Operation Manual

74 -
Overschrijden van de ingestelde
snelheid
Als het gaspedaal geleidelijk dieper
wordt ingetrapt, wordt de snelheid
niet verhoogd. Als het gaspedaal
echter met kracht wordt ingetrapt,
tot voorbij het zware punt , wordt de
begrenzer tijdelijk uitgeschakeld en
knippert de ingestelde snelheid op
het display.
Knipperen van de
snelheidsweergave
De snelheid knippert:
- als het gaspedaal tot voorbij het
zware punt wordt ingetrapt,
- als de begrenzer door het profi el
van de weg of bij een steile afda-
ling niet kan voorkomen dat de
ingestelde snelheid wordt over-
schreden,
- tijdens snel accelereren.
Bij het gebruik van de snel-
heidsbegrenzer moet de
bestuurder te allen tijde de
snelheidslimiet in acht ne-
men, zijn aandacht op het
verkeer blijven vestigen en zijn ver-
antwoordelijkheid nemen.
De bestuurder moet zijn aandacht
houden bij het profi el van de weg,
snelle acceleraties en zijn auto altijd
goed onder controle houden.
Om te voorkomen dat de werking van
de pedalen wordt gehinderd:
- zorg ervoor dat de mat en de be-
vestigingen goed geplaatst zijn,
- leg nooit meerdere matten op el-
kaar.
Uitschakelen van de functie
Draai de knop in de stand 0 of zet
het contact af om het systeem uit
te schakelen. De laatst ingestel-
de snelheid blijft in het geheugen
opgeslagen.
Storing
In het geval van een storing van de
snelheidsbegrenzer verschijnt een
melding op het multifunctionele dis-
play in combinatie met een geluids-
signaal.
De ingestelde snelheid wordt gewist
en gedurende enkele seconden knip-
peren de streepjes op het display.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk
om het systeem te laten controleren.
Laat om de begrenzer weer in te
schakelen de snelheid zakken tot
een snelheid lager dan of gelijk aan
de ingestelde snelheid.