Handleiding Infotainment
Inhoud MyLink, met tekst ........................... 5 Audiosysteem .............................. 59 MyLink, met pictogrammen, met of zonder navigatie ....................
MyLink, met tekst Inleiding ......................................... 6 Radio ........................................... 18 Externe apparaten ....................... 26 Telefoon ....................................... 48 Trefwoordenlijst ...........................
Inleiding Inleiding Algemene aanwijzingen ................. 6 Antidiefstalfunctie ........................... 6 Overzicht bedieningselementen .... 7 Bediening ....................................... 8 Personaliseren ............................. 13 Algemene aanwijzingen Het Infotainmentsysteem verzorgt de infotainment in uw auto, met gebruik van de nieuwste technologie. Raadpleeg uw dealer om het systeem of de software te updaten en bij te werken.
Inleiding Overzicht bedieningselementen MyLink, met tekst Type 1: FM/AM + USB/iPod + AUX + Bluetooth + Afbeelding + Film + Smartphonekoppe‐ ling Type 2: FM/AM + RDS+ USB/iPod + AUX + Bluetooth + Afbeel‐ ding + Film + Smartphone‐ koppeling Let op Afhankelijk van de regio wordt de functie smartphoneverbinding wel‐ licht niet ondersteund. 1. Display Display voor weergave van status en informatie over afspelen/ont‐ vangst/menu's. 2. ∧ VOL ∨-knoppen (volume) Druk op ∧ om het volume hoger te zetten.
Inleiding Als de verbonden telefoon van de klant spraakherkenning on‐ dersteunt, houd dan de knop in‐ gedrukt om de modus SR (spraakherkenning) van de te‐ lefoon te activeren. 2. x/n -toets (dempen/ophangen) Druk in een muziekafspeelfunctie deze knop in om de stilschakel‐ functie aan of uit te zetten. Druk hierop om ontvangen oproe‐ pen te weigeren of om uw huidige oproep of de SR-stand van de te‐ lefoon te beëindigen. 3. SRC-knop Druk op deze knop om naar een andere bron te gaan.
Inleiding DEMPEN Let op De temperatuur verschijnt wanneer de contactsleutel in de stand AAN staat. Druk op ∧ VOL ∨ op het bedienings‐ paneel en vervolgens op p om de dempingsfunctie aan en uit te zetten. Automatisch in-/uitschakelen Als de contactsleutel in de stand ACC of ON staat, wordt het Infotainment‐ systeem automatisch ingeschakeld. Als de contactsleutel in de stand OFF staat en de gebruiker het autoportier opent, wordt het Infotainmentsys‐ teem automatisch uitgeschakeld.
Inleiding 2. Druk op instellingen > radioinstellingen > automatisch volume. (Alleen voor Type 2 model) 3. Stel Off/Laag/Midden/Hoog in door op < of > te drukken. Het hoofdmenu gebruiken 1. De knop ; op het bedieningspa‐ neel indrukken. ◆ Druk op telefoon om telefoon‐ functies te activeren (indien ver‐ bonden). ◆ Druk op smartphone link voor het activeren van een applicatie via uw verbonden smartphone. Afhankelijk van de regio wordt deze functie wellicht niet onder‐ steund.
Inleiding ◆ Druk op DAB voor DAB-radio (alleen voor Type 2 model). ◆ Druk op USB voor USB. ◆ Druk op iPod voor iPod/iPhone. ◆ Druk op AUX voor klankweer‐ gave via de AUX-ingang. ◆ Druk op Bluetooth voor strea‐ ming audio via Bluetooth. (Alleen voor Type 1 model) Let op Druk op q om weer naar het hoofd‐ menu te gaan. Als de afspeelbron (USB/iPod/AUX/ Bluetooth) niet met het Infotainment‐ systeem verbonden is, is deze func‐ tie niet beschikbaar. Afbeelding en film 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2.
Inleiding Let op Druk op q om weer naar het hoofd‐ menu te gaan. Als de afspeelbron (USB (foto)/USB (film)/AUX (film)) niet met het Info‐ tainmentsysteem verbonden is, is deze functie niet beschikbaar. Handenvrij telefoneren met Bluetooth Sluit voor de handenvrije Bluetoothfunctie een Bluetooth-telefoon op het Infotainmentsysteem aan. 1. De knop ; op het bedieningspa‐ neel indrukken. 2. Druk in het hoofdmenu op telefoon. Let op Druk op q om weer naar het hoofd‐ menu te gaan.
Inleiding 13 2. instellingen indrukken. Personaliseren Algemene bediening van het instellingenmenu U kunt het Infotainmentsysteem zelf nog gebruikersvriendelijker maken. 1. De knop ; op het bedieningspa‐ neel indrukken. 3. Selecteer de gewenste waarde voor de instellingen. Let op Afhankelijk van uw modelvariant kunnen instellingenmenu's en func‐ ties variëren. Tijd- en datuminstellingen 1. De knop ; op het bedieningspa‐ neel indrukken. 2. Druk op instellingen > tijd- en da‐ tuminstellingen.
Inleiding GPS tijd en datum. Druk op Off voor het tonen van de klok via GPS tijd en datum. Let op Stel de tijd eerst in om de door de gebruiker ingestelde tijd weer te ge‐ ven. Radio-instellingen 1. De knop ; op het bedieningspa‐ neel indrukken. 2. Druk op instellingen > radioinstellingen. ◆ automatisch volume: Regelt het volume automatisch op basis van de rijsnelheid. Stel Off/ Laag/Midden/Hoog in.
Inleiding 2. Druk op instellingen > verbin‐ dingsinstelllingen. - info apparaat: Controleer de apparaatinformatie. ◆ wijzig beltoon: Selecteer de ge‐ wenste beltoon. ◆ Beltoonvolume: Beltoonvolume wijzigen. Taal ◆ bluetooth instelling: Hiermee gaat u naar het menu bluetooth instelling. - apparaat koppelen: Selecteer het gewenste apparaat en se‐ lecteer koppel/maak los of wis. - wijzig PIN-code: Voor hand‐ matig wijzigen/instellen van de pincode.
Inleiding Volume aanraakpiep 1. De knop ; op het bedieningspa‐ neel indrukken. 2. instellingen indrukken. 3. S indrukken. 4. Selecteer On of Off. Vóór het uitschakelen van het contact werkt het Infotainmentsysteem alleen wanneer het door de gebruiker inge‐ stelde volume hoger is dan de instel‐ waarde voor het max. beginvolume. 1. De knop ; op het bedieningspa‐ neel indrukken. 2. instellingen indrukken. 3. S indrukken. 4. Selecteer 9 t/m 21. 3. S indrukken. 4. Kies systeemversie. 5.
Inleiding naar vod.divx.com voor meer infor‐ matie over het voltooien van uw regi‐ stratie. Over DivX video: DivX® is een digitale video-indeling van DivX, LLC, een dochtermaatschappij van Rovi Cor‐ poration. Dit is een officieel DivX Cer‐ tified® apparaat dat DivX video af‐ speelt. Ga naar divx.com voor meer informatie en softwaretools voor het omzetten van uw bestanden in DivX video's.
Radio Radio Gebruik ........................................ 18 Vaste staafantenne ...................... 25 Multibandantenne ........................ 25 Gebruik 3. Druk op het scherm op Bron S. Type 1 FM/AM + USB/iPod + AUX + Bluetooth + Afbeelding + Film + Smartphonekoppe‐ ling Type 2 FM/AM + DAB+ USB/iPod + AUX + Bluetooth + Afbeel‐ ding + Film + Smartphone‐ koppeling Let op Afhankelijk van de regio wordt de functie smartphoneverbinding wel‐ licht niet ondersteund.
Radio 4. Druk op het scherm op FM, AM of DAB. Het golfbereik FM, AM of DAB van de meest recent beluis‐ terde zender verschijnt. Automatisch naar actieve zenders zoeken ■ Druk op t ZOEKEN v om auto‐ matisch te zoeken naar beschik‐ bare zenders met een goede ont‐ vangst. ■ Links of rechts van de radiozender slepen om automatisch te zoeken naar een beschikbare zender met een goede ontvangst. Handmatig naar actieve zenders zoeken Let op Druk op q om weer naar het hoofd‐ menu te gaan.
Radio Rechtstreeks luisteren naar voorkeuzezenders 1. Druk herhaaldelijk op < of > om de gewenste FAV (favorieten)-pa‐ gina te selecteren. 2. Druk op een voorkeuzeknop om rechtstreeks te luisteren naar de radiozender die onder die knop is opgeslagen. 2. AS indrukken. Bij de DAB-modus verschijnt alleen de geselecteerde categorie in de ca‐ tegorielijst. Zenderinformatie bekijken Druk op het FM/AM/DAB-scherm op de zender.
Radio Het radiomenu gebruiken Algemene bediening van het radiomenu 1. Selecteer het gewenste bereik (FM, AM of DAB). 2. Druk op het FM/AM/DAB-radio‐ scherm op MENU. 3. Druk op het gewenste menu om de betreffende optie te selecteren of om het detailmenu van de optie weer te geven. 4. Druk op q om terug naar het vo‐ rige menu te gaan. Favorietenlijst (FM/AM/DAB-menu) 1. Druk vanuit FM-menu/AM-menu/ DAB-menu op favorietenlijst om de favorietenlijst weer te geven.
Radio Let op De FM-categorieënlijst is alleen be‐ schikbaar voor RDS (Radio Data System). Bij de DAB-modus verschijnt alleen de geselecteerde categorie in de ca‐ tegorielijst. (Alleen voor Type 1 model) (Alleen voor Type 2 model) 2. Blader met R of S door de lijst. Stem op de gewenste zender af door deze te selecteren. FM/AM/DAB-zenderlijst (FM/AM/ DAB-menu) bijwerken 1. Druk vanuit FM-menu/AM-menu/ DAB-menu op FM-zenderlijst updaten/AM-zenderlijst updaten/ DAB-zenderlijst updaten.
Radio 23 ◆ Fader: stel de balans tussen de luidsprekers voor/achter in. ◆ Balans: stel de balans tussen de luidsprekers links/rechts in. ◆ Terugzetten: zet alle begininstel waarden terug op de stan‐ daardinstellingen. 2. OK indrukken. ◆ EQ (equalizer)-modus: Klank‐ stijl (Handmatig, Pop, Rock, Country, Klassiek, Actualitei‐ ten) met < of > selecteren of uitschakelen. ◆ Druk op + of - om de gewenste klankstijl handmatig te selecte‐ ren. ◆ Bas: stel het lage tonen-niveau in tussen -12 tot +12.
Radio intellitext (DAB-menu) (Alleen voor Type 2 model) 1. Druk vanuit DAB-menu op intellitext om de intellitext-lijst weer te geven. 2. OK indrukken. Zenderlijst EPG (DAB-menu) (Alleen voor Type 2 model) 1. Druk vanuit DAB-menu op EPG stationlijst om de EPG stationlijst weer te geven. Er verschijnt informatie over de lijst. 2. Druk op Info voor nadere informa‐ tie.
Radio 2. Druk op de gewenste optie. 25 Als u een automatische wasstraat in rijdt met een uitgetrokken an‐ tenne, kan de antenne of het dak‐ paneel beschadigd raken. Verwij‐ der de antenne alvorens een au‐ tomatische wasstraat in te rijden. Draai de antenne volledig vast en stel deze rechtop in voor een goede ont‐ vangst. 3. Druk op één van de opties voor nadere informatie. info (DAB-menu) (Alleen voor Type 2 model) Druk vanuit DAB-menu op info om in‐ formatie over de huidige DAB-service weer te geven.
Externe apparaten Externe apparaten Algemene informatie Audiosysteem Algemene informatie .................... 26 Audio afspelen ............................. 35 Afbeeldingen weergeven ............. 41 Films afspelen .............................. 42 Smartphone-applicaties gebruiken ..................................... 46 Het Infotainmentsysteem kan de mu‐ ziekbestanden vanaf het USB-op‐ slagapparaat of iPod-/iPhone-pro‐ ducten afspelen.
Externe apparaten ■ Pas op en voorkom ontlading van statische elektriciteit bij het aanslui‐ ten of losmaken met USB. Wan‐ neer aansluiten en losmaken in korte tijd vaak worden herhaald, kan er een probleem ontstaan bij het gebruik van het apparaat. ■ De correcte werking is niet gega‐ randeerd als het USB-apparaat geen metalen aansluitelement heeft.
