en druk vervolgens op MENU-TUNE. U kunt het huidige geselecteerde item initialiseren door in de klankconfigu‐ ratiemodus langdurig op MENUTUNE te drukken, of alle items van de klankconfiguratiemodus initialiseren door langdurig op TONE te drukken.
Inleiding Functies selecteren FM/AM- of DAB-radio Druk op de knop RADIO BAND om FM-, AM- of DAB-radio te selecteren. Druk op de knop MENU-TUNE om het FM-menu, AM-menu / DABmenu te openen met daarin keuzeop‐ ties voor het selecteren van radiozen‐ ders.
Inleiding Handenvrij telefoneren met Bluetooth Druk op de TELEFOON/ STILSCHAKELEN-knop als u de Bluetooth-functie voor handenvrij te‐ lefoneren wilt selecteren (alleen voor Type 1/2-A modellen). Druk op de TELEFOON/ STILSCHAKELEN-knop om Bluetooth te openen met de opties voor de betreffende functie. Personaliseren Hoofdknoppen/draaiknop De in Instellingen gebruikte knoppen en draaiknoppen zijn de volgende. (12) Knop CONFIG Druk op deze knop om het menu Instellingen op te roepen.
Inleiding 71 [Voorbeeld] Instellingen → Tijd Datum → Insteldatum: 23 jan 2012 Druk op de CONFIG-knop voor het menu Instellingen. Bekijk eerst de informatietabel voor het onderstaande menu Instellingen en draai dan aan MENU-TUNE om naar het gewenste instellingenmenu te gaan; druk vervolgens MENUTUNE in. ■ Weergegeven wordt een lijst met details voor het betreffende instel‐ lingenmenu of functie. ■ Als de betreffende lijst met details nog een andere gedetailleerde lijst heeft, kunt u deze actie herhalen.
Inleiding Informatietabel voor Instellingen [Talen] ■ Herhaal deze handeling als de be‐ treffende gedetailleerde lijst be‐ staat uit meerdere items. ■ Voer de betreffende instelwaarde in of wijzig deze, anders verandert de functie. Selecteer de gewenste taal. [Tijd Datum] Tijd instellen: Stel handmatig de uren en minuten in voor het huidige tijdstip. ■ Datum instellen: Stel handmatig het huidige jaar/maand/datum in. ■ Tijdweergave instellen: Kies voor de 12h- of 24h-weergave.
Inleiding MM/DD/YYYY: jan. 23, 2012 ■ RDS-klok synchroniseren: selec‐ teer Aan of Uit [Radio-instellingen] ■ Automatische volumeregeling: stel in op Uit/Laag/Gemiddeld/Hoog. ■ Maximaal beginvolume: stel handmatig de bovengrens in voor het beginvolume. ■ Radiofavorieten: stel handmatig de paginanummers in voor uw favorieten. ■ AS-zenders: stel de functie Autostore-zenders voor elke radio in. ■ RDS-opties: stel de RDS-opties in. - RDS: Aan/Uit (activeer of deacti‐ veer de RDS-functie).
Inleiding ■ Bluetooth-code wijzigen: Voor handmatig wijzigen/instellen van de Bluetooth-code. ■ Fabrieksinstellingen herstellen: Wis alle ingestelde waarden en herstel de standaardinstellingen.
Radio Radio Gebruik ........................................ 75 Radio Data System (RDS) ........... 82 Vaste staafantenne ...................... 86 Gebruik Voordat u FM-, AM- of DABradio gebruikt Hoofdknoppen/draaiknop (10) Knop RADIO BAND Druk op deze knop om FM-, AM- of DAB-radio te selecteren. (14) Druk-/draaiknop MENU-TUNE ■ Draai deze drukknop/draaiknop om handmatig een zenderfrequentie te vinden. ■ Druk op deze knop om vanuit de huidige modus naar het menu‐ scherm te gaan.
