Operation Manual

33
Nederlands
Montagehandleiding
Neem alle losse onderdelen uit de verpakking, leg deze op de grond
en controleer aan de hand van de montage staps of alle onderdelen
anwezig zijn. Hierbij moet er op worden gelet dat een aantal onderdelen
rechtstreeks met het onderstel zijn verbonden en voorgemonteerd zijn.
Bovendien zijn enkele andere losse delen ook al tot eenheden samenge-
voegd. Hierdoor kunt het apparaat gemakkelijker en sneller monteren.
Stap 1:
Montage van de voorste en van de achterste voet (54+58)
1. Monteer de voorste poot (54) met de vooraf gemonteerde transportrollen
(53) op het onderstel (26). Gebruik daarvoor twee bouten (56), veerringen
(21), tussenringen (17) en dopmoeren (55).
2. Monteer de achterste poot (58) met de vooraf gemonteerde afdekdoppen
(57) op het onderstel (26). Gebruik daarvoor 4 bouten (16), veerringen
(21) en tussenringen (42). Na de montage kunt u kleine oneffenheden
van de vloer compenseren door aan de afdekdoppen (57) te draaien.
Het apparaat moet zo worden opgesteld, dat het tijdens de training niet
uit zichzelf beweegt.
Stap 2:
Montage van de stuurbuis (13) aan het onderstel (26).
1. Pak de stuurbuis (13) waarin de computerkabel (7) al geplaatst is. Ver-
bind de stekker voor de computerkabel (7) die uit de onderkant van de
stuurbuis (13) steekt met de bijbehorende stekker voor de computerkabel
(24) die uit het onderstel (26) steekt.
2. Breng het uiteinde van de weerstandsinstelling (12) naar de opneming
van de Bowdenkabel (25) en verbind deze met elkaar zoals in afbeel-
ding A1 tot A4 weergegeven. Wij raden u aan om, voordat u aan deze
installatiestap begint, de weerstand in te stellen op het hoogste niveau,
waarbij de kabel het verst verwijderd is van de kabelmantel. Plaats de
onderkant van de kabel (12) in het haakje (afbeelding A1). Trek aan de
kabel (afbeelding A2) totdat het haakje omhoog schiet en plaats ver-
volgens de kabel (12) in de houder (25) (afbeelding A3+4).
3. Plaats de stuurbuis (13) in de bijbehorende buis van het onderstel (26).
Let hierbij op dat de gemaakte kabelverbindingen niet bekneld raken.
Schuif de kabelverbinding langzaam naar onderen in de buis van het
onderstel wanneer u de stuurbuis (13) plaatst. Schroef de stuurbuis (13)
m.b.v. bouten (16), veerringen (21) en onderlegplaatjes (17) op het frame
(26).