Externe apparaten normaal afspelen wanneer een toe‐ passing wordt geladen door binnen het USB-apparaat een afzonderlijk volume te partitioneren. ■ Muziekbestanden waarop DRM (Digital Right Management) van toepassing is, kunnen niet worden afgespeeld. ■ Dit product ondersteunt USB-op‐ slagapparaten met een capaciteits‐ limiet van 2500 muziekbestanden, 2500 fotobestanden, 250 filmbe‐ standen, 2500 mappen en 10 map‐ structuurniveaus.
Externe apparaten Afbeeldingensysteem Het Infotainmentsysteem kan afbeel‐ dingenbestanden op het USB-op‐ slagapparaat bekijken. Waarschuwingen bij het gebruik van afbeeldingenbestanden ■ Bestandsgrootte: - JPG: tussen 64 en 5000 pixels (breedte tussen 64 en 5000 pixels (hoogte) - BMP, PNG, GIF: tussen 64 en 1024 pixels (breedte) tussen 64 en 1024 pixels (hoogte) ■ Bestandsextensies: .jpg, .bmp, .png, .
Externe apparaten Bluetooth-systeem - 4-polige kabel: AUX-kabel voor film (AUX-kabel voor iPod/ iPhone) De 4-polige kabel wordt onder‐ steund bij het afspelen van het film‐ bestand. ■ Het ondersteunde profiel: HFP, A2DP, AVRCP, PBAP ■ Afhankelijk van de mobiele telefoon of het Bluetooth-apparaat wordt streaming audio via Bluetooth wel‐ licht niet ondersteund.
Externe apparaten zal deze automatisch stoppen zo‐ dra de muziekafspeelmodus wordt beëindigd. Als de mobiele telefoon of het Bluetooth-apparaat zich niet in de wachtschermmodus bevin‐ den, zullen sommige apparaten mogelijk niet automatisch afspelen in de modus streaming audio via Bluetooth. ■ Spring niet te snel heen en weer tussen songs bij streaming audio via Bluetooth. ■ Het kostte enige tijd om data vanuit de mobiele telefoon naar het info‐ tainmentsysteem te verzenden.
Externe apparaten 2. Druk op instellingen. Nu verschijnt het menu App-instellingen. 3. Druk op het gewenste applicatie‐ pictogram om een applicatiepicto‐ gram op het menu Smartphone‐ koppeling te verbergen. Druk op het gewenste app-pictogram om een verborgen app-pictogram op het menu Smartphonekoppeling weer te geven. 4. OK indrukken. Als er een geactiveerde applicatie op het menu Smartphonekoppeling staat, is het tekentje g bovenaan het hoofdmenu of het afspeelscherm ge‐ activeerd.
Externe apparaten ■ Zet alle instellingen voor de tele‐ foon terug en druk daarna op het Infotainmentsysteem op het menu van de gewenste applicatie. ■ Sluit uw smartphone en het Info‐ tainmentsysteem weer via draad‐ loze Bluetooth-technologie aan en druk daarna op het Infotainment‐ systeem op het menu van de ge‐ wenste app. ■ Bij het stoppen van de app op uw smartphone duurt het meestal enige tijd voordat deze weer nor‐ maal werkt. Probeer de app na on‐ geveer 10 tot 20 seconden te acti‐ veren.
Externe apparaten www.chevrolet.bg/MyLink Kroatië / Kroatisch: www.chevrolet-hr.com/MyLink Cyprus / Grieks/Engels: www.chevrolet.com.cy Tsjechische Republiek / Tsjechisch: www.chevrolet.cz/MyLink Denemarken / Deens: www.chevrolet.dk/MyLink Estland / Ests: www.chevrolet.ee/MyLink Finland / Fins: www.chevrolet.fi/MyLink Frankrijk / Frans: www.chevrolet.fr/MyLink Georgië / Georgisch: www.ge.chevrolet-ge.com/MyLink Georgië / Russisch: www.ru.chevrolet-ge.com/MyLink Duitsland / Duits: www.chevrolet.
Externe apparaten Zweden / Zweeds: www.chevrolet.se/MyLink Zwitserland / Duits: www.de.chevrolet.ch/MyLink Zwitserland / Frans: www.fr.chevrolet.ch/MyLink Zwitserland / Italiaans: www.it.chevrolet.ch/MyLink Turkije / Turks: www.chevrolet.com.tr/MyLink VK / Engels: www.chevrolet.co.uk/MyLink ■ Nadat het Infotainmentsysteem de informatie op het USB-opslagappa‐ raat heeft gelezen, wordt deze au‐ tomatisch afgespeeld.
Externe apparaten Teruggaan naar het begin van het huidige bestand Druk binnen 5 seconden na het af‐ spelen op t. Vooruit of achteruit snelzoeken Houd tijdens het afspelen t of v ingedrukt om snel achter- of vooruit te spoelen. Laat de knop los om weer op gewone snelheid af te spelen. Een bestand steeds weer afspelen Druk tijdens het afspelen op r. ■ 1: Speelt het huidige bestand steeds weer af. ■ Alle: Speelt alle bestanden steeds weer af. ■ Off: Terug naar normaal afspelen.
Externe apparaten ■ Als er een niet-leesbaar iPod/iP‐ hone-apparaat wordt aangesloten, verschijnt de betreffende foutmel‐ ding en gaat het Infotainmentsys‐ teem automatisch terug naar de vo‐ rige audiofunctie. iPod/iPhone-speler Muziekbestanden van de iPod/ iPhone afspelen Sluit de iPod/iPhone met de muziek‐ bestanden op de USB-poort aan. ■ Nadat het Infotainmentsysteem de informatie op de iPod/iPhone heeft gelezen, wordt deze automatisch vanaf het eerder afgespeelde punt afgespeeld.
Externe apparaten Een bestand steeds weer afspelen Druk tijdens het afspelen op r. ■ 1: Speelt het huidige bestand steeds weer af. ■ ALLE: Speelt alle bestanden steeds weer af ■ UIT: Terug naar normaal afspelen. Een bestand in willekeurige volgorde afspelen Druk tijdens het afspelen op s. ■ AAN: Speelt alle bestanden in wil‐ lekeurige volgorde af ■ UIT: Terug naar normaal afspelen.
Externe apparaten 3. Zie "Geluidsinstellingen (FM/AM/ DAB-menu)" voor nadere details 3 18. Randapparaat Muziekbron van een randapparaat afspelen Sluit het randapparaat met de mu‐ ziekbron aan op de AUX-ingang. Na‐ dat het Infotainmentsysteem de infor‐ matie op de randapparatuur heeft ge‐ lezen, wordt deze automatisch afge‐ speeld. Geluidsinstellingen 1. Druk tijdens het afspelen van mu‐ ziek via AUX op geluidsinstellin‐ gen. 39 2. Zie "Geluidsinstellingen (FM/AM/ DAB-menu)" voor nadere details 3 18.
Externe apparaten De vorige song afspelen Druk binnen 2 seconden na het af‐ spelen op t om de vorige muziek af te spelen. Teruggaan naar het begin van de huidige song Druk binnen 2 seconden na het af‐ spelen op t. Let op Als het Bluetooth-apparaat niet ge‐ koppeld is, kunt u deze functie niet selecteren. Pauze Druk tijdens het afspelen op 6=. Druk 6= opnieuw in om het afspelen te hervatten. De volgende song afspelen Druk op v om de volgende muziek af te spelen.
Externe apparaten Afbeeldingen weergeven Een afbeelding bekijken 1. Sluit het USB-opslagapparaat met de afbeeldingenbestanden op de USB-poort aan. De afbeelding verschijnt. Let op Als het USB-opslagapparaat al is aangesloten, druk dan op ; > foto & film > Bron S > USB (foto) om de afbeeldingenbestanden te bekijken. Omwille van uw veiligheid werken sommige functies onderweg niet.
Externe apparaten ◆ klok/temp. display: Selecteer On of Off om de tijd en de tem‐ peratuur op het volledige scherm weer te geven. ◆ weergave-instellingen: Helder‐ heid en contrast instellen. 3. Druk na het instellen op q. Films afspelen Een filmbestand afspelen 2. Druk op het gewenste menu. ◆ bestandenlijst foto's: Toont alle afbeeldingenbestandenlijsten. ◆ sorteren op titel: Toont afbeel‐ dingen op volgorde van de titel. ◆ sorteren op datum: Toont af‐ beeldingen op volgorde van de datum.
Externe apparaten 43 Teruggaan naar het begin van de huidige film Druk binnen 5 seconden na het af‐ spelen op d. Vooruit of achteruit snelzoeken Houd tijdens het afspelen d of c in‐ gedrukt om snel achter- of vooruit te spoelen. Laat de knop los om weer op gewone snelheid af te spelen. Op volledig scherm bekijken Pauze Druk tijdens het afspelen op /. c opnieuw indrukken om het afspelen te hervatten. De volgende film afspelen Druk op c om de volgende film af te spelen.
Externe apparaten Taal voor ondertitels 2. Druk op < of >. Audiotaal Als het filmbestand een audiotaal heeft, kan de gebruiker deze selecte‐ ren. 1. Druk in het filmscherm op k. Als het filmbestand een taal voor on‐ dertitels heeft, kan de gebruiker deze zien. 1. Druk in het filmscherm op k. 3. l indrukken. Let op De gebruiker kan één van de door het DivX filmbestand ondersteunde ondertiteltalen instellen.
Externe apparaten 45 2. Druk op < of >. 3. l indrukken. Let op De gebruiker kan één van de door het DivX filmbestand ondersteunde audiotalen instellen. Films vanaf randapparatuur afspelen Sluit de randapparatuur met de film‐ bron aan op de AUX-ingang. Nadat het Infotainmentsysteem de informa‐ tie op de randapparatuur heeft gele‐ zen, wordt deze automatisch afge‐ speeld.
Externe apparaten Smartphone-applicaties gebruiken Let op Afbeeldingen en toelichtingen kun‐ nen afhankelijk van de het bestu‐ ringssysteem, de versie en/of de versies van de applicaties (App) ver‐ schillen. Dit hoofdstuk beschrijft de algemene bediening. 2. Druk op het gewenste menu. ◆ geluidsinstellingen: Geluidsin‐ stellingen aanpassen. Zie "Ge‐ luidsinstellingen (FM/AM/DABmenu)" voor nadere details 3 18. ◆ klok/temp.
Externe apparaten Let op Raadpleeg voor meer informatie over applicaties als BringGo de ge‐ bruiksaanwijzing van het navigatie‐ systeem op de website www.Bring‐ GoNav.com.
Telefoon Telefoon Bluetooth® ................................... 48 Telefoon met handsfreefunctie .... 53 Bluetooth® Draadloze Bluetoothtechnologie begrijpen Met draadloze Bluetooth-technologie maakt u een draadloze verbinding tussen twee voor Bluetooth geschikte apparaten. Na de eerste koppeling maken de twee apparaten elke keer bij het inschakelen ervan automatisch verbinding.
Telefoon 49 4. Druk op het zoeklijstscherm op het gewenste apparaat om het te koppelen. ◆ Als SSP (Secure Simple Pai‐ ring) wordt ondersteund, druk dan op Ja op het pop-upscherm van uw Bluetooth-apparaat en Infotainmentsysteem. 3. Druk op Bluetooth-Apparaat Zoeken om naar Bluetooth-tele‐ foons te zoeken. 5. Wanneer uw Bluetooth-apparaat en het Infotainmentsysteem ge‐ koppeld zijn, verschijnt het tele‐ foonscherm op het Infotainment‐ systeem.
Telefoon Bij het niet tot stand komen van de verbinding verschijnt er een sto‐ ringsmelding op het Infotainment‐ systeem. Let op Wanneer uw Bluetooth-apparaat en het Infotainmentsysteem gekoppeld zijn, wordt de contactenlijst automa‐ tisch gedownload. Maar afhankelijk van het type telefoon wordt de con‐ tactenlijst wellicht niet automatisch gedownload. Download in dat geval de contactenlijst zelf op uw telefoon.
Telefoon 6. Wanneer uw Bluetooth-apparaat en het Infotainmentsysteem ge‐ koppeld zijn, verschijnt nh op het scherm apparaat koppelen. ◆ Als SSP (Secure Simple Pai‐ ring) niet wordt ondersteund, voer dan zoals aangegeven op het scherm Info de pincode op uw Bluetooth-apparaat in. ◆ De verbonden telefoon wordt gemarkeerd door het tekentje y. ◆ Het tekentje nh geeft aan dat de functie handenvrij en strea‐ ming audio via telefoon geacti‐ veerd zijn.