Radio Informatie voor actieve zenders of DAB-zenders bekijken. Automatisch naar een radiozender zoeken Automatisch naar de DABservicecomponent zoeken Druk op de dSEEKc knoppen om automatisch te zoeken naar beschik‐ bare radiozenders met een goede ontvangst. Druk op de knoppen dSEEKc om in het huidige ensemble automatisch naar de beschikbare DAB-service‐ component te zoeken. Druk op de knoppen dSEEKc om meteen naar het vorige/volgende en‐ semble te gaan.
Radio Naar een radiozender zoeken Naar een DAB-ensemble zoeken De DAB-service verbinden Houd de dSEEKc knoppen inge‐ drukt om de afstemfrequentie snel te wijzigen en laat de knop dan los bij de gewenste afstemfrequentie. Druk op de knoppen dSEEKc om naar de beschikbare DAB-service‐ component met een goede ontvangst te zoeken.
Radio (DAB-DAB aan/DAB-FM aan) Bij het instellen van Auto koppelen DAB-FM als geactiveerd, als het DAB-servicesignaal zwak is, ont‐ vangt het Infotainmentsysteem de ge‐ koppelde servicecomponent automa‐ tisch (zie Instellingen → Radioinstellingen → DAB-instellingen → Auto koppelen DAB-FM). Handmatig op een radiozender afstemmen Handmatig op een DAB-zender afstemmen Draai aan MENU-TUNE om de ge‐ wenste zendfrequentie handmatig te vinden.
Radio De DAB-zenderlijst gebruiken DAB-informatie weergeven 79 Met behulp van de VOORKEUZE-knoppen Opslaan onder de VOORKEUZEknop Draai aan de draaiknop MENUTUNE om de DAB-zenderlijst weer te geven. ■ De informatie in de DABzenderlijst verschijnt. ■ Als de DAB-zenderlijst leeg is, wordt het bijwerken van de DABzenderlijst automatisch gestart. Draai MENU-TUNE om de gewenste lijst te selecteren en druk vervolgens op MENU-TUNE om de betreffende radiozender te ontvangen.
Radio ■ U kunt maximaal 3 favorieten-pagi‐ na's opslaan en elke pagina kan maximaal zes radio- of DAB-zen‐ ders bevatten. ■ Het is mogelijk om het aantal te ge‐ bruiken favorieten-pagina's in te stellen, in Instellingen → Radioinstellingen → Radiofavorieten (max. aantal favorietenpagina's). ■ Wanneer een nieuwe radiozender wordt opgeslagen onder een knop PRESET [1 ~ 6] die al een zender bevatte, wordt de oude inhoud ge‐ wist en vervangen door de nieuw opgeslagen radio- of DAB-zender.
Radio FM/AM/DAB-menu → Favorietenlijst FM/AM-menu → FM/AM-zenderlijst Draai in de optie FM-menu/AMmenu/DAB-menu aan de draaiknop MENU-TUNE om de Favorietenlijst te selecteren en druk vervolgens op MENU-TUNE. De informatie in de Favorietenlijst wordt getoond. Draai MENU-TUNE om naar de ge‐ wenste Favorietenlijst te gaan en druk vervolgens op MENU-TUNE om de betreffende radiozender te ontvan‐ gen.
Radio DAB-menu → DAB-berichten Draai in het DAB-menu aan MENUTUNE om naar de DAB-berichten te gaan en druk vervolgens op de knop MENU-TUNE. De DAB-berichten verschijnen. Draai MENU-TUNE om naar de ge‐ wenste lijsten te gaan en druk vervol‐ gens op MENU-TUNE om de betref‐ fende radiozender te ontvangen.
Radio Configureren van RDS Druk op de knop CONFIG om het menu Instellingen weer te geven. Draai aan MENU-TUNE om naar Radio-instellingen gaan en druk ver‐ volgens op MENU-TUNE. Draai aan de draaiknop MENUTUNE om RDS-opties te selecteren en druk vervolgens de knop MENUTUNE in. In- en uitschakelen van RDS Stel de RDS-optie in op Aan of Uit. Het activeren van RDS biedt de vol‐ gende voordelen: ■ Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de ingestelde zender in plaats van de frequentie.
