Operation Manual
145
9
Praktische informatie
B4_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014B4_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
F Draai de wielbouten vast met de wielsleutel 1.
F Berg het gereedschap en het wiel op in de
bagageruimte.
F Laat de krik zakken tot de auto met de
wielen op de grond staat.
F Vouw de krik 2 op en verwijder deze.
Na het verwisselen van een wiel
Laat zo snel mogelijk het
aanhaalmoment van de wielbouten en
de bandenspanning van het reservewiel
controleren door het CITROËN-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en verwissel hem met het
reservewiel.
Rijd met een noodreservewiel niet
sneller dan 80 km/h.