Telefoon Het verbonden Bluetoothapparaat controleren 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2. Druk in het hoofdmenu op instellingen. 3. Druk op verbindingsinstelllingen > bluetooth instelling > apparaat koppelen. 4. Indien gekoppeld, verschijnt het gekoppelde apparaat via g. Het Bluetooth-apparaat ontkoppelen Het Bluetooth-apparaat verbinden 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2. Druk in het hoofdmenu op instellingen. 3.
Telefoon Het Bluetooth-apparaat wissen Als u het Bluetooth-apparaat niet meer hoeft te gebruiken, kunt u het wissen. 1. Druk op ; op het bedieningspa‐ neel. 2. Druk in het hoofdmenu op instellingen. 3. Druk op verbindingsinstelllingen > bluetooth instelling > apparaat koppelen. 4. Wissen indrukken. Telefoon met handsfreefunctie Bellen door invoeren van een telefoonnummer 1. Voer het telefoonnummer met het toetsenblok op het telefoon‐ scherm in. 2.
Telefoon Let op Zonder oproephistorie is terugbellen niet mogelijk. Een oproep beantwoorden 2. Als u de oproep weer naar han‐ denvrij wilt schakelen, druk dan weer op m. De oproep wordt door‐ geschakeld naar de handenvrij auto. 1. Wanneer u een telefonische op‐ roep ontvangt via de mobiele te‐ lefoon met Bluetooth-aansluiting, wordt de afgespeelde song on‐ derbroken. De telefoon geeft een geluidssignaal en toont de rele‐ vante informatie.
Telefoon 2. Gebruik R en S om door de lijst te bladeren. 3. Selecteer de contactenlijstver‐ melding die u wilt bellen. 4. Toets het te kiezen nummer in. Naar contactenlijstvermeldin‐ gen zoeken 1. Druk op het telefoonscherm op telefoonboek. 2. Druk op o op het scherm telefoonboek.
Telefoon 3. Voer de naam die u zoekt met het toetsenblok in. Zie "Naar naam zoeken" voor nadere details 3 53. 4. Selecteer de contactenlijstver‐ melding die u wilt bellen. 5. Toets het te kiezen nummer in. Let op Wanneer uw Bluetooth-apparaat en het Infotainmentsysteem gekoppeld zijn, wordt de contactenlijst automa‐ tisch gedownload. Maar afhankelijk van het type telefoon wordt de con‐ tactenlijst wellicht niet automatisch gedownload. Download in dat geval de contactenlijst zelf op uw telefoon.
Telefoon Bellen met snelkiesnummers (Gemiste oproepen) (Ontvangen oproepen) 3. Selecteer de contactenlijstver‐ melding die u wilt bellen. Houd het snelkiesnummer op het toetsenblok op het telefoonscherm in‐ gedrukt. Voor snelkiezen kunt u alleen snel‐ kiesnummers die al op de mobiele te‐ lefoon zijn opgeslagen gebruiken. Er worden snelkiesnummers tot maxi‐ maal 2 cijfers ondersteund. Houd het bellen van een snelkies‐ nummer bij een snelkiesnummer van 2 cijfers het 2e cijfer ingedrukt.
Trefwoordenlijst A Afbeeldingen weergeven.............. 41 Algemene aanwijzingen................. 6 Algemene informatie..................... 26 Antidiefstalfunctie .......................... 6 Audio afspelen.............................. 35 B Bediening ....................................... 8 Bluetooth® ................................... 48 F Films afspelen.............................. 42 G Gebruik......................................... 18 M Multibandantenne.........................
Audiosysteem Inleiding ....................................... 60 Radio ........................................... 77 Audiospelers ................................ 89 Telefoon ..................................... 107 Trefwoordenlijst .........................
Inleiding Inleiding Algemene aanwijzingen ............... 60 Antidiefstalfunctie ......................... 61 Overzicht bedieningselementen . . 62 Bediening ..................................... 68 Personaliseren ............................. 72 Algemene aanwijzingen Het Infotainmentsysteem verzorgt de infotainment in uw auto, met gebruik van de nieuwste technologie.
Inleiding landspecifieke uitvoeringen, speci‐ ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto. Schermweergave De schermweergave kan afwijken van de weergave in de handleiding, omdat de meeste weergaven kunnen afwijken naargelang de instelling van het apparaat en de voertuigspecifica‐ tie. Antidiefstalfunctie In het infotainmentsysteem is een elektronische beveiliging geïnte‐ greerd die diefstal voorkomt.
Inleiding Overzicht bedieningselementen Type 1
Inleiding Type 1-A: Radio/DAB + CD/MP3 + AUX + USB/iPod + Bluetooth Type 1-B: Radio + CD/MP3 + AUX 1. Display Display voor weergave van status en informatie over afspelen/ont‐ vangst/menu's. 2. Druk-draaiknop AAN/UIT/ VOLUME ◆ Zet het apparaat aan of uit door deze knop in te drukken. ◆ Draai de knop om het algehele volume in te stellen. 3. Knoppen PRESET [1 ~ 6 ] ◆ Houd een van deze knoppen in‐ gedrukt om de huidige radio‐ zender toe te voegen aan de huidige favorieten-pagina.
Inleiding 13. Knop TONE Druk deze knop in om de klankin‐ stelmodus aan te passen/te se‐ lecteren. 14. MENU-TUNE met draaiknop ◆ Druk deze knop in om de hui‐ dige functiemenu weer te ge‐ ven, instelbare functies en in‐ stelwaarden te selecteren of wijzigingen te bevestigen. ◆ Draai de draaiknop om de in‐ stelbare functies of instelwaar‐ den te doorlopen of te wijzigen. 15. Ingang AUX Sluit een externe audiospeler aan op deze ingang. 16.
Inleiding Type 2 65
Inleiding Type 2-A: Radio + CD/MP3 + AUX + USB/iPod + Bluetooth Type 2-B: Radio + CD/MP3 + AUX 1. Display Display voor weergave van status en informatie over afspelen/ont‐ vangst/menu's. 2. Druk-draaiknop AAN/UIT/ VOLUME ◆ Zet het apparaat aan of uit door deze knop in te drukken. ◆ Draai de knop om het algehele volume in te stellen. 3. Knoppen PRESET [1 ~ 6 ] ◆ Houd een van deze knoppen in‐ gedrukt om de huidige radio‐ zender toe te voegen aan de huidige favorieten-pagina.
Inleiding 14. MENU-TUNE met draaiknop ◆ Druk deze knop in om de hui‐ dige functiemenu weer te ge‐ ven, instelbare functies en in‐ stelwaarden te selecteren of wijzigingen te bevestigen. ◆ Draai de draaiknop om de in‐ stelbare functies of instelwaar‐ den te doorlopen of te wijzigen. 15. Ingang AUX Sluit een externe audiospeler aan op deze ingang. 16. Knop PBACK ◆ Annuleer de ingevoerde inhoud of ga terug naar het vorige menu. 17.
Inleiding ◆ Druk de knop in om een af‐ speelfunctie voor geluid te kie‐ zen. ◆ Draai de knop om opgeslagen radiozenders te wijzigen of om andere muziek te kiezen om af te spelen. 4. Knoppen Volume[+ -] ◆ Druk op de knop + om het vo‐ lume te verhogen. ◆ Druk op de knop - om het vo‐ lume te verlagen. Type 2-audiobediening aan stuurwiel: optie 1. Knop Stilschakelen/Ophangen Druk de knop in om de stilscha‐ kelfunctie aan of uit te zetten. 2. Niet beschikbaar 3.
Inleiding Bij aanzetten van het systeem wordt de laatst geselecteerde zender of song afgespeeld. (Dit is anders voor Bluetooth-audio, afhankelijk van het apparaat.) Druk op de AAN/UIT/VOLUME knop om het systeem uit te zetten.
Inleiding Druk TONE om de betreffende func‐ tiemodus te gebruiken. Draai MENU-TUNE om de gewenste klankinstelfunctie te selecteren en druk vervolgens op MENU-TUNE. Draai MENU-TUNE om de gewenste klankinstelwaarde te selecteren en druk vervolgens op MENU-TUNE. U kunt het huidige geselecteerde item initialiseren door in de klankconfigu‐ ratiemodus langdurig op MENU-TUNE te drukken, of alle items van de klankconfiguratiemodus initia‐ liseren door langdurig op TONE te drukken.
Inleiding Functies selecteren FM/AM- of DAB-radio Druk op de knop RADIO BAND om FM-, AM- of DAB-radio te selecteren. Druk op de toets MENU-TUNE voor het openen van FM-menu, AMmenu of DAB-menu met opties voor het selecteren van zendstations.
Inleiding Handenvrij telefoneren met Bluetooth Druk op de TELEFOON/ STILSCHAKELEN-knop als u de Bluetooth-functie voor handenvrij te‐ lefoneren wilt selecteren (alleen voor Type 1/2-A modellen). Druk op de TELEFOON/ STILSCHAKELEN-knop om Bluetooth te openen met de opties voor de betreffende functie. Personaliseren Hoofdknoppen/draaiknop De in het Instellingen gebruikte knop‐ pen en draaiknoppen zijn de vol‐ gende. (12) Knop CONFIG Druk op deze toets om naar het Instellingen-menu te gaan.
Inleiding 73 [Voorbeeld] Instellingen → Tijd Datum → Insteldatum: 23 jan 2012 Druk op de CONFIG-toets voor het Instellingen-menu. Bekijk eerst de informatietabel voor het onderstaande menu Instellingen en draai dan aan MENU-TUNE om naar het gewenste instellingenmenu te gaan; druk vervolgens MENU-TUNE in. ■ Weergegeven wordt een lijst met details voor het betreffende instel‐ lingenmenu of functie.
Inleiding Informatietabel voor Instellingen [Talen] ■ Herhaal deze handeling als de be‐ treffende gedetailleerde lijst be‐ staat uit meerdere items. ■ Voer de betreffende instelwaarde in of wijzig deze, anders verandert de functie. Selecteer de gewenste taal. [Tijd Datum] Tijd instellen: stel handmatig de uren en minuten in voor het huidige tijdstip. ■ Datum instellen: stel handmatig het huidige jaar/maand/datum in. ■ Tijdopmaak instellen: selecteer de 12h- of 24h-weergave.
Inleiding MM/DD/YYYY: jan. 23, 2012 ■ Kloksynchr. RDS-signaal: Selec‐ teer Aan of Uit [Radio-instellingen] ■ Autom. volumeregeling: stel Uit/ Laag/Middelhoog/Hoog in. ■ Maximaal startvolume: stel handmatig de bovengrens in voor het beginvolume. ■ Radio-favorieten: stel handmatig de paginanummers in voor uw favorieten. ■ AS-zenders: stel de functie Auto‐ store-zenders voor elke radio in. ■ RDS-opties: stel RDS-opties in. - RDS: Aan/Uit (activeer of deacti‐ veer de RDS-functie).
Inleiding ■ Bluetooth-code wijzigen: voor handmatig wijzigen/instellen van de Bluetooth-code. ■ Fabrieksinstellingen herstellen: wis alle ingestelde waarden en herstel de standaardinstellingen.
Radio Radio Gebruik ........................................ 77 Radio Data System (RDS) ........... 84 Vaste staafantenne ...................... 88 Gebruik Voordat u FM-, AM- of DABradio gebruikt Hoofdknoppen/draaiknop (10) Knop RADIO BAND Druk op deze knop om FM-, AM- of DAB-radio te selecteren. (14) MENU-TUNE met draaiknop ■ Draai deze drukknop/draaiknop om handmatig een zenderfrequentie te vinden. ■ Druk op deze knop om vanuit de huidige modus naar het menu‐ scherm te gaan.
Radio Informatie voor actieve zenders of DAB-zenders bekijken. Automatisch naar een radiozender zoeken Automatisch naar de DABservicecomponent zoeken Druk op de d SEEK c knoppen om automatisch te zoeken naar beschik‐ bare radiozenders met een goede ontvangst. Druk op de knoppen d SEEK c om in het huidige ensemble automatisch naar de beschikbare DAB-service‐ component te zoeken. Druk op de knoppen d SEEK c om meteen naar het vorige/volgende en‐ semble te gaan.