Radio Draai in het menu RDS-opties aan MENU-TUNE om naar Regioinstelling: Uit te gaan en druk vervol‐ gens op MENU-TUNE om de functie Regio-instelling weer aan te zetten. De functie Tekst scrollen bevriezen aan- of uitzetten Zet de functie Tekst vastzetten (voor weergave van informatie over de pro‐ grammaservices) aan of uit: Draai in het menu RDS-opties aan MENU-TUNE om naar Tekst vastzetten: Uit te gaan en druk ver‐ volgens op MENU-TUNE om de func‐ tie Tekst vastzetten weer aan te zet‐ ten.
Radio 85 Blokkeren van verkeersberichten Verkeersberichten blokkeren, bijv. tij‐ dens het afspelen van CD/MP3 of het beluisteren van radiozenders: Druk buiten de telefoonmodus op de knop TP on de verkeersinformatie‐ functie te activeren of te deactiveren. ■ Is de radioverkeerinformatieservice ingeschakeld, wordt [ ] weergege‐ ven in het radiohoofdmenu.
Radio Blokkeren van huidige verkeersberichten Vaste staafantenne Huidig verkeersbericht blokkeren, bij‐ voorbeeld tijdens beluisteren van een radiozender met verkeersinformatie‐ service: Als u een automatische wasstraat in rijdt met een uitgetrokken an‐ tenne, kan de antenne of het dak‐ paneel beschadigd raken. Verwij‐ der de antenne alvorens een au‐ tomatische wasstraat in te rijden. Draai de antenne volledig vast en stel deze rechtop in voor een goede ont‐ vangst.
Audiospelers Audiospelers Cd-speler ..................................... 87 Randapparatuur ........................... 97 Cd-speler De CD/MP3-speler van dit systeem kan audio-CD's en MP3-disks (WMA) afspelen. Vóór het gebruik van de cdspeler Belangrijke informatie over audiocd's en MP3-disks (WMA) Voorzichtig Breng in elk geval geen dvd's, mi‐ nidisks met een diameter van 8 cm of schijven met abnormale opper‐ vlakken in deze cd/mp3 (wma)speler aan. Plak geen stickers op het opper‐ vlak van de disk.
Audiospelers ■ Als zich stof afzet op de disk of deze nat wordt door een vloeistof, kan de lens van de CD/MP3-speler binnen in het apparaat hierdoor vervuild ra‐ ken. ■ Bescherm de disk tegen hitte en blootstelling aan direct zonlicht. Bruikbare disktypen ■ Dit product kan audio-CD's en MP3-disks (WMA) afspelen. ◆ CD-DA: CD-R/CD-RW ◆ MP3 (WMA): CD-R/CD-RW/CDROM ■ De hieronder vermelde MP3-be‐ standen (WMA) kunnen niet wor‐ den afgespeeld.
Audiospelers ■ Berg disks die niet worden gebruikt op in doosjes, en bewaar ze op een plek waar deze niet worden bloot‐ gesteld aan direct zonlicht of aan hoge temperaturen. ■ Smeer geen chemische middelen op de disk. Reinig disks met een iets bevochtigde, zachte doek en wrijf vanuit het midden naar de rand toe. Aanwijzing bij het gebruik van CD-R/ RW-disks ■ Bij het gebruik van CD-R/RW-disks kunnen alleen disks worden ge‐ bruikt die zijn "afgesloten".
Audiospelers ■ De volgende MP3-bestanden kun‐ nen met dit product worden afge‐ speeld ◆ Transmissiesnelheid: 8kbps ~ 320kbps ◆ Samplingfrequentie: 48kHz, 44,1kHz, 32kHz (voor MPEG-1), 24kHz, 22,05kHz, 16kHz (voor MPEG-2) ■ Dit product kan bestanden afspelen met een 8 kbps ~ 320 kbps trans‐ missiesnelheid, maar bestanden met een transmissiesnelheid van meer dan 128 kbps geven een kwa‐ litatief beter geluid. ■ Dit product kan ID3 Tag-informatie (versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 of 2.
