Operation Manual

38
Computerhandleiding voor 1103
De bijgeleverde computer zorgt voor een uitstekend trainingscomfort. Elke
trainingsrelevante waarde wordt in een apart venster weergegeven. Vanaf
het begin van de training worden de benodigde tijd, de actuele snelheid,
het verbruikte aantal calorieën, de afgelegde afstand en de actuele hartslag
weergegeven. Vanaf nul worden alle waarden verhoogd en vastgehouden.
De computer wordt door het indrukken van een toets of gewoon aan het
begin van de training ingeschakeld. De computer registreert dan alle waar-
den en geeft deze weer.
Om de computer te stoppen kunt u gewoon de training beëindigen. De
computer stopt met alle metingen en houdt de laatst bereikte waarden vast.
De laatst bereikte waarden voor TIJD, CALORIEEN en KM worden opges-
lagen in het geheugen en wanneer de training wordt hervat kan vanaf deze
waarden verder worden getraind.
Na beëindiging van de training wordt de computer automatisch na ca. 4
minuten uitgeschakeld. Alle tot dan toe bereikte waarden worden opgeslagen
en wanneer de training wordt hervat worden ze opnieuw weergegeven.
Uitgaande van deze waarden kan dan verder worden getraind, Door de „L“-
toets lang in te drukken (ca. 3 seconden) kunnen alle waarden worden gewist.
Weergave:
1. „SPEED“-weergave (km/h):
De actuele snelheid wordt in kilometers per uur weergegeven. Een bepaalde
waarde kan niet worden ingesteld met behulp van de „F“-toets. Ook wordt
de laatst bereikte waarde bij deze functie niet opgeslagen. (De maximale
snelheid bedraagt 99,9 km/h)
2. „TIME“-weergave (tijd):
De actuele benodigde tijd wordt in minuten en seconden weergegeven.
Een bepaalde waarde kan worden ingesteld met behulp van de „+“en „-“
-toets. Wanneer een bepaalde tijd is ingesteld wordt de nog resterende tijd
weergegeven. Wanneer de ingestelde waarde wordt bereikt, wordt dat door
een akoestisch signaal weergegeven. De laatst bereikte waarde bij deze
functie wordt automatisch opgeslagen. (De maximale weergave 99,59
minuten)
3. „DIST“-weergave (time):
De actuele stand van het aantal afgelegde kilometers wordt weergegeven.
Een bepaalde waarde kan worden ingesteld met behulp van de „+“en „-“
-toets. Wanneer een bepaalde afstand is ingesteld wordt de nog resterende
afstand weergegeven. Wanneer de ingestelde waarde wordt bereikt, wordt
dat door een akoestisch signaal weergegeven. De laatst bereikte waarde
bij deze functie wordt automatisch opgeslagen. (De maximale afstand
bedraagt 99,9 km)
4. „CAL“-weergave:
De actuele stand van het aantal verbruikte calorieën wordt weergegeven.
Een bepaalde waarde kan worden ingesteld met behulp van de „+“en „-“
-toets. Wanneer het aantal te verbruiken calorieën is ingesteld wordt het
aantal nog te verbruiken calorieën weergegeven. Wanneer de ingestelde
waarde wordt bereikt, wordt dat door een akoestisch signaal weergegeven.
De laatst bereikte waarde bij deze functie wordt automatisch opgeslagen.
(De maximale waarde bedraagt 999 calorieën)
5. „PULS“-weergave:
De actuele hartslag wordt in slagen per minuut weergegeven. Een bepaalde
waarde kan worden ingesteld met behulp van de „+“ en „-“-toets. Als er
een bovengrens van de hartslag is ingevoerd wordt wanneer deze wordt
overschreden komt een signaal weergegeven.
Ook wordt de laatst bereikte waarde bij deze functie niet opgeslagen. (Ma-
ximaal kan 40-240 slagen per minuut worden weergegeven).
Handpulsmeting:
In het linkse en rechtse stuurgedeelte is telkens een metalen contactplaat,
de voelers, voorzien. Gelieve erop te letten dat steeds beide handpalmen
gelijktijdig met normale kracht op de voelers liggen. Zodra er een polsslag
volgt, knippert er een hart naast het polsslagdisplay.