Radio Naar een radiozender zoeken Naar een DAB-ensemble zoeken De DAB-service verbinden Houd de d SEEK c knoppen inge‐ drukt om de afstemfrequentie snel te wijzigen en laat de knop dan los bij de gewenste afstemfrequentie. Druk op de knoppen d SEEK c om naar de beschikbare DAB-service‐ component met een goede ontvangst te zoeken.
Radio (DAB-DAB aan/DAB-FM aan) Wanneer u Automatische links DABFM als geactiveerd instelt, als het DAB-servicesignaal zwak is, ont‐ vangt het Infotainmentsysteem de ge‐ koppelde servicecomponent automa‐ tisch (zie Instellingen → Radioinstellingen → DAB-instellingen → Automatische links DAB-FM). Handmatig op een radiozender afstemmen Handmatig op een DAB-zender afstemmen Draai aan MENU-TUNE om de ge‐ wenste zendfrequentie handmatig te vinden.
Radio De DAB-zenderlijst gebruiken DAB-informatie weergeven 81 Met behulp van de VOORKEUZE-knoppen Opslaan onder de VOORKEUZEknop Draai de knop MENU-TUNE om Lijst met DAB-zenders te tonen. ■ De Lijst met DAB-zenders-informa‐ tie wordt weergegeven. ■ Als Lijst met DAB-zenders leeg is, wordt de update van Lijst met DABzenders automatisch gestart. Draai MENU-TUNE om de gewenste lijst te selecteren en druk vervolgens op MENU-TUNE om de betreffende radiozender te ontvangen.
Radio ■ U kunt maximaal 3 favorieten-pagi‐ na's opslaan en elke pagina kan maximaal zes radio- of DAB-zen‐ ders bevatten. ■ Het is mogelijk om het aantal te ge‐ bruiken favorieten-pagina's in te stellen, in Instellingen → Radioinstellingen → Radio-favorieten (max. aantal favorietenpagina's). ■ Wanneer een nieuwe radiozender wordt opgeslagen onder een knop PRESET [1 ~ 6] die al een zender bevatte, wordt de oude inhoud ge‐ wist en vervangen door de nieuw opgeslagen radio- of DAB-zender.
Radio FM/AM/DAB-menu → Favorietenlijst FM/AM-menu → FM/AM-zenderlijst Draai vanuit de optie FM-menu/AMmenu/DAB-menu aan de draaiknop MENU-TUNE om Favorietenlijst te selecteren en druk op de knop MENU-TUNE. De Favorietenlijst-informatie wordt weergegeven. Draai MENU-TUNE om de gewenste Favorietenlijst te selecteren en druk vervolgens op MENU-TUNE om de betreffende radiozender te ontvan‐ gen.
Radio DAB-menu → DAB-berichten FM/AM/DAB-menu → FM/AM/DABzenderlijst bijwerken drukt u op de knop MENU-TUNE of op de knop P BACK als u wijzigin‐ gen niet wilt opslaan. Radio Data System (RDS) ■ Het radiodatasysteem (RDS) is een door FM-zenders meegezonden service die het vinden van radio‐ zenders met een storingsvrije ont‐ vangst vergemakkelijkt. Draai vanuit DAB-menu aan de draai‐ knop MENU-TUNE om naar DABberichten te gaan en druk op de knop MENU-TUNE. DAB-berichten wordt weergegeven.
Radio RDS-zendinformatie bekijken Druk terwijl een RDS-zender wordt ontvangen op de knop INFORMATION [INFO] om de ont‐ vangen RDS-zendinformatie te bekij‐ ken. Configureren van RDS Druk op de CONFIG-toets om het Instellingen-menu weer te geven. Draai aan MENU-TUNE om naar Radio-instellingen te gaan en druk vervolgens MENU-TUNE in. Draai aan MENU-TUNE om RDSopties te selecteren en druk vervol‐ gens MENU-TUNE in. In- en uitschakelen van RDS Stel de RDS-optie Aan of Uit in.
Radio Draai in het menu RDS-opties aan MENU-TUNE om naar Regionaal Uit te gaan en druk vervolgens op MENU-TUNE om de Regionaal-func‐ tie aan te zetten. De functie Tekst scrollen bevriezen aan- of uitzetten Zet de functie Geen rollende displaytekst (voor weergave van in‐ formatie over de programmaservices) aan of uit: Draai in het menu RDS-opties aan MENU-TUNE om naar Geen rollende displaytekst Uit te gaan en druk ver‐ volgens op MENU-TUNE om de Geen rollende displaytekst-functie weer aan te zetten.
Radio 87 Blokkeren van verkeersberichten Verkeersberichten blokkeren, bijv. tij‐ dens het afspelen van CD/MP3 of het beluisteren van radiozenders: Druk buiten de telefoonmodus op de knop TP on de verkeersinformatie‐ functie te activeren of te deactiveren. ■ Is de radioverkeerinformatieservice ingeschakeld, wordt [ ] weergege‐ ven in het radiohoofdmenu.
Radio Blokkeren van huidige verkeersberichten Vaste staafantenne Huidig verkeersbericht blokkeren, bij‐ voorbeeld tijdens beluisteren van een radiozender met verkeersinformatie‐ service: Draai de antenne volledig vast en stel deze rechtop in voor een goede ont‐ vangst. Om de dakantenne te verwijderen, moet u ze naar links draaien. Om de dakantenne te plaatsen, moet u ze naar rechts draaien. Druk buiten de telefoonmodus op de knop TP. paneel beschadigd raken.
Audiospelers Audiospelers Cd-speler ..................................... 89 Randapparatuur ........................... 99 Cd-speler De CD/MP3-speler van dit systeem kan audio-CD's en MP3-disks (WMA) afspelen. Vóór het gebruik van de cdspeler Belangrijke informatie over audiocd's en MP3-disks (WMA) Voorzichtig Breng in elk geval geen dvd's, mi‐ nidisks met een diameter van 8 cm of schijven met abnormale opper‐ vlakken in deze cd/mp3 (wma)speler aan. Plak geen stickers op het opper‐ vlak van de disk.
Audiospelers ■ Als zich stof afzet op de disk of deze nat wordt door een vloeistof, kan de lens van de CD/MP3-speler binnen in het apparaat hierdoor vervuild ra‐ ken. ■ Bescherm de disk tegen hitte en blootstelling aan direct zonlicht. Bruikbare disktypen ■ Dit product kan audio-CD's en MP3-disks (WMA) afspelen. ◆ CD-DA: CD-R/CD-RW ◆ MP3 (WMA): CD-R/CD-RW/CDROM ■ De hieronder vermelde MP3-be‐ standen (WMA) kunnen niet wor‐ den afgespeeld.
Audiospelers ■ Berg disks die niet worden gebruikt op in doosjes, en bewaar ze op een plek waar deze niet worden bloot‐ gesteld aan direct zonlicht of aan hoge temperaturen. ■ Smeer geen chemische middelen op de disk. Reinig disks met een iets bevochtigde, zachte doek en wrijf vanuit het midden naar de rand toe. Aanwijzingen bij het gebruik van CDR/RW-disks ■ Bij het gebruik van CD-R/RW-disks kunnen alleen disks worden ge‐ bruikt die zijn "afgesloten".
Audiospelers ■ De volgende MP3-bestanden kun‐ nen met dit product worden afge‐ speeld ◆ Transmissiesnelheid: 8kbps ~ 320kbps ◆ Samplingfrequentie: 48kHz, 44,1kHz, 32kHz (voor MPEG-1), 24kHz, 22,05kHz, 16kHz (voor MPEG-2) ■ Dit product kan bestanden afspelen met een 8 kbps ~ 320 kbps trans‐ missiesnelheid, maar bestanden met een transmissiesnelheid van meer dan 128 kbps geven een kwa‐ litatief beter geluid. ■ Dit product kan ID3 Tag-informatie (versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 of 2.
Audiospelers Afspelen van CD's en MP3 Hoofdknoppen/draaiknop (9) Knop CD/AUX Selecteer de CD-/MP3-speler. (14) MENU-TUNE met draaiknop ■ Draai de druk-/draaiknop voor het doorlopen van de songlist, menu of MP3-songinformatie (WMA). ■ Druk de knop in om het menu‐ scherm weer te geven bij het hui‐ dige item of de huidige modus. (8) Knoppen d SEEK c ■ Druk deze knoppen in om het vo‐ rige of volgende nummer af te spe‐ len.
Audiospelers Wanneer een af te spelen disk al is ingelegd, druk dan meerdere malen op de knop CD/AUX om CD/MP3 af‐ spelen te selecteren. ■ Als er geen disk is om af te spelen, verschijnt Geen cd aangebracht op het scherm en wordt de functie niet geselecteerd. ■ De song die eerder werd afge‐ speeld, speelt automatisch af. De disk uitwerpen Een andere song afspelen Om de disk uit te werpen drukt u op de knop UITWERPEN om de disk uit te nemen.
Audiospelers Naar een ander afspeelpunt gaan U kunt ook aan MENU-TUNE draaien om de songlist te doorlopen en drukt vervolgens op de knop MENU-TUNE om deze meteen te wijzigen. Houd de d SEEK c knoppen tijdens de afspeelmodus ingedrukt om bin‐ nen de song snel vooruit of terug te spoelen. Laat de knop los om de song weer op de normale snelheid af te spelen. Tijdens het vooruit- en terugspoelen is het geluidsvolume iets verminderd en wordt de afspeeltijd weergegeven.
Audiospelers Foutieve ID3 Tag-informatie kan niet worden gewijzigd of gecorri‐ geerd door het infotainmentsys‐ teem (ID3 Tags kunnen alleen op een pc worden gecorrigeerd). ■ Wanneer informatie bij songs de vorm heeft van speciale symbolen of is beschreven in niet-beschik‐ bare talen, wordt deze weergege‐ ven als ---- of helemaal niet. Druk in de afspeelmodus op MENU-TUNE om het CD-menu weer te geven.
Audiospelers CD-menu → Songlist Draai bij audio-cd's in het cd-menu aan MENU-TUNE om de songlist te selecteren en druk vervolgens op MENU-TUNE. Draai aan MENU-TUNE om de ge‐ wenste songlist te vinden en druk ver‐ volgens op MENU-TUNE om de ge‐ selecteerde song af te spelen. 97 CD-menu → Mappen Draai bij mp3 (wma)-cd's in het cdmenu aan MENU-TUNE om de Mappen te selecteren en druk vervol‐ gens op MENU-TUNE. Draai aan MENU-TUNE om de ge‐ wenste map te selecteren en druk vervolgens op MENU-TUNE.
Audiospelers CD-menu → Zoeken... Draai bij mp3 (wma)-cd's in het cdmenu aan MENU-TUNE om naar te Zoeken... gaan en druk vervolgens op MENU-TUNE. ■ Nadat het systeem de diskinforma‐ tie heeft uitgelezen, wordt de eerste song van de afspeellijst [iP] weer‐ gegeven. ■ Als de afspeellijst [iP] geen muziek‐ bestanden bevat, wordt de eerste song voor elke artiest [iA] weerge‐ geven. ■ Het kan soms lange tijd duren voor‐ dat de disk geheel is uitgelezen, af‐ hankelijk van het aantal muziekbe‐ standen.
Audiospelers Draai aan MENU-TUNE om de ge‐ wenste song/titel te vinden en druk vervolgens op MENU-TUNE om de geselecteerde song af te spelen. Randapparatuur USB-speler Aanwijzingen bij het gebruik van USB-apparatuur ■ De werking kan niet worden gega‐ randeerd als u een USB-adapter gebruikt om een USB-apparaat voor massaopslag met inge‐ bouwde harddisk of een CF- of SDgeheugenkaart aan te sluiten. Ge‐ bruik een USB-dataopslagappa‐ raat van het flashgeheugentype.
Audiospelers contact afzet terwijl het USBopslagapparaat is aangesloten, kan het USB-opslagapparaat be‐ schadigd raken of in sommige ge‐ vallen niet normaal werken. Voorzichtig Alleen USB-opslagmedia voor af‐ spelen van muziek kunnen op dit product worden aangesloten.
Audiospelers ■ De map- en bestandsnamen die af‐ hankelijk van het opslagtype kun‐ nen worden gebruikt zijn de vol‐ gende, inclusief de extensie met vier tekens bij de bestandsnaam (.mp3). ◆ ISO 9660 niveau 1: maximaal 12 tekens ◆ ISO 9660 niveau 2: maximaal 31 tekens ◆ Joliet: Maximaal 64 tekens (1 byte) ◆ Lange Windows-bestandsnaam: maximaal 28 tekens (1 byte) ■ Dit product kan MP3-bestanden af‐ spelen die VBR gebruiken.