Audiospelers Afspelen van CD's en MP3 Hoofdknoppen/draaiknop (9) Knop CD/AUX Selecteer de CD-/MP3-speler. (14) MENU-TUNE met draaiknop ■ Draai de druk-/draaiknop voor het doorlopen van de songlist, menu of MP3-songinformatie (WMA). ■ Druk de knop in om het menu‐ scherm weer te geven bij het hui‐ dige item of de huidige modus. (8) Knoppen dSEEKc ■ Druk deze knoppen in om het vo‐ rige of volgende nummer af te spe‐ len.
Audiospelers Wanneer een af te spelen disk al is ingelegd, druk dan meerdere malen op de knop CD/AUX om CD/MP3 af‐ spelen te selecteren. ■ Wanneer er geen disk is om af te spelen toont het scherm Geen CD aangebracht op het scherm en wordt de functie niet geselecteerd. ■ De song die eerder werd afge‐ speeld, speelt automatisch af. De disk uitwerpen Een andere song afspelen Om de disk uit te werpen drukt u op de knop UITWERPEN om de disk uit te nemen.
Audiospelers Een andere afspeelpositie kiezen U kunt ook aan MENU-TUNE draaien om de songlist te doorlopen en drukt vervolgens op de knop MENUTUNE om deze meteen te wijzigen. Houd de dSEEKc knoppen tijdens de afspeelmodus ingedrukt om bin‐ nen de song snel vooruit of terug te spoelen. Laat de knop los om de song weer op de normale snelheid af te spelen. Tijdens het vooruit- en terugspoelen is het geluidsvolume iets verminderd en wordt de afspeeltijd weergegeven.
Audiospelers Foutieve ID3 Tag-informatie kan niet worden gewijzigd of gecorri‐ geerd door het infotainmentsys‐ teem (ID3 Tags kunnen alleen op een pc worden gecorrigeerd). ■ Wanneer informatie bij songs de vorm heeft van speciale symbolen of is beschreven in niet-beschik‐ bare talen, wordt deze weergege‐ ven als ---- of helemaal niet. Druk in de afspeelmodus op MENUTUNE om het CD-menu weer te ge‐ ven.
Audiospelers CD-menu → Songlist Draai bij audio-cd's in het cd-menu aan MENU-TUNE om de songlist te selecteren en druk vervolgens op MENU-TUNE. Draai aan MENU-TUNE om de ge‐ wenste songlist te vinden en druk ver‐ volgens op MENU-TUNE om de ge‐ selecteerde song af te spelen. 95 CD-menu → Mappen Draai bij MP3-disks (WMA) in het cdmenu aan MENU-TUNE om naar Mappen te selecteren en druk vervol‐ gens op MENU-TUNE. Draai aan MENU-TUNE om de ge‐ wenste map te selecteren en druk vervolgens op MENU-TUNE.
Audiospelers CD-menu → Zoeken... Draai bij MP3-disks (WMA) in het cdmenu aan MENU-TUNE om naar Zoeken... te gaan en druk vervolgens op de knop MENU-TUNE. ■ Nadat het systeem de diskinforma‐ tie heeft uitgelezen, wordt de eerste song van de afspeellijst [iP] weer‐ gegeven. ■ Als de afspeellijst [iP] geen muziek‐ bestanden bevat, wordt de eerste song voor elke artiest [iA] weerge‐ geven.
Audiospelers Draai aan MENU-TUNE om de ge‐ wenste song/titel te vinden en druk vervolgens op MENU-TUNE om de geselecteerde song af te spelen. Randapparatuur USB-speler Aanwijzingen bij het gebruik van USB-apparatuur ■ De werking kan niet worden gega‐ randeerd als u een USB-adapter gebruikt om een USB-apparaat voor massaopslag met inge‐ bouwde harddisk of een CF- of SDgeheugenkaart aan te sluiten. Ge‐ bruik een USB-dataopslagappa‐ raat van het flashgeheugentype.
Audiospelers ■ Ontkoppel het aangesloten USBopslagapparaat nadat in de auto het contact is afgezet. Als u het contact afzet terwijl het USB-op‐ slagapparaat is aangesloten, kan het USB-opslagapparaat bescha‐ digd raken of in sommige gevallen niet normaal werken. Voorzichtig Alleen USB-opslagmedia voor af‐ spelen van muziek kunnen op dit product worden aangesloten.
