Operation Manual
29
AUDIO
-
RADIOFUNCTIE
Faderregeling
Druk, als er "FAD" op het display wordt
weergegeven, op de toets I of J .
Met de toets I wordt het volume vóór
versterkt.
Met de toets J wordt het volume ach-
ter versterkt.
Balansregeling
Druk, als er "BAL" op het display wordt
weergegeven, op de toets I of J .
Met de toets I wordt het volume
rechts versterkt.
Met de toets J wordt het volume links
versterkt.
Automatische volumeregeling
Met deze functie wordt het volume
automatisch aangepast aan het ge-
luidsniveau ten gevolge van de snel-
heid van de auto.
Druk op de toets I of J om de functie
in- of uit te schakelen.
Selecteren van de radiofunctie
Druk op de toets R . Opmerkingen over de radio-
ontvangst
De ontvangst van uw autoradio wijkt
af van de ontvangst van uw radio
thuis. De ontvangst van langegolf,
middengolf en FM-zenders (frequen-
tiemodulatie) kan door diverse oorza-
ken worden gestoord. Dit ligt niet aan
de kwaliteit van het apparaat, maar
aan de opbouw van de radiosignalen
en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen
optreden als er onder hoogspan-
ningskabels, in tunnels of onder via-
ducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand
van de zender, de refl ectie van het
signaal door grote obstakels (ber-
gen, gebouwen, enz.) en het zender-
bereik oorzaak zijn van een mindere
ontvangst.
Selecteren van het golfbereik
Druk steeds kort op de toets R om de
golfl engte FM1, FM2, FMast of AM te
kiezen.