Audiospelers ■ Zodra het product gereed is met het inlezen van de informatie op het USB-opslagapparaat, zal het auto‐ matisch afspelen. ■ Wanneer een niet-leesbaar USBopslagapparaat is aangesloten, verschijnt een foutmelding en scha‐ kelt het product automatisch naar de vorige gebruikte functie of naar de FM-radio. Wanneer het af te spelen USB-op‐ slagapparaat al is aangesloten, drukt u meerdere malen op CD/AUX om de USB-speler te selecteren.
Audiospelers iPod-speler Bedoeld voor modellen die een iPodaansluiting ondersteunen. Hoofdknoppen/draaiknop De volgende hoofdknoppen en draai‐ knop worden gebruikt om iPod-mu‐ ziekbestanden af te spelen. (9) Knop CD/AUX Druk wanneer de iPod is aangesloten de knop meerdere malen in om de iPod- afspeelmodus te selecteren. (14) MENU-TUNE met draaiknop ■ Draai de draaiknop om de cursor te verplaatsen en de songlist weer te geven die wordt afgespeeld.
Audiospelers ■ In sommige gevallen kan het iPodproduct worden beschadigd wan‐ neer het contact wordt uitgezet ter‐ wijl de iPod nog aan het product is aangesloten. Wanneer het iPod-product niet in gebruik is, maak dit dan los van het product terwijl het contact is uitge‐ zet. ■ Zodra het product gereed is met het inlezen van de informatie op de iPod, zal het automatisch afspelen.
Audiospelers van de cd/mp3-speler Cd-menu; al‐ leen het kopje iPod uitwerpen is toe‐ gevoegd. Raadpleeg om te gebruiken elk item in het CD/MP3-menu. iPod-menu → iPod uitwerpen Ontkoppel het iPod-apparaat van de USB-aansluiting. Ga terug naar de vorige in gebruik zijnde functie. Ingang voor externe spelers (AUX) Bedoeld voor modellen met aanslui‐ ting voor externe muziekspeler. Druk in de afspeelmodus op MENU-TUNE om het Menu iPod weer te geven.
Audiospelers Druk op CD/AUX om over te schake‐ len naar de ingang voor extern geluid als het externe audiosysteem al was aangesloten. Draai aan de knop POWER/VOLUME om het volume te regelen.
Telefoon Telefoon Bluetooth® Hoofdknoppen/draaiknop Bluetooth® ................................. 107 Telefoon met handsfreefunctie . . 113 De volgende hoofdknoppen en draai‐ knop worden gebruikt om muziekbe‐ standen af te spelen of om telefoon‐ functies via een Bluetooth-apparaat te gebruiken. (9) Knop CD/AUX Wanneer een Bluetooth-apparaat met een muziekspelerfunctie is aan‐ gesloten, drukt u meerdere malen op deze knop om de Bluetooth-audioaf‐ speelfunctie te selecteren.
Telefoon Druk op de knop CONFIG, druk op of draai aan MENU-TUNE om naar Instellingen → Instellingen Bluetooth → Bluetooth → Apparaat koppelen te gaan en druk vervolgens op de knop MENU-TUNE. ■ Bluetooth-apparaten kunnen niet alleen met de knop CONFIG maar ook via Menu telefoon → Instellingen Bluetooth → Bluetooth → Apparaat (telefoon) toevoegen worden aangemeld. ■ Wanneer er al een Bluetooth-appa‐ raat is gekoppeld aan het Infotain‐ mentsysteem, verschijnt het bericht Bluetooth is bezig.
Telefoon Bluetooth-apparaten verbinden/ wissen/losmaken Druk op de knop CONFIG, druk op of draai aan MENU-TUNE om naar Instellingen → Instellingen Bluetooth → Bluetooth → Apparatenlijst te gaan en druk vervolgens op de knop MENU-TUNE. U kunt aanmelden door de MENU-TUNE drukknop/draaiknop te gebruiken, naar item selecteren te gaan, naar item wissen te gaan om te wissen en vervolgens op MENU-TUNE te drukken.
Telefoon Het huidige gekoppelde Bluetoothapparaat ontkoppelen, Selecteer in het apparatenlijstscherm het gekop‐ pelde apparaat, waarbij dan Ontkoppelen verschijnt. Druk vervol‐ gens op de knop MENU-TUNE. Aanwijzingen bij aanmelden/ koppelen aan Bluetooth ■ Wanneer een apparaat niet met Bluetooth kan worden verbonden, wis dan de hele apparatenlijst uit het te verbinden Bluetooth-appa‐ raat en probeer het opnieuw.
Telefoon van het scherm als de stereo-head‐ set met succes is gekoppeld. ■ Sluit de mobiele telefoon niet aan via de Bluetooth-aansluiting. Er kan zich een storing voordoen terwijl de telefoon is aangesloten tijdens de CD/MP3- en Bluetooth-audioaf‐ speelmodus. Bluetooth-audio afspelen Druk meerdere malen op CD/AUX om de audioafspeelmodus van het ge‐ koppelde Bluetooth-apparaat te se‐ lecteren. Als het Bluetooth-apparaat niet ver‐ bonden is, kunt u deze functie niet se‐ lecteren.
Telefoon ■ Het infotainmentsysteem verzendt de afspeelopdracht vanuit de mo‐ biele telefoon in de Bluetooth-audi‐ oafspeelmodus. Wanneer dit in een andere modus gebeurt, zendt het apparaat de opdracht om te stop‐ pen. Afhankelijk van de opties van de mobiele telefoon is er wellicht enige tijd nodig om deze opdracht tot af‐ spelen/stoppen te activeren.
Telefoon Telefoon met handsfreefunctie Een oproep beantwoorden Voorzichtig Het is mogelijk om uw ringtone over te brengen, afhankelijk van de mobiele telefoon. Pas het ring‐ tonevolume van de mobiele tele‐ foon aan als het volume te laag is. 113 ■ Wijs een gesprek af door op de stuurwielknoppen op de knop Mic dempen/Ophangen te drukken of via de toets MENU-TUNE met draaiknop Weigeren te selecteren.
Telefoon ■ Wanneer de communicatieservice‐ provider via een toepassing de ge‐ bruikmaking van diensten gerela‐ teerd aan conversaties van drie personen ondersteunt, kunt u tij‐ dens een oproep via het infotain‐ mentsysteem oproepen plaatsen. ■ Tijdens een telefoongesprek van drie of meer personen kan de weer‐ gegeven inhoud afwijken van de praktische informatie.
Telefoon 115 Bellen via invoeren van nummer ■ Wanneer de mobiele telefoon niet in de wachtstand staat, ondersteunt uw telefoon de terugbelfunctie mo‐ gelijk niet. Dit hangt af van de opties van de mobiele telefoon. ■ Wanneer u een nummer terugbelt, wordt het aangesloten telefoon‐ nummer niet weergegeven. ■ Afhankelijk van de mobiele telefoon wordt in sommige gevallen de op‐ roep geplaatst via de oproepge‐ schiedenis voor ontvangen/ge‐ miste oproepen, dus niet via de te‐ rugbelfunctie.
Telefoon 1. Verplaatsen: verplaatsen van de invoerpositie 2. Wissen: het ingevoerde teken wissen 3. Contactenlijst: zoeken naar con‐ tactpersonen (te gebruiken nadat de telefoonnummers zijn bijge‐ werkt) 4. Bellen: begin met bellen Draai MENU-TUNE om de gewenste letters te selecteren en druk vervol‐ gens op MENU-TUNE om het num‐ mer in te voeren. ■ Herhaal deze handeling om alle te‐ lefoonnummers in te voeren.
Telefoon 117 Als er geen contactpersonen zijn, ver‐ schijnt een kennisgeving op het scherm en gaat u terug naar het voor‐ gaande menu. Draai aan MENU-TUNE om Zoeken te selecteren en druk vervolgens MENU-TUNE in. Draai aan MENU-TUNE om Voornaam of Achternaam te selecte‐ ren en druk vervolgens MENU-TUNE in. Draai in het venster met zoekresulta‐ ten aan MENU-TUNE om het gewen‐ ste item te selecteren en druk vervol‐ gens MENU-TUNE in om de details voor dat item te bekijken.
Telefoon Telefoonmenu → Contactenlijst → Bijwerken Update de contactpersonen van de aangesloten mobiele telefoon naar de contactenlijst van het systeem. Selecteer met de toets MENU-TUNE met draaiknop Menu telefoon → Telefoonboek → update en druk op de toets MENU-TUNE. Draai MENU-TUNE om Ja of Nee te selecteren en druk vervolgens MENU-TUNE in om het bijwerken te activeren of te annuleren.
Telefoon de mobiele telefoon. Wanneer er op het wachtende scherm lange tijd niets verandert, controleer dan of de mobiele telefoon certificatie aan‐ vraagt. Bij een aanvraag voor certificatie van de mobiele telefoon, worden alle Bluetooth-verbindingen onder‐ broken als deze niet worden geac‐ cepteerd; daarna wordt het appa‐ raat opnieuw verbonden. ■ Wanneer er een probleem is in de opgeslagen informatie van een mo‐ biele telefoon, worden de contact‐ personen mogelijk niet bijgewerkt.
Telefoon ■ Bij oproepen geregistreerd voor contactpersonen zonder naam wordt Contactgegevens bevatten geen nummer aangegeven. ■ Het infotainmentsysteem toont contactpersonen, oproepgeschie‐ denis en terugbelinformatie zoals overgedragen vanaf de mobiele te‐ lefoon. Telefoonmenu → Contactenlijst → Alles wissen Elk afzonderlijk telefoonnummer op‐ geslagen in de contactenlijst van het systeem wordt gewist.
Telefoon telefoonnummers. Na het voltooien van de verificatieprocedures van de mobiele telefoon, worden de con‐ tactpersonen en het oproepenlog‐ boek overgedragen naar het Info‐ tainmentsysteem. ■ Het oproepenlogboek van de mo‐ biele telefoon en het op het Info‐ tainmentsysteem weergegeven logboek kunnen verschillen. Het In‐ fotainmentsysteem toont de feitelijk overgedragen informatie vanaf de mobiele telefoon. Stel de Bluetooth-functie in.
Telefoon Als u de Instellingen Bluetooth weer wilt initialiseren volgens hun stan‐ daardwaarden, drukt/draait u MENU-TUNE om het eerste te her‐ stellen item te selecteren en kiest u vervolgens Ja met MENU-TUNE.
Telefoon 123
Trefwoordenlijst A Algemene aanwijzingen............... 60 Antidiefstalfunctie ........................ 61 B Bediening ..................................... 68 Bluetooth® ................................. 107 C Cd-speler ..................................... 89 G Gebruik......................................... 77 O Overzicht bedieningselementen... 62 P Personaliseren.............................. 72 R Radio Data System (RDS) ........... 84 Randapparatuur ..........................
MyLink, met pictogrammen, met of zonder navigatie Inleiding ..................................... 126 Basisbediening .......................... 136 Radio ......................................... 138 Cd-speler ................................... 143 AUX-ingang ............................... 146 USB-poort .................................. 147 Streaming audio via Bluetooth ... 153 Externe apparaten ..................... 155 Navigatie .................................... 161 Stemherkenning .................
Inleiding Inleiding Inleiding ..................................... 126 Algemene aanwijzingen ............. 126 Overzicht .................................... 127 Overzicht bedieningselementen 128 Gebruik ...................................... 129 Bediening ...................................
Inleiding ■ Configureer audio door favoriete stations op voorhand in te stellen, de tonen te configureren en de luid‐ sprekers af te stellen. ■ Configureer telefoonnummers van tevoren zodat u ze gemakkelijk kunt bellen met één enkele druk op een toets of één enkel gesproken commando voor voertuigen uitge‐ rust met een telefoonfunctie. 9 Waarschuwing Te lang of te vaak niet op de weg letten bij het gebruik van het Info‐ tainment- of navigatiesysteem kan een botsing veroorzaken.