Audiospelers 24kHz, 22,05kHz, 16kHz (voor MPEG-2) ■ Dit product geeft MP3-bestanden (WMA) weer met mp3 of .wma (kleine letters) of .MP3 of .WMA (hoofdletters) als extensies bij de bestandsnaam. ■ Dit product kan voor MP3-bestan‐ den ID3 tag-informatie (versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3, 2.4) weergeven over album, artiest etc. ■ De map- en bestandsnamen die af‐ hankelijk van het opslagtype kun‐ nen worden gebruikt zijn de vol‐ gende, inclusief de extensie met vier tekens bij de bestandsnaam (.mp3).
Audiospelers Aansluiten van het USBopslagapparaat Trek bovenaan het dashboard het kapje open om het USB-opslagappa‐ raat met af te spelen muziekbestan‐ den te koppelen aan de USB-aanslui‐ ting. ■ Zodra het product gereed is met het inlezen van de informatie op het USB-opslagapparaat, zal het auto‐ matisch afspelen. ■ Wanneer een niet-leesbaar USBopslagapparaat is aangesloten, verschijnt een foutmelding en scha‐ kelt het product automatisch naar de vorige gebruikte functie of naar de FM-radio.
Audiospelers USB-menu → USB verwijderen iPod-speler Bedoeld voor modellen die een iPodaansluiting ondersteunen. Druk in de afspeelmodus op de knop MENU-TUNE om het USB-menu weer te geven. Draai aan de draai‐ knop MENU-TUNE om naar USB verwijderen te gaan en druk op de knop MENU-TUNE voor het bericht waarin u wordt gemeld dat u het USBapparaat veilig kunt verwijderen. Ontkoppel het USB-apparaat van de USB-aansluiting. Ga terug naar de vorige in gebruik zijnde functie.
Audiospelers ■ De volgende iPod-modellen wor‐ den door dit product ondersteund en zijn aansluitbaar: ◆ iPod 2G Nano/iPod 3G Nano/ iPod 4G & 5G Nano ◆ iPod 120GB & 160GB Classic ◆ iPod 1G, 2G, & 3G Touch ◆ iPhone 3G & 3GS ■ Sluit de iPod alleen op dit product aan met aansluitkabels die door iPod-producten worden onder‐ steund. Andere verbindingskabels zijn niet bruikbaar.
Audiospelers De speelfuncties van de iPod worden op soortgelijke wijze bediend als bij afspelen van CD's en MP3-bestan‐ den. iPod-menu → iPod uitwerpen Ingang voor externe spelers (AUX) Bedoeld voor modellen met aanslui‐ ting voor externe muziekspeler. Uitloggen na afspelen van iPod Om het afspelen te beëindigen drukt u op RADIO BAND of CD/AUX om andere functies te selecteren. Het iPod-menu gebruiken In het iPod-menu zijn de instructies voor Songs willekeurig afspelen/ Herhalen/Zoeken...
Audiospelers AUX 2: ondergebracht binnenin het handschoenenkastje bij de voor‐ passagiersstoel ■ Het infotainmentsysteem schakelt automatisch naar de ingang voor extern geluid (AUX) zodra de ex‐ terne audiospeler wordt aangeslo‐ ten. Druk op CD/AUX om over te schake‐ len naar de ingang voor extern geluid als het externe audiosysteem al was aangesloten. Draai aan de knop POWER/ VOLUME om het volume te regelen.
Telefoon Telefoon Bluetooth® Hoofdknoppen/draaiknop Bluetooth® ................................. 105 Telefoon met handsfreefunctie . . 111 De volgende hoofdknoppen en draai‐ knop worden gebruikt om muziekbe‐ standen af te spelen of om telefoon‐ functies via een Bluetooth-apparaat te gebruiken. (9) Knop CD/AUX Wanneer een Bluetooth-apparaat met een muziekspelerfunctie is aan‐ gesloten, drukt u meerdere malen op deze knop om de Bluetooth-audioaf‐ speelfunctie te selecteren.
