Workshop Manual
Wielophanging en vering
-
Inbouwen
gebeurt
in omgekeerde
volgorde
van
uitbouwen.
- Draai de
bouten
(2)
vast
met
130 ±13
Nm.
- Zet de klem (1) vast
met
6 Nm.
-
Controleer de
wagenhoogte
en stel deze zonodig af, zie paragraaf 12.4.
12.3.4 Complete achterwielophanging uit-
en
inbouwen
Uitbouwen
- Plaats de auto aan de achterzijde
op
bokken.
-
Bouw
het achterste uitlaatgedeelte uit.
- Maak de stekerverbinding
(1
in
figuur
12.35) los.
Figuur
12.35:
Stekerverbinding
(1)
losmaken
- Verwijder aan beide zijden de
wielsensor
van het ABS.
Maak
de bedrading
van de
wielsensor
los van de achteras.
-
Maak
de stekerverbinding
(5
in
figuur
12.36) los. Maak de buis (6) en de lei-
ding
(7)
los.
Sluit
de hydraulische
componenten
af
met
pluggen.
Figuur
12.36:
Stekerverbinding
(5),
buis
(6)
en
leiding
(7)
losmaken
- Koppel aan beide zijden de
remleidingen
los van de achteras.
- Koppel de
leiding
van het veersysteem los bij
(a
in
figuur
12.37).
186 - CITROEN C5