Inleiding Overzicht bedieningselementen MyLink, met pictogrammen, met of zonder navigatie
Inleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 Voorkeuzetoetsen (1-6) DEST (bestemming) NAV (navigatie) Keuzepijlen in acht richtingen (navigeert op kaarten) CONFIG (configureren) RPT NAV (navigatie herhalen) CLOCK INFO (informatie) TONE AS (autostore) m (aan-uit/volume) t (vorige/terugspoelen) HOME (startpagina) r (afspelen/pauzeren) SRCE (bron) y/@ (telefoon/demping) v (volgende/snel vooruit) FAV (favorietenpagina's 1-6) BACK d (uitwerpen) MENU/SEL (menu/selecteren) Gebruik Infotainment
Inleiding DEST (bestemming): druk hierop om de laatste prompt van de gesproken begeleiding te herhalen. ■ Druk hierop om een bestemming in te voeren. ■ Als er al een bestemming is inge‐ voerd, druk dan hierop om naar het menu Bestemming te gaan. Bestemming 3 167 BACK: druk hierop om terug te gaan naar het vorige scherm in een menu. Als u een pagina rechtstreeks hebt geopend met een toets op de console of de schermtoets Startpagina, drukt u op BACK (TERUG) om naar de startpagina te gaan.
Inleiding Afstandsbediening op stuurwiel Indien aanwezig werken sommige audiofuncties via de stuurbedienings‐ knoppen. q/w (indrukken om te praten): druk hierop om een binnenkomende op‐ roep aan te nemen of om met Blue‐ tooth of stemherkenning te werken. x/n (oproep dempen/beëindigen): druk hierop om een binnenkomende oproep te weigeren of om een huidige oproep te beëindigen. Druk hierop om de boordluidsprkers bij gebruik van het Infotainmentsysteem stil te scha‐ kelen.
Inleiding Meer l: Druk hierop om naar de vol‐ gende pagina te gaan. Startpagina aanpassen De eerste startpagina kan worden aangepast. Schermtoetsen toevoegen: 1. Druk op Menu. 2. Startpagina aanpassen indruk‐ ken. 3. Druk op een schermtoets om deze op de eerste startpagina toe te voegen of te verwijderen. Een H geeft aan dat deze wordt weer‐ gegeven. Het maximaal aantal toetsen op startpagina 1 is acht. 4. Afgerond indrukken. Schermtoetsen verplaatsen: 1. Pict. sorteren indrukken. 2.
Inleiding Druk op de schermtoets Bestemming om de startpagina voor het invoeren van bestemmingen of het menu Bestemming weer te ge‐ ven. Met de beschikbare schermtoet‐ sen hebt u eenvoudig toegang tot di‐ verse manieren voor invoeren van een bestemming. Bestemming 3 167 Druk op de schermtoets Telefoon om de startpagina Telefoon te tonen. Telefoon 3 188 133 Druk op de schermtoets Instellingen om de startpagina Configuratie te to‐ nen.
Inleiding Druk op de schermtoets FM om de hoofdpagina FM weer te geven en te luisteren naar de huidige of laatst af‐ gestemde FM-zender. AM/FM-radio 3 138 Druk op de schermtoets DAB om de hoofdpagina DAB weer te geven en te luisteren naar de huidige of laatst afgestemde DAB-zender. Digital Audio Broadcasting 3 140 Druk op de schermtoets Stitcher (in‐ dien aanwezig) om de Stitcher start‐ pagina weer te geven en stream nieuws, sport en amusementspro‐ gramma's via het audiosysteem.
Inleiding Druk op de schermtoets USB om de hoofdpagina USB weer te geven en te luisteren naar de huidige of laatste track. USB-poort 3 147 Druk op de toets AUX voor toegang tot een aangesloten randapparaat. Randapparatuur 3 146 Druk op de schermtoets Snelle info voor informatie over het afspelen van audio. Quickinfo 3 138 Druk op de schermtoets Messages (indien aanwezig) om het Postvak IN voor tekstberichten weer te geven.
Basisbediening Basisbediening Basisbediening .......................... 136 Geluidsinstellingen .................... 136 Basisbediening Luisteren naar radio m (aan-uit/volume): ■ Druk op de knop om de radio in of uit te schakelen. ■ Draai hieraan om het volume van de actieve bron hoger of lager te zetten. De stuurbedieningsknoppen kunnen ook worden gebruikt om het volume aan te passen.
Basisbediening ■ Fade: Druk op de toets F of R voor meer geluid uit de luidsprekers voor of achter. De positie in het midden balanceert het geluid tussen de luidsprekers vooraan en achteraan. ■ Balans: Druk op de toets l of R voor meer geluid uit de luidsprekers links of rechts. De positie in het mid‐ den balanceert het geluid tussen de linkse en rechtse luidsprekers.
Radio Radio Algemene informatie Zender zoeken Quickinfo Druk op SRCE of SRC op de stuur‐ bedieningsknoppen om AM, FM of DAB te selecteren. Draai de knop MENU/SEL om een ra‐ diostation te zoeken. Selecteer een voorkeuzezender door op FAV te drukken, scrol door de favorietenpa‐ gina's en druk op een voorkeuzetoets op de radio of de schermtoets. Met Quickinfo hebt u snel toegang tot informatie over een punt. Druk hiervoor op de startpagina op Snelle info of op de console op de knop INFO.
Radio stuurbedieningsknoppen te druk‐ ken of zeg "Stem af op AM"of "AM" via stemherkenning (indien aanwezig). 2. Druk op de schermtoets Menu om de AM-zenders of -categorieën weer te geven. 3. Indrukken voor het selecteren van een optie. Druk op Verversen om de zenderlijst bij te werken. FM 1. Druk op de startpagina op de schermtoets FM; selecteer FM door op SRCE of SRC op de stuurbedieningsknoppen te druk‐ ken of zeg "Stem af op FM"of "FM" via stemherkenning (indien aan‐ wezig). 2.
Radio van de voorkeuzeschermtoetsen om naar de geselecteerde voorkeu‐ zezender te gaan. ■ Op de hoofdpagina AM, FM of DAB drukt u op één van de voorkeuze‐ schermtoetsen om naar de gese‐ lecteerde voorkeuzezender te gaan. Radio Data System (RDS) RDS-functies zijn alleen maar be‐ schikbaar voor gebruik op FM-zen‐ ders die RDS-informatie uitzenden. Met RDS kan de radio berichten van radiozenders weergeven.
Radio ■ Er is geen sprake van fading (ver‐ zwakking van het geluid) dat ken‐ merkend is voor AM- of FM-ont‐ vangst. Het DAB-signaal wordt op een constant volume gereprodu‐ ceerd. ■ Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden geïnterpre‐ teerd, wordt de weergave geheel onderbroken. ■ Interferentie door zenders op nabu‐ rige frequenties (een verschijnsel dat typisch is voor AM- en FM-ont‐ vangst) doet zich bij DAB niet voor.
Radio Gebruik van mobiele telefoon Het gebruik van een mobiele tele‐ foon, zoals bellen of gebeld worden, opladen, of gewoon ingeschakeld zijn kan statische storingen met de radio veroorzaken. Ontkoppel in dat geval de telefoon of schakel deze uit.
Cd-speler Cd-speler Algemene informatie .................. 143 Audio-cd afspelen ...................... 144 Algemene informatie De cd-speler kan het volgende afspe‐ len: ■ Meeste audio-cd's ■ Cd-r ■ Cd-rw ■ Mp3, indelingen unprotected WMA en AAC Wanneer u een compatibele be‐ schrijfbare schijf afspeelt, kan de ge‐ luidskwaliteit afnemen door de schijf, de opnamemethode, de kwaliteit van de opgenomen of de hantering van de schijf.
Cd-speler Druk op d om een schijf uit de cdspeler te werpen. Als de schijf niet snel wordt verwijderd, wordt deze au‐ tomatisch terug in de speler getrok‐ ken. Audio-cd afspelen 1. Druk op de toets CD op de start‐ pagina of selecteer CD uit het pop-upvenster voor de bron om de CD-hoofdpagina te tonen. 2. Druk op de schermtoets Menu om de menuopties weer te geven. 3. Indrukken voor het selecteren van de optie.
Cd-speler ■ De schijf is vuil, gekrast, nat of is omgekeerd geplaatst. ■ De lucht is heel vochtig. Probeer de schijf later opnieuw. ■ Er is een probleem opgetreden bij het branden van de schijf. ■ Het etiket zit vast in de cd-speler. Als de cd niet juist afspeelt, probeert u een cd waarvan u weet dat die goed werkt. Als de foutmeldingen aanhouden, neemt u contact op met uw dealer.
AUX-ingang AUX-ingang Algemene aanwijzingen ............. 146 Randapparatuur aansluiten ....... 146 Algemene aanwijzingen Deze auto heeft een extra ingang in de middenconsole. Mogelijke externe audiobronnen zijn: ■ laptop ■ mp3-speler ■ cassettespeler Deze aansluiting is geen audio-uit‐ gang. Sluit geen koptelefoon aan op de hulpingang. Sluit randapparatuur aan terwijl de auto in de stand P (Par‐ keren) staat.
USB-poort USB-poort Algemene aanwijzingen USB mp3-speler en USB-drives Algemene aanwijzingen ............. 147 USB-apparaten aansluiten ........ 149 Opgeslagen audiobestanden afspelen ..................................... 149 ■ De aangesloten USB mp3-spelers en USB-drives moeten aan de USB MSC-specificatie voldoen (USB Mass Storage Class). ■ Harde schijven worden niet onder‐ steund. ■ De radio kan geen muziek met schrijfbeveiliging afspelen. ■ Ondersteunde bestandssystemen: FAT32, NTFS, Linux en HFS+.
USB-poort Gracenote® Met Gracenote-technologie op de ra‐ dio beheert u en navigeert u door de muziekcollectie op USB-apparaten. Wanneer er een USB-apparaat met de radio verbonden is, identificeert Gracenote de muziekcollectie en ver‐ meldt deze de juiste gegevens over album, naam van de artiest, genres en cover art op het scherm. Eventueel ontbrekende informatie wordt door Gracenote aangevuld.
USB-poort wordt opgeslagen in het menu Af‐ speellijst wanneer het apparaat weer wordt verbonden. Als er songs van het apparaat worden verwijderd, slaat het systeem deze songs simpelweg over en speelt het de volgende be‐ schikbare song af. Gebruik het aanraakscherm of stem‐ herkenning om een "Meer van dit" af‐ speellijst te creëren. Commando's voor stemherkenning 3 182 Gracenote indexering Terwijl Gracenote indexeert, zijn er Infotainmentfuncties beschikbaar, zoals het selecteren van muziek uit het menu.
USB-poort De volgende afspeellijstindelingen worden ondersteund: ■ M3U (standard en extended) ■ iTunes ■ PLS (standard) ■ WAX ■ ASX ■ RMP Terwijl de USB-bron actief is, gebruikt u de volgende toetsen en bedienings‐ organen om de USB-functie te bedie‐ nen: MENU/SEL knop: draai hieraan om door de lijst te scrollen. Draai er snel aan om snel alfabetisch door grote lijsten te scrollen. r (afspelen/pauzeren): druk hierop om de huidige mediabron te starten, pauzeren of te hervatten.
USB-poort Artiesten: 1. Druk hierop de toets om de lijsten met artiesten op het USB-appa‐ raat te bekijken. 2. Selecteer de naam van een artiest om een lijst met alle albums van de artiest te bekijken. 3. Selecteer een album. 4. Selecteer de song uit de lijst om het afspelen te beginnen. Albums: 1. Druk hierop om de albums op het USB-apparaat te bekijken. 2. Selecteer het album om een lijst met alle muzieknummers in het al‐ bum te bekijken. 3.
USB-poort 3. Er verschijnt een lijst. Selecteer een afbeelding om te bekijken. 4. Na het verschijnen van een af‐ beelding zijn de volgende opties beschikbaar: Info: indrukken om de bestands‐ naaminformatie in of uit te schakelen. N: druk hierop om een eerdere afbeel‐ ding weer te geven, indien niet in een diavoorstelling. l: druk hierop om om te schakelen tussen diavoorstelling en handmatige modus. O: druk hierop om een latere afbeel‐ ding weer te geven, indien niet in een diavoorstelling.
Streaming audio via Bluetooth Streaming audio via Bluetooth Algemene informatie .................. 153 Instelling Bluetoothmediaspeler ............................... 153 Bediening ................................... 153 Algemene informatie Indien aanwezig, kan er muziek van een gekoppeld Bluetooth-apparaat worden afgespeeld. Een telefoon / apparaat koppelen 3 188 Instelling Bluetoothmediaspeler Muziek via een Bluetooth-apparaat afspelen: 1. Schakel het apparaat in en koppel en verbind het.