Telefoon Druk op de knop CONFIG, druk op of draai aan MENU-TUNE om naar Instellingen → Bluetooth-instellingen → Bluetooth → Apparaat koppelen te gaan en druk vervolgens op de knop MENU-TUNE. ■ U kunt Bluetooth-apparaten aan‐ melden met de CONFIG knop maar ook via Telefoonmenu → Bluetoothinstellingen → Bluetooth → Apparaat toevoegen. ■ Wanneer er al een Bluetooth-appa‐ raat is gekoppeld aan het Infotain‐ mentsysteem, verschijnt het bericht Bluetooth is bezig.
Telefoon Bluetooth-apparaten verbinden/ wissen/losmaken Druk op de knop CONFIG, druk op of draai aan MENU-TUNE om naar Instellingen → Bluetooth-instellingen → Bluetooth → Apparatenlijst te gaan en druk vervolgens op de knop MENU-TUNE. U kunt aanmelden door de MENUTUNE drukknop/draaiknop te gebrui‐ ken, naar item selecteren te gaan, naar item wissen te gaan om te wis‐ sen en vervolgens op MENU-TUNE te drukken.
Telefoon Het huidige gekoppelde Bluetoothapparaat ontkoppelen, Selecteer in het apparatenlijstscherm het gekop‐ pelde apparaat, waarbij dan Ontkoppelen verschijnt. Druk vervol‐ gens op de knop MENU-TUNE. Aanwijzingen bij aanmelden/ koppelen aan Bluetooth ■ Wanneer een apparaat niet met Bluetooth kan worden verbonden, wis dan de hele apparatenlijst uit het te verbinden Bluetooth-appa‐ raat en probeer het opnieuw.
Telefoon van het scherm als de stereo-head‐ set met succes is gekoppeld. ■ Sluit de mobiele telefoon niet aan via de Bluetooth-aansluiting. Er kan zich een storing voordoen terwijl de telefoon is aangesloten tijdens de CD/MP3- en Bluetooth-audioaf‐ speelmodus. Bluetooth-audio afspelen Druk meerdere malen op CD/AUX om de audioafspeelmodus van het ge‐ koppelde Bluetooth-apparaat te se‐ lecteren. Als het Bluetooth-apparaat niet ge‐ koppeld is, kunt u deze functie niet selecteren.
Telefoon ■ Het infotainmentsysteem verzendt de afspeelopdracht vanuit de mo‐ biele telefoon in de Bluetooth-audi‐ oafspeelmodus. Wanneer dit in een andere modus gebeurt, zendt het apparaat de opdracht om te stop‐ pen. Afhankelijk van de opties van de mobiele telefoon is enige tijd nodig om deze opdracht tot afspelen/ stoppen te activeren.
Telefoon Telefoon met handsfreefunctie Een oproep beantwoorden Voorzichtig Het is mogelijk om uw ringtone over te brengen, afhankelijk van de mobiele telefoon. Pas het ring‐ tonevolume van de mobiele tele‐ foon aan als het volume te laag is. 111 ■ Om een oproep te negeren drukt u op de knop Stilschakelen/ Ophangen op de stuurwielbedie‐ ning of u drukt op de knop MENUTUNE en selecteert Weigeren.
Telefoon ■ Wanneer de communicatieservice‐ provider via een toepassing de ge‐ bruikmaking van diensten gerela‐ teerd aan conversaties van drie personen ondersteunt, kunt u tij‐ dens een oproep via het infotain‐ mentsysteem oproepen plaatsen. ■ Tijdens een telefoongesprek van drie of meer personen kan de weer‐ gegeven inhoud afwijken van de praktische informatie.
Telefoon 113 Bellen via invoeren van nummer ■ Wanneer de mobiele telefoon niet in de wachtstand staat, ondersteunt uw telefoon de terugbelfunctie mo‐ gelijk niet. Dit hangt af van de opties van de mobiele telefoon. ■ Wanneer u een nummer terugbelt, wordt het aangesloten telefoon‐ nummer niet weergegeven. ■ Afhankelijk van de mobiele telefoon wordt in sommige gevallen de op‐ roep geplaatst via de oproepge‐ schiedenis voor ontvangen/ge‐ miste oproepen, dus niet via de te‐ rugbelfunctie.
