Operation Manual

23
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN, DISPLAYS
-
Motorolieniveaumeter
Bij het aanzetten van het contact
wordt de onderhoudsindicator en-
kele seconden weergegeven en ver-
volgens gedurende 10 seconden het
motorolieniveau.
Als de zes blokjes knipperen en
"max" wordt weergegeven, is het
motorolieniveau te hoog, waardoor
ernstige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de
peilstok. Als blijkt dat het olieniveau
te hoog is, raadpleeg dan zo snel
mogelijk het CITROËN-netwerk.
Het CITROËN- netwerk zet de onder-
houdsindicator na elke onderhouds-
controle weer op 0.
De onderhoudsindicator kan op de
volgende wijze op 0 worden gezet:
- zet het contact af,
- druk op de knop 1 en houd deze
ingedrukt,
- zet het contact aan.
De kilometerteller begint 10 seconden
af te tellen,
- houd de knop 1 gedurende
10 seconden ingedrukt.
De teller geeft [= 0] aan en het lamp-
je met de sleutel gaat uit.
Als de zes segmenten knipperen en
"min" wordt weergegeven, is het mo-
torolieniveau te laag, waardoor ern-
stige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de peil-
stok. Als blijkt dat het olieniveau te
laag is, moet olie worden bijgevuld.
Het knipperen van de zes segmen-
ten duidt op een storing in de motor-
olieniveaumeter.
Er bestaat kans op ernstige motor-
schade.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk.
Controle van het olieniveau met
de peilstok of de motorolieniveau-
meter is alleen betrouwbaar als
de auto op een vlakke, horizon-
tale ondergrond staat en de motor
minstens 15 minuten niet heeft ge-
draaid.
Op 0 zetten van de
onderhoudsindicator
Te veel olie
Te weinig olie
Storing motorolieniveaumeter