Operation Manual

7
Weight / Gewicht
Instellen van het gewicht.
Ingesteld is: 070 kg.
Bereik van de waarde: 20 tot 220 kg.
Instellen met de rechter en linker toets, verder met de linker toets.
Hier kan het actuele gewicht van de gebruiker worden ingesteld (nodig
voor de CICLOInZone
®
-berekening en de calorieënberekening).
Birthdate / Gebjahr Geboortejaar
Instellen
van het geboortejaar.
Ingesteld staat: 1960.
Meetbereik: 1920 tot 2006.
Instellen met de rechter en linker toets, verder met de linker toets.
Hier kan het geboortejaar van de gebruiker worden ingesteld (nodig voor
de CICLOInZone
®
-berekening).
InZone
Hier kan door de rechter en linker toets tegelijkertijd kort in te drukken
de CICLOInZone
®
-berekening worden gestart (voor de CICLOInZone
®
zie ook hfdst. 5).
Om de CICLOInZone
®
-berekening over te slaan, kort de linker toets
indrukken.
Opdat de persoonlijke CICLOInZone
®
goed vastgesteld kan worden,
moet de CM 8.3A de hartslag al aangeven en de persoonlijke waarden,
zoals fitnessniveau, geslacht, gewicht en geboortejaar moeten worden
ingegeven.
Ter berekening van de CICLOInZone
®
een rustpositie innemen (het beste
zittend ontspannen), dan de CICLOInZone
®
-berekening starten (door
kort de rechter en linker toets tegelijkertijd in te drukken starten).
De CM 8.3A begint nu met een countdown van 5 minuten. Gedurende
deze tijd steeds ontspannen en rustig blijven zitten. De CM 8.3A meet
nu de laagste hartslag die binnen deze tijd wordt bereikt (hartslag in rust)
en neemt deze voor de verdere berekening. Gedurende de countdown
wordt op het bovenste gedeelte van het display een 5 minutencount-
down en op het onderste gedeelte van het display de gemeten hartslag
aangegeven. Na afloop van de 5 minuten verschijnt automatisch de
laagste waarde van de berekende persoonlijke CICLOInZone
®
.
Lower HR / untere HF
Hier kan een hartslagondergrens worden ingesteld, resp. na de
CICLOInZone
®
-berekening wordt hier de individueel berekende hartsla-
gondergrens aangegeven. Bij onderschrijding van deze grens geeft de
CM 8.3A een optisch alarm (Aanduiding door een pijl rechts naast de
hartslag op het onderste gedeelte van het display).
Instellen met de rechter en linker toets, verder met de linker toets.
Upper HR / obere HF
Hier kan een hartslagbovengrens worden ingesteld, resp. na de
CICLOInZone
®
-berekening wordt hier de individueel berekende harts-
lagbovengrens aangegeven. Bij overschrijding van deze grens geeft de
CM 8.3A een optisch alarm (Aanduiding door een pijl rechts naast de
hartslag op het onderste gedeelte van het display).
Instellen met de rechter en linker toets, verder met de linker toets).
Max HR / Max HF
Hier wordt de door de CICLOInZone
®
-berekening individueel vastge-
stelde maximale hartslag aangegeven.
SET MISC
Hier kan de stroomspaar-modus (Powerdown) ingeschakeld worden of
een Reset (wissen van alle gegevens en ook van de evt. opgeslagen
ritten – bij gebruik van de PC-verwerking) worden doorgevoerd.
Kiezen met de middelste toets.
Powerdown / STROMSPAR
Hier kan de stroomspaar-modus ingeschakeld worden (bijv. voor het
wisselen van de batterij, om gegevens te behouden).
Daarvoor de rechter en linker toets tegelijkertijd kort indrukken, daar-
door schakelt het display uit en de CM 8.3A staat op stroomspaar-
modus. Door kort op een willekeurige toets te drukken ‚start’ de CM
8.3A weer en de normale gebruiksmodus verschijnt.
Reset / Löschen
Hier kunnen alle waarden (ook de totale waarden en alle opgeslagen
ritten
en de initialiseringen) worden gewist. Daarvoor de rechter en
linker toets tegelijkertijd kort indrukken. Op het display verschijnt kort de
aanduiding ‘reset’, vervolgens verschijnt de normale gebruiksmodus.
Om alleen de dagwaarden te wissen, in de normale gebruiksmodus de
3 toetsen allemaal tegelijkertijd 3 sec. lang indrukken.
PC-LINK / PC Verb.
Hier kan het oversturen van gegevens naar de PC worden gestart.
Uitkiezen met de middelste toets.
LINK / VERBINDEN
Als de USB-Interface gekoppeld is aan de PC en het PC-programma
gestart is, de verbinding maken door kort op de rechter en linker toets
te
drukken.
Voor verdere handelswijze zie hfdst. 7.
6. Functies
De CM 8.3A heeft door de ingebouwde bewegingssensor een automa-
tische Start/Stop bij actie (in de Fiets 1- resp. Fiets 2-modus). Door het
inzetten in de stuurhouder wordt de bewegingssensor actief , daarbij
wordt bij de eerste geregistreerde beweging het display ingeschakeld.
Tegelijkertijd wordt het zoeken naar de zender gestart. (Wordt een
zender niet automatisch gevonden, dan kan het zoeken naar de
zender ook met de hand door 3 sec. lang op de rechter toets te
drukken worden gestart.)
5 minuten (in de NoBike-Modus 15 uur) na het laatste zendsignaal resp.
de laatste druk op een toets schakelt het display over op de slaapmodus
(display schakelt uit). Door op een toets te drukken springt het display
weer aan.
Als de hartslagmeting gestart moet worden, zonder dat de CM 8.3A in
de stuurhouder zit, het manuele zoeken naar de zender starten door 3
sec. lang op de rechter toets te drukken.
Om de aanduiding van fiets 1 (Rad 1) te wisselen naar de aanduiding
van fiets 2 (Rad 2) (en omgekeerd), de rechter en linker toets tegelijker-
tijd kort indrukken (op het middelste gedeelte van het display wisselt
dan de aanduiding van 1 naar 2). Door de toetsen opnieuw kort in te
drukken wordt gewisseld naar de NoBike-Modus.
Om de dagwaarde op nul terug te zetten, de 3 toetsen allemaal
tegelijkertijd 3 seconden lang indrukken. Op het display ver-
schijnt dan kort de aanduiding ‘reset’, resp. ‘löschen’.
Om een opname te starten (voor de PC-verwerking, zie hfdst. 7), de
rechter en linker toets 3 sec. lang tegelijkertijd indrukken (daarmee
worden ook meteen de dagwaarden gewist en de hoogte op de uit-
gangshoogte terug gezet – indien ingesteld). Als teken van een lopende
opname knippert dan links op het bovenste gedeelte van het display
het symbool .
De CM 8.3A. heeft een driedelig display. Op het middelste deel wordt in
de Fiets-1-Modus (Rad 1-Modus) resp. Fiets 2-Modus (Rad 2-Modus) de
snelheid aangegeven. Daarbij wordt links van de snelheid met een kleine
1 resp. 2 aangegeven of de waarden voor fiets 1 of fiets 2 gelden.
De functies, die op het bovenste gedeelte van het display aange-
geven worden, kunnen met de rechter toets doorgeschakeld worden,
de functies van het onderste gedeelte van het display met de linker
toets.
Door steeds de middelste toets kort in te drukken worden de neven-
functies van de functie op het onderste gedeelte van het display
aangegeven.