Telefoon 1. Verplaatsen: verplaatsen van de invoerpositie 2. Wissen: het ingevoerde teken wissen 3. Contactenlijst: zoeken naar con‐ tactpersonen (te gebruiken nadat de telefoonnummers zijn bijge‐ werkt) 4. Bellen: begin met bellen Draai MENU-TUNE om de gewenste letters te selecteren en druk vervol‐ gens op MENU-TUNE om het num‐ mer in te voeren. ■ Herhaal deze handeling om alle te‐ lefoonnummers in te voeren.
Telefoon 115 Als er geen contactpersonen zijn, ver‐ schijnt een kennisgeving op het scherm en gaat u terug naar het voor‐ gaande menu. Draai MENU-TUNE om Zoeken te se‐ lecteren en druk vervolgens MENUTUNE in. Draai MENU-TUNE om Voornaam of Achternaam te selecteren en druk vervolgens MENU-TUNE in. Draai in het venster met zoekresulta‐ ten aan MENU-TUNE om het gewen‐ ste item te selecteren en druk vervol‐ gens MENU-TUNE in om de details voor dat item te bekijken.
Telefoon Telefoonmenu → Contactenlijst → Bijwerken Update de contactpersonen van de aangesloten mobiele telefoon naar de contactenlijst van het systeem. Druk op of draai aan MENU-TUNE, selecteer Telefoonmenu → Contactenlijst → Bijwerken en druk vervolgens MENU-TUNE in. Draai MENU-TUNE om Ja of Nee te selecteren en druk vervolgens MENU-TUNE in om het bijwerken te activeren of te annuleren.
Telefoon de mobiele telefoon. Wanneer er op het wachtende scherm lange tijd niets verandert, controleer dan of de mobiele telefoon certificatie aan‐ vraagt. Bij een aanvraag voor certificatie van de mobiele telefoon, worden alle Bluetooth-verbindingen onder‐ broken als deze niet worden geac‐ cepteerd; daarna wordt het appa‐ raat opnieuw verbonden. ■ Wanneer er een probleem is in de opgeslagen informatie van een mo‐ biele telefoon, worden de contact‐ personen mogelijk niet bijgewerkt.
Telefoon ■ Bij oproepen geregistreerd voor contactpersonen zonder naam wordt Geen nummer bij contactpersoon aangegeven. ■ Het infotainmentsysteem toont contactpersonen, oproepgeschie‐ denis en terugbelinformatie zoals overgedragen vanaf de mobiele te‐ lefoon. Telefoonmenu → Contactenlijst → Alles wissen Elk afzonderlijk telefoonnummer op‐ geslagen in de contactenlijst van het systeem wordt gewist.
Telefoon van de overdracht van telefoon‐ nummers. Na het voltooien van de verificatieprocedures van de mo‐ biele telefoon, worden de contact‐ personen en het oproepenlogboek overgedragen naar het Infotain‐ mentsysteem. ■ Het oproepenlogboek van de mo‐ biele telefoon en het op het Info‐ tainmentsysteem weergegeven logboek kunnen verschillen. Dit In‐ fotainmentsysteem toont de feitelijk overgedragen informatie vanaf de mobiele telefoon. Telefoonmenu → Bluetoothinstellingen Stel de Bluetooth-functie in.
Telefoon Als u de Bluetooth-instellingen weer wilt initialiseren volgens hun stan‐ daardwaarden, drukt/draait u MENUTUNE om het eerste te herstellen item te selecteren en kiest u vervol‐ gens Ja met MENU-TUNE.
Telefoon 121
Trefwoordenlijst A Algemene aanwijzingen............... 58 Antidiefstalfunctie ........................ 59 B Bediening ..................................... 66 Bluetooth® ................................. 105 C Cd-speler ..................................... 87 G Gebruik......................................... 75 O Overzicht bedieningselementen... 60 P Personaliseren.............................. 70 R Radio Data System (RDS) ........... 82 Randapparatuur ..........................