Streaming audio via Bluetooth Shuffle: Druk op de knop MENU/SEL om de willekeurige volg‐ orde in of uit te schakelen. Niet alle apparaten ondersteunen de functie Willekeurige volgorde. Bij het selecteren van Audio via Blue‐ tooth werkt de interne muziekspeler van het Bluetooth-apparaat afhanke‐ lijk van de status van het apparaat wellicht niet. Bij alle apparaten is het starten en afspelen van audio anders.
Externe apparaten Externe apparaten Audio afspelen Afspelen vanaf een iPod® Audio afspelen ........................... 155 Smartphone-applicaties gebruiken ...................................
Externe apparaten Shuffle: druk hierop om de titels in wil‐ lekeurige volgorde af te spelen. Druk opnieuw om willekeurige volgorde te stoppen. Vergelijkbare nummers afspelen: Hiermee kan de radio afspeellijsten aanmaken met songs/tracks die op de nu beluisterde lijken. De radio creëert een afspeellijst met maximaal 30 gelijksoortige songs. De afspeel‐ lijst verschijnt in de afspeellijstcate‐ gorie van het menu voor later beluis‐ teren. 1.
Externe apparaten Componisten: 1. Druk hierop om de muziekauteurs op de iPod te bekijken. 2. Selecteer de muziekauteur om een lijst met songs van die mu‐ ziekauteur te bekijken. 3. Selecteer een song uit de lijst om het afspelen te starten. Luisterboek: 1. Druk hierop om de audiobooks op de iPod te bekijken. 2. Selecteer het audiobook uit de lijst om het afspelen te beginnen. 3. Selecteer een song uit de lijst om het afspelen te starten.
Externe apparaten Stitcher installeren: ■ Ga op een Android-telefoon of ta‐ blet met internetverbinding naar de Android Play Store, zoek naar Stit‐ cher en installeer deze op de tele‐ foon, niet op de SD Card. ■ Ga op een iPhone, iPad of iPod touch naar de iTunes store en zoek naar Stitcher. Stitcher starten Sluit de iPhone, iPad of iPod touch aan op de USB-poort of sluit Android aan via Bluetooth.
Externe apparaten ◆ Druk op de app op het apparaat. ◆ Selecteer Stitcher op de start‐ pagina. ◆ Druk op q/w en zeg "Stitcher" "Stem af op Stitcher." 3. Als Stitcher niet begint met afspe‐ len, selecteer dan een categorie en een zender. Druk na het starten van Stitcher op SRCE of SRC op de stuurbedienings‐ knoppen om naar Stitcher functies te gaan. Als er bij het drukken op de beschik‐ bare schermtoets van Stitcher niets gebeurt, download dan de meest re‐ cente Stitcher app en probeer het nogmaals.
Externe apparaten Minder geluid Geluid van Stitcher kan verminderen als gevolg van: ■ Slechte of geen dataverbinding. ■ Apparaat moet worden opgeladen. ■ App moet opnieuw worden gestart. ■ Geen verbinding tussen telefoon en radio meer. ■ Als er een iPhone, iPod touch of iPad met Bluetooth en de dockcon‐ nector verbonden is, ga dan naar het airplay-pictogram op het appa‐ raat en selecteeer de dockconnec‐ tor of ontkoppel de dockconnector en sluit deze weer aan op het ap‐ paraat.
Navigatie Navigatie Gebruik ...................................... 161 Kaarten ...................................... 163 Symbolenoverzicht .................... 165 Bestemming ............................... 167 Menu Configuratie ..................... 176 Globaal Positioning System (gps) ........................................... 180 Voertuiglokalisatie ..................... 180 Problemen met routebegeleiding ........................ 181 Onderhoud aan het navigatiesysteem .......................
Navigatie ■ 2D naar boven: Toont de richting waarin de auto zich begeeft. De driehoek met schaduw wijst naar het noorden. ■ 3D naar boven: Is identiek aan 2D Richting boven, maar de kaart is in 3D. Kaartweergaven POI's langs de route Druk hierop voor een zoeklijst met POI's die langs of in de buurt van de route naar de bestemming liggen. Se‐ lecteer de gewenste POI. U kunt de kaarten ook anders weer‐ geven door op het pictogram kaart‐ modus te drukken.
Navigatie Informatie over huidige positie Druk hierop voor een gedeeld scherm met gedetailleerde informatie over de positie van de auto. Deze functie werkt ook via het voertuiginformatie‐ tabblad midden linksonder op het dis‐ play. De locatie kan met Opslaan in het gedeelde scherm in het adres‐ boek worden opgeslagen. Symbolen: Gebruik deze optie voor het selecteren van symbolen. Spatie: Gebruik deze optie voor het invoeren van een spatie tussen te‐ kens of de woorden van een naam.
Navigatie Schaal van kaarten deren naar het metrieke stelsel, raad‐ pleegt u "Driver Information Center (DIC)" in het Instructieboekje. Scrolfuncties U kunt de schaal van de kaarten op twee manieren wijzigen: ■ Draai de knop MENU/SEL rechtsom of linksom om uit en in te zoomen. ■ U kunt het zoompercentage wijzi‐ gen door op de toets + of - in de onderste hoeken van het kaart‐ scherm te drukken.
Navigatie 165 Uitleg bij databasedekking De beschikbare details van de kaar‐ ten variëren per gedekt gebied. Som‐ mige gebieden zijn meer gedetail‐ leerd dan andere. Als dit het geval is, duidt dit niet op een probleem met het systeem. Naarmate de kaartgege‐ vens worden bijgewerkt, worden meer details mogelijk beschikbaar voor gebieden die vroeger niet zo ge‐ detailleerd waren. Het bestemmingssymbool duidt de eindbestemming na de planning van een route aan.
Navigatie Selecteer dit schermsymbool om de weergave te veranderen naar Rich‐ ting boven of 3D. Dit symbool geeft aan dat de kaart‐ weergave is ingesteld op Richting bo‐ ven. De weergave Richting boven toont de richting waarin de auto zich begeeft bovenaan het kaartscherm. De drie‐ hoek met schaduw geeft het noorden aan. Druk op dit schermsymbool om te ver‐ anderen naar de 3D-modus. Het 3D-symbool is gelijk aan het sym‐ bool voor Richting boven, maar de kaart wordt in 3D weergegeven.
Navigatie Sommige bestemmingsinvoeropties, zoals Vorige bestemmingen, Adresboek en My Home, zijn wellicht uitgegrijsd als er eerder geen be‐ stemming is ingevoerd of opgesla‐ gen. Adresinvoer 167 Als het land al is ingesteld en ver‐ schijnt, druk dan op de schermtoets rechts van de plaatsnaam om het ge‐ selecteerde land te wijzigen. Om de selectie van namen te vereen‐ voudigen, markeert het systeem al‐ leen tekens die beschikbaar zijn na het eerder ingevoerde teken. Rijden op een normale weg.
Navigatie De stadsnaam eerst invoeren: 1. Voer de naam de stad in. 2. Straatnaam invoeren. Gebruik de schermtoets Verwijderen om een onjuist ingevoerd teken te wissen. Er verschijnt een lijst als er zes of minder namen beschikbaar zijn. Bij meer dan zes resultaten wordt het aantal overeenkomsten met de beschikbare straatnamen weergegeven. Druk op de toets Lijst op het scherm om de lijst te bekijken en de straat te selecte‐ ren. 3. Huisnummer invoeren. 4.
Navigatie 4. Selecteer een aantal tekens of spel de naam volledig met het al‐ fanumerieke toetsenbord. 5. Druk op de schermtoets List (Lijst) of, als de lijst zes of minder ver‐ meldingen heeft, er verschijnt meteen een lijst met POI's. 6. Druk op de gewenste POI. Met de POI-lijst kunt u een bestem‐ ming op categorie, naam of telefoon‐ nummer zoeken. 169 Selecteer een bestemming uit de lijst met eerdere bestemmingen. Tot wel 15 eerder ingevoerde punten kunnen opnieuw worden opgeroepen.
Navigatie 4. Het systeem toont de opties Naam, Nummer, Icoon en Afgerond. Druk op Afgerond om de bestemming op te slaan. 5. Selecteer Naam, Nummer of Icoon om de adresboekvermel‐ ding aan te passen. Als er al een bestemming in het adresboek is opgeslagen, druk dan op de startpagina op Bestemming om de schermtoets voor het adresboek weer te geven. Kies een bestemming door een adres te selecteren dat is opgeslagen in het adresboek. 1. Druk op de toets Adresboek.
Navigatie Favoriete routes Een favoriete route toevoegen: 1. Druk op de toets Bestemming om de schermtoets Favoriete routes weer te geven. 2. Druk op de schermtoets Favoriete route om Nieuwe favoriete route weer te geven. 3. Selecteer Nieuwe favoriete route en voer een naam van een favo‐ riete route in. 4. Druk op OK en het display gaat terug naar de lijst met favoriete routes. 5. Selecteer de favoriete route en voeg een viapunt toe met een van de bestemmingsmethodes, zoals adresinvoer, POI-invoer, enz.
Navigatie in (o.a. adresinvoer, POI invoeren). Selecteer Als Thuis opslaan op het scherm Bestemming bevestigen. Als er als een bestemming als thuis is opgeslagen, druk dan op de toets Bestemming om de schermtoets My Home weer te geven. Druk op deze toets om de routebegeleiding te star‐ ten. Selecteren van kaart stemming te lokaliseren. Houd een vinger op de kaart om snel scrollen te activeren. ■ Druk onderaan het scherm op de toets Start om het scherm Bestem‐ ming bevestigen weer te geven.
Navigatie 2. Voer de noodzakelijke informatie in door eerst het locatieregelitem te selecteren om naar het menu Locatie te gaan. 5. Selecteer een van de regelopties zoals Alle POI's. 6. Selecteer Sorteer methode in het menu POI selecteren om naar het menu Zoekvolgorde te gaan. Se‐ lecteer één van de twee beschik‐ bare opties. Deze opties zijn Op afstand of Op naam. 7. Kies Zoeken. 8. Selecteer de gewenste POI. 173 4.
Navigatie Voor bepaalde locaties of landen zijn wellicht geen foto's beschikbaar. Bestemming bevestigen Op het scherm Bestemming bevesti‐ gen zijn meerdere opties beschik‐ baar: Start begeleid.: Druk hierop om een routeberekening naar de weergege‐ ven bestemming te starten. Op kaart tonen: Druk hierop om naar de kaartweergave met de weergege‐ ven bestemming midden op de kaart te gaan. Route-opties: Druk hierop om routeopties te wijzigen. Zie Route-opties onderstaand.
Navigatie Gebruik autotrein: Deselecteren om autotreinen te vermijden. Lijst met bestemmingen Menu met actieve routebegeleiding slagmanoeuvres om een wegseg‐ ment te vermijden. Maximaal acht vermeden segmenten zijn toege‐ staan. Lijst Vermijden Selecteer Vermijdingslijst voor een lijst met vermeden wegsegmenten met de optie om de vermeden delen uit de lijst te verwijderen. Selecteer Bestem.lijst om opties voor het organiseren van viapunten te be‐ kijken.
Navigatie Viapunten U kunt maximaal drie viapunten aan de huidige route toevoegen. De via‐ punten kunnen worden gesorteerd (verplaatst) of verwijderd. Een viapunt toevoegen: 1. Druk in het menu Lijst viapunten op Select. te verwijd. bestem.. 2. Voer het viapunt in met een van de methoden om een bestem‐ ming toe te voegen. Het systeem berekent en accentueert de route, waarna de route kan worden ge‐ start. 3. Voeg meer viapunten toe met Select. te verwijd. bestem.
Navigatie Tijd- en datuminstellingen 2. Druk op de schuifbalk totdat de gewenste optie verschijnt. Selec‐ teer de instellingen die u wilt wij‐ zigen. Raadpleeg het Instructie‐ boekje over het aanpassen van de meeste boordinstellingen. Talen Druk op de toets Instellingen op de startpagina of de toets CONFIG op de console om de menuopties te ope‐ nen. Draai de knop MENU/SEL of tik op de schuifbalk om door de beschik‐ bare opties te scrollen.