(De handpulsmeting dient slechts ter oriëntatie omdat het door beweging,
wrijving, zweet etc. tot afwijkingen van de effectieve polsslag kan komen.
Bij een klein aantal personen kan het tot foutieve functies van de handpuls-
meting komen. Indien u moeilijkheden met de handpulsmeting ondervindt,
raden wij het gebruik van een externe cardioborstgordel aan.
6. „Temperatuur weergave:
In de stand-by-operatie van de computer toont de omgevingstemperatuur.
Toetsen:
1. „F“ -toets:
Door één keer kort op deze toets te drukken kan tussen functies worden
gewisseld; d.w.z. dat de betreffende functie waarin m.b.v. de „+“ en „-“-toets
een waarde moet worden ingevoerd, kan worden geselecteerd. De gewenste
functie wordt door een symbool in het venster weergegeven.
2. „+“ en “-“-toets:
Door telkens één keer kort op deze toets te drukken kunnen waarden in de
afzonderlijke functies trapsgewijs worden ingesteld. Daarvoor moet eerst
de gewenste functie met de ,,F“ -toets worden geselecteerd.
Door deze toets langer ingedrukt te houden verspringen de waarden sneller,
deze functie kan worden gestopt door de toets nogmaals in te drukken. Bij
het begin van de work-out wordt dan vanaf de ingestelde waarde terug-
geteld naar nul.
3. „TEST“-toets:
Met deze toets kunt u een test inschakelen voor conditiebeoordeling. Daarbij
worden de aanduidingen F1 (hoogste cijfer = beste conditie) tot F6 (laagste
cijfer = slechtste conditie) gebruikt.
Om deze test te kunnen doen, moet de work out zijn afgesloten, de „TEST“-
toets ingedrukt zijn en de contactvlakken van de hartmeter vastgepakt
worden. Alle functies uitschakelen en op het tijddisplay wordt een minuut
teruggeteld weergegeven. Bij de hartslagmeting moeten de beide contactvl-
akken van de hartslagmeter gelijktijdig met beide handen worden vastgepakt.
Daarna wordt het betreffende punt op het venster weergegeven. Om terug
te keren in het hoofdmenu, moet de test-toets nogmaals worden ingedrukt.
4, „Körperfett“-toets:
Gebruik de “Körperfett“ -toets om het LICHAAMSVET data te geven. Het
GESLACHT (‘GENDER’), de LEEFTIJD (‘AGE’), de LENGTE (‘HEIGHT’), het
GEWICHT (‘WEIGHT’) en personen 1-8 m.b.v. de „+“ en „-“ -toetsen in
geven en met de „F“ – toets bevestigen.
5, „Analyse“-toets:
Druk op de „Analyse“ -toets om het meten van het lichaamsvet te laten aan-
vatten. Als het berichtraampje “Err1” weergeeft, let er dan op of uw handen
de grepen goed vast hebben tegen uw lichaam aanzit. Druk dan op de deze
toets om het meten van het lichaamsvet te laten aanvatten. De computer
zal de testresultaten tonen van het VET PERCENTAGE, de BMI en de BMR.
Er zijn drie lichaamstypes opgedeeld volgens het berekende VET%.
Type1: LICHAAMSVET % > 27
Type2: 27 LICHAAMSVET % 20
Type3: LICHAAMSVET % < 20
1. BMI (Lichaamsgewicht Index of ‘Body Mass Index’):
BMI is een maat voor het lichaamsvet gebaseerd op lengte en gewicht en
is toepasbaar bij mannen en bij vrouwen.
2. BMR (Basale Metabolische Ratio of ‘Basal Metabolic Rate’): Uw BMR
staat voor het aantal calorieën dat uw lichaam nodig heeft om te functio-
neren. Dit staat niet voor elke activiteit, maar het gaat over het energie die
nodig is om een hartslag te hebben, te ademenen en voor een normale
lichaamstemperatuur. Het wordt gemeten bij een lichaam in rust, niet in
slaap en bij kamertemperatuur.
6. „L“-toets:
Door deze toets kort in te drukken kan de geselecteerde waarde met de
„F“-toets op nul worden gezet. Door de toets lang in te drukken (ca. 3
seconden) kunnen alle waarden worden gewist.