Navigatie Gracenote opties: Druk hierop voor in-/uitschakelen van normalisatie voor stemherkenning en mediagroe‐ peringen. Cd-speler 3 143, USB 3 147, rand‐ apparatuur 3 146, streaming audio via Bluetooth 3 153 Startvolume: Druk hierop om het maximale volumeniveau bij de opstart in te stellen. Dit volume zal worden gebruikt zelfs als een hoger volume was ingesteld wanneer de radio werd uitgeschakeld. Aantal favoriete pagina's: Druk hierop om het aantal weer te geven FAV-pa‐ gina's te selecteren.
Navigatie Indrukken om alle opgeslagen be‐ stemmingen te wissen. Er verschijnt een submenu Opgeslagen bestem‐ mingen wissen. Selecteer de gewen‐ ste opties voor wissen en druk onder‐ aan op Wissen om door te gaan. Er verschijnt een bevestigingsscherm met de vraag om te wissen of te an‐ nuleren. Voertuiginstellingen Zie "Persoonlijke instellingen" in het Instructieboekje.
Navigatie Globaal Positioning System (gps) De positie van het voertuig wordt be‐ paald door het gebruik van satelliet‐ signalen, diverse voertuigsignalen en kaartgegevens. Andere storingen zoals de satelliet‐ toestand, de wegconfiguratie, de staat van de auto en/of andere om‐ standigheden kunnen de bepaling van een nauwkeurige positie van de auto door het navigatiesysteem na‐ delig beïnvloeden. De GPS toont de huidige positie van het voertuig met behulp van signalen verzonden door de GPS-satellieten.
Navigatie ■ De accu van 12 volt is verschei‐ dene dagen losgekoppeld. ■ Het voertuig rijdt in druk verkeer aan lage snelheid, waarbij het voer‐ tuig periodiek stopt en start. Problemen met routebegeleiding Onjuiste routebegeleiding is mogelijk bij één of meerdere van de volgende toestanden: ■ U vergat te draaien op de aange‐ geven weg. ■ Routebegeleiding is mogelijk niet beschikbaar bij automatische her‐ berekening van de route voor de volgende afslag rechts of links.
Stemherkenning Stemherkenning Stemherkenning ........................ 182 Stemherkenning Door stemherkenning kunt u de func‐ ties van het Infotainmentsysteem handenvrij bedienen. Stemherkenning kan worden gebruikt wanneer de radio is ingeschakeld of wanneer de reservevoeding acces‐ soires (RAP) actief is. Zie "Reserve‐ voeding accessoires (RAP) in het In‐ structieboekje. Het systeem heeft een minimumvolume. Stemherkenning gebruiken 1. Druk op het stuurwiel op q/w.
Stemherkenning ■ Woorden tussen haakjes zijn optio‐ neel. Zo zijn voor het commando "Stem af op FM (frequentie)" zowel "Stem af op FM 87,7" als "Stem af op FM" geldige commando's. ■ Bij herkenning van het commando voert het systeem de functie uit of vraagt het u de keuze te bevesti‐ gen. ■ Wanneer het systeem het com‐ mando niet herkent, zegt het sys‐ teem "Pardon". ■ Als het systeem problemen heeft met het herkennen van een com‐ mando, bevestig dan dat het com‐ mando juist is.
Stemherkenning AM tuner … (frequentie), FM tuner … (frequentie): Instrueert het sys‐ teem om naar de specifieke zender te gaan. Duim omh.: Instrueert het systeem om de huidige song of zender een duim omhoog in Stitcher te geven. Duim oml.: Instrueert het systeem om de huidige song of zender een duim omlaag in Stitcher te geven. Mijn mediacommando's CD, AUX, USB of Bluetooth: Instru‐ eert het systeem om te veranderen van bron. C D afspelen: Instrueert het systeem om een cd af te spelen.
Stemherkenning podcast weer te geven. Zeg bijvoor‐ beeld "Podcast zoe‐ ken". Vergelijkbare nummers afspelen...: Instrueert het systeem een afspeel‐ lijst aan te maken met gelijksoortige tracks als die welke nu klinkt. Navigatiecommando's (indien aanwezig) U activeert de stemherkenning van de navigatie als volgt: 1. Druk op het stuurwiel op q/w. Het geluid van het audiosysteem wordt onderdrukt. Een gesproken prompt zegt "Spreek een com‐ mando uit".
Stemherkenning Routepunt verwijderen: Wanneer be‐ geleiding actief is, kunt u met dit com‐ mando specifieke viapunten of de be‐ stemming wissen. Als begeleiding niet actief is, geeft het systeem aan dat de lijst met bestemmingen leeg is. Waar ben ik | Mijn Huidige locatie: In‐ strueert het systeem om de huidige positie van het systeem te melden. Help: Het systeem laat meer speci‐ fieke helpcommando's bij de naviga‐ tie of een navigatiesubfunctie horen.
Stemherkenning fabrikant van de mobiele telefoon om te zien of de mobiele telefoon deze functie ondersteunt. Activeer het stemherkenningssys‐ teem voor de telefoon door q/w op het stuurwiel gedurende ongeveer twee seconden ingedrukt te houden. Instellingscommando's Uitgebreid aan | Uitgebreid inschakelen | Uitgebreid aanzetten, Uitgebreid uit | Uitgebreid uitschakelen | Uitgebreid uitzetten: In‐ strueert het systeem om gesproken aanwijzingen in of uit te schakelen.
Telefoon Telefoon Bluetooth® Overzicht Bluetooth® ................................. 188 Bediening ................................... 192 Tekstberichten ........................... 194 Telefoon met handsfreefunctie . . 197 Indien uitgerust met Bluetooth kan het systeem werken met vele mobiele telefoons en apparaten voor: ■ Handenvrij bellen en gebeld wor‐ den. ■ Het adresboek of de contactenlijst van de mobiele telefoon delen met de auto.
Telefoon y/@ (telefoon/demping): druk hierop om naar het hoofdmenu Telefoon te gaan. Stemherkenning Het stemherkenningssysteem ge‐ bruikt commando's om het systeem te bedienen en telefoonnummers te kie‐ zen. Bij het gebruik van stemherkenning: ■ Het systeem herkent gesproken commando's mogelijk niet als er veel achtergrondruis is. ■ U hoort een toon die aangeeft dat het systeem gereed is voor een ge‐ sproken commando. Wacht op de toon en spreek dan. ■ Spreek duidelijk op een kalme en natuurlijke wijze.
Telefoon _TXT> en voer het pinnummer in dat op het scherm wordt gegeven.: Als het apparaat een viercijferige pincode (PIN) onder‐ steunt, wordt deze weergegeven. Het PIN wordt gebruikt in Stap 5. 4. Start het koppelingsproces op de mobiele telefoon die aan de auto moet worden gekoppeld. Raad‐ pleeg de handleiding van de fabri‐ kant van de mobiele telefoon. 5. Zoek naar en selecteer het appa‐ raat achter het merk en model van de auto in de lijst op de mobiele telefoon.
Telefoon Een telefoon koppelen 1. Druk op q/w. Het systeem ant‐ woordt "Spreek een commando uit", gevolgd door een pieptoon. 2. Zeg "Koppel", het systeem ant‐ woordt "Zoek naar Bluetooth-ap‐ paraten op uw telefoon. Nummer bevestigen of invoeren.". 3. Start het koppelingsproces op de telefoon die moet worden gekop‐ peld. 4. Zoek naar en selecteer het appa‐ raat achter het merk en model van de auto in de lijst op de mobiele telefoon.
Telefoon Bediening Gesprek voeren met contactenlijst en bedieningsorganen Infotainment Bij mobiele telefoons met contacten‐ lijstfunctie kan het Bluetooth-systeem de contactpersonen op de mobiele te‐ lefoon gebruiken om gesprekken te voeren. Raadpleeg de gebruikshand‐ leiding van de fabrikant van de mo‐ biele telefoon of neem contact op met de draadloze provider om te zien of deze functie wordt ondersteund.
Telefoon De Infotainmentbedieningsorganen gebruiken Draai aan de knop MENU/SEL om te Aannemen of te Weigeren en druk op de knop MENU/SEL of druk op het scherm op Accepteren of Weigeren. Met de stuurbedieningsknoppen Druk op q/w om de oproep te beant‐ woorden of /x/n om deze te weige‐ ren.
Telefoon Met de stuurbedieningsknoppen Druk op x / n. Een gesprek stilschakelen Tijdens een gesprek kunnen alle ge‐ luiden in de auto worden stilgescha‐ keld, zodat de gesprekspartner deze niet kan horen. De Infotainmentbedieningsorganen gebruiken Draai aan en druk op de knop MENU/SEL en selecteer Microfoon uit. Druk opnieuw hierop om het stil‐ schakelen te annuleren. Een gesprek overschakelen U kunt het geluid tussen het Blue‐ tooth-systeem en de mobiele telefoon overschakelen.
Telefoon Tekstberichten gebruiken 1. Druk op de startpagina op de toets Messages of selecteer tekstbe‐ richten van het telefoonhoofds‐ cherm. Totdat alle tekstberichten zijn opgehaald, blijft het startpagi‐ napictogram grijs en verdwijnt de optie Telefoonhoofdscherm. Deze functie wordt uitgeschakeld als het gekoppelde Bluetooth-ap‐ paraat geen SMS-berichten on‐ dersteunt. 2. Na het ophalen van alle berichten verschijnt het Postvak IN voor tekstberichten. Selecteer een be‐ richt om te bekijken.
Telefoon ■ Selecteer Zenden om het bericht te verzenden. ■ Selecteer Terug om te annuleren en terug naar het vorige scherm te gaan. Ontvangen tekstberichten Bij een ontvangen tekst verschijnt er een pop-upscherm. De pop-up blijft op het scherm totdat Uitzetten wordt geselecteerd. ■ Selecteer Luisteren om het bericht via gesproken prompt te beluiste‐ ren. ■ Selecteer Bekijken om het bericht te bekijken. Bekijken is onderweg niet mogelijk.
Telefoon Telefoon met handsfreefunctie Bluetooth-stemherkenning gebruiken ■ Selecteer Voorgedefinieerde berichten beheren voor het creëren van een gebruikerspecifiek bericht dat later als antwoord op een tekst‐ bericht kan worden gebruikt. ■ Selecteer Sms-waarschuwingen om het meldingsgedrag voor bin‐ nenkomende tekstberichten te kie‐ zen: ◆ Tekstmelding met geluid ◆ Alleen geluid ◆ Uit Druk voor stemherkenning op de knop q/w op het stuurwiel.
Telefoon 1. Druk op q/w. Het systeem ant‐ woordt "Spreek een commando uit", gevolgd door een pieptoon. 2. Zeg "Kiezen per cijfer". 3. Spreek de cijfers achter elkaar uit om te kiezen. Steeds na het in‐ voeren van een cijfer herhaalt het systeem het gehoorde cijfer, ge‐ volgd door een pieptoon. Zeg na het invoeren van het laatste num‐ mer "Kies". Zeg bij het herhalen van een onge‐ wenst nummer "Wis" om het laatste nummer te wissen. Bij verbinding hoort u de gespreks‐ partner door de audioluidsprekers.
Telefoon 199
Trefwoordenlijst A Aan/uit........................................ 136 Afbeeldingen.............................. 149 Afstandsbediening op stuurwiel. ........................................ 129, 188 Algemene aanwijzingen............ ................................ 126, 146, 147 Algemene informatie. . 138, 143, 153 AM-radio..................................... 138 Android-telefoon......................... 157 Audio afspelen............................ 155 Audiobron...................................
Instellingen................................. 176 iPhone, iPad®............................. 155 iPod®........................................... 155 K Kaarten ...................................... 163 M Markante punten (POI)............... 167 Menu Configuratie ..................... 176 N Navigatie..................................... 161 aanpassingen aan kaarten...... 163 adresboek............................... 167 adresinvoer............................. 167 bestemming........................
problemen oplossen................ 147 rijstand..................................... 147 USB-apparaten aansluiten......... 149 V Voertuiglokalisatie ..................... 180 Volume....................................... 136 Voorkeuzezender....................... 139 Z Zender zoeken............................
Copyright GM Korea Company, Inchon, Korea and Chevrolet Europe GmbH, Zürich, Switzerland. Alle informatie in dit boekje is actueel ten tijde van het ter perse gaan ervan en geldt met ingang van de onderstaand vermelde datum. Chevrolet Europe GmbH behoudt zich het exclusieve recht voor om wijzigingen in dit boekje aan te brengen. Editie: januari 2014, Chevrolet Europe GmbH, Zürich, Switzerland. Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier.